Image
Kosovo: de eerste grote NAVO-oorlog, twintig jaar geleden
Foto: Mika Rantanen - CC BY-SA 3.0 (wikipedia)
Kosovo: de eerste grote NAVO-oorlog, twintig jaar geleden
Artikel
4 minuten

Twintig jaar geleden, op 24 maart 1999, lanceerde de NAVO zijn eerste grootschalige oorlog.

Gedurende 78 dagen bombardeerden gevechtsvliegtuigen Servische doelwitten, waaronder ook fabrieken, bruggen, de Chinese ambassade en zelfs het Servische TV-station in Belgrado. Volgens Human Right Watch vielen tussen de 488 en 527 burgerdoden onder de NAVO-bommen.

De oorlog om Kosovo vormde het laatste hoofdstuk van de bloedige opdeling van Joegoslavië. Kosovo was een autonoom gebied met een meerderheid Albanese inwoners, economisch achtergesteld, dat al vanaf de jaren ‘80 onrust kende. Kosovaarse nationalisten eisten dezelfde ruime bevoegdheden op economisch, politiek en economisch vlak, zoals die na de grondwetsherziening van 1974 aan de toenmalige Joegoslavische republieken werden toebedeeld. De politieke en economische ontevredenheid eiste in de jaren 70 en begin jaren 80 honderden slachtoffers van wie de meesten van Servische afkomst. Onder leiding van de Servische nationalistische leider Slobodan Milosevic werd de autonome status van Kosovo opgeheven en het Kosovaarse parlement ontbonden. In de jaren ‘90 onderging de etnisch-Albanese provincie Kosovo de Servische repressie wat wind in de zeilen gaf van het Kosovaars Bevrijdingsleger, UCK. Vanaf midden jaren ‘90 zou het UCK de leiding nemen over een gewapende opstand. In de gebieden die onder haar controle kwamen installeerde het een terreurbewind waarvan de Servische minderheid het slachtoffer was. In de zomer 1998 reageerde het Servische leger met een groot tegenoffensief en slaagde erin om het UCK terug te dringen en zware verliezen toe te brengen. In plaats van het conflict te ontmijnen begonnen westerse inlichtingendiensten het UCK te ondersteunen en trainen. Er was nochtans een staakt-het-vuren overeengekomen in oktober 1998 dat voorzag in de ontplooiing van een OVSE-missie (Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa), de Kosovo Verification Mission. Die stond onder leiding van William Walker, een voormalig VS-ambassadeur in El Salvador die in verband werd gebracht met de praktijken van doodseskaders. Walker moest duidelijk aansturen op het mislukken van de missie. Een bloedbad in Racak met 45 doden – er was veel mediacontroverse over het feit of er daadwerkelijk sprake was van een executie – vormde het ultieme argument voor de NAVO om over te gaan tot een ‘humanitaire interventie’.

Kosovo-oorlog: eerste test van NAVO-principe out-of-area

Het UCK was in zijn opzet geslaagd om het conflict te internationaliseren. Voor de NAVO was het de bezegeling van een nieuwe strategie die de NAVO de bevoegdheid gaf om ‘out-of-area’ te gaan: de transformatie van een louter defensieve defensieorganisatie naar een interventieorganisatie. Een maand later vierde de NAVO haar vijftigste verjaardag. Toenmalig NAVO-Secretaris-Generaal, Javier Solana maakte het nieuwe centrale opzet van de NAVO duidelijk: “Kosovo toont zeer duidelijk aan dat het noodzakelijk is dat de diplomatie geruggensteund wordt door militaire macht” en dat volgens de ‘principes’ niet ‘onder het gezag’ van de Verenigde Naties (VN). De NAVO-oorlog om Kosovo was niet gedekt door een mandaat van de Veiligheidsraad van de VN, omdat het weinig waarschijnlijk was dat Rusland en China daarvoor hun toestemming zouden geven.

NAVO-leiders legitimeerden hun optreden met een simplistische framing waarbij de Serviërs de kwade krachten vormden en de Albanese Kosovaren als loutere slachtoffers, ook al maakte het UCK zich net als het Servische leger schuldig aan slachtpartijen, etnische zuiveringen en oorlogsescalatie. De Kosovo-oorlog werd voorgesteld als een ‘succesvolle’ campagne voor het ‘herstel van de democratie’ die een herhaling zou krijgen in Irak (2003), Libië (2011) en Syrië (2018).

‘Failed State’

Erg succesvol was de operatie niet. Een van de argumenten van de NAVO was het vermijden van etnische zuiveringen. Het resultaat van de oorlog was dat het grootste deel van de Servische minderheid op de vlucht moest slaan voor het etnisch geweld na de oorlog. Tienduizenden van hen leven nog steeds in exil. Geregeld zijn er zware spanningen in het noorden van Kosovo (Noord-Mitrovica en Gračanica) waar nog een kleine Servische minderheid resideert.

Volgens een Amerikaans onderzoeksrapport uit 2014 voerde het UCK een campagne van ‘etnische zuiveringen’ met "onwettige moorden, ontvoeringen, gedwongen verdwijningen, illegale detenties. . . , seksueel geweld,. . . gedwongen verplaatsingen van personen. . . , en ontheiliging en vernietiging van kerken en andere religieuze plaatsen " in de periode dat de ‘internationale gemeenschap’ volledige controle over Kosovo uitoefende, na interventie van de NAVO.

Vandaag blijft Kosovo kampen met grote economische problemen. De werkloosheid bedraagt 30%. In 2008 riep het Kosovaars parlement de onafhankelijkheid uit, maar in het land verblijven nog steeds minstens 4000 NAVO-troepen (KFOR) in wat een mono-etnische disfunctionele staat is geworden onder het presidentschap van Hashim Thaçi, de voormalige UCK-leider. Volgens een rapport van de Raad van Europa van december 2010 stond Thaçi, aan het hoofd van de Dreniça-groep die zich zou schuldig hebben gemaakt aan grootschalige heroïnehandel, illegale orgaanhandel en daarmee in verband staande moorden. De organen waren afkomstig van ontvoerde en vervolgens vermoorde Serviërs die later op de zwarte markt tegen hoge bedragen werden verkocht. De VS verankerde zijn militaire aanwezigheid met een militaire basis, Camp Bondsteel, waar tegenwoordig nog steeds 1.400 Amerikaanse militairen zijn gelegerd. Camp Bondsteel werd door de speciale gezant voor de Mensenrechten van de Raad van Europa een ‘klein Guantanamo’ genoemd. Het VS-leger ontkende het bestaan van geheime detentiefaciliteiten, maar liet ook geen inspecties toe. Kosovo mag formeel onafhankelijk zijn, het blijft een onafhankelijkheid onder ‘supervisie’ van de NAVO, EU en de VN. In de woorden van de Britse academicus internationale relaties Aidan Hehir creëerde het Westen een ‘failed state’ in Kosovo.


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Thema
Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.