De klimaatnoodtoestand, die ooit centraal stond in de grote Europese projecten, is plotseling uit politieke toespraken verdwenen. De Europese leiders hebben gekozen voor een andere ambitie: massaal investeren in defensie om de confrontatie met Rusland aan te gaan en te voldoen aan de eisen van Donald Trump. Maar wie zal de prijs betalen voor dit militaire keynesianisme, nu de economie vertraagt?
Plotseling begon het te duizelen. Voor de leiders van de Europese naties en instellingen heeft de herverkiezing van Donald Trump het effect van een bungeesprong... zonder elastische koord. Op 9 februari plaatste de VS-president zonder commentaar een citaat van Vladimir Poetin op zijn sociale netwerk Truth Social: “Je zult zien dat iedereen binnenkort aan de voeten van de meester staat en zachtjes met zijn staart kwispelt”. Donald Trump houdt ervan om Europa, het Oude Continent, te vernederen. Hij beschouwt het als een decadente plek vol verkwistende sybarieten en mercantilistische jansenisten die allemaal weigeren om de juiste prijs te betalen voor de militaire paraplu die de VS voorziet.
De Amerikaanse wens om een 'deal' te sluiten met Moskou elimineert de enige waarborg die de onvoorwaardelijke toewijding van Brussel aan Oekraïne in zijn defensieve oorlog tegen Rusland geloofwaardig maakte. Zonder de dollars en kanonnen van de Verenigde Staten zou de bravoure van Ursula von der Leyen -“Poetin moet deze oorlog verliezen!”, verklaarde de voorzitter van de Europese Commissie in september 2022- onbeduidend lijken.
Hoe kan een met schulden belaste, verdeelde, en economisch en militair zwakkere Europese Unie haar onwrikbare steun voor de Oekraïense president verzoenen met haar wens om op een goed blaadje te staan bij de heer Trump? Het antwoord kan in twee woorden worden samengevat: militair keynesianisme, of hoe we ons in de schulden kunnen steken om onze arsenalen te vullen met VS-wapens, en vervolgens de mensen de rekening te laten betalen door middel van bezuinigingen.
Hoewel de profetie van de heer Poetin -zeer ondiplomatisch verspreid door Trump- nog moet worden vervuld, hebben verschillende politieke leiders al de knie gebogen voor ten minste één eis van de nieuwe meester van het Witte Huis. Trump schatte op 7 januari dat de lidstaten van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) voortaan niet 2% maar 5% van hun bruto binnenlands product (BBP) aan defensie zouden moeten besteden. Kort daarna begon de stoet van boetelingen. De Litouwse minister van Buitenlandse Zaken verwelkomde de “positieve en constructieve druk van onze belangrijkste strategische bondgenoot binnen de NAVO”, onmiddellijk gevolgd door de Estse premier: “Ik ben het er volledig mee eens - ons doel moet 5% zijn” ('Financial Times', 27 januari). “Ik ben de Poolse minister van Buitenlandse Zaken. Europa heeft de boodschap begrepen", stelde Radosław Sikorski in een opiniestuk gepubliceerd in 'The New York Times' (3 februari), in een poging de VS-president tevreden te stellen. “Polen besteedt bijna 5% van zijn BBP aan defensie, het hoogste percentage in de NAVO. We zijn een van de grootste klanten van de Amerikaanse militaire industrie geworden, met tientallen miljarden dollars aan orders sinds 2022” (The New York Times, 3 februari).
Afgelopen november, een week na de herverkiezing van de heer Trump en nog voor het begin van de onderhandelingen, paaide de voorzitter van de Europese Commissie de electorale winnaar: “We krijgen nog steeds veel LNG [vloeibaar aardgas] uit Rusland, waarom zouden we dat niet vervangen door Amerikaans LNG, dat goedkoper is voor ons en onze energieprijzen verlaagt?” Op militair vlak heeft von der Leyen geen aanmoedigingen nodig: nadat ze in juni 2024 besloot om de komende tien jaar 500 miljard euro te investeren in de defensie van de Europese Unie, beloofde ze op 3 februari om “nieuwe flexibiliteit te creëren en meer budgettaire ruimte voor defensie-investeringen”.
“Je zult Russisch moeten leren”
De inval van Rusland in Oekraïne en het Koude Oorlogsklimaat dat door de media en de Europese heersende klasse wordt gevoed, overtuigden ook de meer 'zuinige' staten ervan dat het tijd is om in de buidel te tasten: Denemarken, Finland en Duitsland verklaarden zich “klaar om [over militaire uitgaven] te praten”. De publicatie het Witboek over de toekomst van de Europese Defensie zal hen stimuleren. Dat militaire uitgaven nu een absolute topprioriteit geworden zijn, blijkt ook uit de paniekerige aanmaningen van Mark Rutte, secretaris-generaal van de NAVO en de liberale voormalige premier van Nederland: “Als we niet veel meer geld uittrekken voor militaire behoeften dan de huidige 2% van het BBP, moeten we over vier of vijf jaar Russisch leren of in Nieuw-Zeeland gaan wonen” (13 januari).
Begin 2017, toen Trump de Verenigde Staten uit het klimaatakkoord van Parijs terugtrok, moedigde internationale afkeuring de Europeanen aan om de ecologische transitie centraal te stellen in hun strategie. “Maak onze planeet weer groot”, riep Emmanuel Macron destijds uit. Acht jaar later krijgt de zucht naar militaire uitgaven de overhand op de zorg voor de aarde. Politieke eerbaarheid wordt nu afgemeten aan het percentage van het BBP dat wordt uitgegeven aan wapens en munitie.
Politieke eerbaarheid wordt nu afgemeten aan het percentage van het BBP dat wordt uitgegeven aan wapens en munitie.
In een editoriaal dat dit keerpunt zowel weerspiegelt als onderschrijft, bedankt de Franse krant 'Le Monde' de VS-president voor het openen van de Europese ogen. “Men moet aan Donald Trump één verdienste toekennen: de dreigementen die hij tijdens zijn eerste termijn heeft geuit aan het adres van zijn NAVO-partners hebben eindelijk vruchten afgeworpen. Vandaag de dag besteden drieëntwintig van de tweeëndertig leden van het Atlantisch Bondgenootschap minstens 2% van hun BBP aan defensie-uitgaven (...). President Trump heeft het nu over 5%”. Conclusie: “De defensie-uitgaven zullen moeten worden verhoogd. (...) De moedigsten vermelden en passant dat dit pijnlijke budgettaire offers zal vergen (...) Dit alles duurt te lang (...) De tijd is gekomen om over te gaan tot de praktijk en de bijbehorende pedagogiek over te brengen op de kiezers” (23 januari).
‘Pedagogiek’: vier decennia lang luidt het gebruik van dit woord in de mainstream media bezuinigingen in: de-industrialisatie (”Leve de crisis!” in de jaren 1980), besparingen (pedagogiek van de euro in de jaren 1990), de naturalisatie van het liberalisme (pedagogiek van de ‘ja’ tegen het Europese Grondwetsverdrag in 2005). Vandaag heerst de pedagogiek van de oorlog. En het zal veel kosten. Voor de Europese Unie zou het toewijzen van niet 2%, maar 5% van het BBP aan de strijdkrachten, een jaarlijkse stijging betekenen van 516 miljard euro bij een constant BBP, en voor Frankrijk alleen al een stijging van 90 miljard euro. Het Franse defensiebudget zou dan stijgen tot 140 miljard euro (vergeleken met minder dan 50 miljard euro in 2024 en minder dan 33 miljard euro in 2017) - een pak hoger dan het budget voor onderwijs, hoger onderwijs en onderzoek samen (goed voor ongeveer 100 miljard euro in 2024). Het zou hier niet gaan om een verschuiving op de begrotingsladder, maar om een kwalitatieve transformatie: de militarisering van de Europese samenlevingen.
Op een moment dat een conflict kan worden beëindigd, waarbij honderdduizenden Oekraïners en Russen werden gedood en verwond, zonder dat een van de twee zijden een belangrijke doorbraak heeft bereikt, laten de EU-leiders hun discours rond “vredesdividenden” varen. Dit discours heeft de Europese identiteit nochtans gestructureerd sinds het einde van de Koude Oorlog in 1991. In de voetsporen van Montesquieu, voor wie “het natuurlijke gevolg van de handel het bewerkstelligen van vrede is”, zag Europa -opgevat als een vrijhandelszone die openstond voor de wereld- de handel in goederen en diensten als de beste garantie tegen de oorlogszuchtige agressie van grootmachten. Tegen het historische bewijs in probeerden veel liberale ideologen het idee te versterken dat de uitbreiding van markten noodzakelijkerwijs gepaard ging met een vermindering van de internationale conflicten.
Het verband tussen imperialisme, inclusief militair en ideologisch-religieus imperialisme, en kapitalistische globalisering is een vaststaand feit in de wereldgeschiedenis. Het 'eerste tijdperk van het kapitalisme' (1415-1763) zal herinnerd blijven als het tijdperk van gedwongen en oneerlijke handel, ongelijke uitwisseling en veroveringen. In de twintigste eeuw bracht het einde van de koloniale rijken -langdurige rivalen die vaak met elkaar in conflict lagen- geen vrede in de internationale betrekkingen. De grootmachten, de Verenigde Staten op kop, legden hun dominantie evenzeer op door middel van militair geweld als door middel van ideologie, handel, valuta en financiën
Bij gebrek aan een gemeenschappelijke taal, cultuur of geschiedenis en onder de nauwe ideologische en economische afhankelijkheid van de Verenigde Staten -en op het vlak van energie, van Rusland- vereenzelvigde de Europese Unie zich aan het begin van de 21e eeuw met een zowel economisch als politiek liberalisme, gebaseerd op universele waarden -vrede, democratie, mensenrechten. De meer progressieven identificeerden zich met de welvaartsstaat en de ecologische transitie, met als tastbaar gevolg een relatief hoger welzijnsniveau en hogere sociale en milieunormen dan elders
Deze periode komt ten einde. Een niet verwaarloosbaar deel van de Europese ecologisten en sociaaldemocraten die dit discours het duidelijkst voorstonden, stellen nu in paniek hun credo bij: Europa zal voortaan de naam zijn van de ideologische en militaire handhaving van de democratieën tegen Rusland. Net als de Groenen in Duitsland of de sociaaldemocraten in Polen, verwoordt Raphaël Glucksmann -Europees Parlementslid voor de Franse groene en pro-Europese partij Place Publique en bondgenoot van de Socialistische Partij (SP)- het duidelijk: “Er valt een les te trekken. Ja [Donald Trump] heeft gelijk als hij zegt dat we onze defensie-uitgaven moeten verhogen. Een stad, een land dat zijn eigen veiligheid niet kan garanderen, is niet vrij. Dus moeten we 500 miljard vinden om een Europese defensie op te bouwen. Het is daar dat ik me mee bezig houd in het Europees Parlement” (BFM TV, 24 januari). Brussel en de liberalen gaan ervan uit dat de terugtrekking van de VS de opkomst van een Europese macht zal aanmoedigen. Ze hopen dat dit eindelijk hun overwinning van Austerlitz zal zijn (overwinning van Napoleon op de Russische troepen in 1805, nvdr.). De verdeeldheid tussen de lidstaten en hun economische stagnatie voorspellen eerder een Waterloo (finale nederlaag van Napoleon in 1815, nvdr.).
De grote herbewapening roept daarnaast de vraag op van haar financiering: wie zal uiteindelijk betalen? Eén antwoord, dat veel ‘pedagogiek’ zal vergen, drijft al boven in de Baltische staten. De Estse premier Kristen Michal verwees vaag naar “bezuinigingen op openbare diensten”. Nu de economie stagneert, merkte een Estse oppositieleider op, heerst er “geen geloofwaardig plan om 6% [van het BBP voor defensie] te bereiken. Het overeenkomstige bedrag lenen zou neerkomen op het herschrijven van het sociaal contract” (Financial Times, 27 januari).
Een militaire belasting betaald aan de VS
Het militair keynesianisme maakt op magische wijze mogelijk wat het bezuinigingsdiscours meer dan ooit onmogelijk verklaart: een massale verhoging van de overheidsuitgaven, terwijl er tegelijk wordt gepleit voor een snelle afname ervan. Gekozen vertegenwoordigers en hoge ambtenaren wedijveren in financiële vindingrijkheid (grote leningen, inbeslagname van Russische bezittingen, enz.), en beweren dat de militaire inzet het waard is om nog maar eens af te wijken van hun dogma. Zoals de meest consequente neoconservatieven begrijpen, komt het erop aan om over te schakelen van een Europa dat nog steeds als te beschermend wordt beschouwd, naar een Spartaans Europa dat klaar is om de confrontatie aan te gaan met een Russische tegenstander waarvan de macht danig is opgeklopt.
De afbraak van de sociale bescherming legitimeren met de opbouw van militaire bescherming? Rutte verwoordde het onomwonden in Brussel voor de NAVO-ministers van Defensie: “Er moet dringend worden gehandeld. Om onze vrijheid, onze welvaart en onze manier van leven te beschermen, moeten uw politieke leiders naar u luisteren. Vertel hen dat u bereid bent vandaag offers te brengen zodat we morgen veilig kunnen blijven.”
De man spreekt uit ervaring. Voor hij aan het hoofd van de NAVO kwam te staan, voerde Rutte als premier van Nederland (2010-2024), een drastisch bezuinigingsbeleid. Hij sneed in het onderwijs, de gezondheidszorg en de cultuursubsidies, verhoogde de pensioengerechtigde leeftijd naar 67 jaar, verlaagde de werkloosheidsuitkeringen, verhoogde de belasting op de toegevoegde waarde (btw), bevroor de ambtenarensalarissen, enz.
Een groot deel van de Europese militaire uitgaven, transformeert zich in een directe subsidie aan wapenfabrikanten in de VS.
De commerciële en handelseisen van Trump en de gretigheid van de Europese leiders om daaraan te voldoen, torpederen het eeuwige argument over de lokale ontwikkeling van een industrie die ‘strategische autonomie’ voor het Oude Continent zou garanderen. Het is een feit dat een overweldigend deel van de militaire uitgaven die Europa doet met het oog op het verslaan van de Russische hydra, zich transformeert in een directe subsidie aan VS-wapenfabrikanten, die de top vijf bezetten op de wereldranglijst van grootste bedrijven die handelen in militair materieel en militaire diensten. Volgens het 'Stockholm International Peace Research Institute' (SIPRI) was “55% van de totale wapenimport door Europese staten in de periode 2019-2023 afkomstig uit de Verenigde Staten, vergeleken met 35% in de periode 2014-2018”. De terugkeer van Trump in het Witte Huis zal deze trend niet omkeren.
In naam van de veiligheid bereiden de Europese staatshoofden en regeringsleiders de invoering van een verhulde militaire belasting aan de VS voor, die geïnd zal worden ten koste van de sociale bescherming. En ze zal vooral ten goede komen aan de industriëlen van een land waarvan de leider dreigt om een aan Europa gelieerd gebied in te nemen: Groenland. De rekening zal nog aandikken. De VS-minister van Defensie Pete Hegseth kondigde immers aan dat in het geval van een vredesakkoord, “het overgrote deel van de toekomstige hulp aan Oekraïne, militair of civiel -dodelijk en niet-dodelijk”, de verantwoordelijkheid van Europa zal zijn (The New York Times, 12 februari).
Tot op heden zijn deze cruciale keuzes geen onderwerp geweest van democratisch overleg. De media en gekozen vertegenwoordigers onthouden zich van het publiekelijk blootleggen van de concrete gevolgen van het militair Keynesianisme.
Dit vertaalde artikel verscheen eerder in 'Le Monde Diplomatique'