De Italiaanse regering van premier Giorgia Meloni heeft als 1 mei-cadeau de ‘reddito di cittadinanza’ geschrapt. Dit minimale 'burgerinkomen’ was in 2018 het grote campagnethema van de Vijfsterrenbeweging (M5S). Het in 2019 ingevoerde systeem bezorgde 1,6 miljoen families -4 miljoen personen- een bedrag van 550 euro per maand. Naar schatting zijn minstens één miljoen mensen door deze reddito uit diepe armoede gekropen.
Belofte
Na haar verkiezingszege in 2018 ging M5S scheep met de uiterst-rechtse Lega van Matteo Salvini. De Vijfsterrenbeweging had vooral in het armere zuiden van Italië zeer veel stemmen gehaald met haar campagne rond de reddito. Veruit de meeste van de burgerinkomens gaan ook naar gezinnen in het zuiden.
Dat zuiden blijft een bolwerk van M5S, dat na de breuk met de Lega verder regeerde met de centrumlinkse Democratische Partij (PD), nog steeds met dezelfde premier, Giuseppe Conte. De toen partijloze Conte is nu de leider van de Vijfsterrenbeweging.
De huidige regering, bestaande uit de uiterst-rechtse Fratelli d’Italia van Meloni, Lega en Forza Italia van Silvio Berlusconi, wil diverse sociale uitgaven schrappen of inkrimpen. Het afschaffen van het ‘burgerinkomen’ van M5S was trouwens een verkiezingsbelofte van Meloni - een belofte die nu dus ingelost wordt en aangekondigd werd op de Dag van de Arbeid.
Tevreden patronaat
De reddito di cittadinanza zou vanaf volgend jaar vervangen worden door een ‘inclusiecheck’. De voorwaarden om die te kunnen krijgen, zijn echter beperkter dan voor het huidige ‘burgerinkomen’, en de check is alleen bestemd voor gezinnen met kinderen, bejaarden en mensen met een beperking. Het bedrag zal ook lager liggen en wordt geplafonneerd op 500 euro per maand.
Ondernemers die mensen met deze geplande nieuwe uitkering tewerkstellen, worden vrijgesteld van sociale bijdragen voor die arbeiders. Het wordt ook makkelijker om personeel met contracten voor beperkte duur aan te werven. Een contract kan voortaan twee keer worden verlengd, zonder op het einde te moeten worden omgezet in een contract van onbepaalde duur.
De regering heeft meteen ook de werklozen aangepakt. Vanaf september zullen werklozen die men geschikt acht om te werken, verplicht worden om ofwel een aangeboden opleiding te volgen of mee te werken aan projecten die nuttig geacht worden voor de gemeenschap. Dat kan een jaar duren. Tijdens die periode ontvangen ze maandelijks 350 euro.
Het patronaat klapt in de handen. Sinds de regering Meloni in oktober aantrad, heeft ze al talrijke maatregelen genomen die de patroons goed uitkomen.
Opposanten
Vakbonden en oppositiepartijen PD en M5S vinden het op zich al een schande dat een regering op 1 mei samenkomt om anti-sociale besluiten te nemen. Elly Schlein, de voorzitster van de PD, noemde het een regelrechte provocatie: “De regering bestrijdt de armen in plaats van de armoede”. Conte (M5S) is al even scherp, terwijl Maurizio Landini, leider van de linkse vakbond CGIL, oordeelt dat nu nog meer mensen in precaire situaties terecht zullen komen.
Net zoals in Frankrijk, zijn de Italiaanse vakbonden -CGIL, de christelijke CISL en de sociaaldemocratische UIL- op 1 mei gezamenlijk op straat gekomen. De vakbonden eisen van de regering substantiële loonsverhogingen om de gevolgen van de inflatie op te vangen.
Ze zijn bovendien erg ontstemd over het feit dat Meloni hen pas op de avond van 30 april uitnodigde voor een ontmoeting op 1 mei over de maatregelen die de regering die dag zou bespreken en die al bij voorbaat vastlagen. Meloni’s houding roept een parallel op met het misprijzen dat de Franse president Emmanuel Macron tentoonspreidt tegenover vakbonden en critici in het algemeen.
Dit artikel verscheen eerder op Uitpers.