De president van Zuid-Korea heeft met veel oorlogstromgeroffel de schuld voor het zinken van het Zuid-Koreaanse korvet “Cheonan” op 26 maart laatstleden, bij Noord-Korea gelegd. Om zijn bewering te staven haalt hij het rapport aan van de “internationale commissie”. Deze commissie was samengesteld uit experts van Zuid-Korea, de VS, Zweden, Canada en Japan. Deze landen vormen in feite de harde kern van een coalitie die Noord-Korea vijandig gezind is.
Dat betekent nog niet dat we de verklaring van Noord-Korea alle vertrouwen moeten schenken. Pyongyang verklaarde zich van zijn kant wel bereid om actief mee te werken met het onderzoek, waardoor de indruk versterkt wordt van onschuld. Maar het Westers bondgenootschap gaat per definitie niet van dergelijke veronderstelling uit, zeker niet als het landen betreft die door Washington als schurkenstaten gebrandmerkt worden.
Hillary Clinton ontpopte zich tijdens haar rondreis in Azië en haar bezoek aan Zuid-Korea, als een havik ten opzichte van Noord-Korea, waardoor de spanning tussen beide landen opgedreven werd. Ze sprak van een onaanvaardbare provocatie die hardhandig moet beantwoord worden. Hoe dit concreet hard gemaakt moeten worden zal volgens haar in overleg met Zuid-Korea en in de VN-veiligheidsraad uitgewerkt worden. De door Clinton gewenste harde maatregelen zouden wellicht al in praktijk zijn gebracht moest Noord-Korea niet de traditionele bondgenoot zijn van China. De tegenstelling tussen de zeer harde taal en de lauwe praktische toepassingen is wel frappant. Kennelijk hebben de VS China te hard nodig in allerlei andere dossiers? Anderzijds is het natuurlijk net interessant om spanningen te verhogen aan de grenzen van een economische concurrent.
De houding van China over de oorzaken van het zinken van het Zuid-Koreaanse marinekorvet, lijkt op het eerste zicht een correctere benadering, waarvan de Westerse diplomatie en de media-echo nog wat kunnen leren. Voor de Chinezen is de bewering van de Zuid-Koreaanse president en de zogenoemde internationale commissie van experts uit de VS, Japan, Canada en Zweden zeer twijfelachtig. Ze beschouwen deze commissie alles behalve als onpartijdig en onafhankelijk.
Klaarblijkelijk is het de wil van Washington, hier bij monde van Hillary Clinton, om de “internationale gemeenschap” - het begrip alleen al is een synoniem van onderwerping aan de dictaten van de Verenigde Staten geworden - een agressievere confrontatiepolitiek tegen Noord-Korea te doen voeren. Een upgrade van het vijandbeeld is altijd goed voor nieuwe wapencontracten.
China heeft zijn standpunt nog niet vastgelegd. Het land wil met de nodige zorgvuldigheid alle informatie en eventuele bewijzen grondig bekijken, vooraleer stelling te nemen.
De Russische minister van Buitenland se zaken, Lavrov, verklaarde dat zijn land het naar voren gebrachte bewijsmateriaal van Zuid en Noord-Korea zorgvuldig wil bekijken en beoordelen. Hiermee liet hij verstaan dat Moskou ernstige twijfels heeft over de Zuid-Koreaanse versie van de feiten en van oordeel is dat de bevindingen op hun echt waarheidsgehalte moeten onderzocht worden.
Noord-Korea is van alle landen ter wereld wellicht de meest gesloten staat. Het land lijkt praktisch geïsoleerd van de buitenwereld. Kim Jong II en zijn entourage beseffen maar al tegoed wat de gevolgen kunnen zijn van deze opgezette westerse provocatie. In feite krijgt het Westen vanuit Pyonyang de door hen gewenste melodie voorgespeeld: straffe oorlogstaal. Het in Noord-Korea ontwikkelde socialistisch model is een mislukking. Socialisme kan niet beperkt blijven tot een genationaliseerde economie. De personencultus en het dynastiedenken die in het land heersen werken afstotend. De vraag is, hoe kan een land zich uit een dwangmatige commando-economie omvormen naar een democratische, participatieve planeconomie zonder dat allerlei binnenlandse en buitenlandse krachten proberen zijn recht op een eigen ontwikkelingsweg te fnuiken? Het huidige Noord-Koreaanse socialistisch beleid verdient geen bewondering, maar wel de onvoorwaardelijke wil tot zelfbeschikking. Voor dat recht mag men Noord-Korea niet alleen laten.
De timing voor het oorlogspaukenspel, twee maanden na het zinken van het marinekorvet, doet veel vragen rijzen. Wellicht moet men een en ander plaatsen in de aanloop van de lokale Zuid-Koreaanse verkiezingen en de verkiezingsthema’s. Strategen in de VS waren nooit erg opgezet met de 'sunshine'-politiek van het verleden toen Noord- en Zuid-Korea toenadering tot elkaar zochten. Een oplossing van het Koreaanse conflict zou de officiële gronden voor de belangrijke militaire VS-aanwezigheid in dit deel van de wereld wegnemen. Een nieuw element toevoegen aan dit conflictdossier is dus niets anders dan steun geven aan de zuidelijke havikken en vormt een nieuwe 'reden' om de militaire aanwezigheid te verantwoorden. Er zijn meer dan 28.000 VS soldaten in Zuid-Korea verspreid over meer dan 20 militaire kampen en basissen. Zonder over de kleine 40.000 Amerikaanse soldaten in Japan te spreken.
Bovendien komt de beschuldiging op een ogenblik dat de niet-westerse diplomatie duidelijke punten scoorde in het dossier Iran, door met Teheran een overeenkomst te sluiten over het verrijken van uranium buiten de grenzen van het land. Inderdaad, de doorbraak die Brazilië in dit dossier wist te bereiken, ook dank zij de goede diensten van Turkije, maakt het de dominante mondiale krachten (de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad + Duitsland) een stukje moeilijker hun anti-Iran beleid aan de wereldbevolking uit te leggen. De ijzers in het vuur leggen om een ander conflictdossier op de voorgrond te krijgen is een duidelijke zet op het schaakbord van de internationale spanningen.
Hillary Clinton maakt van de Koreaanse crisis handig gebruik om de Amerikaanse bewapeningsstrategie aan de bondgenoten te verkopen. Zoals we allen weten, is het de bedoeling van de VS om in alle wereldregio’s en zeeën rakettenschilden op te stellen, ook in Azië. Zo wil Washington het hegemoniale machtsstreven ten opzichte van China meer gestalte geven. Want laten we ons niet blind staren op wat ons voorgespiegeld wordt, het is niet Noord-Korea dat men in de eerste plaats viseert maar de opkomende grootmacht China.
Het nu opgevoerde oorlogstromgeroffel zal alleen maar leiden tot een grotere militaire machtsontplooiing en wapenwedloop van beide kampen en de kans op gewapende conflicten op het Koreaanse schiereiland vergroten.
Antoine Uytterhaeghe