Image
Ban Ki-moon, de opperbevelhebber van de VN
Foto: Bart Maat
Ban Ki-moon, de opperbevelhebber van de VN
Artikel
6 minuten

Volgens verschillende commentatoren heeft de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, tijdens zijn ambtstermijn ruimschoots bewezen dat hij niet in staat is om zijn functie volwaardig te bekleden. 

Onder meer de Duitse journalist Lutz Herden en professor Michel Chossudovsky publiceerden recent opinies in die aard. Hier volgt een vertaalde en bewerkte samenvatting van hun argumenten.

Freedom Flotilla II

Ban Ki-moon nam onlangs de ongebruikelijke beslissing om druk uit te oefenen op de regeringen van VN-lidstaten om het uitvaren van de volgende Freedom Flotilla (Vrijdheidsvloot) naar de Gaza-strook, gepland voor eind juni, te beletten. De VN-secretaris-generaal stuurde onder meer een brief naar de regeringen van de landen rond de Middellandse Zee waarin stond dat hij met bezorgdheid de mediaberichten volgde over potentiële flotilla's richting Gaza. Hij gelooft immers dat de assistentie en de goederen met bestemming Gaza moeten arriveren via de “legitieme overgangen en geïnstalleerde kanalen”, zijnde de door Israël gecontroleerde grensposten. De secretaris-generaal riep de betrokken regeringen op om hun invloed te gebruiken om zulke flotilla's af te raden. Volgens hem hebben ze namelijk het potentieel om te escaleren tot gewelddadige conflicten. Verder verzocht hij iedereen, ook de regering van Israël, om te ageren op verantwoordelijke en voorzichtige wijze ten einde gewelddadige incidenten te vermijden.

Hoewel de secretaris-generaal herhaalde dat hij niet gelooft dat flotilla's helpen bij het oplossen van de fundamentele economische problemen in Gaza, erkende hij wel dat de huidige situatie daar onhoudbaar is. Hij drong er bij de Israëlische regering op aan om verdere betekenisvolle en verregaande stappen te ondernemen om de blokkade van Gaza te beëindigen binnen het kader van Veiligheidsraad-resolutie 1860. Deze resolutie uit 2009 roept onder meer op de onbelemmerde invoer te verzekeren van voedsel, brandstof en medisch materiaal naar Gaza. Ban Ki-moon onderstreepte in het bijzonder dat de grensovergangsactiviteiten moeten voldoen aan de noden van de burgerbevolking in Gaza. Door de volledig door Tel Aviv gecontroleerde “legitieme grensovergangen” van Israël naar Gaza te erkennen, gedoogt Ban Ki-moon de schending van het internationaal recht van de joodse staat ten opzichte van de soevereine grenzen van Palestina. Zijn functie gebiedt hem nochtans om schendingen van het internationaal recht krachtig te veroordelen in plaats van ze te legitimeren. Zijn verklaringen zijn simpelweg in tegenspraak met de internationale normen en procedures van de VN.

Ban Ki-moon's uitspraken over de kwestie kwamen er naar aanleiding van de lancering van de nieuwe hulpvloot op de 1ste verjaardag van de dodelijke Israëlische aanval tegen de Freedom Flotilla van 31 mei 2010. Negen activisten kwamen toen om het leven bij een gewelddadige aanval van de Israëlische zeemacht op een Turks schip. Tientallen mensen geraakten gewond. De Freedom Flotilla II wil naar Gaza trekken eind juni 2011. Ten minste 10 schepen van verschillende Europese landen en één van de Verenigde Staten zullen deel uitmaken van het hulpkonvooi. Er zal ook een Belgische delegatie meereizen.

Ban Ki-moon diplomaat af

VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon voert een functionele transformatie van de Verenigde Naties door: van wereldorganisatie ter promotie van een multilaterale vrede naar een globale ordedienst. Er worden de laatste tijd meer en meer troepen uitgezonden door de VN die zich moeten mengen in regionale crisissen. Er wordt bij militaire interventies bovendien gebruik gemaakt van de NAVO als een soort uitzendkracht. Men krijgt de indruk dat de secretaris-generaal van de VN zichzelf eerder ziet als een opperbevelhebber dan als een diplomaat. Laat Ban Ki-moon zich leiden door twijfelachtige overmoed, wanneer hij - zoals onlangs - VN-troepen in Ivoorkust het bevel geeft om zware wapens te gebruiken om een binnenlands conflict op te lossen?

Eind december verlengde de VN-Veiligheidsraad met resolutie 1962 het mandaat van de VN-missie in Ivoorkust (ONUCI) en de 10.000-man sterke troepenmacht uit 50 verschillende landen kreeg de toestemming om tot 'Peace Enforcement' (vrede-afdwinging) over te gaan met als doel het beletten van troepenbewegingen, het scheiden van de strijdende partijen en het beschermen van de burgers. Ban Ki-moon handelde tot dusver overeenkomstig het mandaat, maar hij profiteert onder meer in Ivoorkust toch van het feit dat het door het VN-charter voorziene controlemiddel voor militaire missies nooit werd opgericht. De opstellers van het VN-charter wilden destijds dat alle militaire operaties onder leiding kwamen te staan van een Generale Staf-Comité. Dit orgaan zou overeenkomstig artikel 47 bestaan uit de stafchefs van de permanente leden van de Veiligheidsraad en zou “onder toezicht van de Veiligheidsraad, verantwoordelijk (zijn) voor de strategische leiding van de aan de Veiligheidsraad ter beschikking gestelde strijdkrachten.”

Een Generale Staf-Comité is er echter nog nooit gekomen, omdat zelfs in de begindagen van de VN, gewapende interventies zoals tijdens de Koreaanse Oorlog (1950-1953) of tijdens de Congo-Crisis (1960-1964), nooit konden rekenen op een consensus binnen de Veiligheidsraad. De lidstaten die troepen ter beschikking stelden stuurden soldaten die onder zelfstandig bevel kwamen te staan in plaats van onder bevel van de Veiligheidsraad, terwijl ze officieel in opdracht van de VN optraden. Er was geen Generale Staf-Comite dat als verbindingsorgaan kon functioneren tussen de Veiligheidsraad en de bevelvoerders op het terrein en dus was er ook geen “strategische leiding”. Tot op heden is er nog altijd geen Generale Staf-Comité. Moest dit instrument wel bestaan, dan was het als controleorgaan van de Veiligheidsraad verplicht geweest om elke militaire missie te beoordelen op de naleving van haar mandaat. Het zou vermoedelijk ook mislukkingen zoals de VN-operatie in Somalië (UNOSOM/1992-1994) kunnen vermijden hebben. Het opperbevel was toen in handen van de VS dat in Somalië een ideale testcase zag voor een nieuw type van interventie. Voor het eerst in de geschiedenis van de VN werd vanaf het begin van de operatie de toestemming gegeven voor een gewapende vrede-afdwinging (peace enforcement) in plaats een handhaving van de vrede (peace keeping) omwille van humanitaire redenen. Een precedent dat voor de Amerikanen op een mislukking is uitgelopen, omdat ze verwikkeld geraakten in een bloedige guerrilla-oorlog met lokale milities. Toch betekende de VN-operatie in Somalië de geboorte van de "humanitaire interventie", waarvan het concept tevergeefs in het VN-Handvest kan worden gezocht. Dit precedent werd nooit grondig geëvalueerd en ondertussen kreeg het een vervolg.

De VN heeft de oorlog in Irak niet kunnen verhinderen, maar werd wel opgezadeld met het opruimen van de door de Amerikanen geschapen puinhoop. Ondertussen leefden Washington en co zich verder uit in hun imperiale obsessies. De VN secretaris-generaal ten tijde van de invasie van Irak (2003), Kofi Annan, heeft geleden onder de onmacht van de VN. Zijn opvolger Ban Ki-Moon koos bewust voor een beleid in dienst van het imperium, en bewees dat de internationale organisatie zich op die manier als 'global player' meer invloed kon verschaffen. De VN bevindt zich dus middenin een ware metamorfose van een globale en multilaterale vrede-bewarende organisatie naar een globale ordedienst. Het is helemaal geen taboe meer om de staatssoevereiniteit in de papiermand te gooien en quasi ongelimiteerde militaire middelen in te zetten in 'de strijd om de vrede'. Als Obama de unilaterale stijl van zijn voorganger George W. Bush afzweert, dan is het om hetzelfde beleid multilateraler te verpakken via de VN. Wie zich met militaire middelen in een intern conflict bemoeit om het in zijn voordeel op te lossen, pleegt nochtans een zware inbreuk op het VN-charter. Ban Ki-moon ondergraaft door zijn gekozen beleid de positie van de VN op internationaal vlak. Hij offert het principe van de gelijkheid en de autonomie van alle staten op. Hij beschadigt door zijn houding de rechtvaardigheidsgraad en de autoriteit van de VN die nodig zijn om boven de staten te kunnen staan. Dit alles zal op termijn leiden tot een interne crisis binnen de VN.

Bronnen:

Der Oberkommandierende – Lutz Herden

UN Secretary-General Ban Ki-Moon should be fired– Prof. Michel Chossudovsky


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Thema

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.