De onthulling over de mishandeling van Iraakse gevangenen zorgt wereldwijd voor protest. Over het brutale gewapend optreden van de VS met tal van burgerdoden, zoals in Fallujah, lijkt men minder verontwaardigd. Nochtans gaat het over oorlogsmisdaden.
De onthulling over de mishandeling van Iraakse gevangenen zorgt wereldwijd voor protest. Over het brutale gewapend optreden van de VS met tal van burgerdoden, zoals in Fallujah, lijkt men minder verontwaardigd. Nochtans gaat het over oorlogsmisdaden.
Een jaar nadat de VS president "het einde van de oorlogsoperaties" had afgekondigd spreekt men in de internationale pers steeds meer over het "Viëtnam van G.W. Bush". Daarbij verwijst men in de eerste plaats naar het groeiend aantal gesneuvelde Amerikaanse soldaten in Irak. Het aantal weerstandsdaden tegen de Amerikaanse bezetting blijft ook stijgen.
Recent doken er ook foto's op die tonen hoe Irakese gevangenen eigenlijk worden bedreigd, mentaal gefolterd en "ontmenselijkt". Daar lijkt nu heel wat beroering rond te ontstaan. De feiten zijn onaanvaardbaar, en de Amerikaanse politieke leiders kunnen hun verantwoordelijkheid hierover niet ontlopen.
Maar over de andere kant van de oorlogsmedaille, met name het optreden van het VS leger in de bezettingsoorlog zelf, lijkt men minder verontwaardigd. Nochtans gebeuren daar verschrikkelijke en onaanvaardbare oorlogsmisdaden.
Falluja, stad in de zogenaamde soennitische driehoek van Irak, werd door de Amerikaanse troepen van de buitenwereld afgesloten. De 300.000 inwoners werden omsingeld en vanuit de lucht aangevallen. De Amerikanen namen wraak op de bevolking voor de dood van vier Amerikanen die in dienst waren van de bezetter. De Waffen SS van nazi Duitsland noemde dat tijdens de Tweede Wereldorolog "bendebestrijding". Onder de bepalingen van de Conventie van Genève is een aanval op burgers een oorlogsmisdaad. De Amerikaanse bezettingsleider, Paul Bremer, meent dat deze barbaarse vorm van opstandbestrijding in ieder geval gerechtvaardigd is. In Falluja heeft men legitiem een strijdende partij aangevallen, heet het. Maar deze zogenoemde legitimiteit is niets anders dan de macht die Washington zichzelf heeft toegekend. Het is het resultaat van een veroveringsoorlog waarbij de VS de staatsmacht ten val hebben gebracht en het land inderdaad een bezettingsregime hebben onderworpen.
Deze bezetting is des te meer in strijd met het geldende internationale volkerenrecht daar het niet gedragen wordt door een VN mandaat. Daarbij wint de erkenning veld dat het hier om een aanvalsoorlog gaat. Washington kadert dit wel in hun nieuwe strategie van preventieve oorlog, maar dit concept steunt ook uitsluitend op de Amerikaanse suprematie, en niet op het internationaal recht. De leugen waarop de verantwoording van deze preventieve oorlog was gebaseerd, is intussen duidelijk genoeg gebleken: Irak had geen massavernietigingswapens meer.
Intussen hebben bepaalde instanties van de VN de realiteit wel "ondergaan" door de bezettingsmacht in de feiten te tolereren en ermee samen te werken.
De opstandbestrijding van de Verenigde Staten is zo illegitiem als de weerstand legitiem is. Het volkerenrecht erkent uitdrukkelijk het recht op gewapend verzet van de burgers van een bezet land. Met andere woorden, het internationaal recht erkent het geweld tegen een buitenlandse illegaal opgelegde bezetting en het zich toegeëigende geweldmonopolie.
De bestraffing van de burgers van Falluja is een oorlogsmisdaad maar tevens een bekentenis van het mislukken van hun pacificatiestrategie. Men kan er niet omheen dat er in Irak een bevrijdingsoorlog tegen buitenlandse bezetters gevoerd wordt. Dat is het tegenovergestelde van hetgeen men bij ons in vele Westerse media wil doen geloven, dat de bezetters er moeten blijven om een burgeroorlog in Irak te vermijden. Door een uitvergroot accent te leggen op de onderlinge strijd tussen religieus geïnspireerde partijen, de soennieten tegen de sjiieten, wil men het doen overkomen alsof een Westerse militaire aanwezigheid een zegen is voor de bevolking. Op 30 juni komt er een politieke opsmuk operatie, maar die zal niets aan de militaire bezetting veranderen.
Intussen heeft de nieuwe Spaanse premier, Zapatero, zijn kiesbelofte waargemaakt door de Spaanse troepen terug te trekken. Honduras en de Dominicaanse Republiek hebben hem al gevolgd. Laat ons de Westerse bewindslui onder druk blijven zetten om alles in het werk te stellen om de bezetting van Irak te beëindigen.
Georges Spriet en Antoine Uytterhaeghe
Dit artikel verscheen in het Tijdschrift Vrede nr. 367, mei/juni 2004. Proefabonnement via Vrede@vrede.be