Tal van Duitse bedrijven en instellingen zijn nauw verbonden met Israël. Sinds het Internationaal Strafhof (ICC) arrestatiebevelen uitvaardigde tegen de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en zijn voormalige minister van Defensie, Yoav Gallant, en Amnesty International afgelopen december een rapport publiceerde over Israëls genocide in Gaza, zijn de persconferenties van de Duitse regering een schertsvertoning geworden.
Toen een regeringswoordvoerder afgelopen november gevraagd werd naar de uitspraak van het ICC, reageerde die ontwijkend, maar uiteindelijk zei hij tegen journalisten dat hij “zich moeilijk kon voorstellen dat we op deze basis arrestaties zouden verrichten in Duitsland”. Een maand later, toen hen gevraagd werd naar een reactie op het Amnesty-rapport, waren Duitse woordvoerders al even ontwijkend. Eén woordvoerder legde uiteindelijk uit dat Israël handelde om zichzelf te verdedigen tegen Hamas.
Duitsland wil duidelijk niet voldoen aan zijn verplichtingen als ondertekenaar van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof, noch wil het de goed gedocumenteerde genocide op het Palestijnse volk benoemen voor wat ze is.
De Duitse regering had nooit verwacht dat het ICC tot dit oordeel zou komen en nu het Hof blijkbaar niet langer alleen als een instrument van westerse belangen functioneert, wringt de Duitsland zich in allerlei bochten om een uitweg te vinden.
Het masker van de zelfverklaarde trouwe en onverzettelijke verdediger van de zogenaamde universele waarden van rechtvaardigheid en de mensenrechten is afgevallen. Duitsland, dat anderen altijd graag de les leest over deze waarden en over het bijzondere belang van het internationaal recht, toont een hypocriete, zo niet cynische houding ten opzichte van dit recht en het ICC.
Zelfs een uitspraak van het ICC, noch de uitvoerig gedocumenteerde genocidale misdaden van het zionistische koloniale apartheidsregime, kunnen Duitsland ervan weerhouden om zijn gebruikelijke strategie van ontkenning en afwijzing te volgen.
Geen dilemma
Reeds decennia verdedigt Duitsland de illegale Israëlische nederzettingen op de bezette Westelijke Jordaanoever en ontkent het de etnische zuivering van Palestina, die sinds de Nakba (1948) niet is gestopt. Feiten ontkennen door de andere kant op te kijken is één ding, maar grondig onderzochte rapporten over de Israëlische apartheid en genocide van 's werelds meest gerespecteerde mensenrechtenorganisaties verwerpen -wat Duitsland door de jaren heen herhaaldelijk heeft gedaan- is iets heel anders.
Door zowel het meest recente Amnesty-rapport als het rapport van Human Rights Watch te verwerpen -beide laattijdige bevestigingen dat Israël effectief genocide pleegt in Gaza- heeft de ontkenning van deze gruweldaden door Duitsland, nieuwe hoogten bereikt.
We kunnen met reden vrezen dat Duitsland vroeg of laat een verklaring zal doen in de volgende trant: “Vanwege de geschiedenis van Duitsland zit het land in een onoplosbaar dilemma: het kan helaas het besluit van het ICC niet volgen. Het land heeft een speciale verplichting tegenover het zionistische regime en de 'staatsreden' van Duitsland -de veiligheid van Israël- maakt het onmogelijk voor het land om zijn verplichtingen tegenover het ICC na te komen.”
Maar in werkelijkheid bevindt Duitsland zich helemaal niet in een dilemma. Zo'n dilemma zou alleen kunnen bestaan tussen twee even belangrijke verplichtingen om actie te ondernemen. In dit geval is de uitspraak van het ICC echter het enige gebod tot handelen, dat bovendien neerkomt op een bindende gerechtelijke verplichting.
De vermeende ‘staatsreden’ van Duitsland is daarentegen niets meer dan een hersenschim - een moreel overdreven quasi-religieus denkbeeld waarin de hele wereld moet geloven en dat de onbeperkte steun van de Duitse staat aan Israël moet rechtvaardigen en legitimeren. Deze doorzichtige strategie is bedoeld om de wereld, en in het bijzonder de Duitsers, ervan te overtuigen dat het land een “morele verplichting” heeft om aan de kant van het zionistische regime te staan, maar verbergt in feite de ware geopolitieke, economische, militaire en financiële belangen.
Beweren dat je op morele gronden handelt, “zonder alternatief”, terwijl je de misdaden van het zionistische regime steunt en rechtvaardigt, is een beleid dat decennialang goed heeft gewerkt voor Duitsland. Maar na 16 maanden genocide in Gaza is de situatie veranderd.
Niemand kan nog met recht en reden geloven in het sprookje van de morele verantwoordelijkheid van Duitsland, nu het de genocide op de Palestijnen verdedigt, financiert, bewapent en diplomatiek steunt, evenals de bombardementen op Libanon, Jemen en Syrië, terwijl het tegelijkertijd de verantwoordelijken hiervoor afschermt van aansprakelijkheid.
Het inroepen van de zogenaamde Duitse staatsreden biedt geen ontsnapping aan de bindende verplichting van het land aan het ICC. Het is een triest schouwspel, dat de wereld -en het Palestijnse volk in het bijzonder- al veel te lang heeft moeten ondergaan.
Fundamenten
Toen de voormalige Duitse bondskanselier Angela Merkel in 2008 aankondigde dat de veiligheid van Israël Duitslands “staatsreden” was, trachtte ze uit de knieval voor het racistische koloniale nederzettingen- en apartheidsregime een quasi-religieuze consecratie voor Duitsland af te leiden. Ze gaf zo een grotere legitimiteit aan een decennialang beleid van onvoorwaardelijke steun aan het zionistische regime. De moreel en ideologisch geladen opvatting van de term was gericht op vier specifieke doelgroepen.
Ten eerste wilde Merkel aan het wereldwijde publiek het exemplarische karakter van Duitsland overbrengen, door het te presenteren als een land dat lessen had getrokken uit zijn geschiedenis en voor altijd achter Israël zou staan, wat er ook zou gebeuren. Haar aankondiging legde de basis voor alle latere ontkenningen en verwerpingen van Israëls misdaden.
Ten tweede gaf ze Israël -dat toen pas begonnen was met zijn blokkade van Gaza- te kennen dat het de vrije hand had om te doen wat het wilde met het Palestijnse volk, en met onbeperkte Duitse steun. Duitsland schaarde zich dus achter Israëls oorlogen tegen Gaza in 2008-09, 2012, 2014 en 2021.
Ten derde maakte Merkel de Palestijnse bevolking onmiskenbaar duidelijk dat ze niets van Duitsland hoefde te verwachten. De Palestijnen kregen loze praatjes over mensenrechten, geveinsde spijt over hun “humanitaire situatie” en een leugenachtig discours over een “tweestatenoplossing”, terwijl Duitsland de ogen sloot voor illegale zionistische nederzettingen en landroof in Palestina.
Ten slotte was het de bedoeling dat de Duitse burgers begrepen dat er vanaf dat moment “geen alternatief” was voor onvoorwaardelijke steun aan Israël. Sindsdien zagen we een geleidelijke onderwerping van de democratie aan de behoeften van het zionistische regime, samen met een toename van het aantal beschuldigingen van antisemitisme aan het adres van Israëls critici. In november keurde de Bundestag de resolutie ‘Nooit meer is nu: Bescherming, behoud en versterking van het Joodse leven in Duitsland’ goed, gebaseerd op de controversiële definitie van antisemitisme van de ‘International Holocaust Remembrance Alliance’.
Logica van eliminatie
Door kritiek op Israëls beleid van oorlog, marteling en genocide te smoren en te criminaliseren, heeft Duitsland zich overgegeven aan de destructieve, settler-koloniale logica van eliminatie. De Duitse democratie moet zich vandaag de dag conformeren aan de contouren van het zionisme. Door de Duitse democratie markt- en zionismeconform te maken is Merkel er in geslaagd een behoorlijk aantal basisrechten van Duitse burgers te vernietigen.
Voor de Duitse politieke klasse, mainstream media en belangrijkste instellingen vloeit de “waardigheid” van het land voort uit de totale steun voor Israëls vernietiging van het Palestijnse volk, en uit de onderdrukking van elk afwijkend standpunt hieromtrent. Is dat geen zielige ‘staatsreden’ voor een land met zijn eigen genocidale, koloniale en fascistische verleden?
In plaats van te luisteren naar het eindeloze discours over de “morele verplichting” van Duitsland aan het zionistische regime, zouden we moeten focussen op de naakte belangen van de Duitse staat. Veel Duitse banken, verzekeringsmaatschappijen, investeerders, onderzoeksinstellingen, universiteiten en wapenbedrijven zijn zo nauw verbonden met Israël, dat elke verandering in de Duitse politiek onvermijdelijk zou resulteren in schade voor bepaalde markten, en het verlies van winsten en belangrijke kennis.
Men vreest het ‘Palestijns laboratorium’ te verliezen waar Duitsland in tijden van neoliberalisme zoveel van leert – van bewakingstechnologie en het managen van bevolkingsgroepen tot drone- en AI-oorlogsvoering.
Duitsland is geïnteresseerd in wat de settler-koloniale logica van eliminatie tegen de inheemse Palestijnse bevolking oplevert, zeker vermits het neoliberalisme voortschrijdt en voortdurend nieuwe overbodige maatschappelijke groepen voortbrengt die onder controle gehouden moeten worden. De technieken om dit te verwezenlijken, komen voort uit Israëls decennialange onderdrukking van het Palestijnse volk.
Het beschermen van deze belangen is de echte Duitse staatsreden, verborgen achter een ideologische sluier van vermeende historische verantwoordelijkheid voor een genocidaal regime.