Op 2 mei ging de huidige Israëlische belegering van de Gazastrook zijn derde maand in. Het is een wrede voortzetting van de genocide, met als oorlogswapen gedwongen uithongering.
Voor de meer dan twee miljoen burgers in Gaza bereikt de onleefbaarheid een ondenkbaar niveau. “Israël heeft Gaza meedogenloos en genadeloos veranderd in een hel van dood en verderf”, stelde Amnesty International-medewerker Erika Guevara Rosas van Amnesty International op vrijdag 2 mei naar aanleiding van de voorstelling van een rapport over de voorbije twee maanden van totale Israëlische blokkade. Sinds die op 2 maart werd ingesteld, raken de kritieke humanitaire voorraden, waaronder voedsel, brandstof, medische hulp en vaccins voor kinderen, snel uitgeput.
Het VN-agentschap voor Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten, UNRWA, meldde in zijn recentste update van de humanitaire situatie dat zijn meelvoorraden en zijn voedselpakketten in de enclave op zijn, evenals ongeveer een derde van zijn essentiële medische voorraden.
Het Wereldvoedselprogramma (WFP) van de VN kondigde op 25 april aan dat het zijn laatste voedselvoorraden geleverd had aan de warme maaltijdkeukens in de Gazastrook. Een meerderheid van de Palestijnen in Gaza is afhankelijk van deze liefdadigheidskeukens, waar ze dagelijks uren staan aan te schuiven voor één warme maaltijd. Eén voor één geraken deze keukens nu door hun proviand heen, en zien ze zich verplicht te sluiten. Eind maart werden alle 25 door de WFP ondersteunde bakkerijen al gesloten omdat het tarwemeel opraakte. Honderdduizenden Palestijnen geraken nu niet meer aan brood.
Ook UNICEF trok afgelopen vrijdag aan de alarmbel in een persbericht: “Sinds het begin van het jaar zijn er meer dan 9.000 kinderen opgenomen voor de behandeling van acute ondervoeding. Honderden andere kinderen die dringend behandeling nodig hebben, hebben daar door de onveiligheid en ontheemding geen toegang toe.” Volgens het ministerie van Volksgezondheid van Gaza vertonen minstens 60.000 kinderen symptomen van ondervoeding. Er werden tijdens het huidige conflict al 57 sterfgevallen door ondervoeding gedocumenteerd.
Terwijl vrachtwagens met 171.000 ton aan voedselhulp en andere humanitaire goederen tevergeefs staan te wachten aan de gesloten grensovergangen worden de Palestijnen in Gaza niet zozeer onderworpen aan een hongersnood, maar aan een gedwongen uithongering - een zware schending van het internationaal recht.
Terwijl Palestijnse vissers wanhopig proberen om hun gezinnen van wat proteïnen te voorzien, worden hun boten beschoten door Israëlische troepen. Kinderen scharrelen in het afval op zoek naar iets eetbaars en naar brandbaar materiaal om te koken, want ook de brandstofvoorraden slinken snel. Het Civiele Verdedigingskorps van Gaza waarschuwde op 28 april dat acht van hun 12 reddingsvoertuigen, waaronder brandweerwagens en ambulances, door gebrek aan brandstof stilstaan.
Daarnaast neemt ook de waterschaarste toe, mede doordat Israël de elektriciteitstoevoer afsluit, waardoor de ontziltingscentrale in Gaza stilligt. Mensen moeten in gevaarlijke omstandigheden grote afstanden afleggen om aan schoon water te geraken. Door het gebrek daaraan, is acute diarree nu verantwoordelijk voor een op de vier ziektegevallen in Gaza. Voor kinderen onder de vijf jaar oud -de meerderheid van de gevallen- is dit levensbedreigend.
Elke dag dat de humanitaire blokkade langer aanhoudt, wordt de kans op ondervoeding, uithongering, ziekte en de dood groter. Amnesty stelt dat de “wrede en onmenselijke belegering nog meer bewijs is van Israëls genocidale intenties in Gaza”.
Na een kort staakt-het-vuren, dat sowieso al geschonden werd door de herinvoering van de blokkade van humanitaire hulp op 2 maart, hernam Israël op 18 maart zijn bombardementen op de Gazastrook. Sindsdien zijn er al meer dan 2300 mensen gedood waaronder meer dan 800 kinderen. Het totale dodental in Gaza staat sinds 8 oktober ondertussen op meer dan 52.400 – hoogstwaarschijnlijk een behoorlijke onderschatting.
OCHA, het mensenrechtenbureau van de Verenigde Naties, verklaarde dat er tussen 18 maart en 27 april 259 Israëlische aanvallen waren op residentiële gebouwen en 99 op tentenkampen van intern ontheemden. 40 van deze aanvallen vonden plaats in al-Mawasi. Het Israëlisch leger gaf burgers in Gaza nochtans meermaals het bevel om naar deze ‘veilige zone’ te evacueren.
Vorige week maandag begon het Internationaal Gerechtshof (ICJ) eindelijk met openbare hoorzittingen over de humanitaire verplichtingen van Israël in Gaza. Het ICJ heeft Israël eerder bevolen om genocide in Gaza te voorkomen en humanitaire hulp toe te laten tot de enclave. Een uitspraak in deze zaak (die losstaat van de genocidezaak aangespannen door Zuid-Afrika) kan echter maanden op zich laten wachten.
Ondertussen wordt op 8 mei het einde van Wereldoorlog Twee en de overwinning op Nazi-Duitsland gevierd in de westerse wereld. Het is een moment waarop ook de vreselijke genocide op de Joden in Europa wordt herdacht; waarop we stilstaan bij het feit dat zoiets nooit meer mag gebeuren. Het is belangrijk en noodzakelijk om de slachtoffers van de holocaust te herdenken, maar terwijl de regeringen van de Europese landen de doden eren, negeren ze de slachtoffers van de genocide die voor hun neus aan de gang is in Palestina. Ze verzuimen zo hun internationaalrechtelijke en morele verplichtingen.
Het is net de decennialange passiviteit, en zelfs medeplichtigheid, van deze staten die heeft bijgedragen aan de vestiging van de alomtegenwoordige en op geen enkele manier te rechtvaardigen straffeloosheid voor Israël. Dit kan zo niet verder. Zoals de centrale slogan van de vele joodse activisten in de VS luidt: ‘Never Again, Means Never Again for Anyone!’ De Europese regeringen moeten dringend hun passiviteit doorbreken. En niet alleen met woorden, maar ook met daden, te beginnen met een wapenembargo en de opschorting van het Associatieakkoord tussen Israël en de EU.