Image
Syrië dreigt tweede Irak te worden
Foto: Moreno Berti
Syrië dreigt tweede Irak te worden
Artikel
4 minuten

Ik bevind me in Hatay, een Turkse provincie aan de Syrische grens met een belangrijke Alevitische en Arabischtalige minderheid. Honderdduizenden Syriërs zochten er hun toevlucht, het Vrije Syrische Leger opereert er bijna openlijk en kan rekenen op de steun van de Turkse regering. De bevolking van de vele niet-soennitische minderheden, maar ook veel soennieten in de lokale hoofdstad Antakya, denken daar anders over. Velen hebben familieleden aan de andere kant van de grens en maken zich boos over wat ze de oorlogspolitiek van hun regering noemen. De harmonie tussen de verschillende bevolkingsgroepen van Antakya die daarom de bijnaam ‘de Stad van de Vrede’ draagt, dreigt er door verstoord te worden. Er heerst onbegrip over de westerse steun aan een oppositie waarvan een belangrijk deel bestaat uit radicale islamisten. De plannen voor een westerse militaire strafexpeditie doen de emoties hier duidelijk hoog oplaaien. Ze begrijpen de logica en de vele contradicties van de westerse politiek niet.

Een in ballingschap levende zakenman van christelijke afkomst uit de Syrische stad Aleppo kan amper zijn tranen bedwingen als hij de vragen stelt die ik hier overal hoor. Waarom wacht men niet op de resultaten van het onderzoek naar de inzet van chemische wapens door de VN-missie die ter plaatse is vooraleer het regime van Bashar Al-Assad met de vinger te wijzen? Het is verwonderlijk dat Al-Assad politieke zelfmoord zou riskeren en de Amerikaanse ‘rode lijn’ zou overschrijden terwijl daar geen militaire noodzaak voor bestaat, sinds de jongste militaire successen tegen een verzwakte en verdeelde oppositie. 

In Hatay regent het complottheorieën over wie achter de aanslag zit. Hoe het ook zij, begin mei 2013 verklaarde Carla Del Ponte, van een eerdere VN-onderzoeksmissie, dat er wel degelijk overtuigende indicaties zijn dat er Sarin-gas is ingezet “door de oppositie, de rebellen, niet door regeringstroepen”. Enkele weken later berichtten Turkse media over de arrestatie van twaalf militanten van Al Nusra – een gewapende 'internationale' Salafistische brigade in Syrië – waarbij twee kilo Sarin-gas werd gevonden in hun woonst in de Turkse steden Adana en Mersin. Genoeg om in elk geval alle hypotheses open te laten over wie de verantwoordelijkheid draagt voort de gasaanval. Het lijkt er bijna op dat de chemische aanval een voorwendsel is geworden om de oppositie luchtsteun te kunnen geven, zoals eerder in Libië het geval was.

Het Syrische conflict is hier heel dichtbij. In de grensstad Samandag kan je geregeld de bominslagen horen. Reyhanli, een andere grensstad waar zich in de buurt ook verschillende vluchtelingenkampen bevinden, was deze lente het doelwit van een bomaanslag die volgens de officiële cijfers 53 doden telde. De AKP-regering gebruikte de aanval om uit te halen naar de Alevitische gemeenschap van Harbiye, zonder enig bewijs aan te dragen. In de Alevitische wijk van Antakya zijn er elke week betogingen tegen de AKP-regering en de oorlog in Syrië waartegen de politie met harde hand optreedt. Iedereen die ik aanspreek maakt zich zorgen voor de destabiliserende gevolgen van een militair optreden tegen Syrië. Er heerst groeiende wantrouwen tussen de verschillende bevolkingsgroepen: Alevieten en christenen enerzijds, soennieten anderzijds. Een jongen in Reyhanli zegt dat hij nog nooit zoveel wapens en ‘baarden’ (synoniem voor salafisten) heeft gezien.

De voorzitter van een medische organisatie in Antakya vertelt me dat het onbegrijpelijk is dat regeringen in het Westen niet verder kijken dan het van de macht verdrijven van Bashar Al-Assad. Men doet er alles aan om een politieke proces waarvan nog sprake was aan het begin van deze zomer (‘Genève II’) te saboteren, zo klinkt het. Het is niet moeilijk om te voorspellen dat een militaire aanval het nu al onstabiele Libanon verder in het conflict dreigt te trekken. Iran heeft gedreigd te reageren als bondgenoot Syrië wordt aangevallen. Hezbollah kan reageren richting Israël en omgekeerd. En wat zal Moskou doen als Washington, Parijs en Londen ten aanval trekken zonder mandaat van de VN-Veiligheidsraad, zoals eerder al het geval was in Kosovo, Afghanistan en Irak? In Hatay hoor je zelfs de vrees uiten dat de mensheid een derde wereldoorlog tegemoet gaat.

Dat is wellicht overdreven, maar het is wel zo dat in Syrië heel veel internationale actoren betrokken zijn, elk met eigen belangen die van het Syrische conflict meer en meer een internationale aangelegenheid maken. Het land wordt volgestouwd met wapens en dat houdt het conflict aan de gang. Een militaire interventie dreigt van Syrië een tweede Irak te maken. Wat me vooral opvalt is dat iedereen die hier met Syrië te maken heeft de oorlog beu is: opposanten of aanhangers van het regime, handelaars die economisch lijden of mensen met familie ter plaatse. Het land heeft in de eerste plaats nood aan ernstige en eerlijke inspanningen voor een politiek proces. Het kan nog altijd, maar dan moet men afstappen van een oorlogsbeleid en het geweer letterlijk van schouder veranderen.

Ludo De Brabander, woordvoerder van Vrede vzw op rondreis in de Turkse grensstreek met Syrië

(Bron: De Standaard)


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Thema
Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.