Sinds de verkiezing van Trump tot 47ste president regent het paniekerige geluiden en waarschuwingen vanuit militaire kringen. Tijdens zijn vorige termijn trok Trump het trans-Atlantisch bondgenootschap, de NAVO, herhaaldelijk in twijfel en suggereerde hij meermaals dat de VS niet langer bereid zou zijn om zomaar in te staan voor de verdediging van Europa. Daarom moet de EU militair op eigen benen leren staan, aldus het militair establishment in Europa. Dat vereist alvast een forse stijging van de militaire uitgaven, gekoppeld aan de verdere uitbouw van de Europese wapenindustrie.
Kersvers NAVO-secretaris-generaal Rutte vindt dat de huidige NAVO-norm dat lidstaten 2% van hun bruto nationaal product (BBP) aan hun militaire apparaten moeten besteden, niet volstaat. Het moet “veel meer worden”, liet hij kort na zijn aantreden verstaan. Hij hangt daarbij niet aan de grote klok dat de Europese militaire budgetten sinds 2014 al met 50% zijn gestegen. In de Belgische federale onderhandelingsnota was er al sprake van minimum 2,5% van het BBP voor het leger tegen 2025, wat op basis van de huidige cijfers rond de 6 miljard euro meer zou betekenen. Een stevige Europese militaire pijler zou bovendien de VS aan boord houden van de NAVO en zo meteen de cohesie van het bondgenootschap versterken.
De Biden-regering wil een laatste inspanning doen om de militaire steun aan Oekraïne op te drijven, want verwacht wordt dat de VS onder Trumps presidentschap de militaire steun aan Kiev zal afbouwen, waardoor Rusland de Oekraïense troepen onder de voet dreigt te lopen. Dat zou een bedreiging vormen voor de Europese oostflank. Aan dat scenario kan alleen maar verholpen worden als Europa de militaire steun aan Kiev stevig optrekt en zelf meer investeert in zijn militair apparaat, zo vindt men in bezorgde militaire kringen. Want, aldus VS-minister van Buitenlandse Zaken Austin: “Als Oekraïne valt, geloof ik echt dat de NAVO in een gevecht met Rusland verwikkeld zal raken”. Volgens president Biden wil Rusland “optrekken naar Polen en andere plaatsen”. Ook Ursula Von Der Leyen heeft het als voorzitter van de EU-Commissie herhaaldelijk over de Russische dreiging en ontpopte zich als een van de felste voorstanders van een stevige militaire uitbouw van de Europese Unie.
Zijn deze zorgen terecht? De feiten vertellen een ander verhaal. De Europese NAVO-lidstaten geven in 2024, met ongeveer 483 miljard dollar (NAVO-cijfers), vier keer meer uit aan hun militaire apparaten dan Rusland. Moskou heeft zich bovendien militair vastgereden in Oekraïne en is de komende jaren gewoon niet in staat om een front met de NAVO te openen, als het dat al zou willen. Moskou wordt “expansionisme” en “imperialisme” verweten, meer nog, Rusland is een systemische dreiging als gevolg van zijn mondiale ambities. Hoe verwerpelijk de internationaalrechtelijk illegale Russische invasie van Oekraïne ook is, het is manipulerend woordgebruik en zorgt voor een vertekend beeld van de Russische drijfveren.
Moskou herhaalt al sinds begin de jaren 1990 – dat is het pré-Poetintijdperk – en over de Russische partijgrenzen heen, dat de oostwaartse uitbreidingen van de NAVO om diverse redenen indruisen tegen zijn veiligheidsbelangen. De NAVO bleef zich desondanks verder uitstrekken in oostelijke richting. Een opname van Oekraïne bij de NAVO beschouwt Moskou als een rode lijn. Het zou onder meer de ontmanteling betekenen van de marinebasis in Sebastopol (de Krim) die al sinds 1783 de thuisbasis is van de Russische Zwartezeevloot en waarover Oekraïne en Rusland in 1997 een akkoord sloten.
De realiteit is dat de NAVO momenteel niet wordt bedreigd door Rusland. Met ingelepelde angst wil men de publieke opinie echter overtuigen dat zware militaire budgettaire inspanningen noodzakelijk zijn, ook al gaat dat ten koste van de publieke dienstverlening, sociale, milieu- en andere uitgaven die echt zorgen voor onze veiligheid. Alleen het militair-industrieel complex -voor wiens ongerechtvaardigde invloed VS-president Eisenhower in 1961 al waarschuwde- vaart wel bij het huidige angstdiscours. Wel dragen daaruit volgende wapenwedloop en de militarisering van het buitenlands beleid bij aan een gevaarlijke politiek van selffulfilling prophecy, die de vijandelijke spanningen verder doet oplopen. Dat is een extreem gevaarlijke ontwikkeling omdat we te maken hebben met kernwapenmachten (Rusland en de NAVO).
De westerse strategie heeft de aansluiting met de werkelijkheid gemist. Het sanctiebeleid tegen Rusland heeft het land niet tot andere keuzes gedwongen en de Europese economie alleen maar extra schade berokkend. Ook de massale westerse militaire steun aan Oekraïne heeft Rusland niet kunnen afstoppen en terugdringen, integendeel. De illusie van een militaire overwinning heeft ondertussen al vele duizenden jonge mensen aan het front de dood ingejaagd. Net als in de Eerste Wereldoorlog vormen ze het kanonnenvoer onder het mom van ‘patriottisme’ en andere valse heroïek. Het heeft er namelijk alle schijn van dat het Westen Oekraïne in eerste instantie gebruikt heeft om zijn geopolitieke rivaliteit met Rusland uit te vechten; om in de woorden van de VS-minister van Defensie, Lloyd Austin, “Rusland te verzwakken”.
Maar het inzicht groeit dat het einde van deze oorlog er alleen kan komen via onderhandelingen, zoals de Britse krant The Guardian onlangs schreef. Dat betekent dat er terug moet worden gegrepen naar de akkoorden van 2014 in Minsk en 2022 in Istanbul, toen een raamakkoord tussen Kiev en Moskou alsnog sneuvelde onder meer omdat het Verenigd Koninkrijk en de VS Oekraïne aanmoedigden om voor een militaire overwinning te gaan. President Poetin heeft in september laten verstaan dat hij opnieuw rond de tafel wil zitten. Er is geen realistisch alternatief. Dat zou wellicht kunnen betekenen dat er een grens komt waar nu de frontlijn loopt, want Kiev zal de Krim en andere gebieden alleszins militair niet kunnen terugwinnen. Elke dag dat er wordt doorgevochten, wordt Oekraïne verder in het nadeel geduwd. Onderhandelingen kunnen Rusland ertoe aanzetten om, buiten de NAVO, een externe garantsteller te aanvaarden voor de toekomstige veiligheid van Oekraïne. Rusland heeft bovendien al laten verstaan dat het kan leven met een betere samenwerking tussen Oekraïne en de Europese Unie.
De relaties met Rusland hoeven niet gespannen te blijven. Net zoals met Duitsland na de Tweede Wereldoorlog, kunnen met Rusland constructieve diplomatieke, economische en zelfs veiligheidsrelaties worden opgebouwd. Die zullen op termijn veel meer effect hebben op het buitenlands beleid, evenals de democratisering van Rusland dan het handhaven van de huidige confrontatiestrategie.