Vrouw zijn in Afghanistan
Artikel
8 minuten

Waarom organiseren de Gentse vredesbeweging Vrede vzw en Mothers For Peace, de enige Vlaamse ontwikkelingsorganisatie die actief is in Afghanistan, dit panelgesprek eigenlijk?
(Inleiding van Soetkin Van Muylem op de Afghanistan-avond van 24 april in Gent)

Op 7 oktober 2001 lanceerde de Verenigde Staten 'Operation Enduring Freedom' in Afghanistan als eerste wapenfeit in het kader van de Amerikaanse oorlog tegen het terrorisme. Het brein achter de aanslagen op de WTC-torens in New York van 11 september 2001, Osama Bin laden, de leider van de internationale terroristische organisatie Al-Qaeda, verbleef toen in Afghanistan. Toenmalig VS-president George Bush verklaarde dat landen of regimes die terroristen herbergen ook beschouwd zouden worden als terroristen en lanceerde dus een wraakoorlog tegen Afghanistan.

Om internationale steun te vergaren voor die oorlog werden uiteraard ook een aantal nobelere doelstellingen dan wraak naar voor geschoven, zoals bijvoorbeeld het invoeren van een democratie. Maar het argument dat het meest werd aangevoerd was de bevrijding van de Afghaanse vrouwen. Het Taliban-regime dat in 2001 aan de macht was in Afghanistan baseerde zijn beleid op een zeer strenge interpretatie van de Islamitische wetgeving, de Sharia, en het was toen al lang bekend dat het met de rechten van de vrouwen zeer pover gesteld was onder de Taliban. Vrouwen en meisjes waren maatschappelijk eigenlijk totaal geisoleerd. Ze mochten niet naar school, ze mochten niet gaan werken, ze mochten het huis niet uit zonder mannelijk familielid, enzovoort. Bovendien werden ze onderworpen aan een waslijst van obsurantistische regeltjes. Zo mochten vrouwen bijvoorbeeld geen klikkende geluidjes maken met hun schoenen, mochten ze geen make-up gebruiken, mochten ze niet luid lachen, enzovoort.       

De nobelere argumenten om ten oorlog te trekken en steun te verzamelen voor de militaire ingreep in Afghanistan kenden veel succes want uiteindelijk zouden tientallen landen aan de NAVO-oorlog in Afghanistan participeren, waaronder ook België. Vandaag heeft België trouwens nog altijd 240 soldaten en een aantal F-16 gevechtsvliegtuigen ter plaatse. In totaal zijn er vandaag nog ongeveer 100.000 buitenlandse troepen in het Afghanistan, afkomstig uit 50 verschillende landen. Het argument dat buitenlandse troepen de vrouwen in Afghanistan moesten bevrijden, werd ook volop gebruikt binnen de participerende landen om de publieke opinie te overtuigen van de oorlogsinspanningen. Dat werkte blijkbaar uitstekend, want daar waar twee jaar later (in 2003) overal ter wereld massaal mensen op straat zouden komen om te protesteren tegen de inval in Irak, was er in het geval van Afghanistan eigenlijk quasi geen tegenkanting. Ook in de Belgische politiek was er geen enkele oppositiepartij of zelfs individueel parlementslid dat zich verzette tegen de  Belgische deelname aan de oorlogsoperaties in Afghanistan. Het idee dat vrouwen op militaire wijze bevrijd moesten worden van hun boerka's, overtuigde zelfs doorgaans pacifistische, meer progressieve en liberale mensen, delen van de vredebeweging, de mensenrechtenorganisaties en de noord-zuidbeweging. 

Ondertussen zitten we al in het 12de jaar van de NAVO-interventie. En Vrede vzw en Mothers For Peace vroegen zich af hoe het vandaag eigenlijk gesteld is met die 'bevrijde' Afghaanse vrouwen'. Niemand die daar beter op kan antwoorden dan de Afghaanse vrouwen zelf en vandaar dat we het een goed idee vonden om er eenaantal uit te nodigen voor een panelgesprek over dit onderwerp. Maar eerst bekijken we even hoe de stat Afghanistan er meer algemeen voor staat na 12 jaar van NAVO-interventie. In de Human Development Index (dat is een parameter ontwikkelt door de VN die de armoede van een land meet en rekening houdt met bepaalde sociaal-economische factoren) staat Afghanistan op de 175ste plaats op een totaal van 186 landen. Het staat daar als enige Aziatische land te prijken tussen allemaal straatarme Afrikaanse naties zoals Eritrea, Mali, Niger, enzovoort. De sociaal-economische indicatoren van Afghanistan zijn barslecht: de gemiddelde levensverwachting was in 2012 slechts 49,1 jaar, de moeder- en kindersterfte bij de geboorte is ontzettend hoog.  om het specifiek over vrouwen te hebben hun toestand is er op de meeste plaatsen in Afghanistan bitter weinig of niet op vooruit gegaan. De boerka's zijn nog altijd alom tegenwoordig in het straatbeeld en hoewel de meisjes nu wel terug naar school mogen is de scholingsgraad bij meisjes (zeker in het middelbaar en buiten de steden) bijvoorbeeld nog altijd laag.

Vrede vzw heeft altijd gezegd dat je een land niet tot een democratie kan bombarderen en dat geldt uiteraard ook voor attitudes ten opzichte van vrouwen. Men kan een patriarchale staat zoals Afghanistan, niet via een buitenlandse bezetting opleggen om de vrouw van de ene dag op de andere een andere rol te geven in de maatschappij. De Amerikanen hebben dat wel geprobeerd. In de huidige grondwet die eigenlijk mee is opgesteld door Amerikaanse adviseurs staat bijvoorbeeld letterlijk dat “de burgers van Afghanistan -zowel mannen als vrouwen- voor de wet gelijke rechten en plichten hebben”. Maar als de staatsinstituties en juridische instellingen die deze grondwet moeten afdwingen bevolkt worden door mannen die het daar niet mee eens zijn, dan zal dit gelijkheidsprincipe in de praktijk uiteraard niet nageleefd of afgedwongen worden. Een voorbeeld: van 2001 tot 2006 was de inmiddels overleden Fazal Hadi Shinwari de voorzitter van het Hooggerechtshof in Afghanistan. Deze man was een oerconservatieve geestelijke zonder hoger diploma ind e rechten die allerlei uitspraken deed die soms niet moesten onderdoen voor de Taliban. Ander voorbeeld: in de gevangenissen over heel Afghanistan zitten honderden meisjes en vrouwen opgesloten die veroordeeld zijn voor 'morele misdaden'. Onder het concept 'morele misdaad' valt bijvoorbveeld het ontvluchten van een gedwongen huwelijk, het wegvluchten van huiselijk geweld, seks buiten het huwelijk, zelfs al gaat het om verkrachting, enzovoort. In politiek is het niet anders. Het huidige parlement wordt  voor een heel groot deel bevolkt door oerconservatieven en fundamentalistische krijgsheren, oorlogsmidadigers en drugsbaronnen. Vrouwen- en mensenrechtenactiviste Malalai Joya, klaagde dit meermaals aan toen ze zelf in het parlement zetelde als verkozenen voor het district Farah, maar dat werd haar op zijn zachtst gezegd niet in dank afgenomen. Sinds ze uit het parlement werd gezet wegens smaad in 2007 leeft ze ondergedoken en ze is al ontsnapt aan 6 pogingen om haar te vermoorden.

Hoe komt het nu dat de fundamentalistische krachten zo sterk aanwezig zijn in Afghanistan? Daarvoor moeten we eventjes teruggaan in de tijd. U weet waarschijnlijk dat de Sovjetunie zich aan een gelijkaardig avontuur gewaagd heeft als de VS. Van 1979 tot 1989 bezette het Afghanistan om een geinstalleerd regime te helpen handhaven. Dat was midden in de Koude Oorlog. De leidere van het rivaliserende ideologische blok, de Verenigde Staten, heeft er toen voor gekozen om  uitgerekend de meest fundamentalistische groepen die tegen de Sovjetbezetting aan het strijden waren massaal te steunen, zowel financieel als met wapens. Zo hielpen zij  de invloed en de macht van de fundamentalistische krachten aangroeien. (o.a. Osama Bin Laden was een van de begunstigden van de Amerikaanse steun). Deze strijders die vochten tegen de Sovjetbezetting staan ook bekend als moedjahedeen. Toen de Sovjetunie zich met de staart tussen de benen had teruggetrokken, vochten de moedjahedeen verder voor de macht in Afghanistan en in 1992 slaagden ze er in die te bemachtigden. Veel mensen denken dat de Taliban het eerste fundamentalistische regime van Afghanistan was, maar dat is dus niet zo. Van 1992 tot de Taliban Kaboel veroverden in 1996, regeerden de moedjahedeen over het land. Moedjahedeen-leider Burhanuddin Rabbani Rabani was toen president het is zijn regering die de Sharia zal invoeren en die de vrouwen voor het eerst zou verplichten om zich van kop tot teen te verhullen. Daarvoor was de sluier al van 1958 niet meer verplicht.

Toen de Amerikanen in 2001 'Operation Enduring Freedom' lanceerden heeft het beroep gedaan op dezelfde fundamentalistische krijgsheren en moedjahedeen-strijders van weleer en gelijkaardige groepen om de grondoorlog te voeren tegen de Taliban, terwijl de VS militaire steun bood vanuit de lucht. Ondertussen hadden deze groepen zich verenigd onder de naam Noordelijke Alliantie. Geld en wapens stroomden opnieuw rijkelijk in de schoot van fundamentalistische krachten en nadat de Taliban verdreven was, bevonden zij zich dus opnieuw in een machtige positie. Vandaag zetelen velen van hen in het parlement of hebben lokale, regionale of nationale officiele functies.

Vrede vzw en Mothers for Peace geloven allebei dat de enigen die de rol van de vrouw in een maatschappij kunnen veranderen de mensen zijn die zelf in die maatschappij leven, en in het bijzonder de vrouwen. Het zijn de vrouwen en hun gelijkgezinde mannen in Afghanistan zelf die zullen moeten strijden voor hun rechten. En het zal een geleidelijk proces zijn. Ik wil hier trouwens twee bedenkingen aan toevoegen. Ten eerste dat de hoger opgeleide en meer geëmancipeerde vrouwen uiteraard de eersten waren die Afghanistan met hun gezinnen ontvlucht zijn toen de fundamentalisten aan de macht dreigden te komen. Hierdoor verloor Afghanistan dus heel wat potentiele vrouwelijke leidersfiguren. Tweede en belangrijkste bedenking: Afghanistan is straatarm. Voor vele vrouwen is het elke dag een strijd om te kunnen overleven en te zorgen dat hun kinderen te eten hebben. Voor deze vrouwen zijn abstracte zaken zoals vrouwenrechten uiteraard geen prioriteit. Er blijft daar gewoon geen tijd en plaats meer voor over.    

Wat wij alvast kunnen doen vanuit België en Europa is ervoor zorgen dat vrouwen in Afghanistan de tools hebben om een beter leven of een betere positie op te eisen voor zichzelf. Wij kunnen ze eerst en vooral helpen aan een betere gezondheid en een betere opleiding, zodat ze zichzelf kunnen 'empoweren'. Daarom zijn ontwikkelingsbudget van cruciaal belang. Het probleem is echter dat de Belgische politiek en bij uitbreiding de Europese, niet mee gaat in deze analyse. Om eventjes te illustreren wat het belang van ontwikkeling is in het Belgische beleid te opzichte van Afghanistan: in 2012 is er 113 miljoen euro uitgegeven aan de Belgische militaire operatie in het land en slechts 12 miljoen aan wederopbouw en ontwikkelingssamenwerking! Eén vlucht met een F-16 kost 31.250 euro. Het volledige jaarbudget van Mothers For Peace in Afghanistan, dat 87 mensen te werk stelt en dagelijks tienduizenden mensen bereikt, is ongeveer 200.000 euro. Dat komt dus overeen met ongeveer 6 F-16-vluchten. Eén GBU-12 lasergestuurde bom waarmee de F-16's zijn uitgerust -een gevechtsvliegtuig draagt doorgaans 2 tot 4 van deze bommen- kost 13.000 euro. Het voor Afghanistan goed betaalde maandloon voor een gynaecoloog die bij Mothers For Peace werkt is 370 euro. Met de prijs van zo één bommetje kan men dus 3 gynaecologen een jaar lang aan het werk stellen in Afghanistan! Dat zijn politieke keuzes.


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.