Image
Koerdische burgers op barbaarse wijze vermoord door Turkse strijdkrachten in de stad Cizre (Koerdische regio in Turkije).
Koerdische burgers op barbaarse wijze vermoord door Turkse strijdkrachten in de stad Cizre (Koerdische regio in Turkije).
Artikel
9 minuten

De Turkse strijdkrachten, waaronder speciale troepen, het leger en de politie, begaan op grote schaal mensenrechtenschendingen in de Koerdische stad Cizre (Cizîr in het Koerdisch).

Cizre is één van de Koerdische steden waar sinds 14 december een uitgaansverbod van kracht is vanwege een grootscheepse militaire operatie tegen de Koerdische jongerenmilities YDG-H. Tijdens deze militaire operaties zijn al honderden burgers vermoord, waaronder ouderen, kinderen en zelfs baby’s. In vele gevallen komen gewonden om het leven omdat ambulances geen toegang krijgen tot het gebied. Mensen bloeden langzaam dood op straat of overlijden op de meest gruwelijke wijzen in de gebouwen waar ze zich noodgedwongen schuilhouden voor de bombardementen en beschietingen. Het Turkse leger verklaarde dat het alleen al in de stad Cizre 575 “terroristen” heeft gedood. Volgens Koerdische bronnen gaat het echter in de meeste gevallen om burgerslachtoffers. Los daarvan, zelfs al zouden er zich rebellen onder de slachtoffers bevinden, dan nog is het een onmenselijk misdrijf om geen medische hulp te bieden aan gewonden die daarom vragen. Dit zou kunnen beschouwd worden als een oorlogsmisdaad.

Gruwelijke dood in een kelder

Op zaterdag 23 januari zond een groep van ongeveer 31 burgers, waaronder enkele kinderen, een noodoproep uit vanuit de kelder van een aan flarden geschoten gebouw in de Bostancı-straat in de wijk Cudi in Cizre. Onder hen waren verschillende zwaargewonden. Er werd meermaals gebeld om een ambulance, maar de Turkse soldaten weigerden de ambulances door te laten, zogezegd omdat er gevochten werd in de wijk, wat Koerdische bronnen betwistten.

Een week later en ondanks verschillende smeekbedes van familieleden, oproepen van Koerdische politici die in het ministerie van Binnenlandse Zaken in hongerstaking gingen uit protest, een oproep van Amnesty International, een gerechtelijke procedure in Turkije en bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, acties van vredesmoeders, verschillende betogingen en een internationale twittercampagne… werden de ambulances nog altijd niet doorgelaten. Ondertussen verspreidde de AKP-regering in de door haar gecontroleerde pers onjuiste propaganda over de hele situatie. President Erdoğan en de zijnen verklaarden eerst dat het “allemaal leugens” waren en dat er “genoeg ambulances rondrijden” en vervolgens dat het toch maar “terroristen” zijn of dat het om een “valstrik van de PKK” ging of dat het de PKK zelf was die de ambulances verhinderde.

Meer dan 12 keer zijn ambulances tot vlak bij het gebouw geweest om dan te moeten terugkeren van het leger.

Erger nog het gebouw werd ondertussen verder beschoten door het leger. In de eerste dagen waren al zes mensen in die kelder overleden aan hun verwondingen, doodgebloed. De overige gewonden in de kelder hadden geen drinkwater, noch voedsel en vochten tegen een gruwelijke dood door een gebrek aan water. Een mens kan immers maar drie tot maximaal zes dagen overleven zonder water. Tegen het einde van de week smeekten de overlevenden om water. Ze hadden een klein beetje water gevonden in een watertank in de kelder, maar dat was nauwelijks voldoende om de lippen nat te maken. Mehmet Yavuzer van de Partij van de Democratische Regio’s (DBP, een zusterpartij van de HDP) die zich ook in de kelder bevond, stuurde de volgende sms naar HDP-parlementslid Faysall Sarıyıldız: “Ik ga mezelf doden. Het is genoeg geweest. Ik wil geen geschreeuw om water meer horen. Ik wil niet dat iemand me nog belt. Water, kameraad, alleen water …”

Op zaterdag 30 januari werd de zoveelste poging om de gewonden te bereiken verhinderd door het Turkse leger en werd het gebouw opnieuw beschoten. Het laatste (opgenomen) telefoongesprek met mensen in de kelder eindigt met geweerschoten, luide knallen en geschreeuw en iemand die roept “we zitten onder het puin”. Sindsdien lukt het niet meer om nog telefonisch contact te krijgen met de gewonden in de kelder. Vermoedelijk zijn de overige mensen die dag allen overleden, ofwel door de dorst en ontbering ofwel door de aanval op het gebouw van die dag.

Meer dan 12 keer zijn ambulances tot vlak bij het gebouw geweest om dan te moeten terugkeren van het leger. Het gebouw bevindt zich op amper enkele honderden meters van een ziekenhuis en toch hebben de Turkse autoriteiten deze mensen na een vreselijke lijdensweg van meer dan een week, waarin steeds de hoop op redding zo dichtbij was, allemaal laten sterven.

Na deze barbaarse en uiterst wrede moord op de burgerbevolking nam Emine Ayna, een prominente Koerdische politica en co-voorzitster van de Partij van de Democratische Regio’s (DBP), ontslag omdat ze geen hoop meer heeft voor een politieke oplossing voor het conflict.

Zelfde verhaal, andere kelder

Nu gebeurt opnieuw hetzelfde in andere kelders van andere gebouwen in dezelfde stad Cizre.

Het precieze dodental van deze week is moeilijk te achterhalen aangezien er geen pers wordt toegelaten tot de stad en de Turkse media zich niet bepaald neutraal opstellen. Het gaat over minstens twee verschillende kelders, naast het eerder vermelde incident, waar burgers zich noodgedwongen schuilhouden. Selahattin Demirtaş, covoorzitter van de pro-Koerdische Democratische Partij der Volkeren HDP, had het in een persverklaring over een honderdtal mensen, onder wie verschillenden gewonden, die al wekenlang vastzitten in de kelders van meerdere gebouwen. Het merendeel zijn lokale bewoners en een groep universiteitsstudenten die uit solidariteit naar Cizre waren gekomen. Volgens Demirtaş denkt het Turkse leger dat er zich guerrillaleden onder de burgers bevinden en laten ze daarom de burgers niet toe de kelders te verlaten. Het Turkse leger blijft de gebouwen beschieten, ondanks de aanwezigheid van tientallen burgers.

Horrorkelder nummer twee

Afgelopen weekend raakte bekend dat een groep van ongeveer 62 mensen vastzat in de kelder van een gebouw in de Narin-straat in dezelfde buurt Cudi. Door de bombardementen ontstond er op vrijdag 5 februari brand in het gebouw waardoor negen mensen levend verbrand werden en tientallen anderen zwaar gewond raakten. Volgens een Koerdische politicus werd de brandweer gebeld, maar werd deze door het leger niet toegelaten. De Koerdische nieuwsdienst ANF meldde dat de Turkse strijdkrachten een 16-jarige jongen, Abdullah Gün, die de kelder verlaten had, doodgeschoten hebben.

Zondagavond 7 februari lanceerde het Turkse leger een aanval op het gebouw waar nog steeds een 50-tal mensen in penibele omstandigheden vastzaten. De dag erna, maandag 8 februari, meldde de Turkse staatstelevisie TRT dat de Turkse strijdkrachten “zo’n 60 terroristen” gedood hadden in de kelder. “De veiligheidstroepen zijn een kelder binnengegaan die gecontroleerd werd door de terroristen. In het gevecht werden een 60-tal terroristen geneutraliseerd.” Het bericht werd vervolgens weer verwijderd van alle TRT-mediakanalen en er werd een nieuw bericht rondgestuurd waarin ‘slechts’ sprake was van 10 doden. Terzelfdertijd doken gruwelijke foto’s op van verkoolde lijken op de sociale media, getrokken en verspreid door Turkse soldaten.

Dinsdagavond werden twee ambulances toegelaten. De hulpdiensten haalden toen 27 verkoolde en in stukken gereten lichamen uit het gebouw. De dagen erna werden ook de rest van de lichamen uit het gebouw gehaald.

Kelder drie: 20 mensen levend verbrand, geen nieuws van 25 anderen

Vervolgens raakte bekend dat een derde groep van een 45-tal mensen vast zit in een gebouw in de wijk Sur, eveneens in Cizre. Volgens het Koerdische nieuwsagentschap ANF werd het gebouw beschoten met tanks waardoor de bovenste verdiepingen instortten. Daarop zou de politie het gebouw binnen zijn gegaan en er benzine uitgegoten en brand gesticht hebben, waardoor een 20-tal mensen levend verbrand werden. Hetzelfde werd ook beweerd in een live-uitzending door Derya Koç, voormalig HDP-co-voorzitster voor het district Milas, die zich in het gebouw bevond, samen met een 24-tal andere overlevenden van de brand.

In een telefoongesprek met ANF vertelde Koç dat de politie traangas in het gebouw had gespoten en dat de overlevenden moeilijk konden ademen. Koç meldde dat sommige mensen er zeer ernstig aan toe waren door de brandwonden die ze hadden opgelopen, terwijl anderen dreigden dood te bloeden omdat ze niets vonden om hun wonden mee te stelpen. “We krijgen bijna geen lucht. Velen van ons zijn gewond aan armen en benen. Iemand heeft een oog verloren. Zij die ernstig gewond zijn zullen spoedig sterven als ze niet heel snel medische hulp krijgen,” zei de Koerdische politica aan de telefoon.

“Succesvolle operatie”

Op donderdag 11 februari verklaarde de Turkse minister van Binnenlandse Zaken Ala dat “de operaties in Cizre op een succesvolle manier beëindigd zijn”. Lokale Koerdische politici vermoeden dat de resterende mensen in het derde gebouw in Sur ondertussen ook allemaal vermoord zijn. HDP-afgevaardigde Faysal Sarıyıldız legde gisteren de volgende verklaring af. “Rond negen uur vanmorgen hoorden we een luide ontploffing in de buurt van het gebouw in Sur. Later riepen de strijdkrachten twee ambulances op. We hebben begrepen dat de mensen die er wachtten om geëvacueerd te worden eveneens allemaal vermoord zijn.”

Sarıyıldız wees erop dat Turkse politieagenten en soldaten de ‘overwinning’ vierden met vreugdeschoten in de lucht. “Cizre werd opgeschrikt door het geweervuur van de doodseskaders verspreid over de hele stad en dat een half uur voor de mededeling van de minister dat de operatie over was. Achteraf begrepen we dat ze het bloedbad vierden. In Cizre werd vandaag opnieuw een massamoord en een misdaad tegen de mensheid begaan. We kijken op tegen een verwerpelijk systeem en een even verwerpelijke regering die heldenverhalen verzameld uit de vernietigde stad Cizre. Wij denken dat de mensen in de kelder vermoord zijn. Er is geen andere verklaring voor deze overwinningsverklaring en we beschikken verder niet over aanwijzingen dat de mensen nog in leven zijn.”

Het Turkse parlement weigert om een onderzoek in te stellen naar het bloedbad in Cizre, een verzoek dat was ingediend door de HDP.

_

Hieronder voegen we nog een oproep toe van het Koerdistan Nationaal Congres (KNK) die op 8 februari verstuurd werd in verband met de massamoord in het tweede gebouw in Cudi.

De 60 Koerden die nu al weken in een kelder in de stad Cizre waren opgesloten zijn afgeslacht door de Turkse politie.

Volgens de parlementariër Faysal Sarıyıldız waren twee explosies hoorbaar in de wijk. Sariyildiz vertelde het volgende; “De bewering dat 60 mensen waren gedood, kwam na twee enorme explosies die 2 uur geleden hebben plaatsgevonden. In het gebouw zaten in totaal 52 mensen, naast de 9 mensen die eerder (op vrijdag 5/2, nvdr.) verbrand werden en één persoon die vermoord werd door de politie. Het is duidelijk dat de explosies die we hoorden, bombardementen waren op dit gebouw.“

In het gebouw houden burgers van Cizre zich schuil, omdat ze niet naar buiten mogen gaan omwille van het uitgaansverbod. Iedereen die zich buiten begeeft, riskeert het om doodgeschoten te worden door de politie of het leger. Deze hebben verschillende Koerdische steden bezet om strijders van de Koerdische militie YDG-H te elimineren. Sinds vorige zomer zijn vele burgers vermoord waarvan sommige wekenlang op straat aan het rotten waren, omdat hun lichamen niet opgehaald mochten worden van de Turkse strijdkrachten.

Sinds 24 juli 2015 is de Turkse staat begonnen met een uitgebreide en vuile oorlog tegen de Koerden. Tot nu toe zijn er honderden burgers gedood, waaronder 58 kinderen en 39 vrouwen. De Turkse staat maakt bij deze aanvallen gebruik van tanks, zware artillerie, helikopters, speciale strijdkrachten en het leger. Deze aanvallen in Koerdische steden hebben 1,5 miljoen mensen getroffen en 300.000 mensen werden met geweld uit hun huizen verdreven. De huizen zijn hierna volledig verwoest door artillerievuur met als doel de verwoeste steden tot militaire zones te verklaren.

De Turkse staatstelevisie propagandeert en spreekt over “zo’n 60 terroristen die werden geneutraliseerd”.  Burgers spreken over twee explosies, maar niet over schermutselingen. Dit houdt in dat deze mensen afgeslacht zijn.

In verschillende Europese steden zijn Koerden de straat op gegaan om te demonstreren. Zo zijn er acties in Frankrijk, Duitsland en Zweden gemeld. En ook in Brussel wordt bijna dagelijks betoogd om de mensenrechtenschendingen in de Koerdische regio’s aan te klagen.

Zwijgen is toestemmen. Wij vragen de Europese staats- en regeringsleiders, de Europese Unie, de Verenigende Naties en de NAVO om niet stilzwijgend toe te kijken, maar te interveniëren. De Turkse staat moet onmiddellijk stoppen met het uitmoorden van Koerden. Hier hebben we allen, als mensen, een gedeelde verantwoordelijkheid in.

Wij zien het als een collectieve humanitaire verantwoordelijkheid om verdere bloedbaden tegen het Koerdische volk te verhinderen.

Wij roepen de mensheid, internationale instellingen, Europese staats- en regeringsleiders en de Europese Unie op om hun stem te verheffen tegen de Turkse staat.

Koerdistan Nationaal Congres, 8 februari 2016


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Thema

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.