Image
Kan wapenhandel worden gestopt met een VN Verdrag?
Beeld: stopwapenhandel.org
Kan wapenhandel worden gestopt met een VN Verdrag?
6 minuten

Na een jarenlange campagne door maatschappelijke organisaties zijn de Verenigde Naties in 2010 begonnen met onderhandelingen voor een mondiaal Wapenhandelsverdrag (Arms Trade Treaty, ATT). Met dit verdrag wil men een juridisch instrument creëren om ‘onethische’ wapenhandel te voorkomen. Wapens zouden niet geëxporteerd mogen worden als de kans groot is dat ze gebruikt worden bij mensenrechtenschendingen, oorlogsmisdaden, georganiseerde misdaad of terrorisme. Ook zouden ze niet verkocht mogen worden aan instabiele regio’s, arme landen of corrupte regimes.

Wie dit leest kan alleen maar concluderen dat dit verdrag de internationale wapenhandel fors zal inperken. Helaas blijken internationale verdragen maar al te vaak tandeloze tijgers, zeker niet als ze zich richten op zachte doelen als vrede en mensenrechten. Door slimme diplomatieke formuleringen zijn mazen in het verdrag onvermijdelijk. Ook zullen er geen consequenties aan verbonden zijn als staten zich niet aan het verdrag houden. Tenzij het een pariastaat betreft natuurlijk. Als er een verdrag tot stand komt, zal het op zijn best een norm vastleggen, zoals ook met het Verdrag voor de Rechten van de Mens een norm is vastgelegd. Van daaruit begint het moeizame proces om de norm gehandhaafd te krijgen.

Wel controle, geen vermindering

Het Wapenhandelsverdrag kan een kleine stap zijn in de richting van meer controle op wapenexport, maar controle leidt op zich niet tot minder wapenexport. Dat is ook helemaal niet de bedoeling van het verdrag. Mede daarom kunnen veel Westerse wapenfabrikanten het plan voor een Wapenhandelsverdrag van harte steunen. Een woordvoerder van de Britse wapenindustrie omschreef het verdrag als: “een mondiale maatstaf in exportcontrolebeleid. (….) Het moet niet gezien worden als een traditioneel ontwapeningsverdrag of wapenbeheersingsinstrument.” Hij meent dat het Wapenhandelsverdrag een soort WTO-verdrag voor wapenhandel wordt. Iets dat vrije marktregels vastlegt voor de defensie-industrie. Iets dat, zo hoopt hij waarschijnlijk, de concurrentie uit China en Rusland kan beteugelen.

Ook de Aerospace and Defence Industries association of Europe, de machtige Europese lobbyorganisatie voor de wapenindustrie, heeft zich uitgesproken voor een VN Wapenhandelsverdrag.

De internationale NGO's die lobbyen voor het Wapenhandelsverdrag,  waaronder Oxfam en Amnesty International, zijn ook zeker niet tegen wapenhandel op zich, maar streven naar een instrument dat een einde maakt aan de meest extreme vormen van wapenexport. Daarbij wijzen ze er nadrukkelijk op dat ieder land het recht behoudt om zichzelf te bewapenen, zoals vastgelegd in artikel 51 van het Handvest van de Verenigde Naties. Helaas weegt dit recht meestal zwaarder dan alle andere rechten, zoals het recht op onderwijs, gezondheidszorg en arbeid, dat is vastgelegd in andere delen van het VN Handvest. De enorme hoeveelheid geld die wordt uitgegeven aan bewapening drukt in veel landen zwaar op het staatsbudget, zowel in westerse als niet-westerse landen. Het feit dat de wereldwijde militaire uitgaven gedomineerd worden door westerse landen staat echter amper ter discussie. De hoge kosten voor wapens kunnen een destabiliserende factor zijn, in plaats van dat die wapens bijdragen aan veiligheid. De bijdrage van bewapening aan de schulden van bijvoorbeeld Griekenland is wat dat betreft illustratief. 

De aankoop van wapens wordt ook zeker niet alleen (en misschien wel niet in de eerste plaats) ingegeven door een behoefte aan meer veiligheid, maar door wat de wapenindustrie aanbiedt aan steeds nieuwere, geavanceerdere producten, die met alle mogelijke marketingmechanismen aan de man worden gebracht. Voor landen die zich eigenlijk geen dure wapens kunnen veroorloven zijn er 'gunstige' leningen met langlopende betalingsschema's. Eventuele risico's van die leningen worden door westerse landen afgedekt met een exportkredietverzekering: mocht een klant zijn wapens uiteindelijk toch niet kunnen betalen, dan neemt de staat de schuldinvordering over. De wapenindustrie loopt op die manier geen risico. Waar marketingmechanismen tekort schieten is corruptie het geëigende middel om grote wapentransacties tot stand te brengen. Men moet dan niet alleen denken aan louche generaals met glimmende zonnebrillen maar ook aan de verkiezingskassen van de CDU onder Kohl in Duitsland en de UMP van Frankrijk’s ex-president Sarkozy. Corruptie komt binnen wapenhandel op zo grote schaal en op zo hoog niveau voor dat het de democratie corrumpeert.

Goede wapens, slechte wapens

Het doel van het Wapenhandelsverdrag is om een onderscheid te maken tussen goede wapenhandel en slechte wapenhandel. Maar de wereld is niet zo eenduidig. Hoe moet bijvoorbeeld voorkomen worden dat wapens worden verkocht die kunnen worden ingezet bij onderdrukking? De leveringen aan het Egypte van Mubarak waren jarenlang geen enkel probleem, totdat hij in het voorjaar van 2011 in ongenade viel, met terugwerkende kracht door de internationale gemeenschap tot dictator werd verklaard (30 jaar Staat van Beleg en regeren per decreet hadden dat niet kunnen bewerkstelligen) en veel EU landen hun wapenexport naar Egypte opschorten. Leveren aan het Libië van Khadaffi was ten strengste verboden, totdat in 2006 het wapenembargo werd opgeheven, waarna allerlei bedrijven er als de kippen bij waren de koopkrachtige dictator van het olieland nieuwe wapens aan te bieden – met onvoorwaardelijke steun van de eigen regering. Het werd weer schandalig op het moment dat opnieuw een wapenembargo van kracht werd en de NAVO besloot Libië te bombarderen. Overhaast moesten Europese wapenbedrijven als EADS hun handelskantoren in Tripoli ontruimen. In een wereld waar een bondgenoot zo gemakkelijk kan veranderen in een dictator en omgekeerd is het misschien verstandig toch wat minder wapenhandel te stimuleren.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over de wapenhandel binnen ons eigen bondgenootschap, waar grote winstmakers van de wapenindustrie de vrede en veiligheid bedreigen. Dat betreft bijvoorbeeld de aankopen voor het NAVO raketschild, dat dreigt te leiden tot een nieuwe Koude Oorlog met Rusland. En de aankopen van drones, onbemande vliegtuigen, de 'must-have' van elk legeronderdeel, die de drempel voor oorlogvoering aanzienlijk verlagen en op grote schaal worden ingezet bij buitenrechtelijke executies in onder meer Pakistan, Jemen en Gaza. Dit soort wapenhandel hoort volgens de regels van het toekomstige VN Wapenhandelsverdrag tot de 'goede', legale, niet ter discussie staande wapenhandel.

Wat dan wel?

Veel vredesgroepen zijn sceptisch over de mogelijkheid om wapenhandel per verdrag te beperken. In het slechtste geval zal een wapenhandelsverdrag gebruikt worden als dekmantel om vuile zaakjes achter te verstoppen. Veertien jaar ervaring met de wapenexportregels van de Europese Unie - het “Gemeenschappelijk Standpunt voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie” - hebben aangetoond dat ruim geformuleerde regels niet opgewassen zijn tegen de dominantie van strategische, economische of politieke belangen. Regeringen willen zich op dit gebied niet door internationale verdragen laten binden. Ondanks dat de EU lidstaten zich in hun Gemeenschappelijk Standpunt vastbesloten verklaren om “uitvoer te voorkomen van militaire goederen en technologie die voor binnenlandse onderdrukking of internationale agressie kunnen worden gebruikt, dan wel tot regionale instabiliteit kunnen bijdragen” blijkt export naar Nigeria, Pakistan en Israël – om er maar een paar te noemen – door de EU als volkomen legitiem beschouwd te worden.

De enige manier om wapenexport te stoppen is door het wapenexportbeleid met argusogen te volgen en en zo veel mogelijk politieke druk op te bouwen om het beleid op nationaal niveau te veranderen, waarbij het moreel besef van de publieke opinie een veel belangrijkere rol speelt dan fraai geformuleerde wapenexportregels en verdragen. Ook moet natuurlijk een eind worden gemaakt aan de financiële steun aan de wapenindustrie, en moet corruptie met alle mogelijke middelen bestreden worden. Een VN Wapenhandelsverdrag is hooguit een klein stapje in dat proces.


Wendela de Vries

Campagne tegen Wapenhandel

www.stopwapenhandel.org


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.