In een mondiale context van geostrategische spanningen en oorlogen waarbij kernwapenstaten betrokken zijn, is het risico op een nucleair conflict uitzonderlijk groot. Kernwapenstaten blijven ondanks dit risico op escalatie halsstarrig vasthouden aan de eigen nucleaire afschrikkingsdoctrines.
Ruim drie jaar na de inwerkingtreding van het VN-Verdrag inzake het Verbod op Kernwapens (TPNW), werken de negen kernwapenstaten naarstig verder aan de uitbreiding en modernisering van hun nucleaire arsenalen. In 2022 gaven ze daar samen 82,9 miljard dollar aan uit - een stijging van 2,5 miljard dollar ten opzichte van het jaar voordien. De Verenigde Staten besteedt meer dan alle andere kernmachten samen.
Kernwapenprofiteurs
De belangrijkste profiteurs van deze enorme militaire uitgaven zijn de kernwapenproducenten. In het nieuwste Don’t Bank on the Bomb-rapport leggen de ngo’s ICAN en PAX de financiering van 24 bedrijven bloot die betrokken zijn bij activiteiten verboden onder het TPNW. Het gaat om bedrijven uit China, Frankrijk, India, Italië, Nederland, de Russische Federatie en de Verenigde Staten. Samen beschikken ze over contracten ter waarde van in totaal minstens 336 miljard dollar. Een deel van deze contracten beslaan meerdere jaren, tot zelfs decennia.
Northrop Grumman en General Dynamics zijn de grootste kernwapenprofiteurs, met openstaande contracten ter waarde van respectievelijk minstens 21,2 miljard dollar en 23,7 miljard dollar (consortium- en joint venture-inkomsten niet meegerekend). BAE Systems, Boeing, Lockheed Martin en RTX haalden ook miljardencontracten binnen.
De meerderheid van de bedrijven geprofileerd in het rapport, draagt bij aan het nucleair arsenaal van de VS. Andere zijn betrokken bij de Franse en Britse arsenalen. Informatie vinden over de bedrijven die betrokken zijn bij de arsenalen van Rusland en China blijft een uitdaging.
De activiteiten van de 24 bedrijven die geanalyseerd worden in het rapport, gaan van het ontwikkelen en fabriceren van nucleaire wapens tot het ontwikkelen en fabriceren van de draag- en afleversystemen voor kernkoppen, zoals raketten of nucleair bewapende onderzeeërs.
289 financierders
Volgens het rapport konden de bedrijven in kwestie tussen januari 2021 en augustus 2023 rekenen op de financiële steun van 287 financiële instellingen, waaronder banken, pensioenfondsen, enzovoort. Het gaat om 19 financiële instellingen minder dan in de vorige analyse van Dont’t Bank on the Bomb.
Het lager aantal betrokken financiële instellingen betekent echter geen vermindering van de financiële middelen die de 24 kernwapenbedrijven ter beschikking hebben, integendeel. Beleggers bezaten tijdens de onderzochte periode voor 477 miljard dollar aan aandelen en obligaties van deze kernwapenproducenten - een stijging van 15,7 miljard dollar sinds de vorige onderzochte periode. Daarnaast werd voor 344 miljard dollar aan leningen en financiële verzekeringen (‘underwritings’) verstrekt aan de 24 bedrijven – een groei van 57,1 miljard dollar.
De 287 financiële instellingen zijn gevestigd in 28 verschillende landen die ofwel zelf over kernwapens beschikken ofwel het (dreigen met het) gebruik ervan onderschrijven, bijvoorbeeld omdat ze onder de nucleaire paraplu vallen van een kernwapenmacht. (De Europese NAVO-landen rekenen op die manier op de nucleaire wapens van de VS om hun veiligheid te garanderen.) Drie van de 287 financiële instellingen vormen hierop een uitzondering en komen uit Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland. In geen enkel land dat het TPNW ondertekende of ratificeerde, is een financierder van kernwapens gevestigd.
In het Don’t Bank on the Bomb-rapport komen geen Belgische financiële instellingen aan bod, aangezien er een minimale financieringsdrempel wordt gehanteerd. Maar ook in België zijn financiële instellingen actief die investeren in bedrijven betrokken bij de productie van kernwapens, zoals BNP Paribas (via de dochteronderneming BNP Paribas Fortis) en Deutsche Bank.