De afgelopen NAVO-top in Brussel verliep erg tumultueus. Trump peperde het er bij zijn bondgenoten de hele NAVO-top lang in: hun militaire uitgaven moeten dringend de hoogte in. Op de achtergrond speelt de confrontatiepolitiek met Rusland en vooral de belangen van de wapenindustrie.
NAVO-topbijeenkomsten zijn in de regel goed voorbereid en strak georkestreerd. Met zoveel politieke leiders op één plaats en bijhorende media-aandacht, laat het politiek en militair establishment zo weinig mogelijk aan het toeval over. De komst van een ongeleid projectiel als Donald Trump naar de NAVO-top in Brussel van 11 en 12 juli 2018, was voor de organisatoren waarschijnlijk een ware nachtmerrie. De president van het machtigste NAVO-land deed zijn reputatie alle eer aan. Wars van diplomatieke geplogenheden sloeg hij nog voor zijn komst wild om zich heen op Twitter. Hij zette meteen de toon door te fulmineren tegen zijn Europese bondgenoten over hun te lage defensie-uitgaven. Op de vorige NAVO-top, die afgelopen jaar eveneens in Brussel doorging, was dat ook al zijn stokpaardje. Terwijl de VS het gros van de rekening betaalt voor de defensie van de Europeanen, leggen ze hoge handelstarieven en belemmeringen op, zo klonk het. “Niet eerlijk voor de Amerikaanse belastingbetaler. Bovendien verliezen we 151 miljard dollar in de handel met de Europese Unie”, aldus Trump.
Defensie-uitgaven
De Amerikaanse president zou de hele Top op diezelfde nagel blijven hameren en er de officiële agenda mee overhoop halen. Voor Trump lijken internationale topbijeenkomsten of grote bilaterale ontmoetingen één grote reality-tv-show met zichzelf uiteraard in de hoofdrol. Deze shows verlopen volgens een vast stramien. Eerst hard uithalen om nadien met enige zin voor overdrijving te beweren dat het een “fantastische dag” was. Pochen over eigen realisaties maakt steevast deel uit van het scenario. Tijdens de NAVO-top in Brussel liep het niet anders. Trump opende de Top met het dreigement dat de VS de NAVO zal verlaten als de andere leden hun militaire uitgaven niet drastisch opdrijven. Na de Top improviseerde hij op een persconferentie dat het “engagement van de VS in de NAVO heel sterk is”. Zijn aanvankelijke uithaal zorgde voor de nodige consternatie in het trans-Atlantische wereldje. Het is dan ook ongezien dat een VS-president ermee dreigt om uit het militair bondgenootschap te stappen dat sinds 1949 de hoeksteen vormt van de Amerikaanse militaire strategie in Europa.
Trump richtte zijn ongenoegen vooral tegen Duitsland. Hij verweet “Angela” – zoals hij Bondskanselier Merkel denigrerend noemde – dat Berlijn zich afhankelijk had gemaakt van Russisch gas met zijn plannen voor de aanleg van een nieuwe gaspijpleiding (Nord Stream 2). “Het had nooit mogen gebeuren. Duitsland wordt volledig door Rusland gecontroleerd omdat 60 tot 70% van zijn energie van Rusland komt”, aldus de VS-president. Hij voegde eraan toe dat Duitsland maar “iets meer dan 1% [van zijn Bruto Binnenlands Product – BBP] besteedt [aan defensie-uitgaven], terwijl de VS 4,2% van een veel groter BBP spendeert. Dat is ongepast”. Volgens de officiële cijfers van de NAVO besteedt de VS in werkelijkheid 3,6% van zijn BBP aan militaire uitgaven.
Trumps ontevredenheid over de Europese defensie-uitgaven domineerde, tot ongenoegen van zijn bondgenoten, de hele NAVO-top.
Tijdens de NAVO-top in Wales van 2014 besloten de lidstaten dat ze tegen 2024 zouden streven naar een uitgave voor Defensie die overeenkomt met 2% van hun BBP. Op dit ogenblik zijn er maar 5 van de 29 NAVO-lidstaten die deze norm effectief halen: de VS (3,5%), Griekenland (2,27%), Estland (2,14%), het Verenigd Koninkrijk (2,10%) en Letland (2%). Trumps ontevredenheid over de Europese defensie-uitgaven domineerde, tot ongenoegen van zijn bondgenoten, de hele NAVO-top. Hij liet zelfs verstaan dat de 2%-norm onmiddellijk moest worden bijgebeend en dat het slechts om een minimum gaat. Op eigen houtje lanceerde hij een nieuw, nooit eerder genoemd of bediscussieerd streefpercentage van 4% - hoewel niemand achteraf kon zeggen hoe ernstig hij daarover was. Zijn woordvoerster, Sarah Sanders, bevestigde in elk geval dat de president die 4% niet zomaar uit zijn mouw had geschud, maar dit streefdoel ook effectief had voorgesteld aan de bondgenoten tijdens de NAVO-gesprekken. Ze voegde er voor alle duidelijkheid aan toe dat de VS-president vooral wilde benadrukken dat de bondgenoten “een groter deel van de lasten op zich moeten nemen en als absoluut minimum de verplichtingen moeten nakomen waartoe ze zich reeds verbonden hebben”. Voor Washington is het streefdoel van 2% dus plots een absolute minimumnorm geworden.
In de traditionele slotverklaring van de recente NAVO-top is er van Trumps onrealistische eisen rond de defensie-uitgaven van de lidstaten niets terug te vinden. Geen woord over de 4%. Dat de 2%-norm vanaf nu een absoluut minimum zou zijn of onmiddellijk moet worden gerealiseerd staat evenmin te lezen in de slottekst. Alleen het gekende standpunt dat de in 2014 afgesproken uitgavenrichtlijnen bevestigt.
Trumps onvoorspelbaarheid en zijn obsessie voor de militaire uitgaven van de NAVO-bondgenoten maakten van het verloop van de Top in Brussel een chaotisch gebeuren. Een voorziene discussie over Georgië en Afghanistan moest worden afgevoerd omdat de VS-president keer op keer de kwestie van de defensiebudgetten op tafel gooide. NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg zag zich er zelfs toe verplicht om de vertegenwoordigers van Georgië en Afghanistan de zaal uit te sturen en de rest van de vergadering achter gesloten deuren voort te zetten. Trump was overigens ook bijna een uur te laat voor die bewuste bijeenkomst. Eerder al kwam hij simpelweg niet opdagen voor de bilaterale ontmoetingen met de leiders van Roemenië, Azerbeidzjan en Oekraïne.
Dit alles verhinderde secretaris-generaal Stoltenberg niet om er op de afsluitende persconferentie een grote goednieuwsshow van te maken. “We hebben een heel goede top gehad”, zo begon hij. “Onze beslissingen tijdens de Top van Brussel tonen aan dat, terwijl de wereld verandert, Europa en Noord-Amerika binnen de NAVO zij aan zij staan en samen optreden”. Hij verwees wel naar de “luid en duidelijke” boodschap van de VS-president rond militaire uitgaven. Hij erkende Trumps bezorgdheid, maar nuanceerde ook. “Sinds president Trump zijn ambt opnam, hebben de Europese bondgenoten en Canada een bijkomende 41 miljard dollar aan hun defensie-uitgaven toegevoegd”, aldus Stoltenberg.
Rusland
Een onderwerp waarover, naast de defensie-uitgaven, zeker uitgebreid gepraat is op de Top in Brussel en dat ook centraal staat in de slottekst, is Rusland. De onverholen vijandschap ten opzichte van dat land vormt het belangrijkste argument voor de huidige militarisering en troepenopbouw aan de oostgrenzen van het Noord-Atlantisch bondgenootschap. Ze zorgt ook opnieuw voor een verschuiving van de focus van de NAVO, die in 1949 oorspronkelijk opgericht werd als een militaire verdedigingsalliantie tegen een eventuele aanval vanuit communistisch Centraal- en Oost-Europa. Toen het Oostblok en de communistische tegenhanger van de NAVO, het Warschaupact, in 1991 ophielden te bestaan, viel de belangrijkste bestaansreden van de NAVO weg. Het bondgenootschap zag zich verplicht om te heroriënteren en verlegde de focus van collectieve defensie naar militaire (crisis)interventies buiten het NAVO-grondgebied. De afgelopen jaren, sinds de oorlog in Oekraïne en de Russische annexatie van de Krim (2014), is de aandacht voor collectieve defensie evenwel opnieuw toegenomen binnen de NAVO. In de slotverklaring van de jongste Top in Brussel staan de Russische dreiging en de “agressieve” Russische acties opvallend centraal. Het taalgebruik dat de NAVO en de leiders van de lidstaten de jongste jaren hanteren, doet terugdenken aan de periode van de Koude Oorlog. De oude vijand is teruggekeerd, maar de dreiging die ervan zou uitgaan wordt graag opgeklopt en de eigen verantwoordelijkheid voor de toegenomen wederzijdse spanningen wordt compleet weggemoffeld.
De Russische militaire uitgaven hebben sterk te lijden onder een zwakke economie en gaan sinds kort in dalende lijn.
De werkelijke machtsverhoudingen tussen de NAVO en Rusland zijn totaal onevenwichtig. De Russische militaire uitgaven hebben sterk te lijden onder een zwakke economie en gaan sinds kort in dalende lijn. Voor 2018 trok Moskou 2,95 biljoen roebel uit voor Defensie. Omgerekend gaat het om 44 miljard dollar. Hoewel de dalende koers van de roebel -die sinds de annexatie van de Krim in 2014 de helft minder waard is in vergelijking met de dollar- een vertekend beeld geeft en vergelijkingen in dollar moeilijk maakt, is het contrast met de militaire uitgaven van de NAVO-lidstaten immens. Volgens ramingen van de NAVO bedraagt het gezamenlijke defensiebudget van de lidstaten 936 miljard dollar! Het Russische defensiebudget is een kwart kleiner dan dat van Groot-Brittannië alleen of ongeveer even groot als dat van Duitsland. Moskou is economisch niet in staat om een nieuwe wapenwedloop te dragen. De Russische militaire uitgaven vertegenwoordigen nu al 3,1% van het Russische BBP. Het beeld van een gevaarlijke Russische militaire reus is dus zeer misleidend. Dat doembeeld van het Russische gevaar gebruiken om de eigen reeds uit zijn voegen barstende militaire macht nog verder op te krikken, is krankzinnig. Rusland is immers niet suïcidaal. In een opiniestuk in 'The Wall Street Journal' geeft NAVO-secretaris-generaal Stoltenberg graag toe dat de 29 lidstaten van de alliantie “de helft vertegenwoordigen van de economische en militaire macht van de wereld”. Dat betekent evenwel niet volgens Stoltenberg dat we ons “zelfvoldaan” moeten opstellen. Het blijft nodig om meer te investeren in de collectieve defensie. De wereld is “onvoorspelbaar”, zo luidt het, en daarom moeten we er “alles aan doen om onze naties veilig te houden.”
Het is zeer twijfelachtig of de groeiende bewapening van Europa ons veiliger maakt. Toen het collectieve verdedigingsverdrag van de Sovjet-Unie en zeven communistische satellietstaten, het Warschaupact, uiteen viel, vertikte de NAVO het om te werken aan een echte toenadering met Rusland. Wel, integendeel. De NAVO nam gretig voormalige Warschaupact-landen en Sovjetrepublieken op in het Noord-Atlantisch militair bondgenootschap en verschoof zo zijn grenzen oostwaarts richting Rusland. Moskou kon aanvankelijk worden zoetgehouden met een 'Partnerschap voor de Vrede' en de oprichting van een NAVO-Ruslandraad. De NAVO-leiders weigerden evenwel rekening te houden met de Russische veiligheidsbelangen -die overigens niet alleen door het Kremlin van Poetin, maar door het hele Russische politieke spectrum worden geformuleerd- waarbij de expansie van de NAVO tot aan de Russische grenzen als een bedreiging gepercipieerd wordt. Terwijl de NAVO blijft beweren dat de militaire opbouw noodzakelijk is om onze veiligheid te garanderen, heeft de militarisering er alleen maar toe bijgedragen dat de spanningen met Rusland zijn toegenomen. Provocaties van de NAVO krijgen in het onder Poetin meer zelfbewuste en nationalistische Rusland, steevast een antwoord. Begin maart 2018, enkele weken voor de Russische presidentsverkiezingen gaf Poetin een gespierde speech over nieuwe Russische kernwapens die het Amerikaanse rakettenschild zouden kunnen omzeilen. “Niemand luistert naar ons, luister nu maar naar ons”, aldus de Russische president. Poetins toespraak was een reactie op het nieuwe ‘Nuclear Posture Review’ (waarin de rol van nucleaire wapens binnen de VS-veiligheidsstrategie vastgelegd wordt), dat het Pentagon een maand eerder bekendmaakte. Daarin is er sprake van een diversificatie en modernisering van het Amerikaans nucleair arsenaal en van de ontwikkeling van nieuwe kleinere atoombommen om Rusland te counteren. Ook de beslissing op de NAVO-top van Warschau (2016) om een geavanceerde militaire aanwezigheid uit te bouwen in het oostelijke territorium van de Alliantie (grenzend aan Rusland dus) wordt door Moskou gezien als een provocatie. Op dit ogenblik heeft de NAVO vier multinationale ‘battlegroups’ ontplooid in de Baltische staten en Polen, met in totaal 4.500 troepen. In december 2018 komt er een apart NAVO-hoofdkwartier in Duitsland dat zal focussen op de snelle beweging van troepen doorheen Europa, in het bijzonder in oostelijke richting.
Gebroken Beloftes
Volgens Moskou heeft de NAVO met haar oostwaartse uitbreidingen en troepenontplooiingen de afspraken geschonden die gemaakt zijn aan het eind van de Koude Oorlog.
Volgens Moskou heeft de NAVO met haar oostwaartse uitbreidingen en troepenontplooiingen de afspraken geschonden die gemaakt zijn aan het eind van de Koude Oorlog. Het proces voor de hereniging van Duitsland in oktober 1990 ging gepaard met druk diplomatiek verkeer tussen Moskou en de hoofdsteden van de belangrijkste NAVO-staten. Er waren immers ook nog Russische troepen in Oost-Duitsland gestationeerd, wat tot afspraken met Moskou noopte. Toenmalig Sovjetleider Mikhail Gorbachev en zijn regering kregen tijdens verschillende diplomatieke contacten met een hele reeks westerse leiders de verzekering dat er geen sprake zou zijn van een uitbreiding van de NAVO in oostwaartse richting. Vandaag ontkent de NAVO ten stelligste dat er ooit beloftes gemaakt zouden zijn in die zin. Op de officiële NAVO-website is er zelfs een behoorlijk lang artikel gewijd aan de ontkrachting van deze versie van de geschiedenis, die wordt afgedaan als een mythe. Nochtans blijkt uit tal van officiële documenten, gepubliceerd op de website van het Nationaal Veiligheidsarchief van de George Washington Universiteit, dat de toenmalige westerse politieke top -de Amerikaanse president Bush en de Franse president Mitterrand, Duits bondskanselier Kohl, de Britse premier Thatcher, de ministers van Buitenlandse Zaken Baker (VS), Genscher (Dui) en Hurd (VK), CIA-directeur Gates en NAVO-secretaris-generaal Wörner- hemel en aarde bewoog om de instemming te krijgen van Moskou met de Duitse eenmaking. Er werden beloftes gedaan en veiligheidsgaranties geboden tegen een NAVO-uitbreiding. In een lange ontmoeting met president Gorbachev (9 februari 1990) zei de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Baker verschillende keren dat de NAVO “not an inch” zou opschuiven: “We begrijpen dat het niet alleen voor de Sovjet-Unie maar ook voor andere Europese landen belangrijk is om garanties te krijgen dat de Verenigde Staten, als het zijn aanwezigheid in Duitsland in het kader van de NAVO behoudt, geen ‘inch’ van de huidige militaire jurisdictie van de NAVO zal uitbreiden in oostelijke richting.” Duidelijker kan het niet.
Amper een paar jaar later, in 1993, bleef er geen spaander heel van die veiligheidsgaranties. Profiterend van de verzwakte staat van Rusland, was het de Clinton-regering die voor het eerst op agressieve wijze de uitbreiding van de NAVO naar Oost-Europa betrachtte. Van zodra duidelijk werd dat er sprake was van een mogelijke NAVO-uitbreiding, drukte toenmalig Russisch president Boris Jeltsin zijn “ongerustheid” uit in een brief gericht aan zijn Amerikaanse collega Bill Clinton. Hij pleitte daarin voor een pan-Europees veiligheidssysteem in plaats van een politiek om Rusland te isoleren. In Atlantische kringen was men zich zeer bewust van het feit dat een NAVO-uitbreiding naar het Oosten een gevoelig thema was. De Amerikaanse minister van Defensie William Perry stelde expliciet: “Het is mij duidelijk dat het een probleem is voor veel Russen vandaag”. Ook in westerse kringen, zowel militaire als politieke, waren er heel wat tegenstanders, o.a. omdat ze een nieuwe verdeling van Europa en een versterking van de antiwesterse nationalistische krachten in Rusland vreesden. George Kennan, de Amerikaanse architect van de naoorlogse ‘indammingspolitiek’ tegen de Sovjet-Unie, waarschuwde in 1998: ''Ik denk dat [de uitbreiding van de NAVO naar het Oosten] het begin betekent van een nieuwe Koude Oorlog, misschien wel eindigend in een hete [oorlog]... Ik denk dat de Russen langzamerhand averechts zullen reageren en dat het hun beleid zal beïnvloeden... Het zal de nationalistische, anti-westerse en militaristische tendensen in de Russische publieke opinie aanwakkeren… Ik denk dat het om een tragische fout gaat.” Misschien wel profetische woorden.
NAVO-uitbreiding
Desondanks traden de Oost-Europese landen Polen, Tsjechië en Hongarije in 1999 toe tot de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie. Dat “de staten in de Baltische regio” (voormalige Sovjetrepublieken) op de NAVO-top in Madrid (1997) ook bestempeld werden als toekomstige NAVO-leden, maakte Rusland ongerust. Moskou beschouwde de naderende beweging van de NAVO immers als een grote bedreiging voor zijn binnenlandse veiligheid. De NAVO zette evenwel door met de grootste uitbreidingsronde ooit. In maart 2004 kwamen er zeven Oost-Europese landen bij. De kiemen waren gezaaid voor groeiende spanningen en fellere Russische reacties. Toen de NAVO in Boekarest (Top van april 2008) ook de deur op een kier zette voor het lidmaatschap van Georgië en Oekraïne sloeg de ongerustheid definitief om in ongenoegen en boosheid. Er volgde een nationalistische reactie, met gespierde taal en militaire acties. De oorlog in Georgië -een Russisch militair optreden ter ondersteuning van de pro-Russische separatisten in Zuid-Ossetië en Abchazië in 2008- was een eerste teken aan de wand dat de NAVO een rode lijn had overschreden. Het Kremlin was ook allerminst te spreken over de rol die de Europeanen en Amerikanen speelden bij de val van het ‘pro-Russische regime’ in Oekraïne. De vrees was groot dat een westers georiënteerd Oekraïne de rode loper zou uitleggen voor de NAVO. Rusland mengde zich zowel politiek als militair in deze voormalige Sovjetrepubliek, waar het aan de zijde stond van de pro-Russische opstandelingen. In 2014 annexeerde Rusland de Krim waarop het Westen onmiddellijk economische sancties afkondigde. Oekraïne is vooralsnog geen NAVO-lid, maar de onderlinge samenwerking is inmiddels sterk opgeschroefd, met inbegrip van multinationale manoeuvres met het Oekraïense leger. Tussen 1999 en 2018 breidde de NAVO uit met 14 nieuwe lidstaten – allemaal Oost-Europese landen waarvan er twee rechtstreeks grenzen aan Rusland. Indien ook de twee Russische buurlanden Georgië en Oekraïne zouden opgeslokt worden door de NAVO, zal dit ongetwijfeld gezien worden als een enorme provocatie in Moskou. Het voortbestaan van de NAVO en meer bepaald zijn uitbreiding, heeft dus eigenlijk het probleem gecreëerd dat het oorspronkelijk moest oplossen: Russische agressie.
Het voortbestaan van de NAVO en meer bepaald zijn uitbreiding, heeft dus eigenlijk het probleem gecreëerd dat het oorspronkelijk moest oplossen: Russische agressie.
In december 2014 keurde de Russische president Poetin een nieuwe militaire doctrine goed. De “militaire opbouw” en de uitbreiding van de NAVO worden expliciet genoemd als de belangrijkste externe bedreiging van de Russische veiligheid. Rusland verhult ook niet dat het de militaire overmacht van de NAVO wil compenseren met de modernisering van zijn nucleaire capaciteiten. Volgens de doctrine moet het Russisch nucleair arsenaal een grootschalige aanval voorkomen, maar indien nodig kan het ook worden ingezet als antwoord op een effectieve nucleaire aanval, evenals op “een conventionele aanval die het bestaan van Rusland in gevaar brengt”. Al bij al is het groter Russisch militair zelfbewustzijn het product van de confrontatiepolitiek van de NAVO. Het gaat hier om een heel riskant spelletjes van actie en reactie, waarbij het huidige Russische gevaar het gevolg is van een zelfvervullende profetie.
Militaire industrie
Maar eigenlijk is het Russische gevaar zelfs niet de werkelijke reden waarom Trump zo insisteert op een stijging van de Europese militaire budgetten. Het is geen toeval dat de beurskoersen van de Amerikaanse oorlogsindustrie kort na de NAVO-top in Brussel de hoogte inschoten. De verklaring van Trump vlak na de Top dat een aantal “minder rijke NAVO-lidstaten” hem gevraagd hadden of hij hen kon helpen bij de aankoop van Amerikaans militair materieel, had ook een positieve invloed op de beursgang van de wapenproducenten. “De Verenigde Staten maakt veruit het beste militair materieel ter wereld: de beste gevechtsvliegtuigen, de beste raketten, de beste geweren, het beste van alles (…) Iedereen wil ons materieel kopen… Dus we zullen een aantal van deze landen helpen om het beste materieel te kunnen aanschaffen”, aldus Trump. Hij verwees daarbij expliciet naar drie Amerikaanse wapenbedrijven: Lockheed Martin, Boeing en Northrop Grumman. Een goede week later waren het net die bedrijven die de grootste vooruitgang boekten op de beurs. Het aandeel van Lockheed Martin kon een winst van 8% optekenen, dat van Boeing steeg met bijna 6% en Northrop Grumman kon rekenen op een stijging van 3,5%.
Enkele maanden voor de NAVO-top, in april 2018, lanceerde Trump het militaire luik van zijn ‘Buy American’-initiatief. Dit moet voor grotere bestellingen zorgen voor de wapenindustrie van de Verenigde Staten. Leden van zijn kabinet en Amerikaanse diplomaten over heel de wereld moeten volgens Trumps plan een betere en actieve ondersteuning bieden bij het afsluiten van wapencontracten. Er zouden ook meer topfunctionarissen worden uitgestuurd om Amerikaanse wapens te gaan promoten op internationale luchtshows en wapenbeurzen. Washington wil de Amerikaanse defensie-industrie ook via soepelere procedures (o.a. wat de wapenexport en de parlementaire controle betreft), een betere concurrentiepositie bezorgen ten opzichte van de Russische en Chinese wapenproducenten en -handelaars. De wapenhandel zal onder Trump een veel commerciëlere benadering krijgen. Daarbij schermt de president voortdurend met het argument dat zijn plan ook veel banen zal opleveren.
Trumps harde pleidooi voor stijgende militaire uitgaven op de NAVO-top in Brussel valt niet los te zien van zijn beleid om de Amerikaanse wapenproductie en -export aan te zwengelen.
Trumps harde pleidooi voor stijgende militaire uitgaven op de NAVO-top in Brussel valt niet los te zien van zijn beleid om de Amerikaanse wapenproductie en -export aan te zwengelen. Peter Navarro, het hoofd van de Nationale Handelsraad van het Witte Huis, die de eigenlijke architect is van dit beleid, verheelt niet dat het de bedoeling is om bondgenoten en partners gemakkelijker aan Amerikaanse wapens te helpen. Het opdrijven van de Amerikaanse wapenproductie en -handel levert volgens Navarro alleen maar voordelen op, want het verhoogt de veiligheid van Amerika en zijn bondgenoten, en vermindert de nood om Chinese of Russische systemen aan te kopen. Hoewel dit veel minder aan de grote klok gehangen wordt, maakt de VS zich waarschijnlijk ook zorgen over de consolidatie van de Europese wapenindustrie onder impuls van de Europese Unie. Die investeert de komende jaren grote sommen belastinggeld in militair onderzoek en ontwikkeling, alsook in een gemeenschappelijk militair aankoopbeleid. Een uitgebouwde en geavanceerde Europese wapenindustrie betekent uiteraard concurrentie voor de Amerikaanse.
De VS hoopt ondertussen, nog meer dan tot nog toe, te kunnen profiteren van de ‘groeimarkt’ in Europa.
De VS hoopt ondertussen, nog meer dan tot nog toe, te kunnen profiteren van de ‘groeimarkt’ in Europa, waar landen als Polen, Roemenië, Griekenland en Groot-Brittannië tot de belangrijkste klanten behoren. Als de Europese landen hun militaire uitgaven de komende jaren systematisch verder laten stijgen, zal dat ondanks de groeiende concurrentie, zowel voor de Europese als de Amerikaanse wapenproducenten meer bestellingen opleveren - zo is de verwachting. Naast de regel dat 2% van het BBP van de lidstaten besteed moet worden aan Defensie, legde het bondgenootschap nog een andere norm vast die stelt dat 20% van de nationale defensie-budgetten naar de aankoop van militair materieel moet gaan. Ook op dat vlak moeten de Europese NAVO-lidstaten nog een tandje bijsteken. Polen, dat met zijn sterk groeiende economie en nationalistische regering reeds voldoet aan beide NAVO-normen, plaatste al een paar grote bestellingen bij de VS. Warschau tekende in maart 2018 een akkoord over de aankoop van het Patriot-raketsysteem van het Amerikaanse wapenbedrijf Raytheon ter waarde van 4,75 miljard dollar. Het is de grootste militaire aankoop ooit voor Polen. Het mega-contract komt bovenop de andere militaire contracten die het de afgelopen twee jaar sloot met Amerikaanse wapenbedrijven. Zo schafte Polen zich voor 200 miljoen dollar aan lucht-grond-raketten (JASSM-ER) aan van Lockheed Martin, voor 250 miljoen dollar aan AMRAAM-luchtdoelraketten van Raytheon en een mobiel raketsysteem (HIMARS) van Lockheed Martin ter waarde van 250 miljoen dollar. Roemenië dat met grote sociale en infrastructurele noden kampt, heeft toch grote sommen veil voor o.a. de aankoop van het Patriot-raketsysteem (3,9 miljard dollar) en het HIMARS-raketsysteem van Lockheed Martin (1,25 miljard dollar). Roemenië verdubbelde op vijf jaar tijd zijn defensiebudget, dat momenteel 1,93% van zijn BBP omvat. Maar liefst 35% van dit defensiebudget -ver boven de NAVO-investeringsnorm van 20%- gaat naar de aankoop van militair materieel. Beide voorbeelden, Polen en Roemenië, illustreren hoe stijgende defensie-budgetten in NAVO-lidstaten, de Amerikaanse wapenindustrie rechtstreeks ten goede komen.
Het valt op dat Trump tijdens de jongste NAVO-top geen inhoudelijke argumenten naar voor schoof om zijn passioneel pleidooi voor hogere militaire uitgaven te ondersteunen. Dat geeft extra voeding aan de theorie dat de ware reden voor de terechtwijzing van zijn NAVO-bondgenoten, eerder te zoeken valt bij de commerciële belangen van de Amerikaanse wapenindustrie, dan bij reële veiligheidsbekommernissen. Veiligheidsbelangen staan voor het Witte Huis pas op een verre tweede plaats.