De laatste jaren verschenen veel rapporten over de houding van de verschillende NAVO-landen ten aanzien van de Amerikaanse vooruitgeschoven tactische kernwapens in Europa. Maar die rapporten spreken elkaar soms tegen. In een nieuw rapport van de Nederlandse vredesbeweging werden de NAVO-stafleden en alle nationale NAVO-delegaties geïnterviewd. Dat resulteerde in een interessant rapport over de kansen op de terugtrekking van de Amerikaanse kernwapens.
De auteurs erkennen het veranderen van de sfeer gedurende de laatste jaren. Dat begon met het opiniestuk van de vier Amerikaanse politieke oudgedienden in 2007 over een kernwapenvrije wereld. Er was het vijfpuntenplan voor nucleaire ontwapening van VN secretaris-generaal Ban Ki-Moon in 2008 waarin het idee geopperd werd om een kernwapenconventie te beginnen negotiëren in de lijn van de bestaande chemische of biologische wapenconventies. Er was de speech van Obama in april 2009 over het ‘zoeken van vrede en veiligheid in een kernwapenvrije wereld’. De VN Veiligheidsraad belegde voor het eerst in de geschiedenis een Top over Kernwapens in 2009. Een resolutie werd aangenomen die stelt dat ‘de condities moeten geschapen worden om een kernwapenvrije wereld te bekomen’.
Voor het eerst werden tactische nucleaire wapens ook expliciet benoemd. Tijdens de vijfjaarlijkse NPT-herzieningsconferentie in 2010 vormden de Amerikaanse tactische kernwapens de inzet van vele discussies. Vormen zij immers geen zeer expliciete inbreuk op het NPT verdrag dat stelt dat kernwapenstaten geen kernwapens mogen verspreiden? In de voorzichtige eindtekst stemden alle landen in met het feit dat ‘alle kernwapens los van hun type of locatie’ een integraal deel van het kernontwapeningproces moeten uitmaken. Het nieuwe START verdrag tussen de VS en Rusland over de reductie van strategische kernwapens schept verwachtingen omtrent een verdere reductie van zowel strategische als tactische kernwapens. In februari 2011 zette Obama zichzelf de deadline van 1 jaar na het van kracht worden van het nieuwe START verdrag om gesprekken met Rusland te beginnen. En hoewel het nieuwe NAVO Strategisch Concept (SC 2010) nog steeds expliciet vasthoudt aan nucleaire wapens, zijn er toch een aantal minimale openingen gekomen. Het document spreekt expliciet over het ‘scheppen van condities om tot een kernwapenvrije wereld te komen’ en schrapt de oude passage over de ‘aanwezigheid van Amerikaanse nucleaire strijdkrachten in Europa als vitaal voor de Europese veiligheid’.
Welke opportuniteiten om de tactische kernwapens weg te krijgen uit Europa?
Het onderzoek stelt vast dat 24 van de 28 NAVO-landen de verwijdering van de tactische kernwapens uit Europa niet zouden tegenhouden. Dat is 86% van alle NAVO-landen! Slecht drie landen kiezen voor de status quo: Frankrijk, Hongarije en Litouwen. Albanië heeft geen mening over de zaak. De onderzoekers besluiten dat er voldoende politieke steun is voor een serieuze verandering. Bovendien hebben alle 28 landen met het nieuwe NAVO SC zich akkoord verklaard met het creëren van de condities voor een kernwapenvrije wereld. En op het pad naar een kernwapenvrije wereld worden de Amerikaanse kernwapens in Europa als ‘laaghangend fruit’ beschouwd, de meest makkelijk te plukken vruchten.
De tactische kernwapens passen immers niet langer in de militaire plannen en worden op termijn ook duur. De vliegtuigen die ze moeten afleveren zijn stilaan toe aan vervanging en geraken niet eens verder dan het eigen NAVO-grondgebied. Bovendien zijn de kernwapens onbruikbaar voor wat de meeste NAVO-lidstaten als de grootste bedreigingen beschouwen (terrorisme, piraterij, …).
Het rapport ontkracht ook een aantal mythes. Het is niet zo dat de oude NAVO-lidstaten de kernwapens veel liever weg willen dan de nieuwe lidstaten. Het is ook niet zo dat alle Baltische staten blijven vasthouden aan de kernwapens. Zowel Estland als Letland beschouwen de kernwapens als niet langer nuttig en willen de kernwapens weg als Rusland gelijkaardige stappen onderneemt. Enkel Litouwen blijft eraan vasthouden zolang niet alle Russische tactische kernwapens van haar grenzen verdwijnen. Van de zes landen die rechtstreeks betrokken zijn bij het ontplooien van de Amerikaanse kernwapens in Europa zijn er vier die aangeven dat ze kunnen verdwijnen: België, Nederland, Duitsland en de VS zelf. Ivo Daalder, de VS-ambassadeur bij de NAVO zou het idee (voorwaardelijk) genegen zijn. Turkije en Italië hebben geen uitgesproken mening over het onderwerp, maar zouden een verwijdering niet tegenhouden.
Als zoveel landen het eens zijn dat de kernwapens mogen verdwijnen, waarom werd dat dan niet afgesproken op de laatste herziening van het Strategisch Concept van de NAVO?
Drie grote struikelblokken
De afruil tussen de Amerikaanse en Russische tactische kernwapens vormt een groot struikelblok. Rusland trok al zijn kernwapens weg uit de voormalige Sovjetstaten naar het eigen grondgebied. Het wacht tot de VS dat ook doet. Tot zolang wil Rusland niet denken aan onderhandelingen over tactische wapens. Voor meer dan de helft van de NAVO-landen geldt er echter een Russische wederkerigheid als voorwaarde voor de terugtrekking van de Amerikaanse kernwapens. De VS wacht op een goedkeuring van de NAVO, en Rusland wacht op de VS. Er is dus sprake van een serieuze impasse. Rusland beschouwt overigens haar eigen tactische kernwapens niet als waarborg tegen de tactische kernwapens van de VS, maar tegen de conventionele superioriteit van de NAVO.
Frankrijk vormt het tweede struikelblok. Frankrijk en Groot-Brittannië zijn de enige twee landen met nucleaire wapens in Europa. Volgens het nieuwe SC van de NAVO draagt hun nucleaire capaciteit ook bij tot de NAVO veiligheid en afschrikking. Frankrijk is wel een buitenbeentje. Het is het enige NAVO-land dat geen deel uitmaakt van de Nucleaire Planninggroep van de NAVO. Het stippelt dus wel mee het beleid uit, maar niet de praktische uitvoering ervan. Dat maakt de zaken complex. Frankrijk is bovendien geen toegewijde supporter van een kernwapenvrije wereld (het trad slechts in 1992 toe tot het NPT dat al in 1970 van kracht werd). Het stelt zich zeer onflexibel op. Wellicht wil Frankrijk de Amerikaanse kernwapens zo lang mogelijk in Europa houden zodat de aandacht niet gaat naar het eigen kernwapenarsenaal.
De positie van Frankrijk maakt een consensus binnen de NAVO onmogelijk. En dat is wat alle NAVO-landen nastreven en wat het derde struikelblok vormt: politieke consensus om de cohesie binnen het bondgenootschap te behouden. Maar ondanks het vasthouden aan beslissing bij consensus zijn de kernwapens in elk gastland strikt genomen een bilaterale afspraak tussen de VS en het gastland. In het verleden heeft Griekenland in samenspraak met de VS een einde gemaakt aan die afspraak en werden de Amerikaanse kernwapens teruggetrokken. In theorie is het dus mogelijk voor België om een gelijkaardige afspraak met de VS te maken.
Hoe de struikelblokken te overkomen?
Het feit dat president Obama binnen het jaar na de ratificatie van het nieuwe START verdrag (februari 2012) opnieuw onderhandelingen wil opstarten over een nieuw akkoord tussen VS en Rusland over tactische kernwapens is een dankbare deadline om uit de VS-Russische impasse te geraken. In het voorjaar van 2012 zal er ook een belangrijke NAVO-top plaatsvinden in Washington. Het zou een goede zaak zijn moest de Nucleaire Planninggroep van de NAVO (zonder Frankrijk dus) binnen het jaar een duidelijk NAVO-mandaat kan geven aan de VS voor de terugtrekking van haar kernbommen. Het wordt een zeer technische en bureaucratische zoektocht naar een oplossing, maar België kan hierin een positieve bijdrage leveren.
De cohesie binnen de NAVO en de Trans-Atlantische band die tot nu toe belichaamd wordt door de Amerikaanse tactische kernwapens in Europa kan vervangen worden door een nieuw soort lijm. Voor sommige landen is dat het rakettenschild van de NAVO, voor anderen betekent dat meer zichtbare NAVO aanwezigheid zoals gemeenschappelijke manoeuvres en nieuwe militaire infrastructuur. Ook over dat soort onderwerpen kan men tegen de NAVO top in Washington overeenstemming krijgen, want de NAVO herbekijkt in 2011 zijn defensie -en afschrikkingpolitiek.
Voor struikelblok Frankrijk zijn er niet veel elegante oplossingen. Men kan proberen om binnen de NAVO tegemoet te komen aan de bezorgdheden van Frankrijk, maar wellicht wil het land vooral horen dat de eigen ‘force de frappe’ onaangetast blijft.
Conclusie
Positief is dat er momenteel voldoende politiek draagvlak lijkt te bestaan om de kernwapens uit Europa te laten verdwijnen. Het is echter bedroevend dat van dit momentum niet volop gebruik kan worden gemaakt. Terwijl een land als België in principe op eigen houtje met de VS kan overeenkomen om de wapens weg te halen, staat het lidmaatschap van een militaire alliantie zoals de NAVO dat blijkbaar in de weg. Moeilijk te bereiken consensus zal bovendien gepaard gaan met een militaire afruil waarbij de invloed van de NAVO nog verder zal toenemen (rakettenschild en meer militaire installaties) in Europa. En dat is iets waar onze vredesbeweging niet op staat te wachten.