Inzet van Belgische F16s in Syrië in strijd met het internationaal recht

Image
Inzet van Belgische F16s in Syrië in strijd met het internationaal recht
101st Airborne Division tijdens operatie Inherent Resolve januari 2019 (foto: U.S. Army, SPC. Gyasi Thomasson)
Inzet van Belgische F16s in Syrië in strijd met het internationaal recht
Opinie
8 minuten

Minister van Defensie Goffin en de legertop willen een vlugge beslissing over de vraag van het Amerikaans leger om 4 F16s in te zetten in Irak en Syrië. Nochtans is deze missie niet gedekt door de VN, de VS-politiek in Syrië chaotisch en de Iraakse weerstand tegen de westerse militaire aanwezigheid groot.

Een beslissing is dringend, zo luidt het, zodat er voldoende tijd is om de operatie die op 1 oktober van start moet gaan goed voor te bereiden. Deze week zal de Commissie Landsverdediging zich in principe uitspreken over twee resoluties die overlappend door verschillende regerings- en oppositiepartijen zijn ingediend om deel te nemen aan ‘Operatie Inherent Resolve’ van de Internationale Coalitie. Heikel punt is de vraag in welke mate een dergelijke buitenlandse militaire missie in overeenstemming is met het internationaal recht. Een van de ingediende resoluties (van MR, Open VLD, CD&V, CDH) doet zelfs geen moeite om de geplande Belgische missie in Irak en Syrië te kaderen binnen het internationaal recht. Er is geen referentie aan het VN-Handvest, noch aan een resolutie van de VN-Veiligheidsraad, alsof het doodnormaal is dat we volgens eigen goeddunken in het buitenland militair interveniëren. En dat onder leiding van een grootmacht die onder president Trump de vloer aanveegt met het internationaal recht.

Geen juridische basis

De juridische basis voor deze operatie is sowieso behoorlijk wankel, zo niet onbestaande. In de Commissie Landsverdediging beweerde de verantwoordelijke officier bij zijn voorstelling van de missie, dat die juridische basis vandaag dezelfde is als tijdens de vorige missie van België (juli 2016 tot december 2017). Voor de operatie in Irak is er de vraag van de Iraakse regering om te helpen met het optreden tegen de Islamitische Staat, zo luidt het. Toch is die niet zuiver. Na de Amerikaanse luchtaanval van 3 januari 2020 in Irak die de Iraanse generaal Qassem Soleimani doodde, stemde het Iraakse parlement een resolutie die de terugtrekking eiste van de VS-troepen uit het land. Kort daarvoor, begin december 2019, moest de regering Adel Abdel Mahdi ontslag nemen nadat honderden manifestanten zijn gedood in een periode van grote politieke en economische instabiliteit. Met veel moeite stelde een verre van voltallig Iraaks parlement begin mei een nieuwe regering aan onder leiding van premier al-Kadhimi. Maar in de straten blijven manifestanten de eis voor nieuwe verkiezingen op basis van een nieuwe kieswet herhalen. Het is dus niet duidelijk wat de legitimiteit is van de nieuwe regering die buitenlandse militaire hulp zou inroepen. Bovendien moet in juni het 'Strategic Framework Agreement' tussen de VS en Irak uit 2008 volledig worden heronderhandeld. Het is onduidelijk wat de uitkomst zal zijn van die onderhandelingen en dus dreigt de regering in te stemmen met een Belgische luchtoperatie zonder zekerheid over de aard en inhoud van een akkoord, als dat er al komt. Niet onbelangrijk in het verhaal is de vijandigheid van pro-Iraanse milities in Irak over de VS-aanwezigheid die met de dood van Soleimani alleen maar is toegenomen.

Op het terrein is de situatie helemaal anders dan tijdens de vorige missie

Wat Syrië betreft geeft de betrokken officier in zijn toelichting bij de geplande operatie toe dat het juridische kader ‘minder robuust’ is als in 2016-17. In de andere resolutie die de N-VA, Open VLD en MR indienden wordt verwezen naar een passage van de VN-Veiligheidsraadresolutie 2249 (20 november 2015) waarin VN-leden worden opgeroepen om “alle maatregelen te nemen”, zij het wel “op het territorium onder de controle van de Islamitische Staat” (Daesh). Eerst en vooral heeft Daesh vier-en-een-half jaar later geen controle meer over een territorium. Het Kalifaat bestaat niet meer. De terreurorganisatie heeft haar toevlucht genomen tot "hit-and-run"-acties. President Trump heeft verschillende keren zelf benadrukt dat Daesh is verslagen en daarom ook het nooit uitgevoerde vertrek van de troepen in Syrië aangekondigd. Puur militair gesproken is het twijfelachtig of het inzetten van gevechtsvliegtuigen wel effectief is tegen een diffuus opererende Daesh dat aanslagen en aanvallen uitvoert en snel weer verdwijnt en onderduikt zoals op plaatsen waar burgers verblijven. Bombardementsvluchten kunnen hooguit kwaad bloed zetten bij de bevolking die het risico loopt om zelf het slachtoffer te worden. Laat ons niet vergeten dat volgens de internationale organisatie Airwars, de ‘Internationale Coalitie’ sinds 2014 verantwoordelijk is voor minstens 8250 burgerdoden. België blijft beweren dat onze gevechtsvliegtuigen tijdens vorige missies geen burgerslachtoffers heeft gemaakt, maar door een gebrek aan transparantie is dat onmogelijk te verifiëren.

Laat ons niet vergeten dat volgens de internationale organisatie Airwars, de ‘Internationale Coalitie’ sinds 2014 verantwoordelijk is voor minstens 8250 burgerdoden.

Niet gedekt door het VN-Handvest

Ten tweede staat in de betrokken VN-VR-resolutie 2249 ook heel duidelijk dat de genomen maatregelen “in overeenstemming met het internationaal recht en meer bepaald met het Handvest van de Verenigde Naties” moeten zijn. Inherent Resolve voldoet niet aan die voorwaarden. In een resolutie van de VN-Veiligheidsraad wordt pas een duidelijk mandaat gegeven als er - zoals gewoonlijk - gerefereerd wordt aan Hoofdstuk VII van het VN-Handvest. En dat is niet het geval. Volgens Hoofdstuk VII moeten overeenkomsten worden gesloten over getalsterkte en aard van de strijdkrachten op initiatief van de Veiligheidsraad (art 43). Sterkte, graad van paraatheid en planning voor gezamenlijk optreden worden eveneens door de Veiligheidsraad vastgesteld (art 45). Dat geldt ook voor plannen voor het gebruik van geweld die door de veiligheidsraad worden opgesteld met hulp van een Generale Staf-Comité (art 46), dat door de Veiligheidsraad wordt aangesteld en onder zijn toezicht wordt geplaatst. In dit geval is de Veiligheidsraad op geen enkele wijze betrokken bij ‘Operatie Inherent Resolve’ en zo dus ook in strijd met het VN-Handvest. Het is een door de VS geleide operatie van een 'Internationale Coalitie' van een beperkt aantal landen.

In een resolutie van de VN-Veiligheidsraad wordt pas een duidelijk mandaat gegeven als er - zoals gewoonlijk - gerefereerd wordt aan Hoofdstuk VII van het VN-Handvest. En dat is niet het geval.

Onder leiding van chaotische Syriëpolitiek van Trump

Ook politiek is de situatie grondig gewijzigd. De vorige deelname van België begon onder het presidentschap van Obama. Sinds president Trump aan de macht is, is het Amerikaans Syriëbeleid een grote chaos. Er zit geen politieke lijn in. Een duidelijke strategie ontbreekt en zit vol paradoxen. Op het terrein wordt de strijd tegen Daesh gevoerd door de Syrische Democratische Krachten (SDF), waarvan de Koerdische Zelfbeschermingseenheden de hoofdmoot uitmaken. ‘Operatie Inherent Resolve’ opereert in de zone onder controle van de SDF aan wie de ‘Internationale Coalitie’ luchtsteun levert. Maar in een poging om NAVO-bondgenoot Turkije te paaien, die de Koerdische militie als ‘terroristen’ beschouwt, gaf Trump vorig jaar groen licht voor een Turkse invasie die eindigde met een bezetting van een brede strook in de noordelijke grensstreek tussen Tel Abyad en Ras al-Ayn in weerwil van het internationaal recht. Het Turkse leger schakelde daarvoor huurlingen in waarvan velen het extremistische gedachtegoed aanhangen verwant aan dat van Daesh en die in de verschillende zones waar Turkije binnenviel etnische zuiveringen en oorlogsmisdaden begaan. De landen van de ‘Internationale Coalitie’ kijken de andere kant op.

Sinds president Trump aan de macht is, is het Amerikaans Syriëbeleid een grote chaos. Er zit geen politieke lijn in. Een duidelijke strategie ontbreekt en zit vol paradoxen.

Tot slot zou de deelname van Belgische gevechtsvliegtuigen aan een gevechtsmissie ook ingaan tegen de oproep die VN-Secretaris-Generaal Antonio Guterres op 23 maart lanceerde om te komen tot een “onmiddellijk wereldwijd staakt-het-vuren” zodat alle aandacht naar de strijd tegen de COVID-19 pandemie kan gaan. Ook speciaal VN-gezant voor Syrië, Geir Pedersen, deed een duidelijke oproep voor een ‘totaal’ en ‘onmiddellijk’ staakt-het-vuren in heel Syrië. Op 19 mei spraken België samen met Duitsland hun steun uit aan Pedersen. In het communiqué dat beide landen verspreidden staat letterlijk: “We steunen volledig het standpunt van de speciale gezant Pedersen over de noodzaak van een landelijk staakt-het-vuren”. Hoe valt een deelname aan een gevechtsmissie daarmee te rijmen? Daarenboven is er ook de contradictie met de oproep van de Belgische regering eind februari voor een staakt-het-vuren in Idlib en om een politieke dialoog aan te gaan, hoewel het Russische argument voor een militair optreden gelijkaardig is als dat van de Internationale Coalitie, namelijk de strijd tegen het terrorisme. Idlib staat immers grotendeels onder controle van Hayet Tahrir al-Sham dat voorheen onder de naam Jabhat al Nusra als afdeling van al-Qaida door het leven ging. VN-Resolutie 2249 waarop de voorstanders van de Belgische missie zich beroepen stelt trouwens letterlijk om ook ‘alle maatregelen te nemen tegen "entiteiten geassocieerd aan al Qaida”. Dus: waarom zou Moskou dan niet mogen doen wat wij doen?

Speciaal VN-gezant voor Syrië, Geir Pedersen, deed een duidelijke oproep voor een ‘totaal’ en ‘onmiddellijk’ staakt-het-vuren in heel Syrië.

Geloofwaardigheid van België staat op het spel

De militaire inspanning zou 20 miljoen euro kosten (4 gevechtsvliegtuigen en 95 militairen grondpersoneel). Is het niet effectiever om dat bedrag te besteden aan humanitaire hulp, zodat jonge mensen niet verleid worden om mee te stappen in de oorlogseconomie van gewapende milities. Bovendien worden veel te weinig internationale inspanningen geleverd voor een deftige en beveiligde plaatselijke infrastructuur voor de honderden gevangen extremistische strijders en voor steun aan de juridische begeleiding en berechting van de lokale autoriteiten. In vluchtelingenkampen zoals al-Hole wordt het ook steeds moeilijker om extremistische Daesh-vrouwen in toom te houden. Dat verdient een dringende aanpak die nu wordt veronachtzaamd.

De geloofwaardigheid van België is in het geding als het zich als een vazalstaat van de VS opstelt, die onder president Trump de vloer aanveegt met het internationaal recht

Als België echt wil bijdragen aan de strijd tegen de terreur, dan is op dat terrein veel werk aan de winkel. Als lid van de VN-Veiligheidsraad zou België niet alleen een slecht signaal geven door mee te stappen in een illegale militaire operatie die niet gedekt is door de VN, maar ook omdat ons land geen zichtbare ernstige spanningen levert om te werken aan een politieke oplossing voor zowel de oorlog in Syrië als de strijd tegen de terreur die, zoals de VN begin 2015 voorstelde, op veel niet-militaire terreinen dient te worden aangepakt. De geloofwaardigheid van België is in het geding als het zich als een vazalstaat van de VS opstelt, die onder president Trump de vloer aanveegt met het internationaal recht, die zich uit het ene internationaal akkoord na het andere terugtrekt en er alleen op uit is het internationaal rechtssysteem zoals dat na de Tweede Wereldoorlog is ontstaan te vernietigen.


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Campagne

De regering heeft beslist om 34 nieuwe gevechtsvliegtuigen aan te schaffen. Een peperdure aankoop die gemakkelijk 5 miljard euro kan kosten. De vredesbeweging voert campagne tegen de absurde geldverkwisting aan deze moorddadige toestellen.

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.


Source URL: https://vrede.be/nieuws/inzet-van-belgische-f16s-syrie-strijd-met-het-internationaal-recht