Image
Qadhafi, van paria tot bevriende leider en terug
Foto: U.S. Navy photo by Mass Communication Specialist 2nd Class Jesse B. Awalt/Released
Qadhafi, van paria tot bevriende leider en terug
Artikel
8 minuten

De Libische leider Qadhafi was sedert de oplossing van de Lockerbie-kwestie en zijn afzweren van massavernietigingswapens op bepaalde vlakken de nieuwe vriend van het Westen geworden op andere vlakken (nog) niet helemaal. Het belang van Libië voor de buitenwereld heeft van doen met de ondergrond en de geografische ligging van het land. Eerst en vooral is er de olie. Dan is er de voornamelijk Amerikaanse strijd tegen het terrorisme. En ten slotte is er de Europese strijd tegen de migratie. De directere reden voor een interventie is dat het Westen over geen enkele ernstige hefboom beschikt om de gebeurtenissen van deze 'Libische lente' te (bege-)leiden in een richting die het geheel van de westerse belangen veilig kan stellen.

Van korte duur

Het lijkt erop dat de Westerse analisten ervan uitgingen dat de recente gebeurtenissen in Tunesië en Egypte een blijvend voorbeeld zouden vormen voor de tegenstanders van Qadhafi. Men ging er dus vanuit dat de Libische 'opstand' niet snel zou wegebben en dat de dagen van Qadhafi wel eens geteld zouden kunnen zijn. Zo zag het er in het begin ook een hele tijd naar uit. De EU nam snel en duidelijk stelling tegen Qadhafi van zodra er berichten kwamen over moordende repressie. De relaties tussen Libië en het Westen waren nochtans in volle ontwikkeling de afgelopen jaren. Qadhafi bezocht geregeld Europese regeringsleiders. De EU overwoog zelfs een vertegenwoordigingsbureau te openen in Tripoli. Als toenmalig voorzitter van de Organisatie van Afrikaanse Eenheid (2009) ontmoette Qadhafi, president Obama tijdens een G8-top in Italië. Toen de chef van Africom, generaal William Ward, in mei 2009 voor de tweede keer op bezoek was geweest bij de Libische leider rapporteerde hij aan Washington dat Qadhafi de politieke crisissen in Afrika niet langer aan de VS toeschreef. Dat blijkt uit de Wikileaks-documenten hieromtrent, die onderzoeker Michael Bush (City College New York) behandelde in een bijdrage op Foreign Policy in Focus.

Wikileaks

De op Wikileaks ontsloten documenten leren ons ook dat Qadhafi van mening is dat het Chinese beleid in Afrika veel softer is dan dat van de VS. Peking mengt zich immers niet in binnenlandse aangelegenheden. De VS heeft ook te veel de neiging om militaire basissen te ontwikkelen nabij de energiebronnen. Mochten de VS dit ook willen doen in de Golf van Guinea dan zou dit het terrorisme aanwakkeren volgens Qadhafi. Hij meent dat de VS te veel aan de zijde staat van Israël en dat het in het belang van Amerika is om de Palestijnen te steunen. Hij raadde de VS ook aan niet te veel vertrouwen te hebben in de Arabische leiders van de Golf en de Levant. Qadhafi stelde zich ook vragen bij de VS-basissen in Djibouti, met de opmerking dat de Amerikaanse militaire aanwezigheid door terroristen wordt aangegrepen om daden te verantwoorden. Qadhafi had het vervolgens over de twee bronnen van terrorisme: de strenge islamitische stroming, het wahabisme en het belastingsparadijs Zwitserland. De Zwitserse banken sponsoren terroristen. Hij legt de oorzaak van de piraterij voor de Somalische kusten bij 'buitenlandse entiteiten' die de territoriale wateren van dat land schenden en meent dat de oplossing een overeenkomst zou moeten inhouden tussen de piraten en deze landen die de Somalische wateren exploiteren (vooral visserij). Qadhafi stelde voor om te bemiddelen in dit verband. Hij benadrukte verder dat Libië als voorzitter van de Organisatie van Afrikaanse Eenheid voor een samenwerking was met het Amerikaans commando voor Afrika, Africom, om het terrorisme in de Sahara en de piraterij te bestrijden. Hij benadrukte in zijn ontmoeting met Ward dat hij met het nieuwe Amerika volop kon samenwerken, nu dat land geregeerd werd door een “nieuwe geest van verandering”.

Qadhafi was dus de laatste tijd bijzonder salonfähig geworden in de westerse wereld. Hij wilde samenwerken in de strijd tegen het terrorisme, hij sloot akkoorden met de EU (onder meer over migratie), en hij laat de Libische olie onder meer ontginnen door een hele rist buitenlandse ondernemingen (Europese, Amerikaanse, Russische, Chinese en andere Aziatische petroleummaatschappijen). Toch vertoonden er zich nog donkere wolken in de blauwe Sahara-lucht. Die hebben in de eerste plaats te maken met het beleid van de VS ten opzichte van Israël, de verspreiding van VS-militaire basissen in het Midden-Oosten, met de Amerikaanse vriendschap met de leiders in Saudi-Arabië en de Golfstaten en met de controle van de toegang tot de Indische Oceaan (het dossier van de Somalische piraterij). Dat is in elk geval een samenvatting van wat Wikileaks ons aantoont. Er was de laatste jaren dus een soort jonge verstandsverloving tussen het Westen en Qadhafi, die onmiddellijk afsprong bij de eerste misstap van de Libische leider, met name zijn gewelddadig militair optreden tegen de opstandelingen. 

Oppositie

Wat de Libische oppositie betreft, beschrijft een recent rapport van de 'US Congres Research Service' vooreerst het belang van de tribale relaties in het cliëntelistisch staatssysteem van Qadhafi. Ministers en belangrijke militaire posten werden allen door Qadhafi aangeduid. Hij omringde zich met getrouwen uit de eigen tribale kring. Onder meer de grotere Warfala-stam voelt zich hierdoor gediscrimineerd. Hier situeert zich een eerste 'oude' lijn van oppositie. Een tweede en derde lijn, worden gevormd door de royalisten en verschillende religieus geïnspireerde oppositiegroepen zoals de Moslim Broederschap, en de 'Libyan Islamic Fighting Group'. Het Westen heeft voornamelijk contact met de royalisten die ook een bureau in Londen hebben. Het blijft een zeer belangrijk punt in de analyse van de huidige situatie, dat het Westen over onvoldoende hefbomen beschikt om te wegen op de ontwikkelingen in Libië. De 'Arabische lente' staat niet noodzakelijk gelijk met de creatie van 'nieuwe vrienden' van het Westen. Daar moet dus wat aan gedaan. In Tunesië en Egypte beschikte de VS over uitstekende contacten met de legerleiding, maar in Libië tast men in het duister. De opstand in Libië betreft een mengelmoes van individuele burgers en kleine groepen die naar politieke bewegingsruimte verlangen, van bestaande oppositie-tendensen en van de tribale gelaagdheid van de Libische samenleving. Het regime bleef zolang overeind niet alleen door repressie en door het inzetten van migrantenarbeiders maar ook door het distributief systeem waarbij regionale tribale leiders volop mee konden genieten van de vetpotten van de olie-inkomsten in ruil voor hun trouw aan het regime. Hebben de opeenvolgende uitzuiveringen een stadium bereikt van te grote frustratie bij sommige 'families'? Het leger van Libië telde zo'n 120.000 manschappen, maar daarvan waren er slechts een 15 à 20.000 goed opgeleid en bewapend (o.m. de Khamis-brigade onder leiding van één van de zonen van Qadhafi). De anderen beschikken slechts over zwaar verouderd materieel en missen een degelijk opleiding. Hun desertie, zelfs als ze de wapens meenemen, zal militair niet kunnen opwegen tegen een Qadhafi-regime dat tekeer gaat als een wild dier dat in een hoek is gedreven. Zet het Westen nu alles op alles om een 'bevriende' oppositie te vinden of te maken, en die zo snel mogelijk in het zadel te helpen als nieuwe leiders van het land? Is het juist te denken dat het Westen eigenlijk de 'Arabisch lente' in Libië aan het kapen is?

Niet eensgezind

Hoe eensgezind is het Westen in deze zaak? Kennelijk kijkt men vanuit verschillende landen ook verschillend aan tegen de Libië crisis. Een centrale vraag blijft waarom Parijs zo voortvarend blijkt te zijn. Het durft kennelijk ook heel wat andere landen voor het hoofd te stoten in deze kwestie. Zoals de grote media het stellen, speelt het napoleon-gehalte van president Sarkozy zeker een rol. Bovendien doet hij het voorlopig slecht in de peilingen in de aanloop naar de Franse presidentsverkiezingen in 2012 en probeert hij daar met zijn houding in de Libische kwestie verandering in te brengen. Maar hij ziet waarschijnlijk ook brood in het vacuüm dat het verdwijnen van Qadhafi zou veroorzaken wat Afrikaanse contacten en netwerking betreft, in een periode bij uitstek waarin de VS met Africom en China met investeringen en grondstoffenexploitatie zich duidelijk profileren in dit continent. Ziet hij een kans om zijn positie en prestige weer op te vijzelen in de regio na zijn getorpedeerd Middellandse-Zee-initiatief tijdens het Franse EU voorzitterschap drie jaar geleden?

President Obama en de EU leiders willen absoluut de beeldvorming vermijden dat het Westen opnieuw tegen een islamitisch land militair zoekt op te treden. Na Irak en Afghanistan al het derde in de rij. Vandaar de nadruk op het standpunt van de Arabische Liga, vandaar de noodzaak om Arabische deelname te hebben aan de bombardementen. Qatar bood zich aan als schaamlapje. Sarkozy trachtte zijn agenda met die van Obama te verenigen via de top in Parijs op 19 maart 2011 en via de start van de bombardementen – de gevechtsvliegtuigen startten hun missie exact 8 jaar na de aanval op Irak waar de dictator en 'baarlijke duivel' Saddam Hoessein weggejaagd moest worden. Op de Libië-top van 19 maart in Parijs waren 10 Europese staten aanwezig: Frankrijk, Duitsland, Spanje, Polen, Denemarken, Italië, Griekenland, België, Nederland en Noorwegen. Verder waren de Verenigde Staten, Canada en vertegenwoordigers van de Arabische liga, de EU en de VN aanwezig. Qua Arabische landen tekenden Qatar, Jordanië, de Verenigde Arabische Emiraten, Marokko en Irak (!) present. Een uitdrukkelijke Arabische participatie moest absoluut verzekerd worden. Het lag niet direct zo gemakkelijk om een militaire operatie in Libië als een NAVO-missie te laten doorgaan. Binnen de NAVO zelf waren Duitsland en Turkije bovendien enkel gewonnen voor niet-militaire maatregelen tegen Qadhafi. De Centraal-Europese landen toonden weinig interesse. Op 25 maart meldde een NAVO-woordvoerster dat de gelegenheidscoalitie van de Verenigde Staten, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk en enkele andere landen binnenkort waarschijnlijk zal vervangen worden door een NAVO-operatie. België schaarde zich in ieder geval opnieuw bij de braafste leerlingen in de NAVO-klas door overenthousiast en onmiddellijk te volgen wat de leraar, in de vorm van de VS, voorschrijft.

Besluit

Ondanks de onmiskenbare toenadering tussen Qadhafi en het Westen in de afgelopen jaren, zou zijn verdwijnen de kansen op een bereidwilliger Libië kunnen toch kunnen vergroten. Vandaar de zoektocht naar een westers gezinde oppositie die naar voor geschoven kan worden. Sarkozy wees al heel snel de Nationale Transitieraad aan als enige vertegenwoordiger van het Libische volk. Een militaire tussenkomst moet de krachtsverhoudingen verder doen kantelen ten voordele van deze nieuwe vrienden van het Westen.

Bronnen:

Bush Michael, 'Africom's Gen. Ward the Beneficiary of Gaddafi's Wit and Wisdom', 26/02/2011, http://www.fpif.org


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.