Economische ongelijkheid: de behoeften van velen tegenover de hebzucht van enkelen

Image
1%

Shutterstock.com

Economische ongelijkheid: de behoeften van velen tegenover de hebzucht van enkelen
Dossier
12 minuten

De rijkste 1% van de mensheid heeft 42 biljoen (42.000 miljard!) dollar aan nieuwe rijkdom vergaard in het afgelopen decennium, dat blijkt uit een recente analyse van de NGO Oxfam.

De reden daarvoor is dat het heersend neoliberaal kapitalistisch systeem de allerrijksten begunstigt, wat nog wordt bevorderd door bewust overheidsbeleid. De zeer rijken zijn bovendien niet louter de begunstigden van de bestaande economische orde. Ze hebben de controle over de werking van het mondiale economische systeem. In dit systeem ligt rendement op kapitaal bijvoorbeeld hoger en groeit het sneller dan het inkomen op loon (economische groei), dat veel zwaarder wordt belast. De ongelijkheid neemt bijgevolg disproportioneel toe in het voordeel van de meest kapitaalkrachtigen. Daarnaast hebben landen over de hele wereld de belastingen op de allerrijksten het afgelopen decennium verder verlaagd.

Het totaal achterhaalde idee achter dit neoliberaal economisch en fiscaal beleid is dat het de economie moet stimuleren en via een ‘trickle-down’ effect voordelig moet zijn voor iedereen, maar de resulterende gapende ongelijkheid blijkt verre van een elixer voor algemene sociaaleconomische welvaart. Gunstmaatregelen en fiscale achterpoortjes voor de rijken vergroten niet alleen de economische ongelijkheid, maar hebben ook geen effect op de economische groei en werkloosheid.

Ultra-rijken en miljardairs

Het aandeel van het nationaal inkomen dat naar de top 1% van de verdieners gaat in de G20-landen -de groep van grootste economieën ter wereld- is de afgelopen vier decennia met 45% gestegen. In dezelfde periode zijn de belastingtarieven op hun inkomens met ongeveer een derde gedaald. Oxfam berekende in een ander onderzoek dat de mondiale “strijd tegen eerlijke belastingen” die de economische en politieke elites in de G20-landen voeren, sinds 1980 geresulteerd heeft in een verlaging met 32% van de belastingen voor de allerrijksten. Het gevolg is dat zij in de meeste van deze landen een lager effectief belastingtarief betalen dan de gemiddelde werknemer. De ‘EU Tax Observatory’ schat dat ‘s werelds miljardairs slechts het equivalent van 0 tot 0,5% van hun vermogen aan effectieve belastingen betalen.

Van de westerse G20-landen heeft de Verenigde Staten veruit de grootste inkomens- en vermogenskloof. Volgens ‘Americans for Tax Fairness’ (ATF) bereikte het gezamenlijke fortuin van de 806 miljardairs in de Verenigde Staten in april dit jaar een recordhoogte van 5,8 biljoen (5800 miljard!) dollar. Het gaat bijna om een verdubbeling -met 2,9 biljoen dollar- van het vermogen van de VS-miljardairs sinds eind 2017, toen de regering Trump wetgeving ter verlaging van de belastingen voor de allerrijksten en grote bedrijven invoerde. Onder de huidige regels mag niets van die 2,9 biljoen dollar aan vermogensaanwas -kapitaalsopbrengsten zijn de belangrijkste vorm van inkomen voor de ultra-rijken- ooit worden belast. (De Democratische presidentskandidate Kamala Harris belooft Trumps hervormingen te schrappen en de superrijken hoger te belasten.)  

De 806 miljardairs in de VS bezitten nu meer dan 50% meer rijkdom dan de hele onderste helft van de samenleving, of ruwweg 65 miljoen huishoudens. In iets meer dan zes jaar tijd hebben de 10 rijkste personen onder hen (met op de eerste en tweede plaats de alom bekende Elon Musk en Jeff Bezos) hun vermogen nog sneller zien groeien dan dat van hun collega-miljardairs – met een verbazingwekkende 153%. De 25 rijkste miljardairs in de VS zijn vandaag als groep net zoveel waard (2,3 biljoen dollar), als alle miljardairs in het land tien jaar geleden samen waard waren.

Om deze hallucinante bedragen in perspectief te plaatsen: het bruto binnenlands product (BBP) van België bedroeg in 2023 zo’n 632,2 miljard dollar. De 25 rijkste miljardairs in de VS bezitten dus bijna vier keer meer dan de totale toegevoegde waarde van alle in België geproduceerde goederen en diensten in 2023. Het volledig werkbudget van het VN Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden (OCHA) bedroeg in 2022 30 miljard dollar – en dat was een recordjaar wegens de gulle bijdragen van de donorlanden na de Russische invasie van Oekraïne. De 25 rijkste miljardairs in de VS bezitten dus meer dan 75 keer het werkbudget van het internationaal agentschap dat in 2022 in 69 landen zo’n 159 miljoen mensen in complexe noodsituaties bereikte. (Slechts 79% van het aantal mensen dat toen volgens de OCHA dringende humanitaire assistentie nodig had.)

Forbes telde in april dit jaar een recordaantal van 2781 miljardairs in de wereld, met een gezamenlijk vermogen van 14,2 biljoen dollar – meer dan het BBP van elk land in de wereld behalve China en de VS. In dit tijdperk van ongekende rijkdom wordt dan ook vaak geschermd met het argument dat de mensheid het nog nooit zo goed heeft gehad als nu, maar dat blijkt zeer relatief te zijn.

De rijkdom van ‘s werelds miljardairs stijgt exponentieel in een context van groeiende ellende voor grote delen van de wereldbevolking. In een recent gepubliceerd rapport van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), wordt geschat dat 713 tot 757 miljoen mensen vorig jaar "honger leden" (dat is respectievelijk 8,9 tot 9,4% van de wereldbevolking). Het gaat om een stijging van meer dan 152 miljoen mensen in vergelijking met 2019.

Kortom de ongelijkheid in de wereld heeft een obsceen niveau bereikt en tot nu toe hebben regeringen gefaald om mens en planeet te beschermen tegen de catastrofale gevolgen ervan.

Ongelijkheid is multidimensionaal

Ook in Europa, dat de minst ongelijke landen ter wereld telt, zagen we de ongelijkheid de afgelopen decennia (sinds 1980) aanzienlijk groeien, mede gestimuleerd door allerlei fiscale gunstmaatregelen. In Frankrijk voert president Macron bijvoorbeeld een fiscaal beleid dat zeer voordelig is voor de megarijken. Sinds hij in 2017 de vermogensbelasting en de belasting op dividenden uit aandelen afschafte, is de rijkdom van deze geprivilegieerde groep de hoogte ingeschoten. Slechts drie van de 36 OESO-landen (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) hanteren momenteel een vermogensbelasting. In 1990 waren dat er nog twaalf.

De belastingverlagingen en voordelen voor de allerrijksten en de grote transnationale bedrijven worden overal gefinancierd door besparingen op en de inkrimping van openbare diensten.

In het meest ongelijke land in West-Europa, het Verenigd Koninkrijk, heeft een beleid van bezuinigingen op het sociaal vangnet, in combinatie met de Covid19-pandemie, toenemende huurprijzen en stijgende energierekeningen de ongelijkheid de afgelopen vijftien jaar aanzienlijk verergerd. Terwijl de armoede in het ‘onderste’ deel van de samenleving is toegenomen, zagen de rijksten hun vermogen verder aangroeien. De kloof tussen arm en rijk in het Verenigd Koninkrijk is nu net zo groot als aan het begin van de jaren 1930. Volgens het ‘Office for National Statistics’ heeft de rijkste 20% van het land 36% van het inkomen en 63% van de rijkdom in handen, tegenover 8% van het inkomen en amper 0,5% van de rijkdom voor de armste 20%.

Het multidimensionale karakter van ongelijkheid is onmiskenbaar. Onderzoek toont aan dat een disproportioneel ongelijke verdeling van inkomens en rijkdom allerlei maatschappelijke problemen in de hand werkt, van een slechtere persoonlijke gezondheid tot meer geweld (zowel interpersoonlijk als staatsgeweld). Basisvoorzieningen zoals gezondheidszorg en onderwijs zijn niet voor iedereen in gelijke mate beschikbaar en vaak wordt deze ongelijkheid van kansen doorgegeven van generatie op generatie. Sociale afkomst, gender, etnische achtergrond of woonplaats zijn enkele van de factoren die een rol spelen bij het reproduceren van ongelijkheid.

Een nieuwe analyse van de ‘Equality Trust’ bevestigt dat grote economische ongelijkheid het algemeen welzijn in negatieve zin beïnvloedt. Ongelijkheid, benadrukken de auteurs van dit onderzoek, Wilkinson en Pickett, versterkt het idee dat rijke mensen meer intrinsieke waarde hebben dan mensen met meer bescheiden middelen. Binnen deze ongelijke sociale realiteit viert status, bepaald door inkomen en rijkdom, hoogtij, waardoor heel wat mensen "overmand worden door een gevoel van ontoereikendheid en depressie".

Naast een resem aan mentale en fysieke gezondheidsproblemen veroorzaakt ongelijkheid en economisch onrecht ook een afname van de sociale cohesie en de sociale mobiliteit, evenals een verlies aan vertrouwen in de samenleving en de democratische instellingen. Het wekt onvrede en desillusie in de hand, en het gevoel dat het systeem corrupt is, opgezet tegen of ten gunste van bepaalde groepen. Mensen gaan daardoor meer openstaan voor politieke partijen met rechts-populistische en extreemrechtse uitsluitende discours, waarbij ‘de ander’ (de immigrant, de moslim, de anderstalige,…) als oorzaak voor alle kwalen wordt aangeduid. De opmars van extreemrechts in Europa kan hier niet van losgekoppeld worden. Economische ongelijkheid draagt bij aan politieke polarisatie en voedt autoritarisme. Op die manier vormt de obscene en snel toenemende ongelijkheid een ernstige bedreiging voor de democratie.

Al is de manier waarop het macro-economisch beleid wordt bepaald in de wereld doorgaans ook niet het resultaat van een democratisch proces. Economische beleidsvorming wordt in grote mate uitbesteed aan technocraten en instellingen buiten de directe controle van verkozen politieke vertegenwoordigers. Op internationaal niveau zijn er bijvoorbeeld het Internationaal Muntfonds en de Wereldbank, en op nationaal niveau zijn er de Centrale Banken die een grote impact hebben op de maatschappij.

Daarnaast is het ook zo dat financiële en economische rijkdom zich effectief vertaalt in politieke macht. Het zijn de belangen van de welgestelden en de grote bedrijven die het vaakst vertaald worden in beleidsvorming. Naarmate de economische ongelijkheid toeneemt, neemt dus onvermijdelijk de politieke ongelijkheid toe en vice versa. In een land als de Verenigde Staten, waar vrijwel geen beperkingen gelden voor campagnebijdragen, neemt deze verstrengeling van macht extreme vormen aan. Ook de media (zowel de reguliere als sociale media) zijn vaak in handen van grote private bedrijven in het bezit van een elitegroep ultrarijken, wat dan weer leidt tot een discours dat het heersende economische systeem bekrachtigt en reproduceert.      

Systemische ongelijkheid vormt niet alleen een bedreiging voor de democratie en de maatschappij, maar ook voor het klimaat. s’ Werelds rijksten hebben een enorme ecologische voetafdruk. De rijkste 1% stoot nu evenveel broeikasgassen uit als de armste 66% van de wereldbevolking. Tegelijk heeft deze elitegroep de beste mogelijkheden om zich tegen de ergste gevolgen van de opwarming van de aarde te beschermen.  

Iedereen weet ondertussen ook dat de bevolkingen in de armste landen de grootste gevolgen dragen van de klimaatverandering waar de rijke landen historisch het meest verantwoordelijk voor zijn. En binnen landen zelf, blijkt de milieudegradatie groter te zijn naarmate de ongelijkheid tussen arm en rijk groter is. Milieuschade (water en grondvervuiling, …), en de (medische) gevolgen ervan concentreren zich bovendien voornamelijk in de armste gemeenschappen en buurten. Het is doorgaans daar dat de vuilnisbelten, kerncentrales, vervuilende industrieën, enz. gevestigd zijn.

Miljardairstaks

Het is duidelijk dat het aanpakken van de obscene ongelijkheid binnen landen en op wereldschaal zowel een morele, sociale, ecologische als economische noodzaak is. Dit inzicht lijkt zich gradueel ook meer te verspreiden. Een ‘remediërende maatregel’ die momenteel een zeker politiek momentum aan het vergaren is, is de invoering van een wereldwijde belastingnorm voor miljardairs, de zogenaamde miljardairstaks.

Oxfam publiceerde zijn laatste ongelijkheidsrapport vlak voor de bijeenkomst van de G20-ministers van Financiën en voorzitters van de Centrale Banken, die eind juli doorging in Rio de Janeiro. De NGO richtte zich daarin aan de verzamelde hoogwaardigheidsbekleders met een pleidooi voor een miljardairstaks.  

Hervormingen van belastingstelsels zijn geen vervanging voor de intrinsieke problemen van het neoliberale kapitalistische systeem. Ze kunnen net gebruikt worden om dit economisch systeem en de kwalijke gevolgen ervan te bestendigen door de scherpe randjes er van af te knibbelen. Maar tegelijkertijd zijn het ook instrumenten waarover regeringen beschikken om een betere herverdeling van de rijkdom te bevorderen. Zo zou een miljardairsbelasting de grote economische ongelijkheid en haar consequenties helemaal niet kunnen oplossen, maar met de opbrengst van zo’n wereldwijde taks zou men wel een begin kunnen maken met het terugdraaien van de schade die de afgelopen decennia werd aangericht. De gegenereerde inkomsten zouden bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden om een reeks publieke prioriteiten te ondersteunen -van klimaatinvesteringen tot onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur- waarvan iedereen profiteert.

Brazilië, dat momenteel het roterend voorzitterschap bekleedt van de G20, heeft van de strijd tegen de armoede en de mondiale ongelijkheid van de rijkdom een prioriteit gemaakt, en pleit binnen dit forum voor een wereldwijde minimumbelasting voor miljardairs. De plannen van de Braziliaanse president Inácio Lula da Silva kunnen op de steun rekenen van ministers in Zuid-Afrika, Duitsland en Spanje. De linkse Spaanse coalitieregering voerde vorig jaar in eigen land overigens progressieve belastinghervormingen door -met een tijdelijke vermogensbelasting of “solidariteitstaks” op de grootste fortuinen, en verhogingen van de vennootschapstaks en de belastingen op kapitaalswinst- met het oog op grotere sociaal-economische rechtvaardigheid.

Nationale actie is onmisbaar, maar mondiaal kapitaal respecteert geen nationale grenzen. Om belastingontwijking en -ontduiking door de ultrarijken tegen te gaan, is er wereldwijde samenwerking nodig.

In de aanloop naar de bijeenkomst van de G20-ministers van Financiën en voorzitters van de Centrale Banken in juli, publiceerden 19 voormalige staats- en regeringshoofden van G20- en hogere inkomenslanden een open brief aan de huidige G20-leiders met het expliciete verzoek om het Braziliaanse voorstel voor een mondiaal akkoord om ‘s werelds ultrarijken te belasten, te steunen. Bij de ondertekenaars vinden we o.a. de voormalige premiers van België, Yves Leterme, Nederland, Jan Peter Balkenende, en Frankrijk, Dominique de Villepin.    

Over de hele wereld en over het hele politieke spectrum kan het idee om de ultra-rijken te belasten in het algemeen op de consistente steun van het publiek rekenen. Zelfs onder de 'geviseerde' rijken zelf zijn er overtuigden. Zo verzocht een groep steenrijke Amerikanen, verenigd onder de noemer ‘Patriotic Millionaires’, hun regering vorig jaar nog om hen veel zwaarder te belasten. Ze waarschuwden dat de VS in een staat van “eeuwige chaos” zal blijven tot de wetgevers de moed hebben om de verslechterende ongelijkheidscrisis aan te pakken. “We bereiken een punt waarop de concentratie van rijkdom simpelweg onhoudbaar is”, aldus de voorzitter van de groep, die een progressieve belastinghervorming voorstelt.

Haalbaarheid

In opdracht van de Braziliaanse regering onderzocht de gerenommeerde Franse econoom Gabriel Zucman (Universiteit van Californië) de haalbaarheid van een wereldwijde belasting op miljardairs. Volgens Zucmans rapport zou de invoering van een gemeenschappelijke minimumbelasting die het equivalent is van 2% van hun vermogen, jaarlijks tot 250 miljard dollar aan inkomsten kunnen genereren – een bedrag dat ongeveer overeenkomt met de economische schade die vorig jaar is veroorzaakt in de wereld door extreme weersomstandigheden. Indien toegepast op alle individuen met een nettowaarde van meer dan $100 miljoen zou deze heffing een veelvoud opleveren.

Internationale fiscale samenwerking ligt moeilijk, maar is niet onmogelijk. In 2021, na tien jaar van besprekingen, kwamen 136 landen -ondanks de weerstand van machtige landen als de VS- bijvoorbeeld overeen om een mondiaal vennootschapsbelastingtarief van minstens 15% op te leggen om ervoor te zorgen dat multinationale bedrijven een ‘eerlijker’ deel van de belastingen zouden betalen.  

Het overeengekomen tarief van 15% is echter veel te laag om armoede en ongelijkheid tegen te gaan. Het gemiddelde belastingtarief van de vennootschapsbelasting in geïndustrialiseerde landen lag in 2021 op 23,5%, een pak hoger dan de overeengekomen ondergrens van 15%. De nieuwe standaard (van kracht sinds 1 januari dit jaar), werd door tal van rijke landen dus aangegrepen als een excuus om hun vennootschapsbelastingtarieven te verlagen. Mondiale maatregelen zijn uiteraard alleen effectief als ze ook relevant zijn, anders schieten ze hun doel voorbij.

Er wordt in de discussie rond een wereldwijde miljardairsbelasting geschermd met allerlei praktische en technische bezwaren. Maar volgens verschillende experten, waaronder een onderzoek van de ‘London School of Economics’, is het een haalbaar idee. “Een gemeenschappelijke belastingstandaard voor miljardairs is technisch mogelijk”, betoogt ook Zucman. "Het invoeren ervan is een kwestie van politieke wil” – die mede bepaald wordt door de invloed die de ultrarijken hebben op het economisch beleid.

Die politieke wil blijft voorlopig ontbreken. Bepaalde landen liggen dwars, waaronder het VK, de VS en het van gedacht veranderde Duitsland. De vertegenwoordigers van de G20-landen -waar ongeveer 80% van 's werelds miljardairs woont- hebben Lula's streven naar een vermogensbelasting voor miljardairs uiteindelijk afgewezen door er tijdens de voorbije bijeenkomst zelfs niet over te willen discussiëren. Ze kwamen wel overeen om de internationale belastingsamenwerking te verbeteren en een onderzoek in te stellen naar “belastingen en ongelijkheid”. Eenmaal geïnitieerd, kan het echter jaren duren voordat een dergelijk onderzoek wordt afgerond. Het is een manier om dringend nodige maatregelen op de lange baan te schuiven. De mondiale miljardairstaks zal dus ook geen onderwerp vormen op de komende top van G20-leiders in november. Ondertussen blijft de enorme mondiale economische ongelijkheid pijlsnel toenemen.    

 

 

 


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.


Source URL: https://vrede.be/nieuws/economische-ongelijkheid-de-behoeften-van-velen-tegenover-de-hebzucht-van-enkelen