Image
Europese diplomaten uiten harde kritiek op Israëlische bezettingspolitiek
Foto: Justin McIntosh
Europese diplomaten uiten harde kritiek op Israëlische bezettingspolitiek
Artikel
7 minuten

De 'Leiders van de EU Missie in Jeruzalem’ maakten een opvallend kritisch ontwerprapport 2012 over Jeruzalem. Het lekte in een aantal buitenlandse media, maar in de Belgische pers kreeg het maar weinig aandacht, hoewel het in ongewoon harde bewoordingen uithaalt naar de Israëlische bezettingspolitiek in Oost-Jeruzalem. Het is niet de eerste keer dat Europese diplomaten kritiek uiten aan het adres van Israël, maar hun bezorgdheden over de Palestijnse toekomst van de stad valt doorgaans in Europese dovemansoren. De afgelopen decennia heeft de EU ondanks de voortdurende schendingen van het internationaal recht, de relaties met Israël versterkt en ze zelfs op een geprivilegieerd niveau gebracht.

De rechtse Israëlische krant ‘The Jerusalem Post’ (27/02/2013) citeert een 'Europese officiële bron' die stelt: “zoals dat elk jaar het geval is genereert dit vernietigend rapport mooie krantenkoppen, maar zonder veel impact op het algemene Europese beleid”. Vooraleer dieper in te gaan op het Jeruzalem-rapport is het goed om kort even de geschiedenis en het karakter van de Europees-Israëlische relaties op te diepen. In 1975 ondertekenden de EU en Israël een eerste vrijhandelsakkoord dat tot een gevoelige daling en in het geval van heel wat landbouwgoederen zelfs tot de afschaffing van de Europese douaneheffingen leidde. Twintig jaar later, in 1995, werd met een Associatie-akkoord een tweede belangrijke overeenkomst getekend. Het vormde het Europese antwoord op de ondertekening twee jaar eerder van de Oslo-akkoorden die volgens internationale politieke kringen een vredesproces in gang zetten. Het Associatie-akkoord breidde de bestaande vrijhandel tussen Israël en de EU uit en institutionaliseerde de relaties met de oprichting van een ‘EU-Israël Associatieraad’ die jaarlijks bijeen zou komen. Ondanks het mislukken van het vredesproces zou de EU de relaties met Israël in de jaren daarop verder verdiepen, vooral in de publieke, landbouw en wetenschappelijke sectoren. Zo was Israël het eerste niet-EU-lid dat in 1996 toegang kreeg tot de Europese onderzoeksprogramma's. Volgens de gegevens van de Europese Commissie werd voor 943 miljoen euro aan onderzoeksgelden toegezegd aan Israëlische 'legale entiteiten' voor hun participatie aan Europese onderzoeksprojecten tussen 2000 en 2013. Het merendeel van de Europese subsidies (ongeveer 600 miljoen euro) werd uitgekeerd binnen het huidige 'Zevende Kaderprogramma voor Onderzoek en Technologische Ontwikkeling' (FP7), dat eind dit jaar afloopt. Sinds de lancering van de specifieke component ‘veiligheidsonderzoek’ binnen FP7, vloeit de EU-financiering rechtstreeks naar Israëls defensie- en nationale veiligheidssectoren. Een nieuwe kwalitatieve sprong in de relaties tussen de EU en Israël kwam er met het ‘Actieplan’ dat beiden in 2004 ondertekenden in het kader van het Europees Nabuurschapsbeleid. Er wordt voor het eerst een duidelijke band geformuleerd tussen enerzijds de verdere verdieping van de relaties tussen de EU en Israël en anderzijds de oplossing van het Israëlisch Palestijns conflict gebaseerd op twee naast elkaar bestaande onafhankelijke staten (tweestatenoplossing). Hoewel Israël tegen de zin v an de EU nieuwe woningen in de kolonies op de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem blijft bouwen, besliste de achtste Associatieraad (juni 2008) tot een verdere uitbreiding van de relaties met het land o.a. door de verbetering van de politieke dialoog, de uitbreiding van de Israëlische integratie in de Europese markt, de verbetering van de samenwerking in de strijd tegen terreur en misdaad, de verdieping van de strategische relaties (vb. een verhoogde Israëlische toegang tot het Europese Politiek en Veiligheidscomité), verbeterde samenwerking in de luchtvaart, deelname aan onderwijsprogramma’s zoals Erasmus, enz. De oorlog in Gaza (Operatie ‘Gegoten Lood’, 2008-2009) zorgde er voor dat de beslissing van de Associatieraad om de relaties uit te breiden voor onbepaalde tijd werd uitgesteld, hoewel er sindsdien toch nog akkoorden gesloten zijn, zoals het landbouw- en visserij-akkoord, dat een stijging van de Israëlische export met 20% mogelijk moet maken.

Diplomatieke kritiek

Aan een gebrek aan informatie kan het niet liggen. Vanuit Jeruzalem sturen Europese diplomaten geregeld rapporten over de bezettingspolitiek in de Palestijnse gebieden die aan duidelijkheid niets te wensen overlaten. In het gelekte rapport over Jeruzalem uiten de Europese diplomaten hun ongenoegen over het Israëlisch beleid dat er op gericht is Oost-Jeruzalem illegaal te annexeren door “systematisch de Palestijnse aanwezigheid te ondermijnen” middels een hele batterij aan maatregelen. Daarbij vormt de “bouw van nederzettingen de belangrijkste bedreiging voor de twee-staten-oplossing”. Dit beleid wordt “systematisch, moedwillig en provocatief” uitgevoerd, getuige de recente officiële aankondiging van 3.000 nieuwe woningen in de nederzettingen. “Door zijn acties is Israël in duidelijke overtreding met het Internationaal Humanitair Recht, meer bepaald met artikel 49 van de Vierde Conventie van Genève.” Het rapport stelt dat de constructie van nederzettingen, zoals de uitbreiding van Har Homa en Gilo (ten zuiden van Jeruzalem, in de bezette Palestijnse gebieden) en de bouw van Givat Hamatos en de fameuze E1-site “deel uitmaken van een politieke strategie die tot doel heeft om het onmogelijk te maken dat Jeruzalem de hoofdstad zal worden van twee staten”, waarbij het “moeilijk, zo niet onmogelijk zal worden om de continuïteit tussen Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever te garanderen.” De Israëlische nederzettingsactiviteiten beperken zich niet tot de buitenring rond Oost-Jeruzalem, maar ontvouwen zich ook in het oude Palestijnse centrum van de stad. Hier gaat het voornamelijk over ideologisch gemotiveerde kolonisten, aldus het rapport. Er worden verschillende methodes gebruikt om strategische controle te verwerven over Palestijnse eigendom: via de Wet op de Afwezigheid op het Land, via de claim op Joods eigenaarschap van voor 1948 of gewoon via aankoop. Als gevolg daarvan geraken grond en eigendom geleidelijk aan onder controle van diverse private kolonistenorganisaties. Terzijde: Palestijnen kunnen anders dan Joodse Israëli's wettelijk geen aanspraak maken op eigendom van voor 1948 in Israël of West-Jeruzalem. Kolonistenorganisaties proberen hun aanwezigheid in Palestijns gebied ook historisch te legitimeren en houden zich dan ook bezig met archeologische activiteiten in het oude stadsdeel van Jeruzalem. De Israëlische autoriteiten hebben het beheer over verschillende archeologische sites toevertrouwd aan El’ad, een private Joods-Israëlische kolonistenorganisatie. El’ad werkt samen met de Israëlische Antiquiteitenautoriteit en staat in voor de financiering van de opgravingen. Volgens het Europese rapport heeft El’ad verklaard dat “het de bedoeling is om Wadi Hilweh en Silwan [de waterbron waar rond Jeruzalem zou zijn ontstaan] om te vormen tot een verlengstuk van het Joodse kwartier van de Oude Stad.” (…) “Het resultaat is een partijdig historisch verhaal over Jeruzalem dat de nadruk legt op bijbelse en Joodse connotaties van de buurt terwijl de Christelijke en Islamitische claims van historisch-archeologische banden op dezelfde plaats worden genegeerd.”

Palestijnse aanwezigheid

Vandaag leven er ongeveer 800.000 mensen in Jeruzalem binnen de stadsgrenzen die unilateraal werden vastgelegd door Israël. 37% van de bevolking is Palestijns. Palestijnen in Oost-Jeruzalem zijn geen Israëlische staatsburgers maar hebben verblijfsrecht, ook al zijn ze de oorspronkelijke bewoners. Het Israëlisch beleid is er op gericht om de Palestijnse aanwezigheid te doen afnemen. Het gelekte rapport citeert officiële Israëlische bronnen die voorop stellen dat de Palestijnse bevolking onder de 30% moet zakken. Dat gebeurt op verschillende manieren. Verblijfsrechten volgen bv. niet automatisch uit een huwelijk tussen iemand met verblijfsrecht en iemand zonder. De procedure daartoe is lang, duur en bureaucratisch. Volgens de Europese diplomaten verloren tussen 1967 en 2011, 14.561 Palestijnen hun verblijfsrecht in Jeruzalem. Voor Palestijnen is het ook moeilijk om een bouwvergunning te krijgen en is bouwen onderhevig aan allerlei beperkingen. Daardoor is er een gebrek aan Palestijnse woningen. In Palestijns Oost-Jeruzalem kan slechts 9% van de open ruimte gebruikt worden voor bebouwing, maar is de “toegestane bouwdichtheid veel lager dan in West-Jeruzalem”. Geregeld worden Palestijnse huizen afgebroken of onteigend als die niet stroken met het officiële beleid. Het Europese rapport schat dat ongeveer 85.000 Palestijnen in Oost-Jeruzalem bedreigd worden met de afbraak van hun huizen en gedwongen verhuizing. Het rapport is ook bijzonder hard voor de discriminaties en onderfinanciering van de Palestijnen in Jeruzalem op vlak van onderwijs, gezondheidszorg, economie en infrastructuurwerken. Klassen zijn overbevolkt, Palestijnse ambulances worden voortdurend gehinderd om op hun bestemming te geraken, 78% van de Palestijnen in de stad leeft onder de armoedegrens en de gemeentelijke autoriteiten spenderen slechts 10% van het budget aan Palestijnse buurten. Het gevolg van dat laatste is dat de wegen en rioleringen er in slechte staat zijn en er geen goed onderhouden publieke ruimtes zijn “in scherp contrast met de buurten waar Israëli's leven”.

Besluit

Het Europese Jeruzalem-rapport eindigt met een lange lijst aanbevelingen, zoals: de intensifiëring van de Europese inspanningen om de bouw van nederzettingen tegen te gaan; het verzekeren van de strikte toepassing van het Associatie-Akkoord zodat producten uit de nederzettingen niet genieten van een voordelige Europese markttoegang; het verzekeren dat EU-programma’s niet worden gebruikt om nederzettingen te steunen; het verhogen van het toezicht op kolonistengeweld; enzovoort. Maar deze aanbevelingen zullen wellicht opnieuw in een duistere lade blijven liggen.

 

Lees ook het dossier: 20 jaar Oslo


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.