Image
De derde intifada: de historische hongerstaking van de Palestijnse gevangenen (2011-2012)
Beeld: Latuff
De derde intifada: de historische hongerstaking van de Palestijnse gevangenen (2011-2012)
Artikel
10 minuten

In zijn befaamd boek 'Crime control as industry' beschrijft de Noorse criminoloog Nils Christie het gevangenisbeleid van de VS en van Rusland, met zijn massa-opsluitingen en lange straffen voor de armen. Christie stelt dat er in de volksbuurten van de Amerikaanse en Russische grootsteden nauwelijks gezinnen te vinden zijn, die geen familielid hebben dat in de gevangenis zit of zat. Hij stelt dat de situatie van wanhoop, het verwijderd zijn van geliefden, de solidariteit met en de vriendschap onder de gevangenen het ontstaan heeft gegeven aan een nieuwe cultuur in liederen en geschriften. Een cultuur van weemoed, gemis en tragedie, maar ook van rebellie en verzet.

Palestijnen in Israëlische detentie

Wanneer we het hebben over landen die bekend staan in de wereld voor hun “strijd tegen het terrorisme” en die als laboratorium functioneren inzake de opsluiting en de behandeling van politieke gevangenen, dan spant Israël de kroon. Zo vonden de Amerikanen voor hun herdefiniëring van wat beschouwd wordt als 'foltering' in hun 'War on Terror', onder meer hun inspiratie bij de praktijken van de Israëlische veiligheidsdiensten. Voor de hele Palestijnse bevolking die leeft op de Westelijke Jordaanoever en de Gaza-strook -de restanten van wat ooit Palestina was-, maken opsluiting en de gevangenis een permanent onderdeel uit van het bestaan en de cultuur. Er zijn niet alleen de gekende en de geheime Israëlische gevangenissen waarin Palestijnen vastgehouden worden, er is ook de hele Gazastrook zelf, die sinds juni 2007 door een algehele Israëlische blokkade omgevormd is tot één grote openluchtgevangenis.

Volgens een verslag van een conferentie in Belfast rond Palestijnse gevangenen (2012) hebben er “sinds de bezetting door Israël van de Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook en Oost-Jeruzalem in 1967, 700.000 Palestijnen in een Israëlische gevangenis gezeten. Dit betekent dat ongeveer 20% van de totale bevolking die leeft in de Bezette Gebieden, de gevangenis heeft meegemaakt. Het gaat hier in de praktijk om 40% van alle Palestijnse mannen. Israël heeft sinds 1967 ook tienduizenden Palestijnse vrouwen opgesloten. Zij hebben de meest onmenselijke omstandigheden moeten doorstaan, inclusief het baren van kinderen terwijl ze vastgeketend waren...”. Volgens de meest recente cijfers bevonden er zich in april 2012, 4424 Palestijnse politieke gevangenen in Israëlische detentie, waaronder 170 kinderen en 6 vrouwen. De kinderen worden niet alleen in de gevangenis opgesloten, maar ook gebruikt als gijzelaars om druk uit te oefenen op hun families. Voorbeelden van zowel Palestijnse vrouwen als mannen, die bedreigd werden met, of effectief het slachtoffer werden van seksueel misbruik, zijn legio. Zo'n 550 gevangenen afkomstig uit Gaza, ontvingen gedurende 5 tot 6 jaar geen enkel familiebezoek, als represaille voor de gevangenneming door Hamas van de inmiddels vrijgelaten Israëlische soldaat Gilad Shalit. 310 gevangenen worden momenteel vastgehouden enkel en alleen op basis van de wet op de administratieve detentie, d.w.z. zonder proces of enige vorm van aanklacht. Sommigen van hen zitten zo al jaren in de gevangenis. Onder deze laatste categorie bevinden zich ook 20 verkozen Palestijnse parlementairen.

Het is in deze extreme omstandigheden dat de Palestijnse gevangenen in september 2011 aan een golf van hongerstakingen begonnen, die een voorlopig einde kende in mei 2012.

Men kan werkelijk spreken van een historische beweging die zijn gelijke niet kent. Iedereen die een beetje vertrouwd is met de gevangeniswereld, beseft wat een titanische onderneming het is om een collectieve hongerstaking op te zetten in één gevangenis. Laat staan in verschillende gevangenissen tegelijk, met verschillende organisaties, en met een massaal karakter. En dat maandenlang aan een stuk. Het is nochtans exact daarin dat de Palestijnse gedetineerden geslaagd zijn. In die zin kan men werkelijk spreken van een derde intifada (opstand van het Palestijnse volk tegen de bezetting). Het motto van de hongerstakers was 'sterven om te leven' en hun belangrijkste objectieven waren: het afschaffen van de eenzame opsluiting, het opheffen van de wet Shalit (die familiebezoek vanuit Gaza verbiedt), een algemene verbetering van de rechten in de gevangenissen (waaronder het recht op activiteiten, zoals studeren) en een einde stellen aan de praktijk van de administratieve detentie. Een Palestijn kan opgesloten worden zonder aanklacht en zonder proces voor een periode van 2, 4 of 6 maanden. Deze maatregel kan nadien onbeperkt verlengd worden. Sommige Palestijnen zaten op die manier gedurende een onafgebroken periode van 6 jaar in administratieve detentie. Anderen worden even vrijgelaten en dan weer gearresteerd. Dat was bijvoorbeeld het geval voor de journalist, Ali Jaradat, die gedurende 19 jaar te maken kreeg met periodes van administratieve detentie. De Nederlandse extreemrechtse politicus Geert Wilders heeft via een wetsvoorstel trouwens gepoogd om de Israëlische praktijk van de administratieve detentie door het Nederlandse parlement te jagen. Voorlopig zonder succes. Niet zo in de Verenigde Staten, waar in december 2011 de 'National Defense Authorization Act' (NDAA) werd aangenomen, die naar Israëlisch model, de onbeperkte administratieve detentie mogelijk maakt van terrorisme-verdachten, zonder enige vorm van proces.

Historiek van een hongerstaking

De hongerstakingsgolf ging van start op 27 september 2011. Honderden Palestijnse gevangenen protesteerden op die manier tegen de eenzame opsluiting, onder meer tegen die van Ahmed Saadat, de leider van het linkse Populair Front voor de Bevrijding van Palestina (PFLP). Ze was ook gericht tegen het ontzeggen van familiebezoek en tegen de vernedering van gevangenen tijdens de gevangenistransfers. De hongerstaking duurde tot 18 oktober 2011, de dag waarop Hamas de Israëlische soldaat Gilad Shalit vrijliet, in ruil voor de vrijlating in de nabije toekomst van 1054 Palestijnse gevangenen. Deze eerste massa-hongerstaking van 22 dagen werd afgesloten na de belofte van de Israëlische gevangenisautoriteiten dat ze binnen de 3 maanden zouden tegemoet komen aan de eisen van de hongerstakers op voorwaarde dat ze hun actie zouden stopzetten. Deze belofte belette Israël niet om ondertussen door te gaan met het verrichten van arrestaties: het plaatste 150 Palestijnen van het PFLP in administratieve detentie omwille van hun steun aan die eerste hongerstaking. Hetzelfde gebeurde met een aantal vrijgelaten gevangenen, die enkele weken na de gevangenenruil opnieuw in administratieve detentie geplaatst werden. Het was Khader Adnan, lid van de kleine militante organisatie 'Islamic Jihad', die de fakkel van de hongerstakers overnam op 17 december 2011. Adnan, 34 jaar oud, uit het Palestijnse dorpje Arrabe vlakbij Jenin, werd die dag al voor de 8ste keer in zijn leven gearresteerd en in administratieve detentie geplaatst. In totaal bracht hij op die manier al 5 jaar in de gevangenis door. De laatste keer was in 2008 voor een periode van 6 maanden. Adnan bezit een diploma economische wetenschappen. Hij wou zijn studies aan de Bir Zeit universiteit verderzetten, maar de systematische arrestaties en opsluitingen noopten hem zijn studies stop te zetten. Sindsdien werkte hij in een bakkerij. Toen hij in 2011 weer eens gearresteerd werd, was voor Adnan de maat vol: hij begon een hongerstaking die 66 dagen zou duren (en waarvan hij nadien bijna even zoveel dagen zou moeten herstellen). En hij won. Hij kon afdwingen dat hij op 17 april in plaats van op 8 mei vrijgelaten zou worden, en vooral dat zijn 'administratieve detentie-bevel' niet hernieuwd zou worden.

Khader Adnan had verder gezet waar de PFLP mee begonnen was. Hij stelde: “Ik ben niet de eerste die in hongerstaking gaat. Ik zet gewoon het Palestijnse verzet in de gevangenissen verder... en ik wil niet dat mijn volk verdeeld wordt. We kunnen de PFLP-gevangenen niet alleen laten...”. Adnan benadrukte dat hij niet hongerstaakte voor de Islamic Jihad, maar voor de meer dan 300 gevangenen in administratieve detentie. Adnan werd trouwens nooit vervolgd voor lidmaatschap van welke Palestijnse organisatie dan ook. Er was simpelweg géén aanklacht tegen hem. De actie van de PFLP-gevangenen en vooral die van Adnan zetten de deur wagenwijd open voor een hele reeks individuele hongerstakingen.

Hana al-Shalabi, 30 jaar en afkomstig uit het dorp Burqin in het noorden van de Westelijke Jordaanoever, was een van de Palestijnse gevangenen die werden vrijgelaten in ruil voor de Israëlische soldaat Shalit. Hana werd opnieuw gearresteerd op 16 februari 2012 -minder dan 4 maanden na haar vrijlating- en opgesloten in de gevangenis van Hasharon. In dezelfde gevangenis had ze tussen 2009 en 2011 al 30 maanden in administratieve detentie doorgebracht. Sinds haar vrijlating kwam Hana nauwelijks buiten en probeerde ze te herstellen van de traumatische ervaring van haar gevangenschap. Op de dag dat ze opnieuw gearresteerd werd, ging ze onmiddellijk in hongerstaking tegen haar gewelddadige arrestatie en haar mensonwaardige behandeling (waaronder 'stripsearching' door een mannelijke soldaat). Haar actie zou 45 dagen duren en werd besloten met haar vrijlating op voorwaarde dat ze zou instemmen met een verbanning naar Gaza voor een periode van 3 jaar. Ze aanvaardde. Voor de 1,7 miljoen Palestijnen in de Gaza-strook en de meer dan 2,5 miljoen Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever is het verboden om tussen de twee gebieden te reizen.

Bilal Diab, 27 jaar, uit Jenin en Thaer Halahla, 34 jaar, uit Hebron, gingen in hongerstaking tegen hun administratieve detentie op 29 februari 2012. Hun staking zou 77 dagen duren. Hun voorbeeld werd gevolgd door 8 andere gevangenen. Allemaal belandden ze in kritieke toestand in het hospitaal. Bilal en Thaer waren op sterven na dood.

Op 17 april 2012, de Internationale Dag voor de Palestijnse Gevangenen en tevens de dag waarop Khader Adnan werd vrijgelaten, gingen tussen de 1600 en 2500 Palestijnse gevangenen in hongerstaking omdat de gedane beloftes, 6 maanden na de eerste hongerstaking, niet waren nagekomen door de Israëlische autoriteiten. De actie werd (voorlopig) beëindigd op 13 mei 2012, na een akkoord tussen de Israëlische gevangenisautoriteiten en de vertegenwoordigers van de hongerstakers. Het akkoord bepaalde de beëindiging van de eenzame opsluiting voor alle gevangenen, met inbegrip van de gedetineerde Palestijnse politieke leiders Hasan Salama, Ibraheem Hamed en Abdullah al Barghouti; de belofte dat de administratieve detentie niet wordt verlengd zonder nieuwe informatie en bewijzen voor een militaire rechtbank; het recht op bezoek voor de families uit Gaza; en de verbetering van de omstandigheden van de gevangenen, zoals het recht op het gebruik van een telefoon en televisie. In ruil moesten de Palestijnse gevangenen beloven om af te zien van elke “terroristische activiteit – van rekrutering tot vorming” binnen de gevangenissen.

Betekenis

Het akkoord was de overwinning van de staking van de lege magen op een van de meest terroristische regimes ter wereld. Ook al is het nu reeds duidelijk dat Israël de bepalingen van het akkoord niet of slechts gedeeltelijk zal nakomen, de Palestijnse gevangenen hebben hun kracht gevoeld en de weg geopend voor nieuwe acties indien nodig. De politieke gevangenen hebben via hun hongerstaking opnieuw de centrale plaats in de Palestijnse bevrijdingsstrijd ingenomen die hen toekomt. Zij staan symbool voor het verzet tegen de bezetting. Zij personaliseren het recht en de plicht van de Palestijnen op dit verzet. Een verzet dat door een deel van de Palestijnse leiding aan de kant is geschoven in naam van de vredesgesprekken (en voor financiële steun). Het zijn de politieke gevangenen die de eenheid van het Palestijnse volk vertegenwoordigen, een eenheid die zoek is buiten de gevangenismuren. De hongerstaking heeft ook een nieuwe generatie leiders naar voor gebracht. Zo groeide met name Khader Adnan uit tot de Palestijnse Bobby Sands (de Noord-Ierse IRA-activist die stierf in de gevangenis ten gevolge van een hongerstaking, maar die tijdens zijn actie verkozen werd voor het Brits parlement). De Palestijnse jongeren in de straten, van allerlei politieke pluimage, identificeren zich met Adnan. Tijdens steunbetuigingen voor de gevangenis van Ofer riepen ze: “Khader Adnan is onze leider. Saeb Eerekat (de Palestijnse onderhandelaar in de momenteel opgeschorte vredesonderhandelingen) is niet de leider van de Palestijnen”.

De Palestijnse hongerstakers beseffen heel goed dat zij er, net als de Ierse republikeinse hongerstakers in de jaren 1970 en 1980, in geslaagd zijn de wereldopinie te mobiliseren voor hun zaak en die van het gehele Palestijnse volk. Door het wapen van de hongerstaking in te zetten, het wapen van hun lichaam, het enige wapen dat hen nog restte, hebben de Palestijnse gevangenen een golf van wereldwijde solidariteit losgemaakt. Na zijn vrijlating verklaarde Khader Adnan: “Ik vraag God om het bewustzijn op te wekken onder alle vrije mensen ter wereld. Ik bedank allen onder hen, en in het bijzonder het Ierse volk, om aan mijn zijde te hebben gestaan gedurende mijn hongerstaking”.

Geplaatst tegenover het massale karakter van de hongerstakingen en de dreigende dood van enkele actievoerders, besloot Israël te capituleren en te onderhandelen. Ze beseften dat het overlijden van  een van de hongerstakers het signaal zou geweest zijn voor een opstand in de Bezette Gebieden, die ditmaal ook de Palestijnse Autoriteit dreigde mee te sleuren. Israël verklaarde dan ook uitdrukkelijk dat de overeenkomst met de hongerstakers er gekomen was op vraag van de Palestijnse president Mahmoud Abbas en dat het akkoord 'het vredesproces' moest redden. Om het in gevangenistermen te stellen: de toekomst zal uitwijzen of dit voor het zogenaamde vredesproces meer zal betekenen dan een uitstel van executie.

 


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.