De crisis rond Oekraïne zorgt voor veel nervositeit. Dat is duidelijk. Maar van de crisis wordt ook dankbaar gebruik gemaakt om de NAVO te consolideren en te pleiten tegen verdere besparingen op defensie of zelfs meer te investeren. Op een persconferentie in het Pentagon, Washington DC, na een onderhoud over de crisis in Oekraïne met zijn Britse collega Philip Hammond, waarschuwde de Amerikaanse minister van Defensie Chuck Hagel voor verdere besparingen op defensie. Hij pleitte voor “voortdurende investeringen in defensie”. Tijdens zijn bezoek aan Brussel verdedigde Obama de defensie-uitgaven met de woorden dat “vrijheid niet gratis” is.
De NAVO moet het hebben van vijandbeelden. Geen vijanden betekent afslanken, besparen op defensie en de politieke degradatie van het bondgenootschap. De Oekraïne-crisis komt dan ook als geroepen om de legitimiteit en de slagkracht van het transatlantisch bondgenootschap op te krikken. Tijdens de ministeriële bijeenkomst van de NAVO wees Secretaris-Generaal Fogh Rasmussen op het belang van de NAVO-top in Newport (Wales) begin september 2014 om de collectieve defensie te verbeteren met de volgende woorden: “We zullen onze partnerschappen verder ontwikkelen door de defensiecapaciteiten uit te bouwen en te steunen op onze ervaringen in operaties om verder veiligheid en stabiliteit samen te promoten en we zullen verder investeren in onze paraatheid, zodat we sterk blijven en klaar staan voor elke uitdaging”.
Crisis in de Krim
De NAVO toont nu haar spierballen en werpt zich op als de redelijke partij en de verdediger van het internationaal recht, vrede en stabiliteit. In de ministeriële verklaring van 1 april 2014 roepen de NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken Rusland op om “de dialoog aan te gaan en daarbij het internationale recht en de grenzen van Oekraïne te respecteren. Met dat laatste verwijst de NAVO uiteraard naar de annexatie van de Krim waar de bevolking op 16 maart in een haastig referendum met een monsterscore van 96,77% koos voor de afscheuring van Oekraïne en de aanhechting bij Rusland. Volgens officiële cijfers nam 83,1 % van de bevolking in de Krim deel. De Russen vormen er met 60% de meerderheid van de bevolking. De NAVO doet daar nu zeer verontwaardigd over en schreeuwt moord en brand. Zo vreemd is dat evenwel allemaal niet. De Krim kent een lange Russische geschiedenis. Het landsdeel maakte vanaf 1783 deel uit van Rusland en werd pas in 1954 door de toenmalige Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov overgeheveld naar de Sovjetrepubliek Oekraïne in 1954. Na het uiteenvallen van de Sovjetunie in 1991 kwam het voortdurend tot spanningen omwille van diverse pogingen om de Krim – op zich een wespennest met ook nog eens de problematiek van de Tataren – zoveel mogelijk onafhankelijk te maken van de regering in Kiev. Het referendum in de Krim kwam dus niet uit de lucht gevallen. Rechtstreekse aanleiding was de onvrede onder de Russen op de Krim over de machtsgreep van de oppositie in Kiev. Veel Russen (zoals elders in de Oekraïne) vrezen voor hun rechten. Dat is niet helemaal onterecht. De Neo-Nazipartij Svoboda, dat vier ministers telt in de nieuwe regering in Kiev, heeft publiekelijk verklaard dat het de autonome status van de Krim wilde terugschroeven, gevolgde door pogingen in het Oekraïense parlement om de status van de regionale minderheidstalen terug te schroeven, met inbegrip van het Russisch.
Selectieve verontwaardiging
De NAVO en bij uitbreiding het Westen, is in elk geval weinig consequent in haar standpunten over de crisis in Oekraïne. In een reactie op het referendum in de Krim zei Obama dat het illegitiem was en in strijd met de Oekraïense grondwet. Wat hij niet vertelde is dat de grondwet het evenmin toelaat dat het parlement een verkozen president van de macht verdrijft, zoals dat gebeurd is met Janoekovitsj in februari van dit jaar, wat men ook van de man in kwestie moge denken. De grondwet voorziet een afzettingsprocedure dat voorziet in de installatie van een onderzoekscommissie, een twee derde parlementaire meerderheid om de aanklachten te formuleren, een drie vierde meerderheid voor de veroordeling en de bevestiging door het Grondwettelijk Hof. Van dat alles was geen sprake.
De NAVO meet ook met twee maten en twee gewichten als het gaat over de verdediging van de territoriale integriteit van Oekraïne. In 1999 opende het militair bondgenootschap zelf de doos van Pandora toen Kosovo middels een oorlog van Servië werd losgemaakt waarna de onafhankelijkheid werd erkend. Ook alle verwijzingen naar het internationaal recht zijn weinig geloofwaardig als je ziet hoe de NAVO en/of haar lidstaten daar in Kosovo, Afghanistan, Irak en Libië al dan niet op creatieve wijze zijn mee omgesprongen.
Agressieve militaire politiek
Achter de NAVO-oproepen tot dialoog en diplomatie ten aanzien van Rusland gaat een agressieve militaire politiek schuil. Terwijl het bondgenootschap Rusland oproept om de troepen langs de Oekraïense grens, maar nog steeds op Russisch grondgebied, terug af te bouwen, startte de NAVO zelf met de ontplooiing van troepen aan haar oostelijke grenzen. De VS voerden het aantal gevechtsvliegtuigen in de Baltische staten en Polen drastisch op, er kwamen AWACS (vliegtuigen voor luchtruimbewaking) en oorlogsbodems in de Zwarte Zee. Minister van Buitenlandse Zaken benadrukte dat “meer steun onderweg is”. Navo-secretaris-generaal Rasmussen gaf te verstaan dat de NAVO de “herziening van operationele plannen, militaire manoeuvres en adequate troepenversterkingen” overweegt.
Hoewel het onwaarschijnlijk is dat Rusland NAVO-grondgebied zou binnenvallen, gaat de machtsontplooiing gepaard met opgeklopte koude oorlogstaal. De NAVO-opperbevelhebber, de Amerikaanse viersterrengeneraal Philip Breedlove, kreeg opdracht om plannen op te stellen die de veiligheid van de NAVO-landen in Centraal- en Oost-Europa moeten garanderen. Breedlove maakte meteen van de gelegenheid gebruik om de geplande troepenreductie in Europa in vraag te stellen. De Amerikaanse aanwezigheid in Europa moet herbekeken worden “in het licht van wat er zich de afgelopen weken heeft afgespeeld”, aldus Breedlove. Rasmussen
Enkele jaren na het einde van de Koude Oorlog werden drie voormalige Warshaupactlanden toegelaten tot de NAVO. De opeenvolgende uitbreidingen – onder meer met de Baltische staten waar een belangrijke minderheid Russen woont – vonden plaats in een voor Rusland gevoelige zone. De uitbreidingen zorgden in Moskou voor nationalistische oprispingen, waar ze als provocatie werden bestempeld. Toen de Amerikaanse president Bush op de top in Boekarest (2008) voorstelde om Georgië en Oekraïne toe te laten tot een 'Membership Action Plan' (voorfase voor effectief lidmaatschap), zorgde dat niet alleen voor boze reacties bij Rusland. Europese landen zoals Frankrijk en Duitsland verzetten zich daartegen omdat ze vreesden dat de inlijving van instabiele gebieden bij de NAVO via art. 5 van het NAVO-verdrag (als een land wordt aangevallen, wordt dat beschouwd als een aanval op alle andere NAVO-leden) kon leiden tot een militair avontuur voor de andere NAVO-landen. Wat dat concreet betekent konden we zien met de oorlog rond Zuid-Ossetië tussen Rusland en Georgië. Indien Georgië lid was geweest van de NAVO zou dit een kettingreactie hebben veroorzaakt die kon uitmonden in een grootschalige vernietigende oorlog.
NAVO-expansie
Hoewel de NAVO herhaalt dat het kiest voor dialoog blijft ze olie op het vuur gooien door het lidmaatschap van Georgië en Oekraïne in het vooruitzicht te stellen en in afwachting de samenwerking met beide landen te verdiepen. De relaties van beide landen met de NAVO dateren al vanaf het moment dat de NAVO het PFP-programma (partnership for Peace) lanceerde in 1994. De samenwerking loopt op verschillende terreinen, met inbegrip van deelname van beide landen aan de oorlog en/of bezetting in Kosovo, Irak en Afghanistan. In 1997 werden de bilaterale relaties met Oekraïne geformaliseerd via de oprichting van een NAVO-Oekraïne-Commissie. Met Georgië gebeurde dat in 2008. Nadat op de NAVO-top in Boekarest (2008) bleek dat nog te vroeg was om met beide landen de procedure op te starten voor effectief lidmaatschap (Membership Action Plan, MAP) werd voor een tussenoplossing gekozen wat defacto neerkwam op hetzelfde zonder dat het zo benoemd werd. Sindsdien helpt de NAVO beide landen om breed scala van hervormingen van hun militaire apparaten door te voeren, zodat, als het zover is, de landen onmiddellijk lid kunnen worden van het bondgenootschap. In juli van dit jaar zijn er multinationale NAVO-manoeuvres onder de naam Rapid Trident 2014 gepland in Oekraïne. Het spreekt voor zich dat al deze NAVO-activiteiten Rusland behoorlijk zenuwachtig maken. In een interview met de Voice of Russia zei Alexei Kuznetsov, hoofd van het Centrum voor Europese Studies aan het Russisch Academisch-wetenschappelijk Instituut voor Wereldeconomie, het volgende: “Ze misleidden ons over de proliferatie van de NAVO naar het oosten, wat voor Rusland een echte bedreiging is.” In de Britse krant The Guardian (2 maart 2014) spreekt eertijds hoofdjournalist voor buitenlandse zaken van de krant en nu columnist, van een 'hysterische reactie': “Op de achtergrond van de Krim-crisis en van de grote weerstand van Rusland voor mogelijke veranderingen, speelt de onverbloemde ambitie van de NAVO om twee decennia van expansie in wat de 'post-Sovjet-ruimte' werd genoemd, verder te zetten onder leiding van Bill Clinton, daarin gevolgd door opeenvolgende regeringen in Washington. Ongetwijfeld droomt de Amerikaanse marine ervan om op een dag de Russische Zwarte-Zeevloot te vervangen in de havens van de Krim, Sevastopol en Balaclava.”
Lees meer over de NAVO in het boek: 'Als de NAVO de passie preekt'.