Image
Voedselproductie en de natuur
Foto: CSIRO
Voedselproductie en de natuur
Artikel
14 minuten

Meer dan 50% van alle Amerikaanse 'counties' (provincies) zijn deze zomer door het VS-Ministerie van Landbouw officieel uitgeroepen tot 'rampgebied'. In 90% van de gevallen komt dit door de droogte die de gewassen over het hele continent geteisterd heeft. De kwaliteit van 48% van de Amerikaanse maisoogst werd beoordeeld als “pover tot heel pover”, net zoals 37% van de soja-oogst. 73% van de graasweiden en 66% van het land dat bestemd is voor de productie van hooi, hebben te lijden van de droogte.

De implicaties van de droogte in de VS reiken veel verder dan een mogelijke stijging van de voedselprijzen in het land zelf. De VS produceert immers de helft van de wereldwijde maisexport. Terwijl de mais en de soja verwelken door de hitte, kunnen we zonder gecoördineerde gouvernementele actie een herhaling verwachten van de wereldwijde desastreuze voedselprijsstijgingen van 2008, die in 28 armere landen een opstand veroorzaakten van wanhopig hongerige mensen. Er was toen wel voedsel beschikbaar, maar honderden miljoenen mensen konden het zich niet veroorloven. Als de voedselprijzen opnieuw zouden stijgen tot het niveau van 4 jaar geleden, dan zou dit een ramp betekenen voor de 2 miljard mensen die verplicht zijn om te overleven met minder dan 2 dollar per dag. De armen in ontwikkelingslanden spenderen 80% van hun inkomen aan voedsel -meestal aan granen in plaats van aan verwerkte producten zoals brood- dus bij elke stijging van de prijs van de basisbehoeften, belanden zij in ernstige voedselnood.

In de VS zelf is het onwaarschijnlijk dat de prijzen van het brood en andere afgewerkte graanproducten veel zullen stijgen, vermits de kosten van deze producten voor het grootste deel bepaald worden door verpakkingen, reclame, transport, het bewaren van de producten en de arbeid die gepaard gaat met al deze activiteiten, in plaats van door de teelt van de basisgrondstoffen. Maar omdat een derde van de mais in de VS gebruikt wordt om dieren te voederen, voorspelt het ministerie van Landbouw dat de prijzen van dierlijke producten zoals rundvlees, zuivelproducten, kip, eieren en kalkoen wel zullen stijgen, met 4,5% of meer -afhankelijk van hoe slecht de oogst zal blijken te zijn. Er zal een gelijkaardige impact zijn op de plantaardige oliën omwille van de slechte vooruitzichten voor de sojaproductie, hoewel de effecten hiervan niet voelbaar zullen zijn voor het begin van 2013. Abdolreza Abbassian, een econoom bij de Voedsel en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), voorspelt een aanzienlijke stijging van de maandelijkse Voedselprijs Index de komende maanden. Voor de 1 op 5 kinderen die in de VS in huishoudens leven waar voedselonzekerheid heerst, voor de miljoenen Amerikanen die nog altijd hun huizen, hun jobs en een stabiel inkomen proberen te recupereren na de crash van 2008, en voor de tientallen miljoenen armen over heel de wereld, zou gelijk welke stijging van de voedselprijzen een verpletterende en voor velen zelfs levensbedreigende ramp zijn.

Met mogelijke voedseltekorten in het verschiet zullen de financiële aasgieren, beter bekend als de speculanten, weer beginnen cirkelen boven de voedselmarkten op zoek naar een slachting. De financiële markten werden na de economische crisis van 2008 niet gereguleerd. Hefboomfondsen en kortetermijnkopers zullen onvermijdelijk op de uitkijk zijn voor bijkomende winsten door te gokken op de prijs van voedsel, net zoals ze 4 jaar geleden deden. De meeste analisten zijn het er over eens dat de belangrijkste oorzaak van de dramatische escalatie van de prijzen die de voedselcrisis van 2008 tot gevolg had, de speculatie in de voedingsgrondstoffensector was. Een menselijke tragedie, vervaardigt door de wetten van het kapitalisme in plaats van de wetten van de natuur.

Het VS ministerie van Landbouw kan en zou proactieve stappen moeten ondernemen om te verzekeren dat er zich geen herhaling voordoet van 2008. Het aantal personen dat toen te kampen kreeg met voedselonzekerheid -met andere woorden aan het verhongeren was- piekte toen tot een miljard wereldwijd. Op korte termijn moeten mislukte oogsten gecompenseerd worden door de toewijzing van de Amerikaanse maisoogst aan te passen (minder voor de productie van biobrandstof en meer voor de de productie van voedsel) en de speculatie op voedsel te voorkomen. Op langere termijn zijn er verschillende kwesties die aandacht vereisen zoals het invoeren van maatregelen om de graanvoorraad te vergroten, het investeren in de tekortkomingen van de infrastructuur, het herevalueren van onmenselijke, ecologisch destructieve en ongezonde industriële veevoederpraktijken, en het onderzoeken van de locatie, de duurzaamheid en het type van de geteelde gewassen.

Biobrandstof

Meer dan een derde van de maisgewassen wordt via een federaal mandaat toegewezen aan de ethanol-raffinaderijen om er biobrandstof voor voertuigen van te maken. Tot nu toe heeft de Amerikaanse minister van Landbouw, Tom Vilsack, de oproepen om dit aandeel te verkleinen of af te schaffen, genegeerd. De federale regering heeft besloten dat er dit jaar meer dan 13 miljard liter ethanol gemaakt zal worden van mais, wat overeenkomt met 40% van de oogst van dit jaar. Dit federaal biobrandstoffenbeleid werd officieel aangenomen om de afhankelijkheid van de 'overzeese olie' en de daarmee geassocieerde geopolitieke bezorgdheden te reduceren.  Het omvormen van mais tot ethanol is echter een idiote onderneming. Studies hebben aangetoond dat het meer energie vergt om ethanol te maken dan het energie bespaart door ethanol als brandstof voor de wagen te gebruiken. Bovendien heeft ethanol niet dezelfde energiedensiteit als benzine, dus auto's die een mengeling van ethanol en benzine gebruiken, moeten meer brandstof verbranden om dezelfde afstand af te leggen. Het is sowieso een slecht beleid, maar in een jaar waarin er extreme droogte heerst zou het strafbaar moeten zijn om voedsel op deze manier te verspillen. De prijs van ethanol gederiveerd van mais stijgt ook omdat de mais aan het afsterven is. Dit betekent dan weer dat de kost van met ethanol gemengde benzine in de VS aan het stijgen is. Daarnaast is de teelt van gewassen in het Westen zwaar afhankelijk van olie, onder meer door de mechanisatie van het productieproces -in zulke mate dat het 10 calorieën olie vergt om 1 calorie voedsel te produceren. Dit is een van de meer ridicule irrationaliteiten van de kapitalistische besluitvorming. VS-minister van Landbouw Vilsack zou onmiddellijk moeten beslissen om het biobrandstof-mandaat af te schaffen, zeker nadat hij deze zomer tijdens een persconferentie in het Witte huis zelf voorspelde dat “de droogte tegen het einde van dit jaar aanzienlijke prijsstijgingen zal veroorzaken”. Het is bijna ondenkbaar dat de toewijzing van 40% van de bruikbare maisoogst aan de voedingsmarkt in plaats van aan de productie van biobrandstof geen temperende impact zou hebben op de maisprijzen, zelfs ondanks de invloed van de speculatie en de vrije markt. Vilsack zou zich dus moeten inzetten voor een beleidswijziging. Lisa Jackson, het hoofd van het Milieubeschermingsagentschap heeft zelfs de macht om er al aan te beginnen zonder te moeten wachten op wetgeving. Het is dringend omdat sommige experts zich al zorgen beginnen maken over de oogst van volgend jaar. Voor het grootste deel van de Amerikaanse Corn Belt (gebied in het Midwesten van de VS waar mais op industriële schaal geteeld wordt) is de belangrijkste neerslagperiode immers al voorbij. Volgens klimatoloog Mark Svoboda, verbonden aan het Nationaal Centrum voor Droogtebeperking (Universiteit van Nebraska), is het van vitaal belang dat er genoeg regen valt voor de oogst van volgend jaar: “deze droogte gaat niet weg. De schade is al aangericht. Wat we nodig hebben is genoeg vocht om een tweede jaar van droogte af te wenden.”

Een andere maatregel die Vilsack zou kunnen nemen is de annulering van de schulden van de kleinere Amerikaanse boeren aan de banken. Het enige stapje dat hij in deze richting gezet heeft, is het toestaan van 30 extra dagen voor de boeren om hun verzekeringspremies te betalen- alsof een extra maand het verschil zal maken als je geen gewassen hebt om te verkopen. Vilsack zou ook kunnen pleiten voor meer landbouwsteun voor boeren in het globale Zuiden, specifiek het voorzien van meer faciliteiten om oogsten op te slaan. Tijdens de jaren 1980 en 1990 werd drastisch bezuinigd op dit soort van opslagplaatsen en infrastructuur in het algemeen, omdat de internationale kredietverschaffers besparingen in de overheidsuitgaven eisten in ruil voor leningen. Bovendien werd het uitbouwen van dergelijke opslagplaatsen niet nodig geacht omdat 'de markt' automatisch elk tekort zou bijsturen. Een gelijkaardige situatie zien we in de Verenigde Staten waar de graanvoorraden laag zijn en niet in staat blijken om tekorten op te vangen door het verminderde aantal graanopslagplaatsen.

Kortetermijndenken

Indien Vilsack en de Obama-administratie in het algemeen enige consideratie hebben voor de mensheid en de armen van de wereld, kunnen ze alvast beginnen aan een campagne om de financiële speculatie op voedselprijzen op de internationale grondstoffenmarkten te reguleren. Zo'n aanval op de bankiers, de effectenmakelaars en de speculanten zou zonder enige twijfel immens populair zijn bij de meerderheid van de bevolking. In de praktijk dicteren de kortzichtige prioriteiten van het kapitalisme de oplossingen die mogelijk geacht worden. Tom Vilsack heeft een aantal kortetermijn-remedies ingevoerd die de langetermijn-situatie hoogstwaarschijnlijk nog veel erger zullen maken. In het Amerikaans parlement (Congress) werd besloten om 383 miljoen dollar uit te trekken om VS-boeren te compenseren voor de schade die de droogte heeft aangericht. Maar het Congress trekt dit geld rechtstreeks af van de budgetten voor conserveringsprogramma's die net in het leven geroepen werden om meer duurzame landbouwpraktijken te promoten. Een coalitie van milieuorganisaties schreef een protestbrief naar alle leden van het Congress: “Het gebruiken van disproportionele bezuinigingen in het conserveringsbudget om noodhulp te financieren, ondermijnt de succesvolle conserveringsprogramma's die momenteel lopen (...) Het disproportioneel snoeien in conserveringsdollars om te betalen voor een ramp is kortzichtig en de langetermijninvestering in conservering zou niet opgeslorpt mogen worden door het kortetermijndenken om de ernstige droogte aan te pakken.”

Een groot deel van de ethanol-industrie is gesitueerd in Obama's thuisstaat Illinois, die de derde grootste productiecapaciteit van de VS heeft. Iowa, een bepalende staat voor Obama in de verkiezingen van 2008, produceert de meeste ethanol van het land. In plaats van de machtige ethanol-industrie terug te schroeven, heeft het Amerikaans ministerie van Landbouw 1,54 miljoen hectare conserveringsland toegewezen aan de veeboeren om hun woede ten opzichte van de ethanolproducenten voor het inpikken van grote stukken land, te temperen.

Aangezien we in de 21ste eeuw leven is de oplossing die Vilsack onlangs aanreikte voor de droogtecrisis totaal absurd. Op dezelfde persconferentie waarin hij de stijging van de voedselprijzen voorspelde, verklaarde hij: “Ik ga elke dag op mijn knieën en zeg een extra gebedje. Als ik een regengebed of een regendans zou kennen, zou ik dat ook doen.” Dus terwijl er een duidelijke en uitvoerbare oplossing voorhanden is, nl. meer mais toewijzen aan de voedselproductie ten koste van de ethanoldistillatie, gelooft de minister van Landbouw van de grootste ethanolproducent ter wereld dat hij zijn tijd beter spendeert aan het knielen voor een onzichtbare almachtige godheid in de hemel.

Op middellange termijn moet de industriële praktijk van het massaal voederen van vee met mais in gigantische afgesloten voederpercelen om het vetmestproces te versnellen, grondig herbekeken worden -zowel voor het welzijn van de dieren als van de mensen. Om de winstmarges te vergroten, werden in de loop der tijd alsmaar vettere beesten geselecteerd om mee te kweken, waardoor de dieren drastisch veranderd zijn. Hoe zwaarder een individueel dier is, hoe groter de winstmarge als je het dier in stukken snijdt. Koeien in de gigantische voederpercelen wegen doorgaans meer dan 100 à 200 kg meer dan koeien die in de weide staan. Een koe in een open veld zou onmogelijke hoeveelheden gras of hooi moeten eten om even dik te worden. Daarom hebben de agro-bedrijven een koe gecreëerd die alleen maar kan overleven door voortdurend hoog-energetische mais te eten. Naast dit onverantwoord gebruik van mais en de effecten ervan op het dierlijk en menselijk welzijn, zijn ook de incubatie en mutatie van pathogenen (biologische ziekteverwekkers), en het dumpen van gigantische volumes toxisch dierlijk afval (volgepropt met antibiotica en groeihormonen), allemaal kenmerken van het spilzieke, gevaarlijke en niet-duurzame karakter van de kapitalistische landbouw.

In deze tijden waarin de realiteit van de klimaatsverandering zo moeilijk te negeren wordt dat zelfs een aantal beroemde klimaat-sceptici het hebben opgegeven om te protesteren, zal droogte een factor worden waar landbouwplanners alsmaar meer rekening mee zullen moeten houden. Het snoeien in budgetten voor programma's die erop gericht zijn om het land op een meer duurzame manier te beheren, is daarom een zelfmoordbeleid.

Urgentie vereist

De klimaatblogger Joseph Romm beschreef in een artikel gepubliceerd in 'Nature' wat er zal gebeuren als we gewoon zo verder gaan (wat zeker het geval zal zijn zonder een gigantische mobilisatie van de bevolking): “Men verwacht dat de neerslagpatronen zullen veranderen waardoor de droge subtropen zullen uitbreiden. De neerslag zal waarschijnlijk in extreme hoeveelheden vallen, ware zondvloeden, die eerder overstromingen zullen veroorzaken dan de droogte tegen te gaan. Opwarming veroorzaakt een grotere verdamping en eenmaal de grond droog is, zal de energie van de zon de bodem verschroeien, wat dan weer leidt tot een verdere stijging van de luchttemperatuur. Dat is bijvoorbeeld (...) waarom het door droogte geteisterde Texas in 2011 de heetste zomer ooit gemeten in een Amerikaanse staat meemaakte. Ten slotte verwacht men dat veel regio's, veel vroeger dan normaal geconfronteerd zullen worden met smeltende sneeuw, zodat er minder water opgeslagen zal worden op de bergtoppen voor het droogseizoen van de zomer. Erger nog, de recente resultaten van 19 verschillende klimaatmodellen voorspellen dat droogte een permanent kenmerk zal worden van grote gebieden in het Noord-Amerikaanse continent. Als de klimaatopwarming de globale gemiddelde temperatuur opdrijft tot 2,5 graden Celsius hoger dan pre-industriële niveaus, zoals vele experts nu verwachten, zullen bijna heel Mexico, het Midwesten van de Verenigde Staten en het grootste deel van Centraal-Amerika te kampen krijgen met ernstige en permanente droogte. Men verwacht dat de toekomstige omstandigheden erger zullen zijn dan Mexico's huidige droogte of de Dust Bowl waaraan de VS ten prooi viel in de jaren 1930 en die honderdduizenden mensen verplichtte om te migreren.”

We vangen met andere woorden nog maar een glimp op van de contouren van een situatie die nog veel erger zal worden zonder drastische actie in de nabije toekomst. Klimaatsverandering, in de eerste plaats veroorzaakt door het verbranden van fossiele brandstoffen, creëert langdurige droogtes die de landbouw dreigen te ondermijnen en dus ook ons vermogen om onszelf te voeden. In plaats van een snelle heroriëntering van de prioriteiten naar energieconservering, hernieuwbare technologieën en duurzame landbouwpraktijken, is er een verderzetting en uitbreiding van het beleid dat ons net in deze situatie terecht deed komen. We leven in een systeem dat onverbiddelijk leidt tot grotere en grotere klimatologische ontwrichtingen, als gevolg van zijn inherente anti-ecologische dynamiek die gebaseerd is op exponentiële groei en de prioritering van de kortetermijn-maatregelen in het belang van de winst.

We zien hetzelfde irrationele proces in India, dat te kampen heeft met een algemene gemiddelde daling van de neerslag met 20%. Sommige staten kennen zelfs een daling van 70% in vergelijking met de historische gemiddeldes. 60% van India's 1,2 miljard inwoners werkt in de landbouw, dat instaat voor 20% van het Bruto Binnenlands Product van het land. Maar minder regen heeft niet alleen een rechtstreekse invloed. Minder regen betekent ook minder hydro-elektrische energie, waardoor boeren om hun oogst te redden hun eigen pompen moeten gebruiken om water te halen uit de ondergrondse watervoerende lagen voor de irrigatie van hun gewassen. En deze pompen werken dan weer op elektriciteit. In een periode waarin er minder elektriciteit beschikbaar is omwille van de droogte, is er dus een grotere vraag naar elektriciteit door de droogte. Bovendien heeft het oppompen van grondwater ertoe geleid dat de watervoorraad in de aquifers (ondergrondse waterlagen) van sommige gebieden gezakt is met 60 tot 200 meter, waardoor de boeren grotere en krachtigere pompen nodig hebben om de niet-duurzame praktijk van het oppompen van grondwater verder te kunnen zetten. Ondanks het feit dat 90% van het waterverbruik in India naar de landbouw gaat, geraakt maar 10 tot 15% tot bij de gewassen. Het meeste water verdampt onderweg. In plaats van te investeren in duurzame landbouwpraktijken om dit probleem aan te pakken, liet de Indische regering zich volledig inpakken door de Groene Revolutie van de jaren 1960 (gepromoot door het Westen), die het planten van water-intensieve gewassen zoals rijst aanbeval.

Volgens Upmanu Lall, de directeur van het Watercentrum aan het Aarde Instituut van de Colombia Universiteit (New York) is het hele water en energieprobleem in India “zeer ernstig en het wordt veroorzaakt door het regeringsbeleid”. Hij geeft het voorbeeld van de Indische staat Punjab, waar de jaarlijkse hoeveelheid regenval veel lager is dan de rijst die men daar teelt vereist. De botsing van energie, water en voedsel met de kapitalistische ontwikkeling, wordt in India in extreme vorm geïllustreerd. In plaats van de klimaatsverandering aan te pakken of passende  maatregelen te nemen -zoals het bevorderen van het telen van een diversiteit aan gewassen afhankelijk van het klimaat van de regio- bouwt India meer nucleaire en kolencentrales. Het is een van de landen die zich op internationaal vlak het meest verzet tegen het nemen van doeltreffende maatregelen tegen de klimaatsverandering.

Besluit

Over heel de wereld groeit het bewijs dat de catastrofale omstandigheden veroorzaakt door de drastische veranderingen in het klimaat van de planeet (zoals hevige stormen, overstromingen, extreme droogtes, ...) nog altijd minder belangrijk geacht worden dan  de nood om kapitaal te accumuleren voor het minuscule segment van de wereldbevolking dat actief profiteert van dit proces. Als we willen overleven op een planeet die toch een beetje lijkt op de planeet waarop we geboren werden, moeten we het systeem confronteren dat maatschappijen produceert die op gespannen voet leven met zichzelf en de natuur. Er moet verzet georganiseerd en opgebouwd worden in elke school, werkplaats en landbouwgemeenschap, over de hele wereld. De uitbuiting en de onderdrukking waar de meerderheid van de wereldbevolking onder lijdt als gevolg van de manier waarop het systeem werkt, is het evenbeeld van de exploitatie van de biosfeer, die uiteindelijk de basis van het leven vormt -een wetenschappelijk feit dat de grootkapitalisten blijkbaar kunnen negeren. We kunnen het ons niet veroorloven om hen hun gang te laten gaan. Voor het welzijn van de mensheid en de rest van de biosfeer waar de mensheid afhankelijk van is, moeten ze afgestopt worden.

Chris Williams is professor Chemie en Fysische wetenschap aan de Pace Universiteit en auteur van het boek 'Ecology and Socialism: Solutions to Capitalsit Ecological Crisis', Haymarket Books, 2010.

 voedsel_en_droogte_1

 


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.