Image
G20: Crisisbijeenkomst van de geldconcurrenten
Foto: Presidencia de la Nacion Argentina
G20: Crisisbijeenkomst van de geldconcurrenten
6 minuten

De crisisbijeenkomst van de leiders uit de sterkste economische landen in Seoel heeft de gestelde verwachtingen niet kunnen inlossen. Het zijn vooral de details die duidelijk maken hoezeer de macht en autoriteit van de VS aangetast zijn. Het is de Reagan administratie en haar opvolgers in het Witte Huis die de huidige regelgeving heeft opgedrongen, met de nodige bijstand van het IMF en het daarvoor in het leven geroepen World Trade Organisation. Maar het blijft niet langer stil als de stem van Washington klinkt.

De supermacht VS wil nog altijd de zelfbenoemde wereldleider zijn, maar kan deze ambitie niet voldoende meer financieren. Washington is niet langer kredietwaardig. De economisch opkomende wereldmacht zit in Peking. Het Chinese Dagong Global Credit Rating, dat in het Westen nog altijd niet zo gekend is, verwijt de VS dat ze haar schulden niet wil terugbetalen, en verlaagde de quotering voor Amerikaanse waardepapieren van AA naar A plus. Dagong Global Credit Rating Co Ltd is een Chinees agentschap voor risico-classificering dat in 2009 werd opgericht. De president van Dagong meent dat de grote westerse classificatie-bureaus (Moody, Standard & Poor's, Fitch, e.a.) schuld hebben aan de huidige crisis en de problemen van Europa omdat ze niet de juiste informatie hebben verspreid over de werkelijke kredietwaardigheid en de veranderende omstandigheden niet in aanmerking nemen.

Tegen de achtergrond van toenemende spanningen en wederzijdse verwijten, organiseerden de regeringsleiders uit de 20 belangrijkste economische staten hun hoogmis in Seoel. Deze 20 landen zijn goed voor ongeveer 85 procent van het globale BIP. Door de grote economische politieke spanningen die de concurrentie tussen de munten verhogen dreigde er een blokkenconfrontatie te ontstaan.

Volgens president Obama en zijn minister van Financiën Geithner (Us Secretary of the Treasury) moeten de sterk presterende exportlanden hun overschot beperken tot 4 procent van het bruto intern product. De VS-minister verwijt de landen met een groot overschot op hun betalingsbalans, dat ze zich verrijken ten koste van andere landen. Hierbij wijst hij China en Duitsland met de vinger. De Duitse bondskanselier Angela Merkel was het hiermee uiteraard volledig oneens en wil zich geen exportquota’s laten dicteren door Washington. Volgens haar kunnen de goed presterende exportlanden niet bestraft worden. In feite wilde de Obama administratie echter alleen maar begrip opwekken voor haar omstreden geldinjectie van 600 miljard dollar voor de aankoop van de eigen staatsleningen. Hiervoor moet de Amerikaanse muntpers dollars bijdrukken. Het verwijt is dat Washington met deze ingreep de koers van de dollar zo laag mogelijk wil houden om de Amerikaanse export te bevorderen. Washington doet met deze financiële manipulaties precies hetzelfde als wat het Peking verwijt.

Het probleem ligt dieper dan de beperkte ruchtbaarheid over de recente ruzie doet vermoeden. De neoliberale constructie van de globalisering dreigt immers meer en meer te wankelen. Uitgerekend de VS doet er alles aan om economische en financiële regels te ignoreren. Met een onverholen geldmanipulatie en een eigen monetair beleid richting inflatie, probeert Washington een uitweg voor zichzelf te vinden uit de crisis waarin het Amerikaanse kapitalisme zich bevindt.
Het hoofdmotief voor de beroerde situatie bij deze G20 bijeenkomst was dus de aankondiging van de Amerikaanse centrale bank om een QE2- programma (Quantative Easying) en een versoepeling van de monetaire politiek door te voeren. QE2 ofte Quantitavie Easying is een monetaire politiek van de centrale bank om de muntbevoorrading te verhogen door de reserves bij de banken aan te dikken. Meestal worden bij een QE2 de eigen obligaties van de centrale overheid opgekocht om hun prijs te stabiliseren of te verhogen, om daardoor de interest op lange termijn te kunnen verlagen.

Daar schuilt echter niets anders achter dan de poging om met bijgedrukte dollars het begrotingstekort van de Obama administratie te financieren. Naast het aankopen van minderwaardige beursaandelen voor een totaal van 250 miljard dollar als steun aan de banken en Wall Street, wil de Amerikaanse Federal Reserve (FED) tot in juli 2011 leningen (de zogenaamde T-Bonds) voor een bedrag van 600 miljard kopen. De aankoop van de eigen schulden met een bedrag van 600 miljard draagt echter niet bij tot een oplossing, het begunstigt alleen maar het creëren van nieuwe speculatieve luchtbellen. Duidelijk gezegd, de schulden worden met een kunstgreep van de muntpers betaald.

Deze goocheltruc heeft de fout dat het indruist tegen de economische realiteit. De globale geldmarkten zijn nu al overspoeld door de liquiditeit van de concernwinsten of van speculanten van allerlei slag , daarbij komt nu nog de bijgedrukte 600 miljard dollar van de Federal Reserve. Dit levert geen nieuwe beleggingsmogelijkheden met passende winstvooruitzichten op. Met als gevolg dat de geldhoeveelheid die voorhanden is in waarde vermindert. Dit inflatie-effect wordt er door Washington maar al te gemakkelijk bij genomen. Het tijdstip waarop deze geldontwaarding in de boekhouding zal worden weerspiegeld is door het gigantische aantal actoren niet onmiddellijk te bepalen. Men mag vrezen dat het QE2 beleid nog maar een begin betekent. In een rapport van het financiële concern Goldman Sachs kan men lezen dat de FED om de economie terug op het spoor te krijgen, nog 400 miljard dollar moet drukken om de economische relance een realistische kans te geven ten opzichte van de inflatiestimulans.

Ondertussen begint zich de weerstand tegen de financiële politiek van Obama te ontwikkelen. Om de conservatieve critici te bedaren steunt de FED baas, Ben Bernanke, zich maar al te graag op de icoon van de neoliberale economie, de Nobelprijsdrager Milton Friedman. Maar de tegenpartij van Ben Bernanke, verwijst nu precies naar het Friedman boek “Money Mischief” waarin de directe aankoop van regeringsschuldbrieven door de Federal Reserve bestempeld wordt als niets anders dan zuivere inflatie. Dat kan een verklaring zijn waarom het VS Congres de macht van de Amerikaanse FED wil beknotten en haar werking transparanter wil maken.

Op internationaal vlak zal de nieuwe dollartoevloed een dalende dollarkoers als gevolg hebben. Dit doet de VS productie op de wereldmarkt goedkoper worden, waardoor de economie mogelijk kan gestimuleerd worden en meer mensen tewerkgesteld kunnen worden. Maar het tegengestelde valt te verwachten in de andere landen die veel naar de VS exporteren. De VS wil in feite met dergelijk beleid de Amerikaanse inflatie naar andere landen exporteren waardoor daar een slachtveld aan banenverlies wordt bewerkstelligd.

Deze bedenkingen van de G20 partners probeert president Obama – die intern politiek erg verzwakt uit de verkiezingen komt - van tafel te vegen met het argument dat geen - of slechts een beperkte - groei in de VS niet alleen een gevaar is voor Washington, maar voor de ganse wereld. Dat wordt niet zo maar door iedereen aanvaard. De Chinese viceminister voor financiën Zhu Guangyao verweet de VS dat ze zich onverantwoordelijk gedragen door in dergelijke situatie dollars bij te drukken zonder in consideratie nemen wat de uitwerking zal zijn van deze excessieve liquiditeiten op de opkomende markten van de groeilanden. De Russen traden het Chinese standpunt bij, en ook de Duitse minister voor economische zaken, Rainer Brüderle, beschuldigde de VS regering van geldmanipulatie. Dat is juist een van de argumenten die de Obama administratie tegen China gebruikt, omdat Peking tot nu steeds zijn munt niet wil opwaarderen zoals Washington verlangt.

Sinds de G20 bijeenkomst van 2008 in Washington, waar alle regeringen opteerden om de implosie van het globale financieringssysteem te verhinderen, werden de daarop volgende bijeenkomsten terug in hoge mate gekenmerkt door het streven om louter nationale belangen op de voorgrond te plaatsen. Concrete maatregelen worden hierdoor verhinderd.
De verwachte grote krachtmeting over de Chinese munt kwam niet op de voorgrond van de bijeenkomst, waardoor China zijn gewicht in de G20 groep nog kon versterken. De VS gaat met lege handen naar huis en is niet langer meer de onomstreden superstar onder de wereldleiders.

Wat wel meer en meer duidelijk op de voorgrond treedt is dat de wereldgemeenschap het globale financieringssysteem moet hervormen opdat het stabieler zou worden. De burgerlijk media uit onze contreien die ons verkondigen dat de G20 het dreigend gevaar van muntoorlogen en de vlucht in het protectionisme wil afwenden, zijn daarom ook misleidend.
De volgende heibel is reeds voorgeprogrammeerd, dan zal ondanks het vriendelijk gewuif tijdens de G20 top de harmonie vlug voorbij zijn.
 

Antoine Uytterhaeghe


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.