Image
Wapenleveringen aan Saoedi-Arabië: medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden?
Foto: Campaign against Arms trade
Wapenleveringen aan Saoedi-Arabië: medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden?
Artikel
7 minuten

Is een regering die wapens verkoopt - en militaire steun biedt - aan Saoedi-Arabië schuldig aan oorlogsmisdaden in Jemen? De vraag stelt zich in verschillende Westerse landen nu Saoedi-Arabië daar zwaar betrokken is bij een gewapend conflict.

Hoewel ze beschuldigd wordt van flagrante schendingen van de mensenrechten en het internationaal humanitair recht in Jemen, kan de Saoedische monarchie toch rekenen op een continue toevoer van Westerse wapens. De honger naar (ultra)moderne wapens met het label 'Made in Europe' of 'Made in USA' lijkt niet te stillen. Reeds vele jaren koopt het Saoedische regime voor tientallen miljarden aan wapens uit het Westen. Het land telt amper 30 miljoen inwoners, maar is volgens het SIPRI (Stockholm International Peace Research Institute) de op één na grootste importeur van zware wapens ter wereld, met een import die op vijf jaar tijd verdrievoudigd is. Met 2747 dollar per inwoner, besteedt Saoedi-Arabië het meest ter wereld aan militaire uitgaven per ingezetene. Ter vergelijking: de Verenigde Staten geeft 'slechts' 1912 dollar per inwoner uit aan defensie en bij de Europese Unie bedraagt het gemiddelde 414 dollar.

België, hofleverancier van lichte wapens

Volgens het SIPRI komt 59% van de Saoedische wapenimport uit Europa. Tussen 2009 en 2013 keurden de lidstaten van de Europese Unie voor meer dan 19 miljard euro aan exportlicenties voor militaire uitrustingen en technologieën naar Saoedi-Arabië goed. Ons land blijkt de voornaamste Europese hofleverancier te zijn voor een bepaalde categorie: de lichte wapens en kleine kalibers, evenals hun munitie. Concreet gaat het dan om pistolen, mitrailleurs, geweren, granaat- en raketwerpers en antitankwapens... een Belgische specialiteit, meer bepaald een Waalse.

België is verantwoordelijk voor 70% van de Europese exportlicenties richting Saoedi-Arabië voor vuurwapens met een kaliber kleiner dan 20 mm.

Tussen 2009 en 2013 kende België voor 595 miljoen euro aan exportlicenties toe bestemd voor Saoedi-Arabië voor licht militair materieel en munitie, wat overeenkomt met een kwart van het Europese totaal. België is zelfs verantwoordelijk voor 70% van de Europese exportlicenties voor vuurwapens met een kaliber kleiner dan 20 mm.

Sinds 2011 is Riyad ook de voornaamste afnemer van Waalse wapens. Tussen 2006 en 2014 keurde het Waalse Gewest exportlicenties naar Saoedi-Arabië goed voor een som van 1,7 miljard euro, waarvan 397 miljoen euro enkel voor 2014. Het gaat hier dus allerminst om een kleine garnaal. Deze cijfers houden bovendien geen rekening met het megacontract voor 15 jaar van 3,2 miljard euro dat CMI, een bedrijf uit Seraing, getekend heeft om gevechtstorens en kanonnen van middelgroot en groot kaliber te leveren aan Canada. Deze "precieze en krachtige" dodelijke wapens worden gebruikt om de in Canada geassembleerde pantservoertuigen van de Saoedische Nationale Garde uit te rusten.





Gewicht van Saoedi-Arabië in de Waalse export. In miljoen euro en percentage van het totaal. Voor 2014 zijn de cijfers scheefgetrokken door de niet opgenomen licentie van 3,2 miljard euro (zie hierboven). Bronnen: jaarrapporten van het Waalse Gewest.

Een Europees richtend kader, maar een beslissing van de deelstaten

De wapenexport van de Europese Unie naar Saoedi-Arabië valt onder een Europese Gemeenschappelijke Positie waaraan elk van de lidstaten zich met hun nationale wetten behoren te conformeren. Zo verbinden de lidstaten zich ertoe acht criteria te respecteren (die wettelijk echter niet bindend zijn) die als minimumnormen dienen om de destabiliserende accumulatie en verspreiding van wapens in probleemgebieden te bestrijden. De Gemeenschappelijke Positie voorziet dat de lidstaten geen wapenexport toestaan indien het land van bestemming de principes van het internationaal humanitair recht niet respecteert, en indien de uitgevoerde technologie of wapens spanningen of interne conflicten dreigen te verergeren of een bedreiging vormen voor de regionale veiligheid en stabiliteit. Bij het nemen van beslissingen rond de toekenning van exportlicenties voor wapens moeten de lidstaten ook het gedrag van het land van bestemming evalueren met betrekking tot terrorisme, en rekening houden met de risico's van het onrechtmatig gebruik en het ongewenst opnieuw uitvoeren van die technologie of het materieel naar andere landen.

Het richtend kader is dus Europees maar voor de uiteindelijke beslissing om wapens naar een derde land uit te voeren, blijft elke lidstaat zelf verantwoordelijk. In België werd deze bevoegdheid in 2003 geregionaliseerd. Sindsdien zijn het de gewestelijke regeringen die beslissen of de export van wapens naar een bepaald land al dan niet mogelijk is.

Verkoop die voor onrust zorgt

Zowel in Europa als elders gaan er stemmen op om de massale verkoop van wapens aan een regime dat beschuldigd wordt van oorlogsmisdaden en flagrante schendingen van het internationaal humanitair recht in Jemen, aan de kaak te stellen. Dan hebben we het nog niet over het toenemend gebruik van het zwaard en de zweep om de eigen bevolking in de pas te laten lopen en over de heersende opvattingen over de mensenrechten “die overduidelijk niet gebaseerd zijn op publicaties van Amnesty International”, aldus de Franse journalist Pierre Beylau. Sinds maart 2015 hebben bombardementen in Jemen, uitgevoerd door een coalitie onder leiding van het wahabitische koninkrijk, reeds het leven gekost aan meer dan 6000 mensen. Het land is in een enorme humanitaire crisis beland. De Saoedische coalitie wordt ervan beschuldigd lukraak dichtbevolkte stedelijke zones te bombarderen en gebruik te maken van clusterbommen in residentiële zones. Het gebruik van zulke clusterbommen wordt door de Verenigde Naties gezien als een oorlogsmisdaad. Meer dan 90% van de slachtoffers in het conflict zouden burgers zijn en het geweld treft momenteel 80% van de bevolking in Jemen.

Sinds maart 2015 hebben de bombardementen in Jemen, onder leiding van het Saoedische koninkrijk, al het leven gekost aan meer dan 6000 mensen.

In het Verenigd Koninkrijk beschuldigen juristen ingehuurd door verschillende organisaties (waaronder Saferworld en Campaign Against the Arms Trade) de Britse regering ervan nationale, Europese en internationale regels te schenden door de export goed te keuren van bommen en militair materieel die gebruikt kunnen worden om burgers in Jemen te doden en in Canada ligt de regering onder vuur omdat de eigen regels voor de controle op de uitvoer van militair materieel niet gevolgd worden. In Duitsland laat de overheid uitschijnen dat ze zich strenger zou kunnen opstellen inzake de export van militair materieel naar Riyad. Zweden heeft zijn militaire samenwerking met Saoedi-Arabië verbroken in 2015, nadat de Zweedse regering het regime in Riyad een dictatuur had genoemd die “middeleeuwse methodes” hanteert.

In België toonde vice-premier Kris Peeters zich op 10 januari 2015 een voorstander van het onderbreken van de wapenexport naar Saoedi-Arabië wegens “toenemende spanningen tussen de Saoedische staat en Iran”. De wapenhandel is in België echter geen federale, maar een regionale bevoegdheid. Op het Waalse niveau verzekert minister-president Paul Magnette ons dat de verkoop van wapens aan Saoedi-Arabië enkel na “zeer strenge procedures” wordt goedgekeurd. Hij aarzelt evenwel ook niet om een economisch argument aan te halen - de Waalse expertise en de duizenden jobs - om de export te rechtvaardigen. Aan Vlaamse zijde verklaarde minister-president Geert Bourgeois gekant te zijn tegen een algemeen wapenembargo tegen Saoedi-Arabië (een verklaring in het kader van de recente inspanningen in het Europees Parlement om zo'n embargo goed te keuren). Voor het Vlaamse Gewest (dat onder wapenlicenties vooral materiaal voor tweeërlei gebruik levert aan Saoedi-Arabië, zoals nachtkijkapparatuur), gaat het immers over een belangrijke economische partner in andere sectoren, zoals de petrochemie en de baggersector. Bourgeois wil Saoedi-Arabië dan ook niet voor het hoofd stoten.

Naar een Europees embargo?

Met het oog op de zwakke staat van dienst van Riyad wat mensenrechten betreft en de bekritiseerde betrokkenheid bij het conflict in Jemen, lijkt een Europees embargo voor het leveren van wapens aan Saoedi-Arabië noodzakelijk en coherent te zijn. Eind februari stemde het Europese Parlement alvast voor een resolutie die pleit voor zo'n wapenembargo. Maar deze stemming is niet bindend en belet de lidstaten totaal niet om wapendeals te blijven sluiten met Saoedi-Arabië. Daarvoor blijft het wachten op initiatieven van Europese organen met meer wetgevende macht (zoals de Europese Commissie en de EU-Raad). Toch lijken dergelijke beslissingen momenteel weinig waarschijnlijk, aangezien het Saoedische koninkrijk een strategische bondgenoot en een onvermijdelijke economische partner is voor veel Europese lidstaten.

Een Europees embargo voor het leveren van wapens aan Saoedi-Arabië zou noodzakelijk en coherent zijn.

Om deze beschamende commerciële betrekkingen te rechtvaardigen worden heel wat argumenten gehanteerd: velen loven de stabiliserende rol in de regio van het regime in Riyad; anderen waarschuwen voor de gevolgen van een instorting van het Saoedische regime voor de Arabische wereld; ook vaak gehoord is dat de Europese wapens vlug vervangen zouden worden door Chinees militair materieel. Toch lijkt het, met het oog op het Libische precedent en op de toenemende regionale spanningen, noodzakelijk om dringend en met de grootste voorzichtigheid de exportlicenties naar Saoedi-Arabië te herevalueren. Welke garanties heeft de Waalse regering dat de lichte pantservoertuigen met de in Wallonië geproduceerde kanonnen niet gebruikt zullen worden door het Saoedische regime in het conflict in Jemen of zelfs tegen de eigen bevolking? In een land waar “de soldaten vijf armen nodig hebben om alle aangekochte Belgische wapens te kunnen hanteren”, moeten de risico's op een destabiliserende accumulatie of ongewenst gebruik van wapens niet geminimaliseerd worden.

* * *

Christophe Stiernon is onderzoeker aan het GRIP voor het project "Lichte wapens en wapenhandel". Hij werkt voornamelijk rond kwesties inzake de controle op wapenexport vanuit de Europese Unie en rond de internationale instrumenten om lichte wapens en kleine kalibers te controleren.

Dit artikel verscheen eerder op www.grip.org. Het werd vertaald en bewerkt door Marc Soubry.



Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Thema

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.