Image
De impact van de nederzettingen op de Palestijnse rechten en levenskwaliteit (*)
Foto: Lieve Van Dijck
De impact van de nederzettingen op de Palestijnse rechten en levenskwaliteit (*)
Artikel
7 minuten

Het Israëlische beleid om in de bezette gebieden nederzettingen te bouwen leidt tot wijdverbreide schendingen van de mensenrechten en ondermijnt de ontwikkeling van Palestijnse woongemeenschappen. Palestijnse huizen worden gesloopt om plaats te ruimen voor illegale nederzettingen. Hierdoor moeten honderden mensen zich jaarlijks gedwongen verplaatsen. De nederzettingen ontzeggen de Palestijnen hun bewegingsvrijheid en beroven hen van de toegang tot levensnoodzakelijke grondstoffen zoals water en landbouwgrond.

De laatste jaren nam het aantal afbraken van Palestijnse huizen en infrastructuur door Israëlische troepen fors toe. Dit leidde tot steeds meer gedwongen verplaatsingen van mensen. In 2011 werden in zone C en in Oost-Jeruzalem 622 Palestijnse huizen, waterputten, vergaarbakken voor regenwater en andere essentiële infrastructuur vernietigd. Hierdoor moesten bijna 1.100 Palestijnen zich noodgedwongen verplaatsen. Dat is bijna 2 keer zoveel als het aantal mensen dat in 2010 gedwongen werd verplaatst en is het hoogste cijfer in jaren. Meer dan 60% van de afbraken gebeurt vlakbij of binnen zones die aan joodse nederzettingen werden toegekend. In de eerste 9 maanden van 2012 hield het aantal afbraken per maand gelijke tred met het voorgaande recordjaar. Duizenden mensen lopen nog steeds het risico op gedwongen verplaatsing in zone C en Oost-Jeruzalem. Met uitzondering van gevallen waarin het militair absoluut noodzakelijk is, vormt het vernietigen van eigendom van de bevolking in bezet gebied, een schending van het internationaal recht. De afbraken beroven mensen niet alleen van hun huis, maar vernietigen de middelen om in hun levensonderhoud  te voorzien. Bovendien hebben ze een verpletterende negatieve pyscho-sociale impact. Meer dan de helft van de verplaatste Palestijnen in 2011 waren kinderen. Volgens de Israëlische overheid vinden de afbraken plaats omdat men niet beschikt over de vereiste bouwvergunningen. In werkelijkheid is het voor de Palestijnen nagenoeg onmogelijk om in zone C vergunningen te krijgen voor de bouw van huizen, ziekenhuizen, scholen, waterputten, stallen of andere vitale infrastructuur. De Israëlische overheid heeft de afgelopen jaren 94% van de bouwvergunningsaanvragen voor Palestijnse constructies in zone C afgewezen. De bouw van Israëlische nederzettingen daarentegen, gaat onverminderd voort en krijgt forse overheidssteun. Zelfs als Israëlische kolonisten 'outposts' bouwden, wat in strijd is met de Israëlische reglementering, heeft de overheid die zelden gesloopt. In sommige gevallen werden deze outposts met terugwerkende kracht goedgekeurd, werden ze aangesloten op het wegennetwerk en de elektriciteits- en waterbevoorrading, en werden er zelfs Israëlische veiligheidstroepen naartoe gestuurd om ze te bewaken. Momenteel zijn er ongeveer 100 voorposten die zonder de vereiste vergunningen gebouwd zijn. De afbraak van Palestijnse gebouwen heeft soms invloed op projecten die Europese regeringen financieren in Palestina. In 2011 en in de eerste helft van 2012 sloopten kolonisten in zone C ten minste 62 bouwwerken die door Europese donoren gefinancierd werden. Nog minstens 110 andere gebouwen lopen het risico te worden gesloopt, want ze ontvingen het bevel van de Israëlische overheid tot “stopzetten van de werken” of tot sloping. Er zijn geen gevallen bekend van Europese donoren die van de Israëlische overheid compensatie hebben gekregen voor de schade aan hun projecten.

Netwerk van barrières

Sinds de jaren 1990 heeft Israël een uitgebreid netwerk van barrières geïnstalleerd dat de mobiliteit van Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever moet belemmeren. Dit netwerk omvat controleposten, wegblokkades en de scheidingsmuur, en gaat gepaard met een restrictief
vergunningensysteem. Palestijnen ondervinden grote problemen wanneer ze tussen de verschillende steden in de Westelijke Jordaanoever willen reizen, naar hun werk, landbouwgrond, scholen of ziekenhuizen willen gaan of wanneer ze familieleden willen bezoeken. Volgens recente VN-cijfers zijn er ongeveer 542 wegblokkades en controleposten. Ongeveer 70 dorpen -een totale bevolking van 190.000 mensen- worden door barrières gedwongen omwegen te maken die 2 tot 5 keer langer zijn dan de rechtstreekse route naar de dichtstbijzijnde stad. De meeste beperkingen van de mobiliteit zijn bedoeld om de veiligheid van de Israëlische kolonisten te waarborgen en hun mobiliteit te vergemakkelijken. De kolonisten gebruiken wegen die alleen voor hen toegankelijk zijn en die niet langs de door Palestijnen bewoonde gebieden lopen. Ze verbinden de nederzettingen met elkaar en met het wegennetwerk en de steden in Israël zelf. De scheidingsmuur vormt een belangrijke bijkomende barrière voor de Palestijnen. De 700 km lange muur wijkt voor 85% af van de internationaal erkende ‘Groene Lijn’ (grens van Israël van voor 1967). Omwille van deze reden werd de muur door het Internationaal Gerechtshof illegaal bevonden. De muur dringt diep door in de Westelijke Jordaanoever en scheidt Palestijnse gemeenschappen van elkaar af (waardoor zowat 11.000 Palestijnen aan de ‘Israëlische’ kant werden geïsoleerd) en landbouwers van hun landbouwgrond werden afgesneden. De route van de muur wordt bepaald door de ligging van nederzettingen, want ze houdt 85% van de kolonisten, inclusief gebieden bestemd voor toekomstige nederzettingen, aan de ‘Israëlische’ kant van de muur. Ook de toegang tot Oost-Jeruzalem blijft een groot probleem voor Palestijnen. Israël verplicht alle Palestijnen die niet over verblijfsrecht in Jeruzalem beschikken of geen Israëlisch staatsburger zijn, om via een ingewikkelde en tijdrovende procedure een vergunning aan te vragen. Dit geldt ook voor medische patiënten die naar Palestijnse ziekenhuizen in Oost-Jeruzalem moeten gaan. 19% van de aanvragen in 2011 voor toegang tot gezondheidszorg in Jeruzalem, werd geweigerd of vertraagd. Bij verplaatsingen in ziekenwagens moeten patiënten aan een controlepost van een Palestijnse ziekenwagen overgeladen worden in een Israëlische vooraleer ze Jeruzalem binnen mogen.

Water & economie

Waterreservoirs die Palestijnse landbouwers gebruiken om regenwater op te vangen, worden regelmatig vernietigd door de Israëlische overheid. Dit beperkt hun mogelijkheden om gewassen te telen. Bovendien worden de afgelopen jaren steeds meer Palestijnse waterbronnen in de buurt van nederzettingen overgenomen door kolonisten, die vervolgens de toegang blokkeren voor de Palestijnen. Veel Palestijnse boeren hebben dus geen andere keuze dan het dure water te kopen van watertankwagens, wat hun fruit en groenten duurder en minder concurrentieel maakt. Het gebrek aan toegang tot water heeft geleid tot een verminderde leefbaarheid van de Palestijnse landbouw en een verlies aan inkomsten. Het feit dat Israël de waterbronnen in de bezette gebieden gebruikt ten nadele van de lokale bevolking, is een schending van het internationaal recht. Door landbouwgewassen in te voeren die afhankelijk zijn van waterwinning en die in nederzettingen werden geteeld, draagt Europa hiertoe bij. De ruimte voor economische bedrijvigheid en werkgelegenheid voor de Palestijnen is door de ver reikende beperkingen van Israël ernstig aan banden gelegd. Bijgevolg zien veel Palestijnen zich verplicht om een baan te zoeken in de nederzettingen die de feitelijke oorzaak zijn van hun armoede en gebrek aan kansen. Zo profiteert de Israëlische nederzettingeneconomie van Palestijnse arbeidskrachten. Palestijnen die in nederzettingen werken zijn vooral tewerkgesteld in de bouw, de landbouw en de industrie. Er werken minstens 9500 Palestijnen op boerderijen in de nederzettingen. Sommige Palestijnse boeren zijn gereduceerd tot pachtwerkers op wat vroeger hun eigen land was, maar dat van hen werd afgenomen. Palestijnse arbeiders worden vaak gediscrimineerd en hun rechten geschonden. Terwijl het minimumloon in Israël momenteel 6 dollar per uur bedraagt, krijgen Palestijnen die in Israëlische nederzettingen in de Jordaanvallei werken, gemiddeld slechts 2 à 4,8 dollar per uur. Een recente enquête gaf aan dat geen enkele Palestijnse arbeider de voordelen ontving die Israëlische arbeiders wettelijk genieten, waaronder vakantie, betaling van overuren, ziekteverzekering of een ziekte-uitkering. Volgens Kav LaOved, een Israëlische NGO ter bescherming van de werknemersrechten, leveren kinderen van 12 jaar seizoensarbeid op boerderijen in de nederzettingen, vooral wanneer dadels, paprika’s en tomaten worden geoogst.

Kolonistengeweld

De aanwezigheid van illegale nederzettingen in de bezette gebieden is een bron van extreme spanningen die aan beide zijden tot geweld leiden. Palestijnen die in de buurt wonen van nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever krijgen steeds meer te maken met gewelddadige aanvallen door kolonisten. In 2011 werd een recordaantal (32% meer dan in 2010 en 144% meer dan in 2009) aanvallen door kolonisten geregistreerd met beschadigingen en gewonden tot gevolg. Bijna 250.000 Palestijnen wonen in dorpen die kwetsbaar zijn voor aanvallen door kolonisten. Israëlische kolonisten vernietigden vorig jaar ongeveer 10.000 Palestijnse bomen –vooral olijfbomen, wat de inkomsten van honderden gezinnen aanzienlijk verminderde. Andere gewelddaden van kolonisten zijn bijvoorbeeld het gooien van stenen, het blokkeren van wegen, het in brand steken van velden of andere beschadigingen aan eigendommen. Onder het internationaal recht is de Israëlische overheid verplicht de rust en de openbare orde te verzekeren en misdrijven te onderzoeken en te vervolgen. Toch blijven kolonisten die gewelddaden plegen doorgaans ongestraft. Volgens de Israëlische rechtenorganisatie Yesh Din wordt meer dan 90% van de Palestijnse klachten over kolonistengeweld zonder gevolg geseponeerd. Van de 162 klachten die Palestijnen de afgelopen 7 jaar indienden tegen vandalisme op hun bomen, resulteerde slechts 1 in een effectieve aanklacht.



(*) Deze tekst is een uittreksel uit het rapport 'Vrede verhandelen. Hoe Europa bijdraagt tot het ondersteunen van illegale Israëlische nederzettingen', Crisis Action, oktober 2012.

Lees ook het dossier: 20 jaar Oslo


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.