Weinigen hier die de uitspraken van VS-presidentskandidaat Trump ernstig nemen. Maar zijn dreiging dat NAVO-landen met te weinig militaire investeringen ‘ten prooi mogen vallen aan de Russen’, heeft het debat over de Belgische militaire uitgaven hoog op de politieke agenda gekatapulteerd.
Op enkele maanden van de verkiezingen uiten legertop en de meeste Vlaamse partijen zich als overtuigde voorstander van een pak meer middelen voor het Belgisch leger. Alarmerende uitspraken wekken de indruk dat het Belgisch leger op droog zaad zit als gevolg van jarenlange politieke verwaarlozingen. Dat is enorm bij de haren getrokken.
De COVID-pandemie, noch de budgettaire gevolgen van de stijgende energieprijzen hebben verhinderd dat de militaire uitgaven op zes jaar tijd met 40% gestegen zijn. Volgens de NAVO gingen de Belgische militaire uitgaven -in constante cijfers- sinds 2017 onafgebroken de hoogte in, van 3,8 miljard euro naar 5,3 miljard euro tegen halfweg 2023 (in reële cijfers van 3,9 miljard naar 6,6 miljard euro!). Bovendien keurde de Belgische Kamer in 2022 een programmawet goed over militaire investeringen de komende jaren ter waarde van 10 miljard euro. Deze wet volgde amper vijf jaar na een eerder gestemde militaire programmawet met een enveloppe van 9,2 miljard euro. Er zijn weinig sectoren die op zo’n korte tijd zo goed bediend werden, hoewel de noden bij tal van andere openbare diensten hoog zijn.
De jaarlijkse bijeenkomst van de Algemene Vergadering van het NAVO-parlement op 19 februari was het geschikte moment voor N-VA-politicus Theo Francken -die ondervoorzitter is van dat parlement- om zijn mantra te herhalen dat België veruit tekort schiet: “Elk land heeft na de Russische invasie in Oekraïne een versnelling hoger geschakeld en de defensie-uitgaven opgekrikt, behalve België”. Dat is dus niet correct.
Het is wel zo dat België ver verwijderd is van de NAVO-norm die stelt dat 2% van het BBP naar ‘defensie’ moet gaan. Volgens minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) zal ons land in 2024 afklokken op 1,24% van het BBP. Als de NAVO-norm de maatstaf is, in plaats van wat werkelijk nodig is voor een rationeel alomvattend veiligheidsbeleid, is dat onvoldoende. In absolute cijfers is het beeld bovendien veel genuanceerder. Dan bevindt België zich qua militaire uitgaven in de betere middenmoot (14e plaats op 31 NAVO-landen) - op ongeveer gelijke hoogte als Denemarken, Finland met zijn geroemd leger, en het veel grotere Roemenië.
Het probleem met de NAVO-norm is dat een rijk land meer moet ophoesten, terwijl dat niets zegt over de militaire slagkracht in functie van de reële dreigingen, die momenteel sterk worden opgeklopt. Zo lijkt het wel bijna alsof Rusland ons land elk moment kan binnenvallen. In werkelijkheid zit Rusland vast in het Oekraïense oorlogsmoeras en beschikt het niet over het vermogen om zich ook nog eens in een oorlogsavontuur met een NAVO-lidstaat (en zo automatisch met alle NAVO-lidstaten) te storten. Toch wordt een angstklimaat gecreëerd om de militarisering verder door te drukken.
De huidige regeringspartijen beslisten in 2022 om het militair budget tegen 2035 op te trekken tot 2% van het BBP. In huidige termen betekent dat 5 miljard euro extra. In dat scenario zou elk huishouden jaarlijks 1.000 euro extra belastingen moeten betalen om dat te financieren. Maar in de plaats van op de rem te gaan staan pakt de Open VLD uit met een defensieplan om dat budgettair traject zelfs nog in te korten om de 2%-norm al in 2029 te bereiken, zodat we “onze burgers, ons grondgebied, onze waarden en onze economie kunnen beschermen”. Er is geen politieke partij die de verkiezingen wil intrekken met de boodschap dat gezinnen voor de militaire factuur moeten opdraaien. Om de begroting niet nog verder onder druk te zetten moet het geld dus elders worden gevonden. De liberalen denken de middelen te vinden met vage maatregelen als een “versterkt activeringsbeleid” en “besparingen op het overheidsapparaat”. Als het van het Vlaams Belang en de N-VA afhangt -die beide ook versneld naar de 2% willen- zijn de miljarden makkelijk te vinden bij de sociale uitgaven. Volgens Theo Francken kan dat met volgend lijstje: structurele bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking en asiel en migratie, de bevriezing van het leefloon, snoeien in de gezondheidszorg of de verkoop van het overheidsaandeel van 25% in Brussels Airport.
Bij de centrumlinkse regeringspartijen blijft het voorlopig opvallend stil over de manier waarop ze de mee goedgekeurde budgetstijgingen voor defensie willen bekostigen. Ze hebben zich in een vervelende spreidstand gewrongen. Door zich akkoord te verklaren met meer militaire uitgaven, creëerden ze een opportuniteit voor partijen die al jaren pleiten om te snoeien in de sociale uitgaven. En dat in een context van een begroting die nu al erg rood kleurt. Ze dreigen zo in de val te trappen.
Wie streeft naar maatschappelijk welzijn, moet zich verzetten tegen de militarisering. Daarom is het noodzakelijk dat links met een duidelijk antwoord komt om te vermijden dat we de militaire industrie gaan vetmesten ten koste van de sociale bescherming.