De moeilijke weg naar vrede in Oekraïne

Image
Alaska

Shutterstock.com

De moeilijke weg naar vrede in Oekraïne
Artikel
16 minuten

Hebben de twee topontmoetingen in Alaska en het Witte Huis over Oekraïne een muis gebaard of vormen ze effectief een eerste stap op weg naar vrede? Er zijn redenen om zowel optimistisch als pessimistisch te zijn. De standpunten van de verschillende partijen lijken wat opgeschoven, maar het blijft een politiek mijnenveld en het wantrouwen tussen de protagonisten is groot. 

Dat er op 15 augustus in Alaska een ontmoeting plaatsvond tussen VS-president Trump en de Russische president Poetin is op zich al historisch te noemen. Het was de eerste keer sinds de Russische invasie van Oekraïne op 24 februari 2022 dat president Poetin werd uitgenodigd in een NAVO-land. Tegen de Russische president loopt een arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof op beschuldiging van oorlogsmisdaden. (De VS heeft zijn handtekening ter erkenning van het Hof in 2002 echter ingetrokken). 

In Alaska ging het niet alleen over Oekraïne. Poetin maakte daags voordien duidelijk dat hij de topontmoeting ook ziet als een kans om New START (het bilateraal akkoord tussen Rusland en de VS dat een limiet plaatst op het aantal strategische kernkoppen tot 1550 elk) te hernieuwen, als een middel om de relaties met de VS te ontdooien. Zonder nieuw akkoord dreigt New START af te lopen in februari 2026 en staat de deur voor een nieuwe kernwapenwedloop helemaal open. De top zou “de voorwaarden voor langdurige vrede tussen onze landen (...) en in de wereld als geheel kunnen scheppen, als we overeenstemming bereiken op het gebied van strategische (nucleaire) offensieve wapenbeheersing”, aldus Poetin tijdens een bijeenkomst op 14 augustus met hoge functionarissen van het Kremlin. Ook president Trump gaf al aan dat het aflopen van New START “een probleem is voor de wereld”. 

Samenwerking in het Noordpoolgebied zou evenzeer aan bod komen in Alaska. Rusland beschikt in tegenstelling tot de VS over een grote vloot ijsbrekers waar het Witte Huis graag beroep op zou doen voor de doorgang van zijn scheepvaartverkeer langs de Noordpool, die door de klimaatverandering bevaarbaarder wordt. Beide landen azen ook op de grondstoffen in dat gebied en hielden eerder al overleg over de ontginning ervan. De VS ziet samenwerking in het Noordpoolgebied als een manier om Rusland los te weken van China, terwijl Rusland graag zijn groeiende economische en technologische afhankelijkheid van China wil afbouwen. 

Hoewel er niet veel informatie verspreid werd over het aandeel van deze en nog andere thema’s op het topoverleg, is het duidelijk dat zeker van de kant van Moskou gestreefd wordt naar een normalisering van de relaties met Washington. 

Vage afspraken

Wat er juist over Oekraïne is afgesproken blijkt niet erg duidelijk. President Trump verklaarde op de afsluitende persconferentie met de gebruikelijke superlatieven dat het een “zeer productieve bijeenkomst” was en dan er over “heel veel punten” overeenstemming was. In werkelijkheid lijkt het erop dat er weinig concreets uit de bus kwam. 

Er kwam geen afspraak over een staakt-het-vuren, hoewel Trump gedreigd had met sancties als Moskou daar geen werk van zou maken. De VS-president zou daarna nog verklaren dat er gauw een bilaterale ontmoeting zal plaatsvinden tussen Poetin en Zelensky, gevolgd door een tripartiete ontmoeting tussen hemzelf, Poetin en Zelensky. Die laatste is daartoe bereid, maar dan wel op voorwaarde dat zijn westerse bondgenoten het eens worden over de veiligheidsgaranties die toekomstige aanvallen, na een vredesregeling, moeten voorkomen. Het Kremlin reageerde erg oppervlakkig met de woorden dat het bereid was om “het niveau” van de discussies te verhogen. Voor een rechtstreekse topontmoeting tussen Zelensky en Poetin was het volgens Moskou nog te vroeg. Er moet eerst meer duidelijkheid komen over hoe en over wat er onderhandeld moet worden. 

Dat een afspraak over een staakt-het-vuren uitbleef in Alaska is weinig verrassend. Rusland handhaaft zijn positie dat het niet akkoord kan gaan met een onvoorwaardelijk staakt-het-vuren, iets waar de Europese Unie enorm hard op hamert. Aan het front, waar Rusland gestaag nieuw grondgebied op Oekraïne verovert, is Moskou in het voordeel. Het lijkt zijn terreinwinst te willen inzetten voor een betere onderhandelingspositie, bv. om tot gebiedsruil te komen. 

Op dit ogenblik bezet Rusland al 88% van de Donbas-regio in het oosten van Oekraïne - bijna heel de oblast (provincie) Loehansk en driekwart van de oblast Donetsk, waar de grootste militaire inspanningen zijn geconcentreerd. Daarnaast controleren Russische troepen ook grote delen van twee andere oblasten, Zaporizja en Cherson, in het zuidoosten van Oekraïne, die de verbinding maken met de eveneens bezette Krim (bezet sinds 2014). Officieel wil Moskou de annexatie van alle vier oblasten plus de Krim, al lijkt het zijn volledige claim op Zaporizja en Cherson inmiddels te hebben laten vallen. Het rekent erop dat het in staat is om de volledige Donbas-regio -d.w.z. de oblasten Loehansk en Donetsk- desnoods via militaire weg te controleren. Oekraïne kan daar in onderhandelingen weinig tegenover plaatsen. Daarnaast heeft Kiev moeite om de nodige mankracht te mobiliseren. In het ergste geval dreigt zelfs een ineenstorting van de Oekraïense frontlijnen. 

Het geloof in een overwinning is ook bij de Oekraïense bevolking aan het tanen. Volgens een Gallup-peiling van deze zomer wil 69% van de bevolking zo vlug mogelijk een onderhandeld einde aan de oorlog, tegenover 24% dat wil doorvechten en blijft geloven in een militaire overwinning. In 2022 waren de verhoudingen nog omgekeerd (22% tegenover 73%). Voor Kiev is het dus van belang om zo vlug mogelijk tot een akkoord te komen, temeer omdat de posities aan het front doorslaggevend zijn: verder vechten vergroot de kans op nog meer territoriale verliezen. Toch is er een mogelijkheid om de Oekraïense onderhandelingspositie te versterken via een deal op het internationale niveau waar een aantal tegemoetkomingen aan Rusland ertoe kunnen leiden dat het zijn territoriale en andere eisen ten aanzien van Oekraïne afzwakt, maar een volledige teruggave van het volledige bezette gebied en het legitieme herstel van de Oekraïense soevereiniteit daar, lijkt niet langer haalbaar. 

Europese rugdekking voor Zelensky

Het was ook uitkijken naar die tweede recente historische topbijeenkomst, op 18 augustus, drie dagen na Alaska, tussen Trump en Zelensky in het Witte Huis. 

De Oekraïense president arriveerde in Washington met in zijn kielzog een delegatie van Europese politieke zwaargewichten (de Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, de Britse premier Keir Starmer, de Finse president Alexander Stubb, de Franse president Emmanuel Macron, de Italiaanse premier Giorgia Meloni, de Duitse bondskanselier Friedrich Merz en NAVO-secretaris-generaal Mark Rutte). Doel was om een herhaling van de voor Zelensky vernederende scene eind februari te voorkomen. Toen vielen Trump en VS-vicepresident Vance hem voor het oog van de camera’s aan en schoven de schuld van het uitblijven van een vredesakkoord in zijn schoenen. Daarnaast wilden de Europese leiders het standpunt blijven verdedigen dat een onvoorwaardelijk staakt-het-vuren noodzakelijk is, dat er robuuste veiligheidsgaranties voor Oekraïne moeten komen en dat Washington geen onredelijke toegevingen van Oekraïne kon eisen. Ook hier is niet duidelijk of er meer uit de bus kwam dan de vage intenties en verklaringen waarover we in de pers konden lezen. 

Moskou weigert een onmiddellijk en onvoorwaardelijk staakt-het-vuren omdat dat in de praktijk zou betekenen dat de posities aan het front worden bevroren, wat Oekraïne in de ogen van Moskou de tijd zou geven om zijn stellingen te versterken, zijn troepen te reorganiseren en te herbewapenen. Volgens Rusland is dat het scenario dat zich afspeelde na het sluiten van het Minsk II-akkoord in 2015. Dat akkoord werd mee bemiddeld door Frankrijk en Duitsland om een einde te maken aan het geweld tussen Kiev en de door Rusland gesteunde separatisten in de Donbas, na de verdrijving van de Oekraïense president Janoekovitsj tijdens de Maidan-opstand. 

Het Minsk II-akkoord voorzag in een staakt-het-vuren en tekende ook een politieke regeling uit die de Donbas een zekere mate van zelfbestuur zou moeten garanderen. Achteraf verklaarden de toenmalige Duitse bondskanselier Merkel en de Franse president Hollande dat het minderen van de gevechten na Minsk II het mogelijk maakte om “kostbare tijd te kopen" om het Oekraïense leger te trainen en te bewapenen. Moskou heeft al vaak laten verstaan dat het geen herhaling wil van dat scenario en is daarom wantrouwig over een onvoorwaardelijk staakt-het-vuren.

Einde aan het Europese taboe op vredesonderhandelingen 

Recente opeenvolgende oproepen van de Europese Unie aan het adres van Moskou om in te stemmen met een "onvoorwaardelijk en onmiddellijk staakt-het-vuren" om zo -op termijn- onderhandelingen mogelijk te maken, is een inzicht dat maar politiek groeide naarmate de militaire situatie van Oekraïne er benarder begon uit te zien. Tot aan het aantreden van Trump als VS-president heerste er een (NAVO-)taboe op de idee van vredesonderhandelingen. De boodschap was dat Oekraïne deze oorlog moest en zou winnen op het slagveld. 

De NAVO-lidstaten leverden na de Russische invasie voor tientallen miljarden aan wapens en militaire steun en legden een hele reeks van sancties op aan Rusland. De overtuiging was groot dat dit Rusland op de knieën zou dwingen. Zeker nadat bleek dat Russische troepen in die eerste dagen niet in staat bleken om tot Kiev door te dringen (en reeds kort na de invasie gedwongen waren zich terug te trekken), wat gevolgd werd door een succesvol Oekraïens tegenoffensief aan het eind van de zomer van 2022, toen het Oekraïens leger door de Russische linies brak in de oblasten Cherson en Kharkiv en tal van steden heroverde. 

Het is belangrijk om eraan te herinneren hoe de Britse premier Boris Johnson duidelijk zijn misprijzen toonde voor een diplomatieke oplossing toen er na verschillende vroege onderhandelingsrondes tussen Rusland en Oekraïne in Istanboel uitzicht was op een vredesakkoord tegen midden april 2022, aldus een Oekraïense onderhandelaar. Het Franse maandblad ‘Le Monde Diplomatique’ maakte vorige zomer een gedetailleerde reconstructie van het onderhandelingsproces (o.a. op basis van diplomatieke documenten die het kon inkijken) en kwam tot de vaststelling dat er effectief een ontwerp-akkoord was (het Istanboel Protocol), met belangrijke toegevingen van beide kampen. 

Waarom het dan op niets is uitgelopen? Een combinatie van factoren. Boris Johnson reisde op 9 april naar Kiev met de boodschap aan Zelensky “dat elk akkoord met Poetin verschrikkelijk zou zijn” en maakte hem duidelijk dat het Westen niet bereid was eender welke deal te sluiten met Moskou. Twee weken later zouden de VS-minister van Buitenlandse Zaken, Blinken, en defensieminister Austin zich eveneens naar Kiev begeven en verklaren dat er alleen echte resultaten kunnen geboekt worden met massale militaire steun aan Oekraïne en massale druk op Rusland. Washington was toen sowieso niet bereid om harde veiligheidsgaranties te geven -zoals voorzien was in de onderhandelingsteksten in Istanboel- uit vrees voor een rechtstreekse confrontatie met Rusland. Het verkoos een onrechtstreekse confrontatie via Oekraïne. Het is overdreven om te stellen dat de westerse grootmachten Zelensky van de onderhandelingstafel hebben weggehaald, aldus Le Monde Diplomatique, maar ze moedigden hem wel aan om de militaire piste te vervolgen en versterkten het geloof in een militaire overwinning. 

Kortom, het bleek een politieke misrekening van formaat, waarvoor Oekraïne nu het gelag betaalt, zowel in termen van mensenlevens als van territoriumverlies en vernietiging van economische infrastructuur. 

Europa laat de diplomatieke touwtjes in handen van de VS

Van de Europese elite moet er geen mea culpa worden verwacht. Wel integendeel. Ze blijft vasthouden aan onrealistische en confronterende verklaringen die de illusie moeten wekken dat de Europese Unie en haar lidstaten de situatie kunnen sturen en controleren. Daags voor de recente topontmoeting tussen Trump en Poetin in Alaska verscheen op de website van de Europese Raad een verklaring van de covoorzitters van de ‘Coalition of the Willing’. Dat is een groep van westerse staten -zonder de VS- die onder leiding van Frankrijk en het Verenigde Koninkrijk ijveren voor verdere militaire steun en de ontplooiing van westerse troepen in Oekraïne eenmaal de gevechten zijn beëindigd. 

In de verklaring van de Coalition wordt gesteld dat Rusland geen veto mag hebben over NAVO-lidmaatschap voor Oekraïne. Dat is echter een standpunt dat ver van de realiteit ligt. In de praktijk zijn er maar weinig NAVO-lidstaten nog bereid om Oekraïne daadwerkelijk in het bondgenootschap op te nemen, laat staan dat ze bereid zijn om voor Oekraïne een oorlog met Rusland te riskeren. Dat werd pijnlijk duidelijk in de discussies -tijdens en na de top van 18 augustus in het Witte Huis- over veiligheidsgaranties voor Oekraïne en de ontplooiing van buitenlandse troepen. Trump sprak wel over “Artikel 5-achtige” garanties (verwijzend naar Artikel 5 van het NAVO-handvest, waarbij een aanval op een lidstaat beschouwd wordt als een aanval op alle leden), maar voegde er meteen aan toe dat de VS zelf geen troepen in Oekraïne zal ontplooien. Dat is volgens hem een Europese karwei. 

Zonder de VS -die hooguit wat luchtsteun wil leveren- heerst er in Europa vooral terughoudendheid. Een pak belangrijke EU-landen, zoals Polen, Italië, Nederland, Spanje en andere, sluiten het sturen van troepen zelfs uit. Ook Duitsland lijkt de boot af te houden en stelt dat het de capaciteit niet heeft om troepen te sturen. Duitsland heeft wel beloofd dat het voor 2025 en 2026, nog 9 miljard euro uittrekt voor militaire en andere steun aan Oekraïne. (Duitsland heeft sinds de Russische invasie al voor bijna 44 miljard euro militaire en andere hulp verstrekt aan Oekraïne. Dit bedrag omvat het budget voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen in Duitsland.) 

De grootste voorstanders van het ontplooien van een buitenlandse ‘reassurance force’ in Oekraïne of ‘boots on the ground’ -Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk- staan politiek eerder zwak, en zonder de VS ziet het er niet naar uit dat ze zich verregaand willen engageren, zoals Londen al liet verstaan. Voor beide landen lijken het eerder vruchteloze pogingen om nog een geopolitieke rol van betekenis te spelen. Er is ook verwarring over de definitie, het mandaat of de voorwaarden van zo’n troepenmacht. Weinig landen zijn bereid hun legers te laten opereren in een onopgelost gewelddadig conflict. Voor Rusland is de aanwezigheid van troepen uit NAVO-landen bovendien een scherpe rode lijn, wat mee de verklaring vormt voor de terughoudendheid bij veel Europese regeringen. 

Als gevolg van de aanhoudende focus op militaire steun, wapenleveringen en verdere sancties laat Brussel het diplomatieke terrein over aan Washington en dreigt het er samen met Oekraïne bekaaid af te komen. 

Sinds de Russische invasie is er een proces aan de gang van groeiende Europese afhankelijkheid van- en ondergeschiktheid aan de VS, die nog toenemen naarmate de oorlog aansleept. De arsenalen waaruit Europa put voor leveringen aan Oekraïne worden in belangrijke mate aangevuld door de VS. Daarover is halfweg juli nog een akkoord gesloten. Duitsland, Zweden en Nederland hebben al aangekondigd onder dat mechanisme elk voor 500 miljoen euro aan militair materieel aan te kopen bij de VS. Andere landen volgen. Dat plaatst de nieuwe NAVO-norm van 5% van het bruto binnenlands product (BBP) voor militaire uitgaven, die onder druk van het Witte Huis is afgesproken in een breder daglicht: het voedt de kassa’s van de militaire industrie in de VS. 

Tot vandaag, drieënhalf jaar na de Russische invasie, weigert de Europese Unie een initiatief te nemen gebaseerd op een duidelijk diplomatiek plan voor een politieke oplossing die niet anders dan alomvattend kan zijn.

Wat nu? 

Stel je een scenario voor waarbij het leiderschap van de Europese Unie en haar lidstaten tot het besef komen dat de militaire piste gebaseerd op een confrontatiestrategie op een dood spoor zit, dat een militaire overwinning van Oekraïne onrealistisch is, dat Rusland altijd een buur zal blijven, en er nood is aan politieke initiatieven die tot vrede en ontspanning kunnen leiden zonder dat daarvoor naar de trans-Atlantische overkant wordt gekeken waar een president aan het roer staat die politiek bedrijft als een corrupte zakenman.

Stel dus dat Europa (de Europese Unie of een ander samenwerkingsverband) het diplomatiek laken naar zich toetrekt, met een arsenaal aan mogelijke stimulansen (‘incentives’) die Rusland kunnen overhalen om te werken aan een duurzaam en evenwichtig akkoord. Daarvoor is het nodig dat er wordt aanvaard dat de oorlog in Oekraïne niet begonnen is omwille van territorium, of neerkomt op plat Russisch imperialisme, maar in belangrijke mate verband houdt met de Russische perceptie dat het geen betekenisvolle zeggenschap kreeg over de contouren van de Europese veiligheidsarchitectuur post-Koude Oorlog. Een ‘gemeenschappelijk Europees huis’ dat niet verdeeld is tussen militaire blokken met groeiende militaire arsenalen was al een wensdroom van Sovjet-leider Mikhail Gorbatsjov aan het eind van de Koude oorlog. Rusland zit met andere woorden al decennia met politieke doelen die Oekraïne overstijgen. 

Een duidelijke verklaring dat Oekraïne geen lid zal worden van de NAVO en opnieuw naar een formele neutrale status zal gaan, lijkt onvermijdelijk. Washington heeft dat laatste een tijd geleden al uitgesloten. Een formele stop op de oostwaartse expansie van de NAVO zou een andere belangrijke tegemoetkoming aan het Kremlin kunnen zijn. 

Moskou heeft wel reeds laten blijken dat het geen probleem zou maken van de toetreding van Oekraïne tot de Europese Unie. Dat is opmerkelijk, gezien de Maidan-opstand van begin 2014 een gevolg was van veel minder: het getouwtrek tussen een douane-unie met Rusland of een Associatie-akkoord met de EU. Hier ligt dus een opportuniteit voor de EU om Oekraïne een perspectief te bieden op vlak van heropbouw en politieke en economische samenwerking.

Een geleidelijke opheffing van de sancties en een vooruitzicht op een normalisering van de politieke en economische relaties kunnen dan weer ingezet worden als tegenprestatie voor duidelijke en afdwingbare afspraken rond de zogenaamde veiligheidsgaranties. Rusland zou zo in ruil, binnen een alomvattend akkoord, overtuigd kunnen worden van bijvoorbeeld gedemilitariseerde zones aan en rond de frontlijn, het recht van Oekraïne op een leger dat in staat is om de verdediging van het land op zich te nemen en een nieuwe Russische invasie af te wenden, en (in dat kader) de gelimiteerde inzet in VN-verband en mits toestemming van alle betrokken partijen van een tijdelijk en beperkt contingent buitenlandse troepen voor louter logistieke en ondersteunende taken.  

De moeilijkste discussie zal over territorium gaan. President Trump heeft zijn Oekraïense collega op de laatste topbijeenkomst ingepeperd dat de Krim niet meer op de onderhandelingstafel ligt, m.a.w. dat Zelensky moet aanvaarden dat het Russisch grondgebied is. Voor Zelensky is dat een politieke slangenkuil en moeilijk te verkopen aan de bevolking. Keer op keer herhaalt hij dat de Krim altijd Oekraïens zal blijven en dat hij wettelijk gezien geen grondgebied kan afstaan. Dat kan volgens de Grondwet enkel met een nationaal referendum. Rusland van zijn kant is compromisloos in zijn (historische) claims op dit strategische schiereiland. De vraag is of beide kampen met tegemoetkomingen elders bereid zijn om tot een regeling te komen. 

Nog moeilijker dreigt het te worden rond de Donbas. Rusland lijkt absoluut te azen op het overgebleven stuk van dit gebied dat nog onder controle staat van Oekraïne. Landruil met de kleinere door Rusland bezette gebieden elders in het land zou een onevenwichtige en (sowieso) oneerlijke deal zijn. Daar staat tegenover dat als er wordt doorgevochten, de kans reëel is dat de Donbas na veel extra bloedvergieten, uiteindelijk toch in Russische handen valt, ook met grote westerse militaire steun. 

Er zijn heel wat tussenscenario’s mogelijk, zoals een bevriezing van de situatie, waarbij de de facto controle over veroverd grondgebied wordt gehandhaafd zonder internationale erkenning, maar dit is geen duurzame oplossing en een situatie die gemakkelijk weer kan ontaarden. Misschien kan een referendum onder bepaalde voorwaarden soelaas bieden of zijn er mogelijkheden voor een gedeelde soevereiniteit? Het komt er echter telkens op neer dat Rusland als concessie met substantiële toegevingen op andere vlakken verleid zal moeten worden. Of misschien moet de hulp worden ingeroepen van andere, meer ‘neutrale’ bemiddelaars zoals Turkije, Zwitserland, India of zelfs China? Tenslotte was het kort na de invasie onder Turkse bemiddeling dat de partijen stappen overeenkwamen die bijna in een effectief akkoord uitmondden.  

Op termijn zal de noodzaak zich aandienen van een algemeen veiligheidspact voor Europa. Een nieuw Helsinki-akkoord (naar het voorbeeld van 1975), waarin rekening wordt gehouden met de perspectieven van alle betrokkenen; waarbij gewerkt wordt aan het herstel van vertrouwen en een vermindering van het risico op militaire confrontaties; waarin de principes van soevereiniteit, territoriale integriteit en het niet-gebruiken van geweld worden herbevestigd; mechanismen voor dialoog en crisisbeheersing worden opgezet; en de relaties gedemilitariseerd worden, wat gekoppeld is aan wapenbeheersing.

De weg naar duurzame vrede en ontspanning dreigt op een lang, complex en moeilijk politiek proces uit te monden. Met de inzet van een leger aan ervaren en creatieve diplomaten kan er echter veel verwezenlijkt worden. Maar dan moet dit eerst geprobeerd worden. De huidige militaristische politiek is op een mislukking uitgelopen. Er is dus geen andere keuze. Het is hoog tijd om het over een andere boeg te gooien en te aanvaarden dat er geen ideale oplossing meer mogelijk is. Die is kort na de Russische invasie ten grave gedragen.


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

De Vlaamse regering is met de botte bijl door de structurele subsidie van Vrede vzw gegaan. Vanaf 2026 moeten we het doen met meer dan de helft minder dan verwacht. Dit brengt onze algemene werking in gevaar! Een kritische, antimilitaristische tegenstem is vandaag nochtans meer dan nodig. Stel ons in staat om de strijd voor vrede en rechtvaardigheid voort te zetten!

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.


Source URL: https://vrede.be/nieuws/de-moeilijke-weg-naar-vrede-oekraine