25 EU-lidstaten hebben een nieuwe belangrijke stap gezet in de Europese militarisering met de oprichting van PESCO. Ze ondertekenden daarvoor een verbintenis om de defensie-uitgaven te laten stijgen.
Op 14 december 2017, tijdens een Europese top te Brussel, verwelkomde de Europese Raad de Permanente Structurele Samenwerking op het gebied van veiligheids- en defensiebeleid (PESCO).
PESCO is opgericht omdat “een grotere samenwerking tussen EU-landen op het vlak van defensie niet langer een politieke keuze is maar een strategische en economische noodzaak” zegt minister van Defensie Steven Vandeput. Hij ondertekende, samen met minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynder, als een van de eersten het beleid.
Er nemen 25 lidstaten van de 28 landen in de Europese Unie deel aan PESCO. Groot-Brittanië, Malta en Denemarken ondertekenden de verklaring niet.
Het doel
PESCO heeft als doel een gezamenlijk defensievermogen te ontwikkelen en deze beschikbaar te stellen voor militaire operaties van de Europese Unie (EU). De lidstaten gingen akkoord om het werk van de EU te optimaliseren aan de hand van verbeterde coördinatie, meer investeringen in landsverdediging en samenwerking in het ontwikkelen van defensiemogelijkheden.
“De Europeanen besteden aan defensie 50 procent van wat de Amerikanen uitgeven, maar de output van onze investeringen is 15 procent”, aldus EU-buitenlandchef Federica Mogherini. De participanten willen deze output vergroten en bundelen daarvoor de krachten zo luidt het.
Versneld tempo
Trump had tijdens zijn campagne de NAVO “overbodig en niet meer van deze tijd” genoemd. Hieruit leidden de Europese NAVO-landen af dat eens Trump verkozen werd tot president van Amerika hij de stekker uit de NAVO zou trekken.
Dit zou een ramp zijn voor de alliantie, want de VS is de grootste financier voor defensie en dus ook een belangrijke partner voor de militaire verdediging van Europa.
PESCO is een nieuwe stap in de Europese militarisering. Dat betekent niet dat we gaan breken met de NAVO. Het militaire bondgenootschap wordt zelfs sterker
Men wou geen risico nemen en daardoor schoten enkele Europese landen, vooral Duitsland en Frankrijk, in actie en zorgden ze voor het extra duwtje om PESCO op te starten. Zo zou Europa haar verantwoordelijkheid kunnen nemen wanneer dit nodig is. De komst van Trump was een goede zaak om de reeds gemaakte plannen voor de verdere militaire uitbouw van EU een impuls te geven.
Deze nieuwe stap in de Europese militarisering betekent niet dat we gaan breken met de NAVO. Het militaire bondgenootschap wordt zelfs sterker: alle militaire capaciteiten en eenheden die ontwikkeld worden in het kader van PESCO, kunnen ook ter beschikking staan van de NAVO.
Doordat Groot-Brittannië, een militaire grootmacht, uit de EU treedt, was de Brexit een extra motivator om de handen in elkaar te slaan.
Dat de Russische regering, de eeuwige vijand, haar defensieuitgaven verhoogde werkte eveneens stimulerend voor de activering van het Europese defensiebeleid, ook al was het een reactie op de stijgende uitgaven van de NAVO. Om het even in perspectief te plaatsen: Stockholms Internationaal Vredes Onderzoeksinstituut (SIPRI) geeft jaarlijkse een overzicht van de wereldwijde militaire uitgaven. Hierin is te lezen dat Rusland, in 2016, 69,2 miljard dollar aan militaire uitgaven spendeerde. Dit is dertien keer minder dan alle NAVO-landen samen (deze is goed voor een bedrag van 881 miljard dollar). Zelfs zonder de Verenigde Staten geeft de NAVO nog 254 miljard dollar uit, 3,5 keer meer dan Rusland.
Voorwaarden
Deze actuele gebeurtenissen versnelden de procedure om PESCO in gang te steken.
PESCO kreeg al een plaats in het Verdrag van Lissabon (2009). De voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker, bestempelde dit als ‘Doornroosje’, omdat de vorige pogingen geen resultaat opleverden.
In het Verdrag betreffende de Europese Unie staat in artikel 42.6 dat:
"De lidstaten waarvan de militaire vermogens voldoen aan strengere criteria en die terzake verdergaande verbintenissen zijn aangegaan met het oog op de uitvoering van de meest veeleisende taken, stellen in het kader van de Unie een permanente gestructureerde samenwerking in."
De geïnteresseerde landen moesten, onder begeleiding van de Europese Raad, enkele stappen ondernemen om het proces op te starten.
Eerst en vooral legden de lidstaten een lijst voor over de gemeenschappelijke verplichtingen in de hoofdtrend van Protocol 10 van het Verdrag, met name: defensieinvesteringen, ontwikkeling van capaciteiten en operationele paraatheid.
Vervolgens ondertekenden 25 ministers een gemeenschappelijke verklaring over de PESCO. Dit geeft de grondbeginselen weer en onderlijnt het bindende en inclusieve karakter van het legaal kaderwerk. Ze overhandigden dit aan de Hoge Vertegenwoordiger Federica Mogherini en de Raad. Na de aankondiging bevestigde de meerderheidheid van de Raad de beslissing om PESCO te stichten.
20% van het defensiebudget moet naar militaire investeringen gaan, 2% dient voor onderzoek en ontwikkeling en als bijdrage aan militaire operaties van de EU.
De aangegane verbintenissen hebben verregaande consequenties voor de begrotingen van de deelnemende landen. Volgens de eerste bindende clausule verbinden de lidstaten er zich toe om de defensie-uitgaven regelmatig te verhogen. Daarenboven moet 20% van het defensiebudget gereserveerd worden voor investeringen, 2% dient voor onderzoek en ontwikkeling en als bijdrage aan militaire operaties van de EU. Ook het Europees Defensie Fonds (EDF) draagt hier een steentje bij.
Ieder participerend land neemt deel aan een project als voorwaarde om zich te kunnen aansluiten en zo de defensiecapaciteiten te verbeteren. Deze operaties zorgen voor de grotere output die ze willen bereiken.
België stelt zich verantwoordelijk voor het project rond onderwaterdrones die mijnen kunnen opsporen en ontmantelen.
Om er voor te zorgen dat de participerende lidstaten zich aan de afspraken houden, worden ze jaarlijks geëvalueerd door de Hoog Vertegenwoordiger. Dit rapport bevat de gedetailleerde status van de PESCO verwezenlijkingen, inclusief de nalevingen van de verbintenissen die de lidstaten overeen kwamen.
PESCO zal er voor zorgen dat de bewapening van de betrokken lidstaten sterk toeneemt.
Het juiste beleid?
PESCO zal er voor zorgen dat de bewapening van de betrokken lidstaten sterk toeneemt. De militarisering van de EU zal de wapenindustrie ten goede komen, maar niet de Europese veiligheid. De beslissing van de NAVO en nu de EU in PESCO-verband zal een verdere impuls geven aan de wapenwedloop omdat andere landen zoals Rusland zich geviseerd zullen voelen en als antwoord ook hun militaire uitgaven verder zullen laten stijgen
Meer middelen voor het militaire apparaat betekent ook minder geld voor investeringen in duurzame ontwikkeling. De beste veiligheidsinvestering is die in de sociale rechtvaardigheid, op het vlak van socio-politieke en economische relaties, op het vlak van ontwikkeling, ontplooiing en milieu en dit net in een samenleving met een zo laag mogelijk militair niveau.
Het wordt dus tijd dat de EU het over een andere boeg gooit en investeert in de preventie van onveiligheid en geweld en dus niet door extra te investeren in nieuwe wapens. De EU moet de gevaren en problemen in de samenleving bij de bron aanpakken en de oorzaken van een conflict detecteren en aanpakken. Een voorbeeld van mislukt beleid is de oorlog tegen de terreur: meer investeren in de preventie van de oorzaken van terrorisme in plaats van te bewapenen en het voeren van militaire interventies, had veel leed kunnen doen voorkomen. Kortom: we moeten onze energie en ons geld in de samenleving steken in plaats van in de wapenindustrie.