Image
assad

Shutterstock.com

Komt er stabiliteit in Syrië na het verdwijnen van Assad?
Artikel
7 minuten

Het regime van Bashar al-Assad is gevallen, maar daarmee is er nog geen eind gekomen aan de gevechten. Het land is nu opgedeeld in twee stukken. Met het vertrek van het Syrische nationale leger heeft het Autonoom Bestuur (DAANES) in het noordoosten van het land -waar de Koerden hun leefgebied hebben- zijn territoriale controle over het Syrisch grondgebied voorlopig uitgebreid naar 40% van de totale oppervlakte. Maar de ontwikkelingen gaan erg snel en het tij kan vlug keren.

Rebellen van het Syrische Nationale Leger (SNL) hebben met steun van Turkije ondertussen de aanval ingezet op Manbij, een multi-etnische stad van 100.000 inwoners in het Noordwestelijke deel van het DAANES-gebied. De Verenigde Staten, dat al een aantal jaren een troepenmacht van honderden militairen in het noordoosten operationeel heeft -officieel om te strijden tegen cellen van de Islamitische Staat- waarschuwde de twee grote rebellengroepen die de gecoördineerde aanval tegen Assad lanceerden, de SNL en Hayet Tahrir al Sham (HTS), om niet op te trekken voorbij de rivier de Eufraat. Daar ligt het grootste deel van territorium dat onder controle valt van het Autonoom Bestuur, waarbinnen de Koerdische beweging de grootste actor is. Manbij ligt niet in het gebied voorbij de rivier en zou dus het zoenoffer kunnen worden.

Elders verliep de opmars van de rebellen razendsnel. In enkel dagen tijd veroverden ze vanuit het noordwesten van het land twee van de vier grootste Syrische steden, Aleppo en vervolgens Hama, daarna trokken ze op naar Homs en vervolgens Damascus. In het Zuiden veroverden andere gewapende rebellengroepen, o.a. van de Druzen, de derde bevolkingsgroep van het land, in recordtempo de zuidelijke gebieden om op te rukken naar Damascus.

Het regime van al-Assad geraakte de jongste maanden sterk verzwakt

De plotse opmars van de rebellen kwam er om diverse redenen. De sinds 2011 aanslepende oorlog had een enorme impact op de Syrische economie (onder meer door de oorlogssancties). Daardoor ontbeerde het Syrische regime de middelen om zijn gezag te handhaven en groeide het ongenoegen onder de bevolking. Tussen 2010 en 2021 daalde het bruto binnenlands product (BBP) in Syrië met 54 procent. De koopkracht van de bevolking raakte zwaar aangetast. Meer dan twee derde van de bevolking belandde in de armoede. De financiële crisis vanaf 2019 in buurland Libanon maakte het alleen maar erger.

Met afkalvende binnenlandse steun en een gedemotiveerd leger (dat ook slecht betaald werd), was de regering al-Assad steeds meer aangewezen op buitenlandse steun om haar gezag te handhaven, voornamelijk van Rusland, Iran en de Libanese Hezbollah. Regionale en internationale ontwikkelingen zorgden ervoor dat die steun de laatste tijd eveneens geleidelijk wegviel.

Hezbollah had zijn strijdkrachten nodig in het verzet tegen de Israëlische aanval op Libanon en leed aanzienlijke politieke, militaire en materiële verliezen. Sinds er een staakt-het-vuren van kracht is, ziet Hezbollah zich verplicht om zich te concentreren op interne reorganisatie.

Rusland, dat op het terrein in Syrië voor militaire dominantie zorgde vanuit de lucht, zag zich gedwongen om zijn oorlogsinspanningen op te drijven aan het front in Oekraïne en had daarom minder tijd en middelen voor de Syrische bondgenoot. Door de val van al-Assad dreigt Moskou zijn militaire basissen aan de kust van Syrië te verliezen. Rusland verklaarde echter al dat het in contact staat met de Syrische opstandelingen, wellicht met het oog op een akkoord over een verdere militaire aanwezigheid van Rusland in Syrië, zo niet voor afspraken over een geordende ontruiming.

Hoewel Iran zijn volledige steun toezegde aan het regime van al-Assad, zag het gauw in dat het niet in staat zou zijn om het gedeeltelijke gat dat Hezbollah en Rusland hebben achtergelaten op te vullen. Iran heeft tijdens de Syrische oorlog al meer dan 2000 eigen troepen verloren. Teheran deed in Syrië ook beroep op milities met strijders uit o.a. Irak, Afghanistan (Hazara’s uit de vluchtelingenkampen in Iran), Jemen en Pakistan.

Mogelijke nieuwe confrontaties in Syrië

De val van al-Assad zal gevolgen hebben voor het Democratisch Autonoom Bestuur van Noord- en Oost-Syrië dat al jaren te maken krijgt met militaire aanvallen van Turkije en de door Ankara gesteunde rebellen van het Syrisch Nationale Leger (SNL).

Na drie opeenvolgende Turkse invasies in samenwerking met fracties van het huidige SNL in 2016, 2018 en 2019, controleert en bezet Turkije grote stukken van de grenszone, waar het rond de 10.000 troepen heeft gestationeerd. Het belangrijkste doel van Turkije was en is het tegenwerken van een politieke Koerdische entiteit in het noorden van Syrië. Ankara vreest immers dat dit op termijn gevolgen kan hebben voor het Koerdische zuidoosten in eigen land, waar de Koerdische Arbeiderspartij al jaren strijdt voor meer Koerdische rechten en autonomie. Dat is meteen de belangrijkste reden waarom Turkije het SNL niet alleen steunt, maar de facto ook leidt.

Nu Damascus is gevallen kan het SNL zich volledig concentreren op de verovering van Manbij en de achterliggende regio tot aan de Eufraat. Het is onduidelijk of de zogenaamde Militaire Raad van Manbij, die deel uitmaakt van het DAANES, in staat zal zijn om stand te houden.

Abu Mohammad al-Jolani, de leider van HTS, dat samen met het SNL het succesvolle noordelijke offensief inzette, sprak -ondanks zijn al-Qaeda verleden- alvast verzoenende taal ten opzichte van de minderheden in Syrië, waaronder de 2,5 miljoen Koerden. Dat HTS al een tijdje een pragmatische koers lijkt te varen, blijkt ook uit de akkoorden die het eerder sloot met het DAANES over de handel van petroleum uit Rojava (‘West-Koerdistan’) naar Idlib, de machtsbasis van HTS. Bij de machtsovername door HTS in Noord-Aleppo vorige week spraken HTS en de Syrische Democratische Troepen (SDF), de gewapende vleugel van het Democratisch Autonoom Bestuur, af om confrontaties te voorkomen.

Mazloum Abdi, de opperbevelhebber van de SDF, verwelkomde de val van het regime in Damascus en verklaarde dat deze verandering een unieke kans biedt “om een Syrië te vestigen dat gebaseerd is op democratie en rechtvaardigheid, en dat de rechten van alle Syriërs garandeert”. De politieke en militaire leiding van het DAANES moet nu hopen dat HTS-leider al-Jolani, het opnieuw op een akkoord wil gooien om de huidige vijandelijkheden van het SNL rond Manbij af te stoppen. De gecoördineerde aanval tegen Assad ten spijt, is HTS eigenlijk ook een rivaal van het SNL. De vraag is dus hoe lang de samenwerking tussen deze twee rebellengroepen zal standhouden.

En hoewel het ook steun krijgt van Turkije, beschouwt HTS het SNL als een ‘huurlingenleger’ van Turkije. In een interview met de VS-zender CNN verklaarde al-Jolani enkele dagen geleden: "Zodra dit regime valt, zal er niet langer een noodzaak zijn voor buitenlandse troepen om in Syrië te blijven”. Is al-Jolani bereid om zijn verklaringen over buitenlandse troepen in Syrië hard te maken? Dat zou in een verregaand scenario tot confrontaties kunnen leiden tussen enerzijds het SNL gesteund door Turkije en anderzijds HTS in een mogelijk bondgenootschap met de SDF.

Ook de rebellenmilities in het zuiden van Syrië kunnen zich keren tegen buitenlandse actoren. Israël bezet er al sinds 1967 de Golanhoogten. Het Israëlisch leger voerde, parallel aan de machtsovername in Damascus, intense bombardementen uit op Syrische militaire basissen, zelfs nadat het Assad-regime al was gevallen, vermoedelijk om de algemene militaire capaciteit in het land zo veel mogelijk te vernietigen. De Israëlische premier Netanyahu gaf zijn leger inmiddels ook al de opdracht om de bufferzone tussen de Golanhoogten en Syrië in te nemen.

Wat wil al-Jolani?

HTS-leider al-Jolani heeft zich duidelijk opgeworpen als de nieuwe leider van Syrië, maar dat betekent nog niet dat iedereen hem die positie gunt. De verzoenende taal die hij nu hanteert, is er gekomen om pragmatische redenen. Al-Jolani weet dat hij de steun van andere groepen nodig heeft om te kunnen besturen, maar ook om te vermijden dat het land opnieuw uiteenvalt in verschillende elkaar bestrijdende machtsbastions, zoals in Libië is gebeurd na de val van het Qhadafi-regime in 2011.

In zijn CNN-interview van 6 december zei hij dat Syrië een bestuurssysteem verdient “waar niet één heerser willekeurige beslissingen neemt”. Al-Jolani vervolgde: “We hebben het over een groter project. We hebben het over het opbouwen van Syrië". Opvallend was zijn bewering dat: “Hayat Tahrir al-Sham slechts een onderdeel is van deze dialoog, en dat het op elk moment kan worden ontbonden”.

Al-Jolani wordt tegenwoordig omschreven als een "pragmatische radicaal". In Idlib, de stad die sinds begin 2017 onafgebroken onder HTS-controle stond, is hij erin geslaagd om een relatief goed werkend bestuur te installeren, maar dat ging ook gepaard met mensenrechtenschendingen en het opsluiten en folteren van politieke opposanten. Het is evenwel best mogelijk dat al-Jolani echt bereid is om de macht te delen in een min of meer democratisch bestuur dat zich ook tolerant opstelt ten aanzien van andere etnisch-culturele minderheden. Gezien de oppositie geen homogeen geheel is en Syrië erg divers, zou een pragmatische al-Jolani er kunnen voor opteren om een federaal systeem te installeren in Syrië, wat aansluit bij de Koerdische doelstellingen.

Zie ook: Waarom laait het geweld terug op in Syrië?


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.