De Israëlische 18-jarige Tal Mitnick werd dinsdag 27 december veroordeeld tot 30 dagen gevangenis omdat hij weigert dienst te nemen in het Israëlisch leger (IDF). Hij is niet de enige gewetensbezwaarde die afziet van deelname aan de Israëlische “wraakoorlog” in Gaza, maar hij is wel de eerste die daarvoor de cel in moet.
In een lang statement getiteld “Er is geen militaire oplossing” legt Mitnick glashelder uit wat zijn beweegredenen zijn. De analyse van de jongeman is een pak intelligenter dan die van de politieke leiders met name in Israël, de VS en Europa die de oorlog aanvuren, evenals van de politieke leiders in Europa en elders die zelfs mondeling amper iets tegen de genocidale acties van Israël durven in te brengen.
Mitnick: “Na de terroristische aanslag begon niet alleen een wraakcampagne tegen Hamas, maar tegen het hele Palestijnse volk. Arbitraire bombardementen op woonwijken en vluchtelingenkampen in Gaza, volledige militaire en politieke steun voor kolonistengeweld op de Westelijke Jordaanoever en politieke vervolging op ongekende schaal binnen Israël. De realiteit waarin we leven is gewelddadig. Volgens Hamas en ook volgens de IDF en het politieke echelon is geweld de enige manier. Het voorzetten van deze geweldcyclus -‘oog om oog’ zonder na te denken over een werkelijke oplossing die ons allen veiligheid en vrijheid zou bieden- leidt alleen maar tot meer doden en lijden. Ik weiger te geloven dat meer geweld veiligheid zal brengen. Ik weiger deel te nemen aan een wraakoorlog. (…) De mensen die zeiden ‘geen onderhandelingen met Hamas’ hadden het gewoon mis. punt. Diplomatie, politieke inspanning en beleidsverandering zijn de enige manier om verdere vernietiging en dood aan beide kanten te voorkomen”.
Niets van wat er sinds 7 oktober ondernomen werd heeft Israël ook maar een stap dichter bij de "rechtvaardige vrede" gebracht die een einde zou kunnen maken aan “het bloedvergieten”, concludeert Mitnick. Hij legt bovendien de vinger op de zere plek door de "status quo van apartheid en joodse suprematie tussen de Jordaan en de zee" te benoemen als de grondslag van het probleem.
De beslissing van Mitnick en de weinige anderen zoals hem, is niet evident in een gemilitariseerde maatschappij die enorm gefocust is op haar leger en op de status die erin dienen met zich meebrengt. Heel wat toekomstige opportuniteiten (jobs, financiële voordelen, enz.) zijn bovendien afhankelijk van het vervullen van de militaire dienstplicht. Het leger is zo diep geworteld in het weefsel van de samenleving, dat de dienst net zo goed een sociologisch fenomeen is als een ideologische plicht. Het militaire uniform is een embleem van de collectieve nationale identiteit en wordt belichaamd door de Israëlische spreuk: "Een natie die een leger opbouwt, is een natie die zichzelf opbouwt".
Volgens overheidscijfers zijn 69% van de mannen en 56% van de vrouwen in Israël dienstplichtig van zodra ze 18 jaar worden. Voor mannen duurt ze doorgaans twee jaar en zes maanden, voor vrouwen twee jaar. Het is een zeer lange en formatieve periode in het leven van een jongere. Palestijnse Israëli’s (de Palestijnen die in Israël leven en er zo’n 21% van de bevolking uitmaken) zijn uitgesloten van de dienstplicht en joods-orthodoxe strekkingen zijn ervan vrijgesteld.
Het is zeker niet zo dat elke dienstplichtige een gevechtssoldaat is of naar de bezette gebieden wordt gestuurd. De dienstplicht kan ook vervuld worden door ‘lichte taken’ uit te voeren (kok, leraar, enz.) waardoor ze eerder als een eerste job aanvoelt. Maar het weigeren om te dienen is een extreem belangrijk en symbolisch statement. In deze tijden van oorlog en verhoogd nationalistisch gevoel na de Hamas-aanval op Israëlisch grondgebied, is het des te moeilijker om tegen de brede roep om wraak in te gaan. Zoals ook aangehaald door Mitnick in zijn statement zijn onderdrukking, geweld en zelfs politieke vervolging van Joodse Israëli’s die kritiek hebben op de regering, toegenomen sinds 7 oktober. (Hetzelfde, maar dan in grotere mate, geldt voor Palestijnse Israëli’s.) Mitnick en zijn collega-dienstweigeraars, of 'refuseniks' zoals ze in Israël genoemd worden, verdienen daarom alle respect en steun.
'Mesarvot' (dat het statement van Mitnick publiceerde), 'New Profile' en 'Yesh Gvul' zijn Israëlische organisaties die de jaarlijks op slechts een of twee handen te tellen refuseniks proberen te ondersteunen en begeleiden, ook legaal. Want dienstweigeraars worden doorgaans herhaaldelijk vervolgd. Mitnick, die nu veroordeeld is omdat hij weigert zich aan te sluiten bij een leger dat ondertussen al meer dan 20.000 Gazanen heeft vermoord (70% daarvan vrouwen en kinderen), zal na het uitzitten van zijn 30 dagen, waarschijnlijk opnieuw opgeroepen worden. Indien hij opnieuw weigert, riskeert hij een nieuwe gevangenisstraf. Dit spelletje kan maandenlang aanhouden.
Naast de refuseniks durven ondertussen honderden Israëlische anti-oorlogsactivisten het ondanks het vijandige klimaat aan om regelmatig op straat te komen voor een staakt-het-vuren. Ze vervoegen de vele Joden in de VS en Europa die het grondig oneens zijn met het bloedige beleid van de huidige Israëlische regering. Het eerste toegestane anti-oorlogsprotest in Israël kwam er pas op 18 november, in Tel Aviv. Op zondag 3 december sloten voor het eerst een aantal familieleden van door Hamas gegijzelde Israëli’s aan bij deze anti-oorlogsactivisten. Ze legden de schuld voor het stokken van de vrijlating van de gijzelaars bij het hernemen van de bombardementen op Gaza na de ‘humanitaire pauze’ (24-30 november). Deze anti-oorlogsprotesten georganiseerd door vredesactivisten staan los van de grotere regelmatige marsen ter ondersteuning van de families van gegijzelden, waarin louter het lot van deze gekidnapten voorop staat.
Alleen als de anti-oorlogsstemmen de bovenhand krijgen, zullen de vijandelijkheden worden gestaakt. Om de cyclus van geweld te doorbreken moet er een rechtvaardige en onderhandelde oplossing komen, iets wat de huidige Israëlische machthebbers duidelijk niet als streefdoel hebben. Zoals Mitnick het hoopvol stelde, voor hij achter de tralies vloog: "Verandering zal niet komen van de corrupte politici hier, noch van de leiders van Hamas, die ook corrupt zijn. Het zal van ons komen, de volken van beide naties.”