Op 8 en 9 juli vindt de nieuwe NAVO-top plaats in Warschau. Op deze tweejaarlijkse bijeenkomst worden de belangrijkste afspraken gemaakt over de richting en de samenwerking tussen de militaire apparaten van de 28 lidstaten. De NAVO is bij uitstek het orgaan dat de militarisering in de hand werkt.
De probleempunten even op een rijtje:
1. Stijging van defensiebudgetten
Op de NAVO-top in Wales (zomer van 2014) spraken de regeringsleiders af om te streven naar een defensiebudget van 2% van het BBP tegen 2024. In 2015 zijn er slechts vijf NAVO-lidstaten die daarin slaagden: de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Griekenland, Estland en Polen. België was op de NAVO-top vertegenwoordigd door ministers van een ontslagnemende regering. Er was geen enkel voorafgaandelijk parlementair debat. België haalt maar 0,9%. De regering heeft inmiddels een plan goedgekeurd dat er moet voor zorgen dat het defensiebudget opnieuw moet stijgen naar 1,3% van het BBP tegen 2030 of ongeveer 7,2 miljard euro (een stijging met 3,5 miljard euro in vergelijking met het actuele defensiebudget). De NAVO-norm halen betekent dat er in de begroting ettelijke miljarden euro moeten gevonden worden. Gezien de moeilijke begrotingssituatie kan die norm alleen maar gehaald worden door zwaar te snoeien in andere overheidsuitgaven of via extra belastingen.
2. Meer bewapening
In Wales is er ook afgesproken om binnen het defensiebudget 20% te reserveren voor investeringen. Dat zou de bestellingen bij de defensie-industrie drastisch de hoogte in stuwen. In België bedragen de militaire investeringen momenteel 5% van het defensiebudget. Het Strategisch Defensieplan dat eind 2015 is goedgekeurd voorziet dat dit percentage wordt opgetrokken naar 25,8%. Voor de periode van 2019 tot 2030 gaat het over 9,2 miljard euro aan aankoop van nieuw materieel waaronder 34 nieuwe gevechtsvliegtuigen, 2 nieuwe fregatten en 6 nieuwe mijnenvegers. Volgens de regering bedraagt de totale kost voor aankoop, onderhoud en inzet van de nieuwe gevechtsvliegtuigen over 40 jaar verspreid maar liefst 15 miljard euro of 375 miljoen per jaar. De geplande aankoop van gevechtsvliegtuigen ziet de regering als een pasmunt ter compensatie van het volgens de NAVO te lage defensiebudget
3. Kernwapens
Volgens het Strategisch concept van de NAVO van 2010 vormen kernwapens de hoeksteen van de defensie van het bondgenootschap. In België liggen naar schatting 20 Amerikaanse B61-kernbommen opgeslagen op de luchtmachtbasis van Kleine Brogel. In het kader van de nucleaire ‘sharing’ van de NAVO is het de taak van Belgische gevechtsvliegtuigen om de kernbommen te transporteren en desgevallend te droppen in oorlogstijd. De Amerikaanse regering heeft beslist om deze kernbommen – die ook in een aantal andere Europese landen liggen – te moderniseren. Een upgrade die 10 miljard dollar kost. De nieuwe B61 krijgt een staartstuk mee waar door het een nucleaire precisiebom wordt. De eerste bommen van dit nieuwe type zouden in 2019 of 2020 ons land binnengevlogen worden en een aangepast gevechtsvliegtuig vereisen. De stationering van kernbommen op Belgisch grondgebied en de modernisering van het kernarsenaal (de kernbom zelf en de drager) zijn beide in strijd met de letter en de geest van het non-proliferatieverdrag.
Volgens het Strategisch concept van de NAVO van 2010 vormen kernwapens de hoeksteen van de defensie van het bondgenootschap.
4. Raketschild
De NAVO-top van Lissabon in november 2010 besliste om werk te maken van een Ballistische Raketdefensie. Het oorspronkelijke NAVO-programma voor de bescherming van troepen met een schild zal worden aangevuld met een zogenaamde territoriale beveiliging tegen een beperkte kernwapenaanval. Volgens het officiële discours gaat het over de bescherming van aanvallen buiten de 'Euro-Aziatische zone'. Rusland voelt zich echter geviseerd en vreest dat het de NAVO-kernwapens inzetbaarder maakt, omdat het De NAVO een voordeel zou opleveren in geval van een kernwapenoorlog. Al in 2002 zegden de VS eenzijdig het ABM-verdrag met Rusland (over de beperking van antiballistische raketten) op en begonnen meteen aan de bouw van diverse raketschilden.
Het raketschild in Europa bestaat uit ondermeer een radarinstallatie in Turkije, interceptoren in Roemenië (dat later wordt aangevuld met een component in Polen), een commandocentrum in Duitsland (in Ramstein) en het geïntegreerd wapensysteem Aegis op de Amerikaanse oorlogsschepen in de VS-marinebasis in Rota (Spanje).
De belangrijkste bezorgdheid van Moskou betreft de graad van beweeglijkheid en de slagkracht van de interceptoren in de nabijheid van de Russische grenzen. De Russische strategen vrezen dat in de latere fases van het Europese rakettenschild (vanaf 2018), de nieuwe interceptorraketten technisch in staat zullen zijn om de Russische langeafstandsraketten te vernietigen. De NAVO weigert absolute en neergeschreven garanties te geven dat het rakettenschild niet tegen Moskou gebruikt zal worden. De uitbouw van een raketschild dreigt de nucleaire proliferatie inde hand te werken.
5. Confrontatie met Rusland
De Oekraïne-crisis heeft de spanningen met Rusland verder doen oplopen. Die begonnen al kort na de Koude Oorlog toen duidelijk werd dat de NAVO haar territorium richting Russische grens opschoof door voormalige Warschau-pact-landen en Sovjetrepublieken in het bondgenootschap op te nemen. Sinds de NAVO-top in Boekarest (2008) de deur openzette voor lidmaatschap van Georgië en Oekraïne maakt Moskou duidelijk dat de NAVO een rode lijn heeft overschreden. De oorlog in Georgië (2008) en Oekraïne (2014) zijn daar een duidelijke uiting van. De Russische annexatie van de Krim of de grotere Russische militaire aanwezigheid in de Baltische zee kunnen niet worden los gezien van het expansionisme van de NAVO dat als een rode lap op een stier werkt. Rusland ziet ook de toenadering tussen de NAVO en de 'neutrale' staten Zweden en Finland (met wie het een lange grens deelt) als een 'vijandige' stap. In 2014 tekenden beide landen een zogenaamd 'host-nation support' akkoord, dat gezamenlijke militaire oefeningen en NAVO-steun in noodsituaties mogelijk maakt.
De NAVO voert een politiek van self-fulfilling prophecy.
De NAVO heeft de laatste jaren ook haar militaire oefeningen in Oost-Europa en in Oekraïne sterk opgedreven. Op de top in Warschau zal ook beslist worden dat er meer troepen worden gestationeerd in Oost-Europa. Er is sprake van de ontplooiing van een 4000 man sterke multinationale troepenmacht op roterende basis in Polen en de Baltische staten. Volgens Rusland is dat in overtreding met de NAVO-Rusland-Stichtingsakte waarin is afgesproken om geen extra troepen langs elkaars grenzen te stationeren. De NAVO voert een politiek van self-fulfilling prophecy. De leiders van het bondgenootschap zijn zich goed bewust dat ze met haar acties Rusland provoceert, maar kan vervolgens haar acties legitimeren door te verwijzen naar de Russische reactie als een 'dreiging'. Die blijft relatief: Rusland heeft een defensiebudget van minder dan 10% van de NAVO.
6. EU-NAVO
Sinds 2002 worden de banden tussen de NAVO en de EU aangehaald hoewel er geen overlappend lidmaatschap is. Het startschot van de samenwerking werd gegeven met de Berlijn Plus regeling waardoor de EU beroep kon doen op NAVO-capaciteiten voor eigen operaties. In het Nieuw Strategisch Concept van 2010 werden de banden versterkt met een nauwere samenwerking op vlak van conflictpreventie, conflictbeheer en post-conflictsituaties. Navo-Secretaris-Generaal Stoltenberg heeft aangekondigd dat er een "nieuw niveau van samenwerking met de EU" wordt nagestreefd op de top in Warschau zoals op vlak van cyberdefensie en maritieme veiligheid. De groeiende integratie van beide entiteiten kan leiden tot de militarisering van de Europese Unie en geeft de VS een groter zeggenschap op vlak van Europese veiligheid en defensie.
7. Optreden buiten het NAVO-grondgebied.
Aan de vooravond van de NAVO-top zei NAVO-secretaris-generaal Stoltenberg: "Om de missie van de NAVO in deze gevaarlijkere wereld te kunnen uitvoeren, moeten we onze collectieve defensie versterken en de stabiliteit buiten onze eigen grenzen uitdragen." De NAVO spreekt geregeld over haar rol als brenger van vrede en stabiliteit. De werkelijkheid is minder rooskleurig. In Afghanistan is de jarenlange NAVO-operatie bezwaarlijk succesvol te noemen. De situatie blijft er erg onstabiel. Anderhalf jaar na het einde van de International Assistance Security Force (ISAF) konden de honderden miljarden dollar die in de oorlog zijn gepompt een nieuwe opmars van de Taliban niet verhinderen. De Taliban hebben het grondgebied onder hun controle in de loop van 2015 gestaag uitgebreid. Bovendien deed de Islamitische Staat ook in Afghanistan zijn intrede en controleert het een stuk gebied aan de grens met Pakistan (de 'Wilayat Khorasan'). In Libië heeft Operation Unified Protector (23 maart tot 31 oktober 2011), het land in chaos achter gelaten en overgeleverd aan honderden milities en krijgsheren. De Islamitische Staat heeft er nu stevig voet aan grond.
De NAVO spreekt geregeld over haar rol als brenger van vrede en stabiliteit. De werkelijkheid is minder rooskleurig.
Dat hindert de NAVO niet om verder de nadruk te leggen op missies buiten haar grondgebied. De gevechtsmissie in Afghanistan is vervangen door een trainingsmissie. Ook in Irak, Tunesië en Jordanië is de NAVO actief om het militaire apparaat te versterken als "bijdrage aan de mondiale inspanningen om de Islamistische staat te bekampen". Volgens Stoltenberg staat de NAVO klaar om ook Libië bij te staan, als daar om gevraagd wordt. Dat zou betekenen dat de NAVO de chaos en destabilisering die ze mee heeft helpen veroorzaken opnieuw met militair geweld te lijf lijkt te willen gaan. Hoewel de 'oorlog tegen het terrorisme' op een complete mislukking is uitgedraaid blijft de NAVO zich op de borst kloppen als een organisatie die vrede en stabiliteit brengt. Verschillende NAVO-lidstaten leveren trouwens op grote schaal wapens aan autoritaire regimes en conflictgebieden.