Deze tekst is het resultaat van een discussieproces dat door tientallen vredesmilitanten werd gerealiseerd in de loop van 1992. De hoofdbrok vond plaats op verschillende lokale bijeenkomsten en vooral op het congres van Vrede op 25 april 1992 in Gent. Opvolgingsdiscussie kwamen er nog op 5 september, 17 november en deze tekst werd uiteindelijk in 1993 afgerond. Vrede vzw zal in de komende beleidsperiode werk maken van een nieuwe basistekst.
Overzicht:
Inleiding
A. vrede is meer dan afwezigheid van oorlog
1. oorlog
2. oorzaken van conflicten
3. maatschappelijke tegenstellingen
4. mondialisering
5. wapenproductie en wapenhandel
6. ontwapening
7. onderontwikkeling, milieuverloedering, overbewapening
B. de tegenstellingen in de huidige wereld
I. tegenstelling kapitalisme socialisme
8. wapenwedloop
9. militaire pacten
10. vreedzame coëxistentie
II. nationale en internationale tegenstelling en conflicten binnen de kapitalistische wereld
11. concurrentie
12. vreedzame conflictoplossing
III. tegenstelling imperialisme en ontwikkeling
13. anti-imperialisme
14. zelfbeschikking
C. vrede en democratie
15. economische en politieke democratie
16. tegengeweld
17. meerderheid
18. gelijkheid op alle vlakken
19. media
D. vrede en milieu
20. productiefactor
21. verwevenheid
22. oorzaak van conflicten
23. milieu en bewapening
24. natuur, gemeenschappelijk bezit
25. democratische internationale instellingen
26. grondwet
E. de strategie van Vrede vzw
27. druk door frontvorming
28. globaal veiligheidsconcept
29. samenwerking
30. bewustmaking
31. vredesopvoeding
Inleiding
Vrede vzw heeft als eerste Vlaamse vredesorganisatie na Wereldoorlog II reeds een omvangrijke en bewogen geschiedenis achter de rug. Ze ontstond in 1949 als Belgische afdeling van de internationale vredesbeweging tegen de koude oorlog en de bewapeningswedloop, met als naam ‘Belgische Unie ter Verdediging van de Vrede’ (BUVV). Ze was lange tijd de enige actieve vredesorganisatie in Vlaanderen.
Het was in die tijd dat de BUVV in ons land deelnam aan de wereldwijde campagne met de Stockholmpetitie tegen de atoombomproefnemingen, mede het initiatief nam tot de inrichting van de anti-atoommarsen, actie voerde tegen de oprichting van vreemde militaire basissen in ons land, deelnam in de algemene, anti-imperialistische strijd, en een belangrijke bijdrage leverde in de strijd tegen de oorlog in Vietnam. Mettertijd groeide ook in andere middens het bewustzijn dat de strijd voor de vrede een noodzaak is. Nieuwe vredesorganisaties kwamen tot stand en sociale bewegingen betuigden eveneens hun belangstelling voor vredeswerk.
Bewust dat samenwerking onontbeerlijk is voor efficiëntie werden door BUVV (later door Vrede) initiatieven genomen om pluralistische samenwerkingsverbanden uit te bouwen. Zo kwam er het Contaktcomité voor de Vrede, gevolgd door de oprichting van het OCV (Overlegcentrum voor de Vrede) waar in hoofdzaak jeugdorganisaties en een paar vredesbewegingen van deel uitmaakten. Bezorgd om nog een bredere waaier van de samenleving te betrekken werd het nieuwe OCV opgericht waarin het eerste OCV kon in opgaan.
Toen in 1979 in het OCV geen consensus werd bereikt voor de eerste betoging tegen de kernraketten werd op initiatief van de vzw Vrede met de belanghebbende organisaties het VAKA (Vlaams Aktiekomitee tegen Atoomwapens) opgericht.
De samenwerkingsverbanden OCV en VAKA bleven echter, uitgaande van hun specifieke samenstelling en opties, en zodoende elkaar aanvullend, verder samen werken in de strijd tegen de opstelling van de kernraketten e.a. initiatieven.
Na dit belangrijk doel van een brede samenwerking te hebben bereikt was Vrede vzw er zich van bewust niet langer meer de beweging te zijn waarin alle vredesmilitanten zich moesten terugvinden. Er werd besloten zich te verenigen op een diepgaander analyse van de wereldpolitiek. Dit moest kunnen bijdragen om beter de politieke achtergrond in de brede vredesbeweging te populariseren. Deze analyse kwam tot stand na een jaar discussie rond een basistekst die in 1980 door de militanten van de vzw Vrede werd opgesteld.
Met wat doorgaans het einde van de koude oorlog genoemd wordt, mede tot stand gebracht door de brede anti-atoombewegingen, en later het verdwijnen van het socialisme in Oost-Europa, voelde iedereen aan dat met de jaren negentig een nieuwe situatie aangebroken is. Zowel strategisch als tactisch moet de vredesbeweging, dus zeker Vrede vzw, als kind uit de koude-oorlogstijd, andere paden betreden. Het was dan ook noodzakelijk een nieuwe basistekst op te stellen.
Wellicht meer dan andere vredesorganisaties kan Vrede vzw de kern van haar eigenheid behouden. Vrede vzw kenmerkte zich immers als een onafhankelijke groep, die los van welke partij ook de vredesvraagstukken koppelde aan een anti-kapitalistische visie en steeds het wereldwijde verband zag met de ontwikkelingsproblematiek. Ook in de toekomst kan Vrede vzw alle vredesmilitanten verenigen die de overdreven en gevaarlijke wapenproductie zien als een maatschappelijk gegeven gebaseerd op winsthonger en uitbuiting. Deze visie van Vrede vzw heeft aan actualiteit zeker niet ingeboet.
Maar precies omdat onze wereld vandaag niet meer beheerst wordt door een bipolaire tegenstelling die de wapenwedloop opvoerde, zijn er ook nieuwe analyses en accenten nodig. Daarom dat in onderstaande nieuwe basistekst verschillende nieuwe elementen aan bod komen.
Daar waar in de vroegere, bipolaire wereld de vreedzame coëxistentie als antwoord op de waanzinnige en gevaarlijke bewapeningsspiraal geformuleerd werd, zal men in de toekomst meer geconfronteerd worden met interkapitalistische conflicten en een scherpere Noord-Zuid-tegenstelling. Vandaar dat beide fenomenen veel meer aan bod komen dan vroeger.
De wereld van vandaag is ook veel meer met "één huis" vergeleken geworden, daar waar men vroeger eerder over een tweewoonst moest spreken, bewoond door wantrouwige en bekvechtende buren. Vandaar dat in het huidige, gezamenlijke "huis" de ruzies niet alleen verscheidener en veelvuldiger kunnen zijn, maar ook een samenbeheer noodzakelijker is. De rol van de internationale organisaties, zoals de Verenigde Naties, is duidelijk toegenomen, jammer genoeg ook in negatieve zin. In een wereld waar de grenzen niet meer van ijzer of beton zijn, hebben de grensoverschrijdende organisaties ook een grotere opdracht. Vandaar dat de internationale organisaties, hun samenstelling, werking en actie of politiek ruimer aan bod komen.
Een van de terreinen waarop internationaal samen moet geageerd worden is (het behoud van) de natuur. De milieubeweging houdt immers niet op aan een of andere grens. Ook het ecologisch bewustzijn is de jongste jaren massaal toegenomen. Vandaar dat in de nieuwe basistekst een heel nieuw hoofdstuk over vrede en milieu te vinden is.
Tenslotte is het einde van de koude oorlog en de daaruitvolgende belangrijke verandering in de wereld vooral ook het gevolg van het verdwijnen van het zogenoemd socialisme in Oost-Europa. Vrede vzw moest zich ook hierover bezinnen en uitspreken. De basistekst is dan ook uitgebreid met de noodzakelijke lessen die uit dit gebeuren moeten getrokken worden.
Dit alles brengt met zich mee dat onderstaande tekst niet licht verteerbaar en kort uitgevallen is. Wij vonden het echter nodig ons te herbronnen. Vrede vzw kan er enkel maar gebaat bij zijn. De inhoud is duidelijk politiek-ideologisch geladen, maar wellicht des te fundamenteler. Aan ons om hem naar de actualiteit te blijven vertalen.
Vrede vzw gelooft, ook al is deze beginselverklaring nog niet volledig en voor verbetering vatbaar, hiermee reeds een begin van analyse te hebben uitgewerkt, die een leidraad kan zijn voor diegenen die een antwoord zoeken op de meest cruciale problemen van onze tijd en met deze een motivatie voor een actiever engagement.
A. Vrede is meer dan afwezigheid van oorlog
1. In onze wereld zijn er maar weinig mensen en groepen die zich openlijk tegen vrede durven uit te spreken. Het uitdrukkelijk bepleiten van oorlog is momenteel niet populair. Populariteit wordt echter door de bewustzijnsindustrie, in de eerste plaats de media, uitgemaakt. Woord en beeld worden door hen eerder volgens hun voorkomen dan voor hun inhoud gebruikt. Vandaar dat zelfs oorlogen in naam van ‘vrede en democratie’ gevoerd worden. Vandaar dat ondanks het verdwijnen van de koude oorlog en het Warshaupact en ondanks de internationale erkenning en hantering van de vrede, gewapende conflicten slachtoffers blijven eisen, en dit zowel internationaal tussen verschillende landen als nationaal, binnen een bepaald land zelf.
Vrede vzw spreekt zich als vredesbeweging principieel uit tegen elk offensief wapengebruik of wapendreiging. Offensief betekent dat het wapengebruik of de dreiging tot doel heeft een land, grondstoffen, kapitaal (roerend of onroerend), grond- of afzetgebied, mensen en/of een volk tot zelfs een politiek regime (hetzij als ideologie, hetzij als maatschappelijk bestel) te veroveren.
2. De vraag naar het waarom van de tegenstelling tussen de afwezigheid van een Oost-West tegenstelling en het aanhouden van gewapende conflicten of de blijvende wapenproductie verlangt naar een verklarend antwoord. De oorzaken van oorlog en conflict blijken dieper te liggen dan het gewapende conflict of de bewapeningswedloop tussen de vroegere blokken zelf.
Een oorlog komt nooit uit het niets gevallen, maar ontstaat in een welbepaalde, historische, politiek-maatschappelijke context. Vrede vzw wil die maatschappelijke oorzaken van oorlog onderzoeken, bloot leggen en errond ageren, om op die manier het oorlogsgeweld uit de wereld te helpen. Vrede vzw veronderstelt dus ook dat er een maatschappelijke ordening en politiek principiële codes bestaan waarin geweld zo weinig mogelijk kans maakt.
3. Oorlog en geweld komen niet uit het luchtledige, maar zijn steeds het gevolg van tegenstellingen. Die tegenstellingen kunnen van allerlei aard zijn : politieke, nationalistische, sociale, racistische, culturele, ideologische, economische, religieuze, enz. Daarbij komt nog dat machthebbers en media soms bewust (kunstmatige) tegenstellingen creëren om de reële tegenstellingen te verbergen of/en om geweld en oorlog te doen aanvaarden.
De reële tegenstellingen zijn echter steeds politiek-maatschappelijk, omdat zij in een bepaalde maatschappij en tijd ontstaan. De onderbouw van elke maatschappij is niet haar (heersende) ideologie of cultuur, maar haar economische ordening.
Elke maatschappij is immers ontstaan uit de historische wijze van organisatie van de behoefte tot overleven (eten, drinken, zich verdedigen, reproductie door geboorte en opvoeding, enz.) van haar leden. De basis van elke maatschappij wordt dan uitgemaakt door haar manier van produceren, m.a.w. hoe de productiekrachten en hun werking georganiseerd of gestructureerd zijn en het soort technologische productiewijze, dat al dan niet leidt naar de uitputting van het ecologisch systeem.
4. In ons historisch tijdperk is het overgrote deel van de grondstoffen (de natuur) en het financieel en menselijk kapitaal in privé-handen. Terwijl enerzijds die productie- en distributiemiddelen door meedogenloze concurrentie in steeds minder en machtiger handen zijn, heeft de productie, distributie en verkoop zich steeds meer uitgebreid en geïnternationaliseerd en worden dus anderzijds steeds meer ‘productiekrachten’ (niet noodzakelijk arbeiders in de 19de eeuwse betekenis) gebruikt. Deze tegenstelling tussen steeds geconcentreerder kapitaalbezit en een globalere maatschappelijke betrokkenheid bij de productie op wereldschaal kenmerkt ons historisch tijdperk. Vanuit deze fundamentele tegenstelling zijn heel wat conflicten grondiger te begrijpen, zowel op nationaal als op internationaal vlak.
5. Ook de wapenproductie en de wapenhandel spelen zich in diezelfde, kapitalistische context af. Productie, handel en verkoop zijn voor het overgrote deel in privé-handen. Op die manier zijn wapens evengoed producten waarmee een zo hoog mogelijke privé-winst moet zien gehaald te worden wil het bedrijf overleven.
Op het vlak van de wapenproductie en handel is de kapitalistische staat op twee manieren medeplichtig. Enerzijds geven staat en regering meestal grif toe aan de druk en de wensen van de wapenproducenten. Om die druk en samenwerking te garanderen en te vergroten heeft zich een militair-industrieel complex gevormd waarin vertegenwoordigers van de staat en de wapenindustrie eng achter de schermen samenwerken. Op die manier ontstaat een verstrengeling van de belangen van staat en wapenindustrie, zodat de producenten zowel wapens à la carte kunnen aanbieden, als erg lucratieve staatsbestellingen binnenrijven.
Deze verstrengeling is nog duidelijker op het vlak van het onderzoek en de internationale handel. De kapitalistische staat versluist miljarden gemeenschapsgeld naar het (voor)onderzoek van nieuwe militaire kennis en toepassingen. Dezelfde staat zal, uit haar aard bekommerd om de winst van de kapitalistische economie op haar grondgebied, in principe ook de export van de bij haar geproduceerde wapens via uitvoertoelatingen, douanerechten en taksen, transportfaciliteiten tot en met staatswaarborgen ondersteunen.
Daar waar de kapitalistische staat zelf wapenproducent is, is die verstrengeling van privé-belangen met de staat het duidelijkst. Vrede vzw spreekt zich uit tegen dit samengaan van wapenproductie en de politieke en militaire vleugel van de staat in het militair-industrieel complex (MIK). Op lange en enig duurzame termijn staat Vrede vzw voor een nationale productie van de louter defensief nog nodige wapens, beheerd door een staatsapparaat dat uit de wil tot opheffing van de tegenstelling arbeid-kapitaal ontstaan is en onder permanente, maatschappelijke controle staat.
Op korte termijn onderkent Vrede vzw dat zich economische, politieke en/of politiek-tactische tegenstellingen kunnen voordoen tussen kapitalistische wapenproducenten onderling enerzijds en tussen hen en de kapitalistische staat anderzijds. Deze doet zich voor als een vertegenwoordiger van alle klassen en zal bij het nastreven van een sluitende begroting onder allerlei politiek-economische druk komen te staan. Binnen de kapitalistische maatschappij en in de lijn van een ontwapening tot het louter defensief niveau staat vrede vzw voor een reconversie van de overbodige wapenproductie onder strikte staats- en arbeiderscontrole en gekoppeld aan een nationalisatie, indien de privé zich niet tot reconversie met eigen financiële middelen wil engageren.
Het MIK is voortdurend op zoek naar nieuwe argumenten om haar blijvende bewapening te verrechtvaardigen. Vroeger werd hiervoor het vijandsbeeld van het Oosten gehanteerd. Nu wordt dat meer en meer vervangen door een dreiging die zou uitgaan van het Zuiden. Het valt hierbij op dat het communisme, als politieke ideologie en als maatschappelijk ideaal, nog steeds als vijandig voorgesteld wordt. Vrede vzw spreekt zich uit tegen elk kunstmatig vijandsbeeld, dat enkel tot doel heeft de wapenproductie en -handel te blijven verrechtvaardigen. Vrede vzw zal zich blijven inspannen dergelijk vijandsbeeld te ontmaskeren.
6. Net zoals zich tussen de kapitalistische staat en dito wapenproducenten tijdelijke tegenstellingen kunnen manifesteren, bestaan er ook belangentegenstellingen tussen de wapenproducenten onderling. In hun voortdurende internationale concurrentie, gedreven vanuit de noodzakelijke winstverhoging, sleuren zij niet enkel de regeringen van de geïndustrialiseerde wereld met zich mee, maar tevens die van de ontwikkelingslanden. Zowel in de eerstgenoemde als in de zogenaamde ‘Derde’ Wereld is de overdreven productie, handel en/of aankoop van wapens tegen de volksbelangen gericht.
Ook internationaal komt Vrede vzw op voor een globale ontwapening, voor zover het de afbouw van de overkill-capaciteit betreft, die de louter defensieve noden overstijgt. Dat betekent in de eerste plaats een onmiddellijk bevriezing van het onderzoek, testen en produceren van nucleaire, chemische en bacteriologische wapens gekoppeld aan wereldwijde besprekingen gericht op een gelijktijdige en internationaal gecontroleerde, totale ontwapening op die vlakken en bindende non-proliferatie van dergelijke, offensieve wapens. Meteen spreekt Vrede zich uit tegen elke vorm van interventie-eenheden die meer doen dan oorlogvoerende partijen scheiden en toezien op de naleving van wapenbestanden en/of ontwapeningsakkoorden.
7. Vrede vzw zal in haar analyse steeds nagaan of en in welke mate er sprake is van de fundamentele tegenstelling tussen arbeid en kapitaal. In haar actie zal zij zich laten leiden door het uiteindelijke doel deze tegenstelling, oorzaak van zoveel geweld en onrechtvaardigheid, op te heffen. Vrede vzw meent immers dat er slechts een kans op blijvende, fundamentele vrede is wanneer deze maatschappelijke tegenstelling en de daaruit volgende klassentegenstellingen tot het verleden zullen behoren.
Vrede betekent voor Vrede vzw immers niet alleen de afwezigheid van oorlog, maar ook het bestaan of het streven naar een rechtvaardige maatschappij in een leefbare wereld,waarin de bevolking op een democratische wijze participeert aan het beleid, ook het economische.
Het huidige wereldhandelssysteem is er de oorzaak van dat het grootste deel van de bevolking in de Derde wereld in armoede leeft. Oneerlijke, door het Noorden opgelegde grondstofprijzen, enorme schuldenlast, opgelegde monoculturen, en de onaanvaardbare druk tot vermindering van de overheidsuitgaven voor sociale voorzieningen als voorwaarde tot kredietverlening door IMF en Wereldbank, zijn slechts een paar voorbeelden die de landen in het Zuiden beletten zich te ontwikkelen. De overbewapening in die landen duwt de bevolking nog verder in de armoede.
De drang naar ongebreidelde groei, veelal door middel van productiviteitsstijging, in het hoog-geïndustrialiseerde Noorden, haar technologische productiewijze en het verslinden van energie en grondstoffen dat daarmee gepaard gaat, veroorzaken zowel in het Noorden als in het Zuiden milieuproblemen. Industrieel afval vernietigt het milieu in het Noorden, en wordt dan maar naar het Zuiden geëxporteerd ; om in de behoeften van het Noorden te voorzien, wordt het Zuiden ondermeer verplicht de regenwouden om te hakken, die plaats moeten maken voor grootschalige bedrijven.
Ook de armoede in de Derde Wereld veroorzaakt milieuproblemen. De bevolking in het Zuiden wordt verplicht haar natuurlijke omgeving geweld aan te doen (uitputting van de bodem, erosie). Er zijn ook geen middelen om milieuvriendelijke technieken aan te wenden.
Onderontwikkeling, milieuverloedering en overbewapening zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en moeten gezamenlijk aangepakt worden. Alleen dan kan men naar echte vrede groeien.
B. De tegenstellingen in de huidige wereld.
II. De tegenstelling tussen kapitalisme en socialisme
8. In het huidig tijdperk is de economische tegenstelling tussen het door privé-bezit en privé-winst gedreven kapitalisme en de gemeenschappelijke eigendom van productie- en distributiemiddelen, kenmerkend voor het socialisme, grotendeels verdwenen. Dat betekent dat er ook geen enkele reden meer is om deze internationale, maatschappelijke tegenstelling in een blijvende wapenwedloop te verlengen.
Vrede vzw meent dan ook dat alle militaire pakten, strategieën en offensieve bewapening zo vlug mogelijk allerzijds, gelijkmatig en controleerbaar moeten afgebouwd, ontbonden en/of ontmanteld worden.
9. Dat betekent geenszins dat Vrede vzw zich uitspreekt tegen elke internationale organisatie, die zich statutair ook eventueel militair kan uitspreken en/of optreden. In de huidige, op alle vlakken geïnternationaliseerde wereld is internationaal overleg en samenwerking een noodzakelijk verlengstuk van het economisch internationaal netwerk. Het best wordt die samenspraak en werking verzekerd in blijvend gestructureerde organisaties en niet met ad hoc onderhandelingen.
Vrede vzw spreekt zich echter wel uit tegen louter militair-strategische pakten of samenwerking. De militaire beslissingen moeten een gevolg zijn van de controlerende politieke en niet omgekeerd. Elk militair internationaal optreden en/of afspreken moet daarom het resultaat zijn van een politieke beslissing van een internationale conferentie of overlegstructuur, waarin elk lid niet enkel een stem heeft, maar ook de zekerheid dat haar visie (en/of standpunt) niet door een toevallige en/of gelijkgezinde blokvorming onbesproken of onbeoordeeld verworpen wordt. Indien het lidmaatschap een beperkte overheveling van de nationale onafhankelijkheid inhoudt, kan dit maar gebeuren na een breed, democratisch debat in het betrokken land en blijft de overheveling steeds bespreekbaar en herroepbaar.
Jammer genoeg moet vastgesteld worden dat met de toegenomen opdracht van internationale organisaties, zoals de Verenigde Naties, en binnen hun positieve doelstellingen, ook negatieve tendensen zichtbaar zijn die tegengesteld zijn aan bovenstaande eisen naar opdracht en werkwijze toe.
10. Vroeger, voor het verdwijnen van het Oosteuropees zogenoemde socialisme, werd als internationaal politiek alternatief voor bewapeningswedloop en koude oorlog de vreedzame coëxistentie geformuleerd. Deze werd gedefinieerd als (de politieke wil tot) erkenning van het vreedzaam samen bestaan van verschillende politiek-maatschappelijke systemen, het vreedzaam regelen van internationale conflicten, het internationaal erkennen van de wederzijdse en onderlinge grenzen en een samenwerking op economisch, sociaal en cultureel vlak in wederzijds voordeel. Deze politiek was en is nog steeds tegengesteld aan elk offensief wapenopbod, ook onder landen met fundamenteel dezelfde economische structuur. Ook op dit vlak blijft de vreedzame coëxistentie als politiek alternatief behouden, zeker daar waar pogingen tot opbouw van een andere maatschappelijk systeem gebeuren of zulk alternatief reeds bestaat.
2-2. De nationale en internationale tegenstellingen en conflicten binnen de kapitalistische wereld.
11. Want ook onder landen met politiek-economisch hetzelfde systeem blijven tegenstellingen ontstaan. Deze tegenstellingen kunnen van allerlei aard zijn : economisch, strategisch, nationalistisch, religieus, politiek, etnisch, cultureel enz. Deze tegenstellingen worden vaak aangezwengeld om de bevolking een vijandsbeeld op te dringen dat hen tot kanonnenvlees of volgzame gijzelaars kneedt.
Vrede vzw is ervan overtuigd dat interkapitalistische oorlogen of gewapende conflicten hun ware reden in concurrerende politiek-economische belangen vinden, zoals de controle of het bezit van de grondstoffen, een vergroting van de afzetmarkt, Het bestendigen van een neokoloniale suprematie, enz.
Voor Vrede vzw blijft de opheffing van het economisch privé-winstbejag, dat tot gewapende conflicten leidt, de fundamentele voorwaarde om tot duurzame vrede te komen. Daarnaast moeten ook alle chauvinistische, racistische, religieuze of culturele redenen of drogredenen tot oorlog veroordeeld worden.
12. De opheffing van het privé-winstbejag vraagt echter zulk een diep maatschappelijke, politiek-economische ommekeer dat dit meestal enkel na lange politieke en organisatorische voorbereiding en onder specifiek politiek-historische omstandigheden kan, wil het alternatief niet dictatoriaal zijn.
Op korte termijn formuleert Vrede vzw bij interkapitalistische conflicten dan ook volgende politiek :
- een onmiddellijke stopzetting van de gewapende confrontatie, die tenslotte vooral de burgerbevolking als slachtoffer telt, een verspilling is van energie en productie, en een aanval op het milieu.
- Indien de vechtende partijen een onwil vertonen tot stopzetting van de gevechten,moet de internationale gemeenschap die eisen, eerst politiek, later eventueel economisch. De tussenkomst van een internationaal samengestelde, gewapende of ongewapende strijd- of politiemacht, mag enkel tot doel hebben de gevechten te beëindigen en de vechtende partijen te scheiden. Een internationale tussenkomst mag geen uitbreiding van het oorlogsgebeuren inhouden. Op die manier zou de oorlog immers enkel uitgebreid worden en nog meer slachtoffers tellen. Elk internationaal optreden moet dan ook gekoppeld worden aan de eis tot onmiddellijk staakt-het-vuren en het beginnen van gesprekken tussen de vechtende partijen. Dit punt handelt daarbij enkel over conflicten tussen verschillende landen en zeker niet over interne, binnenlandse conflicten, waarin andere landen of internationale organisaties in geen enkel geval ongewenst mogen tussenkomen. Dit zou een flagrante schending van de nationale onafhankelijkheid en het zelfbeschikkingsrecht inhouden.
- Het onmiddellijk aanknopen van internationale gesprekken over de geschillen, minstens bilateraal, tussen de strijdende partijen en bij onwil via internationale druk en toezicht, met het oog op een vreedzame oplossing. In de lijn van de vreedzame coëxistentie gelooft Vrede vzw in de mogelijkheid tot vreedzame oplossing, ook van interkapitalistische conflicten.
- De agressor moet zich onmiddellijk terugtrekken en de grenzen van voor het conflict eerbiedigen. In geen geval mag een land of een landsdeel via oorlog of gewapende inval bezet worden. Indien wel heeft een land uiteraard het recht zich te verdedigen en dus willens nillens zich met wapens opnieuw te bevrijden. Het kan daartoe ook de hulp vragen van (een) bevriende natie(s), maar dan strikt bepaald tijdelijk en met als enig doel de agressor te verdrijven.
- De vechtende partijen moeten, eventueel onder internationale druk, overeenkomen hun wapens wederzijds, gelijkmatig en gecontroleerd af te bouwen tot een louter defensief niveau.
Indien de oorlog een regionaal karakter heeft, moet al het bovenstaande regionaal, d.w.z. met alle betrokken partijen, begrepen worden.
- Het nationaal zelfbeschikkingsrecht moet op alle maatschappelijke vlakken erkend en verwezenlijkt worden. Indien een deel of een welbepaald punt van de nationale politiek via lidmaatschap of verdragondertekening overgedragen wordt aan een internationale organisatie of overeenkomst dan kan dat slechts na een breed maatschappelijk, democratisch besloten debat en is de overdracht steeds bespreek- en intrekbaar. Ook de internationale structuur of overeenkomst moet gekenmerkt worden door democratische besluitvorming en onder blijvende controle van de lidstaten gebeuren. Dat betekent niet enkel dat de soevereiniteit geldt over punten zoals de nationale grenzen, de politiek en politieke structuur, de cultuur, enz., maar vooral ook op het vlak van de nationale economie (grondstoffen en hun verwerking en verkoop), maatschappijkeuze, en de noodzakelijke maximale, inhoudelijke en praktische invulling van de internationaal erkende en onderschreven mensenrechten.
III. De tegenstelling tussen imperialisme en ontwikkeling
13. Een derde tegenstelling in de huidige wereld, naast die tussen arbeid en kapitaal, en de interkapitalistische, is die tussen het hoog ontwikkeld, geïndustrialiseerd kapitalisme, dat haar financiële greep, haar productie en handel steeds meer internationaliseert en imperialisme genoemd wordt, en de landen waar een nationale economische ontwikkeling nog in de kinderschoenen staat of gehouden wordt. De laatstgenoemde landen worden meestal omschreven als ‘ontwikkelingslanden’ of gezamenlijk als ‘Derde Wereld’. Hun gezamenlijk kenmerk is dat ze zich sinds kort van het kolonialisme hebben bevrijd, economisch de landbouw nog de belangrijkste sector is en zowel de industrie als de tertiaire sector er nog weinig uitgebouwd zijn, zodat ze een laag bruto nationaal product kennen en het welvaartspeil/inkomen van de bevolking er erg laag is. De weinige sectoren of plaatsen waar dit niet het geval is, gaat het meestal om bedrijven in buitenlands bezit en bedoeld voor export, enkel daar gevestigd om de lage loon- of vervoerkost. In dit geval spreekt men terecht van neokolonialisme, omdat ook de lokale of nationale politiek van het desbetreffende land door het imperialisme gedirigeerd wordt, via de voorwaardelijke verplichting kapitaal op te nemen.
Met de ondergang van het hoog geïndustrialiseerde socialisme is de tegenstelling tussen het hoog ontwikkelde kapitalisme, dat zich internationaal meer vertakt heeft (het imperialisme), en de Derde Wereld nog toegenomen. Dit uit zich ondermeer in een verslechte ruilvoet, een toename van de schuldenlast en van de omgekeerde netto-kapitaalstroom naar de rijke landen, allen voorbeelden van de economische agressie van het imperialisme tegenover de Derde Wereld. Het is immers een feit dat deze wereld enerzijds de meeste grondstoffen bezit en anderzijds een potentieel belangrijke afzetmarkt is, terwijl de lonen er laag zijn en de organisaties van politieke en sociale strijd er veelal zwak zijn.
Vrede vzw stelt, in de lijn van de erkenning en verwezenlijking van de nationale onafhankelijkheid en het zelfbeschikkingsrecht, ook op politiek en economisch gebied, dat er een rechtvaardige, democratische en eerlijke nieuwe economische wereldorde moet komen, waarin de arme landen de kans moeten krijgen zich te ontwikkelen in dienst van hun bevolking, gebruik makend van hun grondstoffen, arbeidskrachten en andere mogelijkheden. Net als andere progressieve krachten meent Vrede vzw dat er moet geijverd worden opdat de geïndustrialiseerde landen het als hun historische plicht zouden beschouwen de volkeren van de ontwikkelingslanden daarbij te helpen en met hen op een eerlijke manier samen te werken, ook in wederzijds voordeel, zowel op korte als op lange termijn. Het algemeen principe dat de producent ook eigenaar zou moeten zijn van het product, en er dus controle moet over hebben, geldt ook op het internationaal vlak qua samenwerking en handel. Ook op dit vlak neemt Vrede vzw het op voor de zwakkere en werkende bevolking tegen de bezitter van kapitaal en productie- en distributiemiddelen. Een eerlijkere en rechtvaardigere internationale wereldorde en handel kan de vrede enkel dienen en oorzaken of redenen van internationale spanningen, overbewapening en conflicten verminderen. Het begrip "economische agressie" moet als te verwerpen opgenomen worden in het Handvest van de Verenigde Naties.
14. Daarom kiest Vrede vzw ook bij een internationaal conflict tussen imperialistische landen en een ontwikkelingsland dat zijn eigen grondstoffen wil (blijven) bezitten en controleren, resoluut voor het nationaal zelfbeschikkingsrecht van het ontwikkelingsland. Vrede vzw zal daarom echter niet haar kritiek sparen op het eventueel ondemocratische en/of expansionistische karakter van het regime in het desbetreffende ontwikkelingsland. Dit kan echter geen reden zijn noch tot imperialistische interventie, noch tot het zich onthouden van solidariteit met de bevolking van het ontwikkelingsland dat slachtoffer is van een imperialistische politiek.
In elk specifiek geval is de anti-imperialistische solidariteit het belangrijkst. De evolutie van het kolonialisme naar het neokolonialisme heeft immers aangetoond dat de onafhankelijkheid en het zelfbeschikkingsrecht niet enkel een politiek-staatkundige inhoud kennen, maar in de eerste plaats een economische realiteit (moeten) zijn.
Om het even welke agressie tegen een land moet afgekeurd worden, dus zeker ook tegenover een zwak ontwikkelingsland. Dat betekent dat Vrede vzw een ontwikkelingsland het recht toekent zich te bewapenen, maar dan opnieuw louter defensief. Indien een ontwikkelingsland zich zo bedreigd voelt dat het zich verplicht voelt zich evenveel te bewapenen als de duidelijk potentiële agressor, dan eist Vrede vzw een onmiddellijke internationale ontwapeningsconferentie die moet leiden tot een ontwapening van alle partijen tot op een louter defensief niveau en tot de ondertekening van een niet-aanvalspact en de erkenning van de grenzen. Vrede vzw kan in geen geval aanvaarden dat een ontwikkelingsland, net als ieder ander land, politiek-economisch en/of strategisch meegesleurd wordt in een wapenproductie en handel.
C. Vrede en democratie
15. Uit het bovenstaande blijkt dat het propageren van en het ageren voor een duurzame vrede een politiek-maatschappelijke strijd is.
Volgens Vrede vzw bedt deze strijd zich in in de acties voor opheffing van de fundamentele tegenstellingen, die zowel op nationaal als internationaal vlak conflicten veroorzaken.
De heersende toestand wordt gekenmerkt door de fundamentele tegenstelling werk versus bezit : velen werken en produceren, terwijl de vrucht ervan in enkele privé-handen is.
Vrede vzw ziet ook in dat een burgerlijke democratie beperkt is : geen controle op de verkozenen, geen afzettingsrecht van de verkozenen door de kiezer. Zij ziet ook in dat de burgerlijke democratie gegrondvest blijft op het privé-bezit van de productiemiddelen. Door dit privé-bezit hebben de werkelijke producenten geen rechten en zeggenschap over de producten van hun arbeid. Deze toestand is dus fundamenteel ondemocratisch.
Uit deze ondemocratische tegenstelling zullen steeds sociale, politieke en economische tegenstellingen volgen die een latente bron van geweld uitmaken.
Vrede vzw meent dan ook dat, uitgaande van de erkenning dat geweld een gevolg is van een maatschappelijke tegenstelling, de strijd voor een duurzame en rechtvaardige vrede hand in hand gaat met de strijd voor democratie. Vrede vzw verbindt haar vredeswerk dus ook met het inzicht van en de strijd voor een democratie, waarin de klassen van producerenden ook macht en zeggenschap hebben over de producten van hun arbeid. Vrede vzw blijft dus aan de kant van de werkers staan.
Vrede vzw spreekt zich dan ook uit en ageert tegen elk onderdrukkingsmechanisme die de werkers de economische en politieke macht over hun producten ontzegt.
16. Een maatschappij, ook al werkt ze of is ze ogenschijnlijk democratisch, kan dus heel wat structureel geweld in zich houden. Onder structureel geweld verstaan we het onderdrukkend geweld tegenover democratische eisen dat het gevolg kan zijn van de aard of structuur van de maatschappij zelf. Hierbij wordt zowel fysisch als psychisch en sociaal geweld gerekend.
Het valt immers op dat als eenmaal democratische eisen gesteld worden die de structuur van een maatschappij zelf (zouden) aantasten, de staat en haar organisaties tot gewelddadige onderdrukking overgaan en niet terugdeinzen dictatoriaal of uiterst repressief op te treden.
Tegenover elke gewelddadige uiting van structureel geweld meent Vrede vzw dat een onderdrukte meerderheid het recht heeft maatschappelijk, want louter defensief, tegengeweld te gebruiken. Vrede vzw meent dat alle mogelijkheden moeten benut worden opdat het niet tot een gewelddadig en/of gewapend treffen zou moeten komen. Dit gewelddadig treffen kan enkel voorkomen worden in een mate die recht evenredig is met de graad van gebruik dat reeds van alle politieke en democratische middelen gemaakt is, en is afhankelijk van de historische krachtsverhoudingen. Vrede vzw steunt de gerechtvaardigde politieke, sociale, economische en culturele eisen die tot meer democratie leiden, ook al veronderstellen die een maatschappelijke verandering waarvoor tegengeweld noodzakelijk blijkt te zijn.
17. De teloorgang van het socialistische experiment in sommige landen heeft ons echter geleerd dat onder geen beding het doel gewelddadige en/of repressieve middelen heiligt tegen de meerderheid in. Ook al wil een deel van het politieke spectrum en van de bevolking een maatschappelijke opheffing van de onderdrukkende en ondemocratische tegenstelling tussen arbeid en kapitaal en biedt zich op een bepaald, historisch moment die kans aan, dan kan dat niet tegen de meerderheid van de bevolking.
Vrede vzw meent dat geen enkel maatschappelijk stelsel zich ondemocratisch tegen de manifeste wil van de meerderheid van de bevolking in mag en kan vestigen en/of bevestigen met (inclusief structureel) geweld. Een maatschappij die pretendeert democratisch en dus vreedzaam te zijn, moet een constante dialoog met haar inwoners durven stimuleren en hun politiek bewustzijn verhogen. Een economische democratie, waarin de producenten ook organisatorisch de macht over hun producten hebben, kan niet vreedzaam gedijen en overleven zonder ook een politiek democratie te zijn. Een (structureel) gewelddadig optreden van zulk een maatschappij tegenover de meerderheid van haar leden, hoe goed bedoeld ook, kan en zal enkel mensen, hun bewustzijn, inzet en geloof, van zich afkeren i.p.v. de democratie te vergroten.
18.De democratie ontwikkelen is werken voor de vrede.
Vermits Vrede vzw ervan uitgaat dat de vredesproblematiek een politiek-maatschappelijk gegeven is, zowel nationaal als internationaal, meent zij ook dat de strijd voor een zo vreedzaam mogelijke maatschappij, of het zo vreedzaam mogelijk oplossen van conflicten, hand in hand gaat met de strijd voor een zo diep mogelijke democratie, en dit zowel op politiek-structureel vlak als op economisch vlak. Dat betekent dat alle maatschappelijke klassen, groepen en/of individuele actoren grondwettelijk evenveel rechten, vrijheden en plichten moeten verzekerd zijn en genieten.
Vrede vzw spreekt zich dus principieel uit tegen elke verdrukking, uitbuiting en/of achteruitstelling van welke groep en/of individu ook. Vrede vzw is dus principieel gericht tegen elke discriminatie en ondersteunt alle maatregelen, bewegingen en/of organisaties die ijveren voor de emancipatie en de sociale integratie van de achteruitgestelde bevolkingsgroepen en/of individuen.
Spijtig genoeg moet vandaag vastgesteld worden dat, zeker in Europa, de democratie rechtstreeks bedreigd wordt door het publiekelijker en gewelddadiger optreden van racistische en fascistische groepen, organisaties en/of gedachtegoed. Vrede vzw meent dat dit in verband staat met de teloorgang van de socialistische ideologie, die solidariteit en gelijkheid als een van haar pijlers kent, en de maatschappelijke experimenten in die zin. De opgang van racistische en fascistische groeperingen en dito gedachten heeft eveneens te maken met het antwoord van het grootkapitaal op de blijvende economische crisis, waardoor de bevolking zich bedreigd voelt en haar toevlucht neemt tot discriminerende opinies over bepaalde groepen van mensen.
Vrede vzw meent dat racistische en fascistische uitingen en propaganda, en dito groeperingen die enkel dit als bestaansrecht hebben, beteugeld moeten worden op basis van doeltreffende wetten.
De migranten, die destijds met paradijselijke voorstellen naar hier gelokt en/of uitgenodigd zijn om als goedkope arbeidskrachten dienst te doen, hebben hun bijdrage aan de economie van ons land geleverd en moeten zodoende dezelfde rechten, vrijheden en plichten als de autochtone bevolking hebben.
De komst van vluchtelingen en migranten kan enkel afnemen wanneer in hun landen van herkomst een vreedzame, politieke democratie heerst, waarin elke inwoner een kans ziet zich zowel maatschappelijk, materieel als cultureel te verbeteren.
Zo internationalistisch bekeken is het verschil tussen ‘politiek’ en ‘economisch’ vluchteling enkel formeel en politiek willekeurig en niet fundamenteel en moreel hanteerbaar.
Vrede vzw sluit zich aan bij de actie voor een multiculturele maatschappij waarin het contact met andere culturen een wederzijdse verrijking betekent i.p.v. een verkeerdelijk voorgestelde verarming.
Van oudsher is het asielrecht een mensenrecht. Vrede vzw spreekt zich dan ook uit tegen elke beperking van het asielrecht.
19.In de moderne maatschappij spelen de media een grote rol.
Als maatschappelijke producten, bepaald door zowel maatschappelijke onderbouw, ook in productieproces en dito verhoudingen van de media, als door de cultuurideologische bovenbouw, weerspiegelen zij de krachtsverhoudingen die in de maatschappij bestaan. In het huidige historisch tijdperk is dit een kapitalistische maatschappij. De media zijn dus ook in prvé-handen en zullen de heersende ideologie, in meerdere nuances, vertolken.
Op internationaal vlak overheerst het imperialisme. Zij legt haar politiek en ideologie ook op aan de machtige internationale persagentschappen. Zo is de belangrijkste inkomstenbron van het Britse Reuter het verkopen van internationaal financieel-economische informatie aan banken en kapitaalsgoederen.
In een niet onbelangrijke mate bepalen de media het beeld dat de kijkers/luisteraars, lezers hebben van zichzelf, ook andere volkeren, culturen, enz., denken en welk standpunt wij zullen innemen.
Vandaar dat er dringend nood is aan progressieve media, waarin de sociale, progressieve tegenbewegingen, o.a. de arbeidersbeweging, een stem vinden en hun standpunten en analyses aan bod komen. In die lijn zou het een stap voorwaarts zijn indien de schrijvende pers reeds een deel van haar uitgaven ter beschikking zou stellen van standpunten (lezersbrieven en gastcolumns bijvoorbeeld), ook wanneer die tegengesteld zijn aan de opinie van de redactie.
De media zouden ons immers zo objectief en volledig mogelijke informatie moeten brengen. Naast hun informatieve en recreatieve opdracht hebben zij ook een opvoedkundige taak. Steeds, ook tijdens nieuws en ontspanning, houden zij onderhuids immers een ideologie in.
De media moeten materieel en structureel geholpen worden om het uitvoeren van hun drieledige opdracht in alle redactionele onafhankelijkheid verzekeren. Dat betekent niet dat de media vrij kunnen zijn van ideologie en buiten de maatschappelijke structuur kunnen staan. Recente ontwikkelingen in de mediawereld, zoals commercialisering en monopolisering in multinationale privé-handen, gaan echter de tegenovergestelde richting uit, namelijk die van een desinformerende en manipulerende sensatie- en schandaalinhoud omwille van oplage en kijkdichtheid, veroorzaakt door de kapitalistische noodzaak winstgevend te zijn.
D. Vrede en milieu
20. Een essentiële productiefaktor of kracht die nog maar nauwelijks in ons bewustzijn en in de politiek als zodanig erkend wordt is de natuur. Nochtans vormt zij de basis van elke productie, niet enkel als grondstofleverancier in landbouw, veeteelt en verwerkende industrie, maar ook als noodzakelijke voorwaarde voor het bestaan van de belangrijkste productiekracht, nl. de mens. Zonder lucht, zon, water en voedsel, zonder een gezond, natuurlijk milieu m.a.w., kan de mens niet bestaan noch overleven.
De natuur mag zomaar niet gratis en zonder enige teruggave geëxploiteerd worden.
Vrede vzw meent dan ook dat de natuur als noodzakelijke en alomtegenwoordige productiekracht in economie, politiek en maatschappij moet erkend en als zodanig moet behandeld worden.
21. Eens de natuur als essentiële productiefactor erkend, ligt het voor de hand dat zij in de kwaliteit die het best beantwoordt aan haar functie, d.w.z. zo zuiver, zo gezond, en zo energievol (in de betekenis van levendragend en levengevend) mogelijk, moet blijven bestaan.
Vrede vzw ijvert voor vrede onder mensen en op deze planeet precies om het optimaal voortbestaan van mens en aarde te verzekeren. Het is dan ook vanzelfsprekend dat Vrede vzw haar werking, onderzoek en strijd verbindt met de strijd voor het zo goed mogelijk verder bestaan van de mens en zijn/haar plaats van leven, nl. de planeet aarde en de ruimte. Een strijd voor de vrede is dus ook een ecologische strijd, en omgekeerd.
22. Het huidig niveau en de huidige wijze van verbruik van grondstoffen en energie voor industriële productie of ‘ontwikkelde’ landbouwmethodes leidt naar uitputting van de natuur. De verarming van derdewereldlanden en de dwingende maatregelen van het IMF duwen hen naar een overexploitatie van hun natuurlijke middelen. Om te overleven plegen verarmde bevolkingen roofbouw op hun omgeving.
Dit alles vormt dikwijls de oorzaak van grote vluchtelingenstromen naar steden, naar ander streken of andere landen.
Spanningen, conflicten, repressie, oorlogen zijn dan directe gevolgen.
Vrede vzw meent dat de economie op een duurzame wijze moet worden georganiseerd in totaal respect voor mens en natuur.
23. Ook vanuit deze redenering is het bestaan en/of bezit van wapens die, of van zulke aantallen dat ze, het bestaan van de planeet en de mensheid bedreigen, reeds onverantwoord.
Het valt op dat de moderne oorlogsvoering en militaire strategieën zich meer en meer tegen de natuur richten om slachtoffers te maken. Zij zien immers in dat de natuur noodzakelijk voor en geïntegreerd is in de economie en het menselijk (verder) bestaan, zowel maatschappelijk als individueel. De moderne bewapening en krijgsplannen richten zich enerzijds tegen de natuurlijke voorwaarden van het leven zelf. Dit gebeurt hoofdzakelijk door atoom-, bacteriologische en chemische (ABC-) wapens. Anderzijds zal de hedendaagse vijand de natuur als belangrijkste productiefactor belagen. Dit werd nogmaals in alle scherpte aangetoond door de barbaarse bombardementen op de bevolking, elektriciteitscentrales, waterzuiveringsstation en irrigatiesystemen en de brandende oliebronnen in de Golfoorlog. De doelwitten in de hedendaagse militaire strategieën zijn verplaatst van de militaire naar de burgerlijke, daar waar de economische en demografische, dus ook ecologische, knooppunten van de maatschappij liggen.
Vrede vzw meent dat de bedreiging of aanval van de burgerbevolking en haar economische en ecologische levensvoorwaarden etisch, dus totaal, onverantwoord is. De burgerbevolking kan onder geen beding als gegijzeld doelwit gebruikt worden door een gewelddadige politiek van zowel een buitenlandse vijand als de binnenlandse machthebbers, die trouwens dikwijls een politiek tegen dezelfde burgerbevolking hanteren. Alle wapens die door hun aard en/of hun aantallen de ecologische levensvoorwaarden van mens en planeet bedreigen moeten internationaal verboden en dus afgebouwd worden en mogen niet meer getest en geproduceerd worden.
24. Vermits Vrede vzw ervan uitgaat dat geweld ontstaat vanuit maatschappelijke, en dus in de eerste plaats economische tegenstellingen en zowel de natuur als de mens als essentiële productiekrachten erkend worden, speelt het bezit, de controle en het beheer van natuur en milieu een even grote rol als die van de andere productiemiddelen.
Net als bij de andere productiemiddelen meent Vrede vzw dat een gemeenschappelijk bezit, controle en beheer van natuur en milieu de beste basis is voor en duurzame vrede en een blijvende ecologische zorg en politiek. Pas dan zal er immers een consequente en fundamentele ecologische politiek kunnen gevoerd worden, vermits de uitbuiting van de natuur dan niet meer het gevolg is van de steeds noodzakelijke winstverhoging, kenmerkend voor het kapitalistische privé-bezit van de productiemiddelen.
De ideale situatie voor wereldvrede en wereldomvattende ecologie zou dus inhouden dat alle productiemiddelen ter wereld, ook natuur en milieu, gemeenschappelijk eigendom zouden zijn van de wereldbevolking, die daartoe democratisch haar internationale beheers- en controle-organen verkiest. Vooral inzake milieuproblematiek heerst het juiste bewustzijn van de noodzaak van landoverschrijdende, democratische organen. Dat is trouwens ook het enige duurzame en fundamentele alternatief voor de internationale, imperialistische verhoudingen tussen rijk en arm, die een constante voedingsbodem zijn van (gewapende) internationale conflicten.
25. Maar ook wanneer de productiemiddelen nog niet in gemeenschappelijk bezit zijn is het noodzakelijk dat er internationale, permanente overleg- en besluitorganen bestaan, en dit zowel om ecologische als polemologische, economische en alle grensoverschrijdende redenen.
Die internationale organen moeten zo democratisch en rechtvaardig mogelijk samengesteld zijn en werken. Dat betekent dat een bepaald land of een groep van landen de werking niet mag beheersen en/of controleren. Dat betekent ook dat de vertegenwoordigers die zitting hebben in een internationaal orgaan democratisch moeten verkozen worden en parlementair moeten gecontroleerd worden.
De politieke doelstellingen van de internationale organen moeten vertrekken van een oprecht streven naar vrede en ontwapening, internationale democratie en rechtvaardigheid (dus voor mensenrechten en tegen uitbuiting), naar economische, politieke en culturele zelfbeschikking en ecologische zorg en inzet voor het behoud en de verbetering van natuur en mens.
26. Ook nationaal meent Vrede vzw dat bovenstaande politieke, economische, sociale, culturele en ecologische uitgangspunten in de grondwet zouden moeten kunnen ingeschreven worden.
E. De strategie van Vrede vzw
27. Vermits Vrede vzw meent dat oorlog, geweld en vrede historische en maatschappelijke fenomenen zijn beschouwt zij de strijd voor en het onderzoek naar vrede als onderdelen van een breed maatschappelijke, politieke beweging, zowel nationaal als internationaal. De druk van de vredesbeweging moet dus hoofdzakelijk gericht zijn op de beleidsorganen : regering, internationale instellingen. Om efficiënt te zijn is een zo breed mogelijk front een onontbeerlijk element.
28. Ervan overtuigd dat de tegenstelling tussen arbeid en kapitaal, producent en bezitter van de productiemiddelen, zowel nationaal als internationaal de eerste fundamentele tegenstelling van deze tijd uitmaakt, verbindt Vrede vzw de strijd en het onderzoek naar vrede met de strijd voor en de analyse van :
-politieke democratie, zodat de standpunten van de producerende meerderheid en haar organisaties meer gewicht in de schaal leggen dan die van de kapitaalkrachtigen en dit zowel nationaal als internationaal en in zoverre die standpunten uiteraard de politieke democratie en gelijkheid in de hand werken.
-economische democratie, zodat de werkers, die in het kapitalisme in vrijheid verplicht zijn hun arbeidskracht te verkopen, ook over de vrucht van hun arbeid maatschappelijk, en dus gemeenschappelijk, kunnen beschikken en niet de speelbal blijven van de markt en de beslissingen van kapitaalbezitters, met als einddoel de opheffing van de tegenstelling tussen arbeid en kapitaal, oorzaak van zovele en voortdurende gewelddaden en onrechtvaardige uitbuiting, en dit opnieuw zowel nationaal als internationaal.
-sociale rechtvaardigheid, zodat alle economische actoren evenveel recht, macht en inspraak hebben in het sociaal-economisch leven.
-eerbiediging van de mensenrechten en dit niet enkel op individueel vlak, maar vooral ook op maatschappelijk vlak, zoals onderwijs, werk, vereniging, enz. Vrede vzw meent trouwens dat de twee gebieden van mensenrechten, de individuele en de sociale onverbrekelijk met elkaar verbonden zijn.
-Het zelfbeschikkingsrecht van de volkeren, zodat elk volk op een democratische wijze zelf kan bepalen welke maatschappij ze opbouwt, welke politiek ze voert, hoe ze haar economie bepaalt en haar cultuur vrijwaart. Dit alles moet wel met erkenning van en respect voor de aanwezige minderheden.
-ecologisch behoud, herstel en verbetering van natuur en milieu, erkend als noodzakelijke grondstof en productiekracht in economie en industrie, maar ook als grensoverschrijdende voorwaarde voor het behoud van alle leven.
29. Vermits Vrede vzw in haar analyse en standpunten erkent dat de krachten die de vrede bedreigen politiek zijn, uitgaande van de economisch-maatschappelijke realiteit, internationaal georganiseerd en cultureel bepalend, meent Vrede vzw dat op alle vlakken en doelstelling een strategie moet gevolgd worden van zo breed mogelijke coalities rond zo efficiënt mogelijke doelstellingen. Dit moet en kan op verschillende niveau’s en met verschillende inhoud.
Rond concrete, belangrijke opties op korte termijn tracht Vrede vzw naar zo ruim mogelijke samenwerkingsverbanden op een zo concreet en duidelijk mogelijk platform, dat enkel de doelstellingen in ordewoorden vertaalt en geen ideologische toelichtingen en verbindende tekst inhoudt. De coalitie is vooral mobiliserend en als drukkingsgroep bedoeld.
Thematische doelstellingen en acties op een breder, inhoudelijk gebied en op langere termijn dan de actualiteit worden geformuleerd in een basistekst van een zo ruim mogelijke, maar ook inhoudelijke sterke coalitie, die zich voorneemt democratisch, oprecht en met respect voor ieders ideologie en overtuiging voor langere tijd samen te werken. Naast een drukkingsgroep en een mobiliserende functie heeft deze samenwerking ook duidelijk een opvoedende taak, door de inhoud van haar platform kenbaar te maken en uit te leggen.
Tenslotte zijn er in het brede spectrum van maatschappelijke organisaties ook een aantal bevriende organisaties die vanuit de ideologie en strategie elkaar qua inzichten en actievormen een eind kunnen begrijpen en elkaar, in alle onafhankelijkheid, kunnen verrijken.
30. Vrede vzw heeft, vanuit haar eigen standpunten en visie, geformuleerd in deze basistekst, een duidelijke eigen en noodzakelijke plaats, functie en taak onder Vlaamse en internationale (vredes)organisaties en coalities. Zij meent dat de strijd voor vrede essentieel een politiek-maatschappelijke strijd is, waarbij de uiteindelijke doelstelling het bereiken en opbouwen van een maatschappelijke ordening en politiek is, waarin de tegenstellingen en het onrecht maximaal beperkt worden, zodat zij geen basis van een (gewapend) conflict, (structureel) geweld en onrechtvaardige uitbuiting meer kunnen uitmaken.
Vrede vzw ziet het als haar taak de mensen daartoe bewust te maken, te politiseren en te organiseren op het vlak van de vredesvraagstukken en de internationale verhoudingen en politiek. Zij heeft dus ook op zichzelf, als autonome organisatie, eveneens een eigen opvoedende, politiserende en organiserende opdracht.
Vrede vzw verenigt hiertoe iedereen zich kan terugvinden in deze basistekst.
31. Tot nu toe hebben we het terecht vooral gehad over structuren en tegenstellingen en hun polemologische gevolgen. Zonder in te gaan op de filosofische discussie over wat uiteindelijk doorslaggevend en bepalend is, de materie en de historische omstandigheden of de geest en het bewustzijn, meent Vrede vzw toch dat, wat de historische omstandigheden ook zijn, de persoonlijkheid en het persoonlijk inzicht en inzet, een rol zullen blijven spelen. Vrede vzw blijft daarom belang hechten aan de noodzaak tot vredesopvoeding. Onder vredesopvoeding verstaan we niet enkel het bijdragen van polemologisch inzicht, maar ook de opvoeding van individuen, groepen en massa’s in het vreedzaam oplossen van conflictsituaties door middel van communicatie en dialoog en gestoeld op respect voor de verscheidenheid en de wil tot vreedzame oplossing i.p.v. door geweld en dominantie. Het onbevooroordeeld, open kunnen luisteren en de gezonde reflex tot toetsing, evaluatie en zelfkritiek spelen hierbij een niet onbelangrijke rol. Het vreedzaam oplossen van een conflictsituatie heeft niets te maken met een compromisloze overheersing of een egoïstische dominantie, net zo min als met een principeloze toegevingsgezindheid of een sullige onderwerping. Een vredesopvoeding in bovenstaande zin is permanent noodzakelijk.
In die zin moeten er ook meer middelen en mensen vrijgemaakt worden om de vreedzame conflictbeheersing te onderzoeken, erin op te leiden en in de praktijk te brengen, en dit niet enkele tijdens conflicten, maar ook en vooral preventief.