Opflakkering van conflict in Congo heeft economische grondslag

Image
Kobalt

Artisanaal ontginnen van kobalt in de DRC, 2020; Flickr, CC-BY-2.5

Opflakkering van conflict in Congo heeft economische grondslag
Artikel
9 minuten

De burgerbevolking in Kivu, de oostelijke regio van de Democratische Republiek Congo (DRC) is al decennialang het slachtoffer van een aanhoudende humanitaire crisis, die wordt gekenmerkt door oorlogsgeweld, moord, ontheemding, verkrachting en vernieling. De recentste escalatie werd veroorzaakt door een nieuw offensief van de rebellengroep M23, actief gesteund door het Rwandese leger.

Na een bliksemopmars van enkele weken, die begon na het mislukken half december van de bemiddeling tussen de Democratische Republiek Congo (DRC) en Rwanda (onder auspiciën van Angola), trokken M23-rebellen op zondag 26 januari de oostelijke stad Goma binnen, waar ze slag leverden met de gewapende Congolese strijdkrachten (FARDC). Het geweld, de chaos en de plunderingen die daarmee gepaard gingen, werden nog verergerd door een massale uitbraak van gedetineerden uit de gevangenis van Goma. Enkele dagen later leken de rebellen de controle over de stad volledig overgenomen te hebben.

Goma, de hoofdstad van de provincie Noord-Kivu in het oosten van de DCR telt meer dan 1 miljoen inwoners, en nog eens zoveel vluchtelingen (een groot deel in omringende tentenkampen) die er de afgelopen jaren een veilige haven zochten tegen het steeds terugkerende geweld in de regio. Volgens de hoge Commissaris voor Vluchtelingen van de VN zijn er sinds begin dit jaar opnieuw 500.000 Congolezen op de vlucht gedreven door het escalerende geweld.  

Toen het nieuws over de inname van Goma zich verspreid had, trokken boze demonstranten in de Congolese hoofdstad Kinshasa de straten op om hun ongenoegen hierover te uiten. Er braken daarbij rellen uit. De ambassade van buurland Rwanda werd geviseerd omwille van de politieke en militaire steun die het land aan de gewelddadige M23-rebellen verschaft, maar ook de ambassades van België, Nederland, Frankrijk, Kenia en de VS werden aangevallen door woedende menigtes, omwille van hun passiviteit ten opzichte van de reeds jarenlange Rwandese inmenging in de DRC en het oorlogsgeweld in het algemeen.

Voorgeschiedenis

Terwijl de wereld er grotendeels het zwijgen toe doet, worden de burgers van de DRC, in het bijzonder in het oosten van het land, al meer dan 30 jaar geplaagd door oorlogen en gewelddadige opstanden. M23 is verre van een onbekende factor in deze geschiedenis. De rebellen veroverden Goma al eens in 2012, waar ze meer dan een jaar lelijk huishielden, tot ze verdreven werden door FARDC-troepen en hun bondgenoten van de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC). Het bestaan en de acties van de M23-militie passen in een terugkerend patroon.

Na de genocide van 1994 op de Tutsi's in het kleine Congolese buurland Rwanda, ontving het oosten van de DCR (toen Zaïre) een toevloed van Rwandese vluchtelingen. De vluchtelingenbevolking werd echter ook geïnfiltreerd door Interahamwe-militieleden (de Hutu-daders van de genocide). Het Rwandees Patriottisch Front (RPF), onder leiding van commandant Paul Kagame, begon het oosten van Zaïre daarop binnen te vallen om op deze Hutu-rebellen te jagen.

De Rwandese invasie van 1996 -die de steun kreeg van de Verenigde Staten- leidde tot de Eerste Congo Oorlog, waarin het RPF, samen met Oeganda en Burundi, aan de zijde vocht van de 'Alliance des Forces Démocratiques pour la Libération du Congo-Zaire' (AFDL), een binnenlandse rebellengroep onder leiding van Laurent Kabila, die strijd leverde tegen het regime van Mobutu. In 1997 eindigde deze oorlog met het presidentschap van Kabila, die Rwanda en Oeganda de vrijheid gaf om te opereren in de Congolese provincies Ituri en Zuid- en Noord-Kivu. Kabila kwam in 1998 terug op de afspraken die hij met zijn buurlanden had gemaakt, waardoor de onderlinge relaties snel verzuurden.

In augustus 1998 werd de stad Goma daarop ingenomen door de nieuw gevormde rebellengroep 'Rassemblement Congolais pour la Démocratie' (RCD), die een militaire campagne was begonnen tegen Kabila. Dit vormde het startsein van de Tweede Congo Oorlog. De RCD werd opgericht met uitgebreide financiële, militaire en organisatorische steun van Rwanda en Oeganda. De kern van de RCD bestond uit voormalige ADFL-leden. Er waren meerdere pogingen om de oorlog te staken (o.a. het staakt-het-vurenakkoord van Lusaka in 1999), maar uiteindelijk kwam die officieel tot een einde in 2003, met de installatie van een overgangsregering die Joseph Kabila -na de moord op zijn vader in 2001- aan het hoofd van de staat plaatste.

De opstanden in het oosten van het land bleven echter aanhouden en er leken dagelijks nieuwe milities te ontstaan. De RCD viel uiteen in verschillende facties met meerdere leiders, en er vormden zich nieuwe milities die vlot van leiderschap en naam wisselden. In december 2006 stichtte Laurent Nkunda de gewapende groepering ‘Congrès national pour la défense du peuple’ (CNDP), die tot aan de ondertekening van een vredesverdrag met de regering van de DRC in 2009, zeer actief was in de regio's Noord- en Zuid-Kivu. Zoals afgesproken werd de CNDP een politieke partij en integreerden de rebellen zich in het Congolese leger. Een groep misnoegde voormalige militieleden stapte in april 2012 echter terug uit het leger en lanceerde M23 in Noord-Kivu.

Na meer dan een jaar van gevechten met de FARDC, tekende de M23 in november 2013 een wapenstilstand. Dit betekende geen einde aan de instabiliteit in het oosten van de DCR -er opereren namelijk meer dan 100 gewapende groepen in de regio- maar luidde wel een relatieve kalmte in van de kant van M23. Een offensief van een herrezen M23 deed het conflict in 2021 echter weer oplaaien. In 2022 veroverden M23-strijders Bunagana, een grensstad met Oeganda, die ze sindsdien als uitvalsbasis gebruiken om territorium te veroveren in de provincie Noord-Kivu.

Sinds december 2023 maakt M23 deel uit van ‘Alliance Fleuve Congo’, een coalitie van rebellengroepen en politieke partijen onder leiding van de voormalige voorzitter van de Nationale Electorale Commissie, Corneille Nangaa. Zijn objectief is de omverwerping van de huidige regering van president Felix Tshisekedi. M23 is de belangrijkste gewapende groep binnen Alliance Fleuve Congo.

Na de inname van Goma deze week, lijken de M23-rebellen nu van plan om zuidwaarts te trekken, richting Bukavu, de hoofdstad van de provincie Zuid-Kivu, om hun controlegebied in het oosten van de DRC verder uit te breiden. Nog voor het Goma-offensief zei Nangaa in een interview: “Ons doel is niet Goma, noch Bukavu, maar Kinshasa, de bron van alle problemen”. Dit kan het begin zijn van een Derde Congo Oorlog

Natuurlijke rijkdommen

Er is een belangrijke economische aanjager in het spel. De overvloed aan natuurlijke hulpbronnen die de DRC rijk is -waaronder metalen en mineralen zoals goud, tin, kobalt en coltan- hebben een aanhoudende cyclus van corruptie en bloedvergieten op gang gebracht. De onaangeboorde reserves ruwe mineralen in de Congolese grond zijn naar schatting meer dan 24 biljoen dollar waard. Private gewapende groepen, lokale milities en buitenlandse actoren strijden allemaal om de controle over deze natuurlijke rijkdommen.

De aanhoudende oorlog en instabiliteit in het oosten maken het illegaal transport van artisanaal gedolven mineralen naar de buurlanden mogelijk. Rwanda, maar ook Oeganda en Burundi, houden de instabiliteit die een transnationale oorlogseconomie faciliteert, tot vandaag heimelijk in stand via het steunen van gewelddadige rebellengroepen en andere niet-statelijke actoren, al dan niet voortgekomen uit de grote Congo Oorlogen.

De DRC beschuldigt Rwanda al jaren van steun aan de M23, die voornamelijk rekruteert onder Congolese Tutsi's die zich gemarginaliseerd voelen. Rwanda ontkent systematisch, en beschuldigt Congo op zijn beurt van het steunen van de ‘Forces démocratiques de libération du Rwanda’ (FDLR), een gewelddadige Hutu-rebellengroep actief in het oosten van de DRC, bestaande uit Rwandezen die zich verzetten tegen “de invloed van de etnische Tutsi's”. (Een groot deel van de FDLR-commandanten zijn ex-'génocidaires', die Rwanda berecht wil zien.) 

Onder meer een rapport van 'Human Rights Watch' uit 2022 bevestigt dat het Congolees leger de FDLR steunt en gebruikt als proxy-strijdkracht tegen M23. Eveneens in 2022 concludeerde een expertenrapport van de Verenigde Naties dan weer dat er niet alleen “substantieel bewijs” is dat het Rwandese leger M23 steunt met wapens, munitie en uniformen, maar dat het de rebellengroep zelfs rechtstreeks versterkt met Rwandese troepen op Congolees grondgebied “tijdens specifieke operaties”.  

Toch kon de Rwandese president Paul Kagame over de jaren heen blijven rekenen op westerse steun, laat staan dat hij sancties te verduren kreeg. De toestroom vanuit Rwanda van begeerde mineralen naar grote westerse bedrijven, zal daar zeker niet vreemd aan zijn.

Het is duidelijk dat de motieven voor de aanhoudende Rwandese militaire inmengingen in het oosten van de DRC weinig te maken hebben met het uitroeien van overblijvende Hutu-rebellen gelinkt aan de Rwandese genocide, maar alles met de overvloedige natuurlijke rijkdommen die in de regio te vinden zijn. Rwanda profiteert al tientallen jaren van de illegale plundering van Congolese minerale rijkdommen via smokkel, gefaciliteerd door de gewapende groepen die het daar steunt.

De inzet voor Rwanda vandaag is de controle over de zeer gewilde coltan-reserves in Congo. Dit mineraal -vaak bestempeld als het ‘nieuwe zwarte goud’- is essentieel voor de productie van mobiele telefoons en bijna elk ander elektronisch apparaat. Volgens bescheiden schattingen bevindt ongeveer 80% van de wereldwijde Coltan-reserves zich in de Congolese bodem.

Door onrechtstreeks instabiliteit te veroorzaken en in stand te houden in Coltan-rijke gebieden in de DCR, is Rwanda erin geslaagd om het afgelopen decennium voor miljarden dollars van het waardevolle mineraal over te hevelen naar eigen land, om het van daaruit als een eigen product te exporteren en buitenlandse investeringen aan te trekken. In 2024 was Rwanda voor de vijfde keer op tien jaar tijd de grootste Coltan-exporteur ter wereld. Multinationals wakkeren de smokkel aan door de oorsprong van de coltan die ze kopen door de vingers te zien. 

Zware menselijke tol

De plundering van Congolese mineralen om de westerse levensstijl in stand te houden is niet louter een economische kwestie, maar is ook een humanitaire kwestie. De permanente staat van oorlog, geweld en instabiliteit heeft de afgelopen decennia een zeer zware menselijke tol geëist in de DRC. In 2008 werd geschat dat de Congo-oorlogen -die vaak een genocide worden genoemd- aan ongeveer zes miljoen mensen het leven kostten. Met het aanhoudend geweld in het oosten van het land is dat aantal vandaag gestegen tot meer dan 12 miljoen!

Naast het verlies van levens blijft ook het aantal ontheemde burgers stijgen. Hele gemeenschappen in de oostelijke provincies Noord-Kivu, Zuid-Kivu, Ituri en Tanganyika zochten de voorbije jaren hun toevlucht in naburige dorpen, steden en provincies. Een groot deel van hen kwam er terecht in onhygiënische vluchtelingenkampen, waar er een gebrek heerst aan voedsel, water en gezondheidszorg. 

Volgens het VN-vluchtelingenagentschap (UNHCR), waren er eind 2023 meer dan 6,2 miljoen mensen intern ontheemd in de hele DRC. Meer dan een miljoen anderen hadden asiel aangevraagd in het buitenland, het merendeel in de buurlanden. Vandaag heeft de VN het over 7 miljoen interne vluchtelingen – meer dan 4 miljoen van hen in het oosten van het land.

Het geweld waarvoor ze op de vlucht sloegen, en dat aangericht wordt door alle gewapende actoren betrokken in het conflict (ook statelijke), is verschrikkelijk. Mensenrechtenorganisaties hebben melding gemaakt van wijdverspreide wreedheden, waaronder bloedbaden, seksueel geweld, verplichte rekrutering en het ronselen van kindsoldaten

Vooral het seksueel geweld, met (groeps)verkrachtingen van vooral vrouwen, maar ook mannen en kinderen, is al decennia een verschrikkelijk kenmerk van de gewapende conflicten in het oosten van de DRC. De wijdverspreide aanwezigheid van wapens maakt het risico op mensenrechtenschendingen en misbruiken nog groter.

In oktober 2010 bracht de VN een rapport uit, waarin de schrijnenden schendingen van de mensenrechten en het internationaal recht tussen 1993 en 2003 in de DRC werden beschreven. De gewelddaden hielden allen verband met de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen, met name coltan en goud.

De huidige militaire escalatie tussen de door Rwanda gesteunde M23-rebellen enerzijds en de Congolese troepen en geallieerde gewapende groepen anderzijds, verergert de mensenrechtencrisis in het oosten van de DRC in sneltempo. De VN en verschillende humanitaire organisaties maakten al melding van aanvallen op kampen voor intern ontheemden en medische faciliteiten, standrechtelijke executies, gedwongen rekrutering en arbeid, en verkrachtingen. De crisis wordt nog verergerd door de beperkte humanitaire toegang tot mensen in nood, voornamelijk door de blokkade van belangrijke routes. 


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.


Source URL: https://vrede.be/nieuws/opflakkering-van-conflict-congo-heeft-economische-grondslag