Image
Het Turkse leger: is einde Kemalisme nabij?
Het Turkse leger: is einde Kemalisme nabij?
Artikel
12 minuten

Na enkele spectaculaire arrestatiegolven tegen hoge Turkse officieren komt de vraag op of de macht van het Turkse leger als hoeder van het kemalisme gebroken is. Tijdens de laatste operatie Voorhamer (februari jl.), werd een zestigtal hoge officieren, waaronder twee generaals, gearresteerd.

Na enkele spectaculaire arrestatiegolven tegen hoge Turkse officieren komt de vraag op of de macht van het Turkse leger als hoeder van het kemalisme gebroken is. Tijdens de laatste operatie Voorhamer (februari jl.), werd een zestigtal hoge officieren, waaronder twee generaals, gearresteerd. Reden voor de arrestaties was de beschuldiging van gewelddadige destabilisering van de Turkse maatschappij met als doel de macht van de staat terug te brengen bij de krijgsmacht. Altijd werd aangenomen dat de generale staf van de Turkse krijgsmacht zulke arrestaties nooit zou toestaan. Daartegen zou worden opgetreden, desnoods hardhandig. Dat is niet gebeurd. De veronderstelde lankmoedigheid van de legerleiding, met name bij het hoofd van de generale staf, Ilker Basbug, leidt bij sommigen tot de conclusie dat het Turkse leger niet langer het Turkse leger is. Is het einde van het kemalisme nabij?

De krijgsmacht is gepacificeerd en kwetsbaar, aldus oud-generaal Solmazturk. “Dit is een historische verandering”, voegde hij er aan toe en daarin lijkt hij gelijk te hebben. (1) Maar hoe dan te verklaren dat sinds april 2009, kort na de gemeenteraadverkiezingen, en zowat tegelijkertijd met de met de mond beleden Koerdische opening van de regering Erdogan een tot nu toe niet aflatende repressie de Koerdische  beweging treft? Hoe is het dan mogelijk dat half december de in het Turkse parlement verkozen Partij voor een Democratische Samenleving (DTP) wettelijk is verboden en dat eind december 2009 een groot deel van de dagelijkse leiding van deze Koerdische partij en zijn noodgedwongen opvolger de Partij voor Vrede en Democratie (BDP) worden gearresteerd? Tot op de dag van vandaag zitten nog honderden gemeenteraadsleden en burgemeesters gevangen. Hoe ook te verklaren dat begin maart 2010 een klopjacht op Roj TV in België of de arrestatie van kaderleden van de Arbeiderspartij van Koerdistan (PKK) in Nederland en Duitsland is ingezet? Hier is niets te merken van afnemende macht van het kemalisme.

Grondwetwijziging

Eind maart heeft de Turkse regering een grondwetswijziging voorgesteld bestaande uit de verandering van zesentwintig artikelen. Daarbij wordt de macht van de commissie op de rechterlijke macht ingeperkt; wordt het moeilijker, maar niet onmogelijk, politieke partijen te verbieden en wordt het ook mogelijk daders van staatsgrepen voor de rechter te brengen. Dat zou zelfs kunnen leiden tot processen tegen de coupplegers van 1980, zoals de junta van Evren,  Tumer en Sahinkaya. Dat klinkt vergaand omdat het de krijgsmacht op een zeer gevoelig punt kan raken. Prominente rol van de hervorming is die van de organisatie van en statelijk toezicht op de rechtspraak. Het is na die van november 2007 al de tweede grondwetswijziging, sinds de vorige van november 2007 en bewijst dat de regering van de Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) bereid is kleine stappen te zetten in de hervorming van de Turkse staat. Het zijn stapjes in een lang proces, dat tot een rechtsstaat zou kunnen leiden. Dan moet er nog veel meer gebeuren.

Bankroet

De politicoloog Soli Ozel stelt dat de oude ideologie bankroet is, maar dat er nog geen nieuwe voor in de plaats is gekomen (1). Ozel noemt de regerende AKP een democratiserende kracht, maar niet noodzakelijkerwijs een democratische macht. Een redacteur van Taraf, Yildiray Ogur vindt de ontwikkeling in Turkije een langzame versie van de ineenstorting van de Sovjet-Unie in 1991. Turkije komt op onbekend terrein.
Ertugrul Kürkcü is nog steeds een van de vooraanstaande figuren van de linkse beweging, al sinds de beweging van 1968. Hij is thans journalist bij het progressieve bianet.org. Hij stelt  dat de krijgsmacht het helemaal niet erg vindt dat de regering een deel van de krijgsmacht oprolt (3). Dat deel heeft in de jaren ’90 zijn werk gedaan en moet worden opgeruimd. Volgens  Kürkcü groeit de AKP in de staatsmacht en is de krijgsmacht niet onwelwillend om wat plaats te maken. Ook die stelling levert vragen op omdat dat plaats maken niet zo soepel gaat, als Kürkcü lijkt te suggereren. De arrestaties van hoge officieren en van staatsgrepen verdachte kemalistische burgers zijn ongetwijfeld een uitdrukking van deze strijd om de macht. Naar het oordeel van Kürkcü moeten we er niet al te zwaar aan tillen. De Koerden hebben de sleutel, naar zijn oordeel, en als de AKP regering nóg een termijn mag regeren zal de politieke speelruimte van de Koerden groter worden.

Staat en diepe staat

De krijgsmacht heeft in de geschiedenis van de Turkse republiek het kemalisme vormgegeven. In de laatst vijftig jaar zijn er drie bloedige staatsgrepen gepleegd door de krijgsmacht (1960, 1971 en 1980) en een ‘stille coup’ in  1997. De kemalistische staat heeft in de vorm van de Nationale Veiligheidsraad en tal van toezichthoudende commissies (op het openbaar ministerie, het onderwijs, de media bijvoorbeeld) grote invloed op stromingen die hierin verandering zouden willen brengen. De kemalistische staat is geen liberale staat naar Europees voorbeeld. Daarom ook dat de EU wil dat Turkije aanpassingen verricht in de staatsinrichting. In feite wordt een radicaal andere grondwet, een andere republiek zelfs geëist.
Daarnaast is er sprake van een “diepe staat”. Dat is het amalgaam van geheime diensten en de maffia dat is voortgekomen uit het geheime apparaat dat zo nodig autonoom mocht handelen om de kemalistische staat én het Turkse lidmaatschap van de NAVO in stand te houden. Deze organisatie bestaat in alle NAVO-landen, waar het is georganiseerd in zogeheten ‘stay behind netwerken’. In Turkije is dit netwerk daadwerkelijk ingezet in de jaren ‘90 tegen de oprukkende invloed van de PKK. Daarbij werden veel maatschappelijk actieve burgers ontvoerd en vermoord.
De breedte noch diepte van het fenomeen van ‘de diepe staat’ is helemaal duidelijk, maar feit is wel dat tientallen jaren lang naast een formele burgerregering een militaire regering met de feitelijke macht bestond die de belangrijkste beslissingen fiatteerde of zelfs nam. Sinds de AKP aan de macht is, wordt dit verschijnsel openlijk tot probleem gemaakt. Dat heeft geleid tot verminderde staatsmacht van de Nationale Veiligheidsraad van de Turkse legerleiding. De laatste jaren is het Ergenekon schandaal de uitdrukking van de strijd van de AKP tegen de diepe staat. De recente arrestaties voegen daar een nieuwe episode aan toe. (2)

Op weg naar positie van regionale grootmacht

Turkije is al sinds begin jaren ’50 stevig verankerd in wat de Euro-Atlantische structuur wordt genoemd. Vanwege het belang van deze structuren voor Turkije is het zinnig stil te staan bij de betrekkingen van Turkije met het buitenland. Turkije probeert al jaren een versterkte rol in de buitenlandse politiek te spelen. Dat gold vanaf de jaren ’80 toen onder leiding van Özal een meer assertieve houding werd aangenomen. Özal was een ondernemer die de belangen van de krijgsmacht wist te verenigen met de belangen van het (internationale) privékapitaal. De doelstelling was daarbij een rol te verkrijgen van regionale grootmacht. Daarbij schemerden herinneringen aan het Ottomaanse rijk door de aspiraties. Tot dan toe waren en zijn de hoofddoelstellingen een versterkte band met de NAVO en met name de Amerikanen. Een en ander kwam tot uitdrukking in de opbouw van een eigen Turkse wapenindustrie. Daarnaast gaat het om het lidmaatschap van de Europese Unie. Sinds 1999 heeft Turkije het officiële kandidaat-lidmaatschap van de EU en moet het zich kwalificeren voor de criteria van Kopenhagen alvorens ook lid te mogen worden. In 2005 is er met de toetredingsonderhandelingen begonnen. Met argusogen wordt dan ook toegekeken hoe de ontwikkelingen in Turkije zich voltrekken. Vanuit de hoofdsteden in de VS en de EU wordt van Turkije verlangd dat zij blijft voldoen aan de verwachtingen. Kemalisme als leer is daarbij getolereerd, maar de facto afgewezen als onpraktisch instrument om van Turkije een democratische staat te maken.

Nederland en Turkije

De opstelling van de Nederlandse regering is illustratief in het begrip van de Europese houding tegenover de ontwikkelingen in Turkije. Op 13 maart jl. bracht de Nederlandse regering een beleidsbrief over Turkije uit. Nederland gaat uit van eigenbelang. Hoe kunnen we Turkije benutten voor het Euro-Atlantisch project (NAVO) en hoe kan Turkije de brugfunctie op het vlak van energiecorridor blijven vervullen. Dat gaat in feite voor de democratisering van het land zelf. Daarnaast was er aandacht voor de groeiende economische invloed van het Nederlands bedrijfsleven in de Turkse economie.
Toch is het kandidaat-lidmaatschap van de EU van groot belang. Op dit stuk ligt een rechtstreeks verband met de staatkundige en maatschappelijke inrichting van de republiek Turkije zelf. Het gaat om het respecteren van individuele en collectieve mensenrechten die in de grondwet worden voorzien. Het gaat daarbij ook om de democratische gezindheid in Turkije. 
Over het kandidaat-lidmaatschap van Turkije wordt per hoofdstuk druk onderhandeld. Het voldoen aan de eisen van een democratische rechtsstaat is daarbij een conditio sine qua non. Dat betekent in feite dat de onderschikking van de krijgsmacht aan de burgerlijke macht in een nieuwe grondwet moet worden geregeld. Zo ver is het nog (lang) niet.
Tenslotte wordt op algemene wijze aandacht besteed aan de moeizame en langzame hervormingen van de Turkse staat in democratische richting. Maar het is aan het onderhandelingstraject van de EU om hiermee druk uit te oefenen. Van de 35 onderhandelingshoofdstukken is er inmiddels één afgesloten, wetenschap. Aan een aantal wordt gewerkt, de rest wacht op behandeling. Het is duidelijk dat dit alles nog vele jaren gaat duren. De EU-landen laten in dit verband ook hun eigenbelang in de relatie tot Turkije voorop gaan. Dat is vooral de verhouding tot Cyprus. Dit jaar moet Turkije de toepassing van het protocol van Ankara aanvaarden anders volgen meer vertragingen en problemen. 

Positie Koerdische beweging

De afnemende invloed van de Turkse krijgsmacht is wel degelijk waar, maar de optimistische conclusies gaan veel te ver. Osman Baydemir (burgemeester van Diyarbakir) en vooraanstaand Koerdisch politica Leyla Zana zijn somber over de repressie die de Koerdische beweging treft. (4) Baydemir sprak van een Koerdische uitsluiting in plaats van opening. Baydemir is al jaren een populaire burgemeester en hoewel urenlang verhoord, is hij niet gearresteerd.
Het Koerdisch bestuur in Zuidoost Turkije levert resultaten op, niet alleen in mentale zin, zoals te constateren was op een magistraal Newrozfeest op 21 maart  2010. Ook in praktische zin. Burgemeester Baydemir stelde dat de kwaliteit van het drinkwater in de laatste acht jaar op niveau van de Europese normen is gekomen. Ik heb het maar zelf uitgeprobeerd, drinken uit de kraan. Inderdaad, geen diarree de volgende dag. Dat zou vroeger ondenkbaar zijn geweest. Goed bestuur loont.
Baydemir gaf overigens ronduit toe dat de Koerdische beweging erg veel last had van slechte beeldvorming, die hij een gevolg achtte van fouten door de Koerdische beweging in het verleden. Baydemir komt over als een belangrijke leider van de Koerdische bevolking, maar ingesnoerd in de zeer beperkte politieke ruimte die hem wordt gegund.
De indruk van het feest en de gesprekken is dat Koerden een niet uit te schakelen massabeweging zijn van sociaal-democratische snit. Dat wil zeggen emancipatoir voor alle lagen van de bevolking, dus ook en vooral de armen. Het maakt een krachtige en vitale indruk. Natuurlijk kunnen massa-arrestaties of fouten van de leiding terugslagen veroorzaken, maar het gaat om een sterk democratiserende beweging met ook –maar niet uitsluitend- een praktische inslag die is gericht op verbetering van het lot van miljoenen op basis van een open en democratische houding.
Voor de langere termijn is de ontwikkeling in de Koerdische gebieden in Oost-Turkije en heel Koerdistan van groot belang. Een sterke factor is de ontwikkeling van Iraaks Koerdistan tot een de facto staat in Irak. Aangenomen mag worden dat de economische macht van het gebied in de komende jaren groeit. Daarmee groeit ook de Koerdische identiteit en de macht die er van uitstraalt naar Turkije (en Iran en Syrië). Een en ander betekent dat de Koerden in Turkije in toenemende mate over strategische diepte beschikken. Dat is niet echt nieuw, het bestaat de facto al sinds de instelling van de no fly zone in 1991, maar de economische, politieke en juridische positie van deze semi-staat wordt steeds sterker. Daaruit concludeer ik zonder meer dat de Koerden in Turkije er in kracht op vooruit zullen gaan. De redenen daarvoor zijn dat de economie in Noord-Irak een impuls voor die in Zuidoost Turkije zal zijn. Het Koerdisch zelfvertrouwen zal er door versterken. Dat betekent dat de onderlinge machtsstrijd in Turkije tussen de onderscheidbare machten zal verscherpen met verbeterde kansen voor de Koerden.

Onderlinge machtsstrijd

In Turkije bestaan grofweg drie machtgroepen, die in een onderlinge machtsstrijd –op leven en dood misschien zelfs - zijn gewikkeld. Het gaat om de kemalistisch krijgsmacht en zijn seculiere bondgenoten die hangen aan het oude Turkije. De islamitische beweging met regeringspartij AKP, thans als machtigste uitdrukking, die in Europa een liberale kans ziet op echte vrijheid van godsdienst en tenslotte de Koerdische beweging met één legaal politiek vehikel, thans de BDP, en een sterke illegale partij PKK als drijvende krachten. Zonder de Koerden worden tot nu toe geen politieke doorbraken bereikt en de Koerden moeten in hun democratische aspiraties worden erkend. De komende jaren zullen op deze as nog heel wat conflicten worden uitgevochten.
Het kemalisme is nog geenszins uitgeschakeld. De kemalisten en de islamitische regering zoeken een nieuw machtsevenwicht dat de verhoudingen in de NAVO niet verstoort en de toetreding tot de EU geleidelijk dichterbij brengt zonder de onderlinge verhoudingen dramatisch te verstoren. Politieke stabiliteit gaat voor democratie. Dat is het devies, maar het blijft een gevecht waarbij de Koerden speelbal lijken te zijn. De AKP is genegen de Koerden tegemoet te komen, zij het met als voorwaarde om afstand te nemen van de PKK. De Koerden stellen dat zelf te zullen uitmaken. Ze zijn zeker niet genegen, zo bleek tijdens Newroz, de PKK af te danken. De kemalistische staat, met name het repressieve deel, is bezig arrestatiegolven tegen Koerden uit te voeren die niet door de AKP (kunnen) worden gestopt.
Daarbij komt dat vanuit het buitenland de Turkse regering weinig tot niets in de weg wordt gelegd met het criminaliseren van de Koerdische beweging. Sterker nog, daaraan wordt van tijd tot tijd meegewerkt door de arrestatie van vooraanstaande kaderleden. Zo nu en dan meldt de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken dat hij de zaken met zorg volgt, de EU-voorzitter daarover beklag heeft gedaan en dat de onderhandelingen over toetreding zorgvuldig worden voortgezet. Kortom, Nederland en de EU in het algemeen hebben hun houding tot Turkije geprotocolliseerd. De eigen belangen staan daarbij voorop. Cyprus is het eerste probleem dat moet worden opgelost, in die optiek. Zolang er niets nadeligs gebeurt aan de geo-strategische voordelen van Turkije of zich geen ernstig en zeer grootschalig geweld  voordoet, is het aan de inwoners van Turkije om het onderling uit te vechten. Dan zullen de NAVO noch de EU het actief voor de Koerden opnemen. Het is de strijd in Turkije en in zijn omliggende landen die bepaalt of democratie en zelfbeschikkingsrecht dichterbij komen. Of niet.

Met dank voor overname uit 'De Koerden', een uitgave van het Koerdisch Instituut

Noten
1. International Herald Tribune, 3 maart 2010 “As Army fades, Turks fret over what’s to come’, door Sabrina Tavernise. Tavernise is hoofd bureau New York Times in Istanboel. Zie voor digitale versie artikel, zij het onder andere titel, http://www.nytimes.com/2010/03/02/world/europe/02turkey.html.
2. Zie voor fouten, problemen en kritiek op deze arrestatieoperatie, Garets Jenkins, “Between Fact and Fantasy: Turkey’s Ergenekon Investigation”.
http://www.silkroadstudies.org/new/docs/silkroadpapers/0908Ergenekon.pdf
3. Gesprek met Ertrugrul Kürkcü, 19 maart 2010, Istanboel.
4. Gesprekken met Osman Baydemir en Leyla Zana, 20 maart 2010, Diyarbakir.

 


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.