Buiten de schijnwerpers van de internationale media, voeren boeren in India al een half jaar actie tegen door de overheid opgelegde landbouwhervormingen.
Het huidig protest wordt ongenadig afgebroken door de regeringsvriendelijke media en draconisch onderdrukt, maar lijkt voorlopig niet klein te krijgen. In september 2020 voerde de rechtse hindoe-nationalistische regering drie omstreden landbouwwetten in die de overheidsregulering op de landbouw verder inperken en grote agro-bedrijven een brede toegang verschaffen tot de sector. Zo vallen onder meer de door de overheid gegarandeerde basisprijzen voor bepaalde gewassen weg en wordt het risico op het verlies van gronden groter. De nieuwe landbouwwetten komen er op een moment dat de Indiase landbouw- en voedingssector zich al te midden van een zware crisis bevindt. Decennia van neoliberaal beleid (op dwingend verzoek van de Wereldhandelsorganisatie, het Internationaal Muntfonds en de Wereldbank) hebben heel wat averij aangericht op het platteland en veel kleine boeren verdrinken in de schulden. De strijd tegen schulden en armoede, voor eerlijke prijzen en voor lagere productiekosten kent een langere geschiedenis, maar de precaire situatie van de vele kleine boeren namecht alarmerende proporties aan vanaf de jaren 1990, toen het neoliberale beleid in combinatie met de effecten van de klimaatverandering (o.a. droogtes) en milieudegradatie enorme schade begonnen te berokkenen. Het was het begin van een ware zelfmoordcrisis bij wanhopige boeren. Volgens de Indiase overheid pleegden tussen 1995 en 2015 zeker 310.000 landbouwers zelfmoord. In 2019 beroofden officieel 10.281 boeren en landarbeiders zich van het leven (officieuze schattingen leggen de aantallen een pak hoger).
Volgens de Indiase overheid pleegden tussen 1995 en 2015 zeker 310.000 landbouwers zelfmoord.
Vandaag werkt nog altijd meer dan de helft van de Indiase bevolking in de landbouw- en voedingssector (het overgrote deel daarvan als kleinschalige boeren). Velen van hen zien de nieuwe landbouwwetten als de definitieve doodsteek. De recente landbouwhervorming luidt niet alleen een decimering in van de kleinschalige landbouw, ze bedreigt ook de algemene voedselzekerheid en voedselsoevereiniteit in het land. Als de landbouwproductie in handen komt van grote agro-bedrijven, kunnen zij de boeren bv. verplichten om over te stappen van essentiële voedselgewassen naarde teelt van winstgevende monogewassen (bv. voor de aanmaak van biobrandstoffen) bestemd voor de buitenlandse markten.
Protest
Het huidige protest flakkerde al op in augustus 2020 in de noordelijke deelstaat Punjab toen de drie wetsvoorstellen openbaar werden gemaakt, maar het barstte pas echt los in september toen de hervormingen effectief werden goedgekeurd door het parlement. Op 25 september riepen landbouwverenigingen en vakbonden op tot een ‘Bharat Bandh’ (een nationale staking). In verschillende deelstaten, maar in het bijzonder de noordelijke staten Punjab en Haryana, werden tal van demonstraties en protestacties georganiseerd. De regering van premier Narendra Modi gaf echter totaal geen gehoor aan de bezorgdheden van de boeren en deed het protest af als onpatriottisch en extremistisch.
Gefrustreerd besloten de boerenorganisaties en -vakbonden om naar het hoofdstedelijk territorium Delhi te trekken. De boerenmars viel op 26 november samen met een 24-uren-staking die gericht was tegen regeringsvoorstellen ter hervorming van de arbeidswetgeving. Meer dan 250 miljoen mensen namen deel aan de nationale staking. Aan de grenzen van Delhi werd de boerenmars tegengehouden door een aanzienlijke politiemacht. Agenten zetten waterkanonnen en traangas in. Straten werden opengebroken en barricades opgetrokken om te beletten dat de demonstranten het territorium zouden binnentrekken. De landbouwers installeerden zich daarop langs de toegangswegen en grenzen van Delhi, in de gebieden Singhu, Ghazipur en Tikri, waar ze drie uitgestrekte protestkampen optrokken. Ze verklaarden niet te zullen vertrekken alvorens de drie wetten opnieuw worden ingetrokken.
De boeren verklaarden niet te zullen vertrekken alvorens de drie nieuwe landbouwwetten terug worden ingetrokken.
Tegen 3 december verbleven er tot 300.000 boeren in de protestkampen aan de rand van het hoofdstedelijk gebied. In de ijzige winterkou en te midden van een geïmproviseerde infrastructuur organiseerden ze politieke (debatten, acties, ...), sociale (grootkeukens, …) en culturele (bibliotheken, …) ruimtes en activiteiten. Ondertussen bleven de autoriteiten en de nationale media de protesterende boeren omschrijven als extremisten. Het feit dat een groot deel van de demonstranten Sikhs uit Punjab waren, inspireerde de autoriteiten om het protest af te schilderen als een beweging van Khalistani’s (separatististen die streven naar een onafhankelijke Sikh-staat).
Repressie
De zwartmaak-campagne leverde echter niet het gewenste resultaat op en uiteindelijk besloot de nationale regering begin december 2020 schoorvoetend om te onderhandelen met een beperkt aantal vertegenwoordigers van de boerenorganisaties. Toen een grondige herziening, laat staan een intrekking van de drie landbouwwetten, niet ter discussie bleek te te staan, begonnen de boeren opnieuw een protestmars te plannen. Op 26 januari 2021 -op de Dag van de Republiek- zouden ze in een optocht van tractoren door de hoofdstad New Delhi trekken. De autoriteiten zagen zich uiteindelijk verplicht om de mars te laten doorgaan, maar stonden alleen een route in de buitenwijken toe. Konvooien van honderdduizenden boeren op tractoren, te paard en te voet legden vreedzaam het toegestane parcours af. Ze werden door tal van inwoners van de buitenwijken verwelkomd met eten en bloemen. Maar de overheidsvriendelijke media negeerden deze taferelen volledig en zonden in plaats daarvan in een aanhoudende loop beelden uit van een kleine groep die afgeweken was van het officiële parcours en zich een weg gebaand had naar het centrum waar de parade voor de officiële nationale feestdag aan de gang was. De confrontaties met de politie die daar het gevolg van waren, werden aangevoerd door de regering om de hele beweging te discrediteren als terroristisch. De boze leiders van de boerenorganisaties distantieerden zich expliciet van de minderheid die zich niet aan de afspraken had gehouden, maar veroordeelden ook de media omdat ze de succesvolle, vreedzame en enorme mars bewust links lieten liggen in hun verslaggeving. Verder beschuldigden ze de regerende Bharatiya Janata-partij (BJP) ervan bewust onruststokers ingezet te hebben met als doel geweld uit te lokken.
De overheidsvriendelijke media negeerden de enorme en vreedzame protestmars en focusten op het geweld gepleegd door een kleine minderheid.
De gebeurtenissen van 26 januari werden door de autoriteiten aangegrepen om de repressie op te voeren. In de nasleep van de optocht probeerde de politie de boeren met geweld te verdrijven uit hun kampementen. Boerenleiders en -activisten werden gearresteerd en aangeklaagd wegens opruiing. Het internet en sms-verkeer werd platgelegd, de toevoer van water werd geblokkeerd en er werden robuuste barricades opgetrokken. Bij een deel van de activisten heerste een zekere teleurstelling omwille van het geweld dat was uitgebroken op 26 januari en een verslagenheid omwille van de draconische reactie van de autoriteiten. Twee dagen na de tractorenoptocht wakkerde een emotionele toespraak van Rakesh Tikait, een prominente boerenleider uit de staat Ushar Pradesh, de strijdlust van de demonstranten echter opnieuw aan. Heel wat landbouwers die na de mars huiswaarts getrokken waren, maakten rechtsomkeer naar de protestkampen. “Onze slogan is ‘kanoon wapsi nahi, to ghar wapsi nahi’ [geen terugkeer naar huis zolang de landbouwwetten niet zijn ingetrokken]” verkondigde Tikait op 2 februari aan het Indiase nieuwsagentschap ANI. Samyukta Kisan Morcha, een koepelorganisatie die 40 boerenverenigingen vertegenwoordigt, stelde dat er niet verder kan onderhandeld worden met de regering zolang de politie de demonstranten blijft intimideren. De repressie van de overheid is niet alleen gericht tegen de actievoerders zelf. Verschillende journalisten worden vervolgd voor “het aanzetten tot rellen” omdat ze verslag uitbrengen van de ontwikkelingen rond het boerenprotest.
Besluit
De boeren lijken voorlopig vastberaden om vol te houden. Op 12 januari 2021 schortte het Hooggerechtshof van India de drie landbouwwetten tijdelijk op en creëerde het een comité dat de bezwaren van de boeren moest onderzoeken. De boerenvakbonden en -organisaties wantrouwen dit comité omdat de door de rechtbank aangestelde leden volgens hen uitgesproken voorstanders zijn van de agro-industrie. Ze lieten prompt weten dat ze hun acties pas zouden stopzetten wanneer de wetten definitief worden afgeschaft.
De BJP ondervindt ondertussen tot haar scha en schande dat de huidige protestbeweging niet zo gemakkelijk valt te sussen, te belasteren of te vernietigen. De veerkracht van de boeren heeft het onoverwinnelijke aura van de neoliberale hindoe-nationalistische BJP-regering een ferme deuk toegebracht. Door het boerenprotest van bij het begin systematisch te kenschetsen als gewelddadig, separatistisch en terroristisch heeft de regering het bovendien moeilijker gemaakt voor zichzelf om een compromis te aanvaarden. Dat zou namelijk de indruk wekken bij de BJP-aanhang dat de partij die de reputatie heeft onbuigzaam te zijn, toegeeft aan extremisten. Daarnaast vreest de regering ongetwijfeld dat elke toegeving andere belangengroepen en sociale bewegingen in het land zou kunnen inspireren.