Image
Belangrijke strategische ontwikkelingen in Syrië
De Eufraat Bevrijdingsbrigade (foto: Kurdishstruggle)
Belangrijke strategische ontwikkelingen in Syrië
Artikel
8 minuten

De jongste weken hebben belangrijke politieke en strategische ontwikkelingen het zo al erg complexe Syrische conflict in een nieuwe fase geduwd.

Vooreerst is er de ‘onverwachte’ beslissing van president Trump om de VS-troepen – die militaire steun verlenen aan de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) met de Koerdische Volksbeschermingseenheden als hoofdcomponent in de strijd tegen de Islamitische Staat – versneld terug te trekken uit het noorden van Syrië. Dat zorgt voor heel wat repercussies. Turkije dreigt al maanden met een militair offensief en ziet zijn kans. Ten tweede is er de machtsovername door Hay’at Tahrir al-Sham (HTS) - voorheen Jabhat al-Nusra, de afdeling van al-Qaida in Syrië - in Idlib, nadat ze begin januari een zware nederlaag toebracht aan milities die gesteund worden door Turkije. Idlib is het laatste grote bastion van de Syrische oppositie. Dat kan er voor zorgen dat Syrië zich niet meer gebonden acht door een wapenbestand dat met Turkije en Rusland na de zomer van 2018 is onderhandeld omdat die niet van toepassing is op HTS. Een militaire campagne van Damascus tegen Idlib is niet uitgesloten. Ten derde lijkt de wereld er zich bij neer te leggen dat het machtsbehoud van het Syrische regime onder leiding van president Bashar al-Assad een voldongen feit is. Na de heropening van verschillende Arabische ambassades is het de verwachting dat Syrië gauw weer welkom zal zijn in de Arabische Liga waar het uit verbannen werd.

De terugtrekking van de VS

Tot verrassing van vele kabinetsleden en medewerkers stuurde Trump een week voor kerst een aantal tweets de wereld in waarin hij aankondigde dat de VS de oorlog tegen IS heeft gewonnen. Hij liet verstaan dat de naar schatting 2200 VS-troepen gauw zullen worden teruggetrokken uit Noord-Syrië. Dat was niet naar de zin van heel wat invloedrijke republikeinen (en democraten) die dat toch wel anders zagen. Voor het politieke establishment is IS nog lang niet verslagen. Bovendien vinden ze dat de VS-aanwezigheid er voor zorgt dat de invloed van Iran en Rusland in het land verder kan uitbreiden. Tijdens zijn blitzbezoek aan Irak een week later liet de VS-president na om hetzelfde te beslissen voor de nog altijd 5000 sterke troepenmacht in dit buurland van Syrië. Hij zei ook dat Turkije beloofd heeft om de laatste IS-haarden te helpen opruimen, wat de onrust bij de SDF-leiding in noordoost Syrië alleen maar verder aanwakkerde. Een dolkstoot in de rug” en verraad aan het bloed van duizenden strijders die hun leven gaven in de strijd tegen IS” zo klonk het daar. Trumps beslissing kwam niet toevallig kort na een telefoongesprek met de Turkse president Erdogan en het bericht dat Ankara Patriot grond-luchtdoelraketten van het VS-bedrijf Raytheon zou aankopen, een militaire deal waarmee 3,5 miljard dollar zou gemoeid zijn.

Als Trump al de bedoeling had om een einde te maken aan de moeilijke spreidstand tussen een belangrijke NAVO-bondgenoot enerzijds en steun aan de SDF/YPG, in de ogen van Turkije ‘terroristische’ groeperingen, dan is hij daar niet echt in geslaagd. Hij lijkt integendeel de kaarten nog ingewikkelder geschud te hebben. Ook op het binnenlands front. Zijn minister van Defensie, James Mattis, kondigde daags na Trumps besluit uit onvrede zijn ontslag aan. In de daaropvolgende weken probeerden zijn minister van Buitenlandse Zaken, Mike Pompeo en Nationaal Veiligheidsadviseur John Bolton de meubelen te redden door aan te kondigen dat de terugtrekking maanden in beslag kan nemen. Daarnaast maakten ze Ankara meermaals duidelijk dat het niet om vrijgeleide gaat voor een nieuwe Turkse militaire invasie tegen de SDF/YPG.

De Amerikaanse beslissing kan verregaande strategische gevolgen hebben met betrekking tot de rol en invloed van de VS in Syrië. Om de Turkse dreiging af te wenden wendde de SDF-leiding zich meteen tot Damascus met een oproep om de controle over Manbij, de strategisch belangrijke en door Turkije meest geviseerde stad, over te nemen. In de ogen van het politiek establishment in Washington betekent dit dat de VS vrijwillig het noorden van Syrië overlevert aan de tegenstander. Trump stuurde daarop in januari een nieuwe tweet met daarin een oproep voor een “veilige zone” van 20 mijl om de Koerdische bondgenoten aan de Turkse grens te beschermen. Dat maakte de verwarring alleen maar groter. Een dag later tweette zijn Turkse collega, dat Ankara een veiligheidszone van 30 kilometer zou opzetten in noordoostelijk Syrië in coördinatie met Washington. Minister van Buitenlandse Zaken Pompeo verklaarde daarop dat de details voor zo’n zone nog niet zijn uitgeklaard en dat de VS nog altijd achter een “vereend Syrië” staat en er naar blijft streven de invloed van Rusland en Iran in te dammen.

Voor de Autonome Administratie in noordoostelijk Syrië kan er geen sprake van zijn dat Turkije troepen legert in zo’n veiligheids- of bufferzone want dat zou “een inbreuk betekenen op de Syrische soevereiniteit, leiden tot de bezetting van hun gebied en het democratisch model van de bevolking van de regio ondermijnen”. Als er al een scheidingszone komt dan kan dat volgens de Uitvoerende Raad van de Autonome Administratie (de regering zeg maar) in noordoost Syrië alleen maar met een internationale vredesmacht onder auspiciën van de Verenigde Naties.

Een bomaanslag in een restaurant in Manbij op 16 januari – opgeëist door IS – waarbij 4 VS-militairen werden gedood en enkele anderen gewond geraakten, dreigt de situatie nog moeilijker te maken. Ankara was er als de kippen bij om te stellen dat na de VS-terugtrekking Turkije er zal voor zorgen dat IS van Syrische bodem zal worden verdreven. Dat dient begrepen te worden als een rechtvaardiging voor een Turkse militaire operatie in Noord-Syrië die in praktijk a priori gericht zal zijn tegen de Koerdische YPG.

Idlib in handen van HTS

Een Turkse invasie van Noord-Syrië aan de zijde van islamistische milities van de Syrische oppositie zou Ankara wel eens zuur kunnen opbreken. Die milities bleken alvast geen partij te zijn voor de extremisten van de meer dan 20.000 leden tellende militanten van HTS in Idlib. Op amper tien dagen tijd verdreven ze de door Turkije gesteunde milities van het Nationale Front voor de Bevrijding naar Afrin dat begin 2018 door Turkije is bezet in een operatie tegen de Koerdische YPG. Sindsdien staat Idlib onder bestuur van de door HTS gecontroleerde “Syrische Heilsregering”.

Idlib is een strategische regio van 25.000 km² grenzend aan Turkije met ongeveer 3,5 miljoen inwoners van wie velen vluchtelingen uit de gebieden die door het Syrische leger zijn veroverd. Voor Damascus is de herovering van Idlib een prioriteit. Ankara daarentegen vreest dat een militaire aanval tegen Idlib een nieuwe vluchtelingenstroom richting Turkije op gang zal zetten. Ook zag het Idlib als onderdeel van de idee van een bufferzone langsheen de hele Turkse grens met Syrië onder controle van Turkse bondgenoten. Daarom ook dat Ankara in september 2018 een akkoord onderhandelde met Moskou. In ruil voor het bevriezen van een Syrische militaire operatie tegen Idlib zou Turkije werk maken van de installatie van een gedemilitariseerde bufferzone in Idlib en het ontmantelen van HTS, wat niet gebeurde. De machtsovername van HTS opent nu opnieuw de deur voor een offensief van het regime tegen de oppositiezone. “Als Idlib terug onder onze controle komt dankzij onderhandelingen, dan is dat goed. Zoniet houdt het Syrische leger zich het recht voor om de controle over Idlib te herstellen met geweld”, aldus de Syrische VN-vertegenwoordiger Bachar Jafaari. Damascus voelt zich niet langer meer gebonden door het akkoord omdat HTS daar niet onder valt.

Vraag is waarom Turkije – dat grenst aan Idlib en er verschillende militaire posten heeft – zo weinig deed tegen de machtsovername van HTS. Behalve dat de door Ankara gesteunde milities blijkbaar over weinig slagkracht beschikken, kan een deel van de verklaring voor de HTS-overwinning zijn dat de verdreven milities met wapens naar Afrin mochten terugtrekken. Dat komt Turkije niet helemaal slecht uit, want zo kunnen ze deel uitmaken van een troepenmacht dat aan de zijde van het Turkse leger de Koerdische regio moet binnenvallen. Sommige bronnen suggereren daarom dat er een deal zou gesloten zijn tussen Ankara en Damascus. Idlib in ruil voor Turkse controle over Noord-Syrië. Niets is onmogelijk in dit conflict, maar daartegenover staat dat het Syrische leger wel degelijk positie heeft ingenomen in Manbij op uitnodiging van de SDF om de Turkse ambities daar te fnuiken.

Syrische regime is incontournabel geworden

De afgelopen jaren is het Syrische regime met de hulp van Rusland, Iran en verschillende pro-Syrische milities erin geslaagd om de gewapende oppositie te verdrijven uit een groot deel van Syrië. In de internationale diplomatieke wereld lijkt men er zich bij neer te leggen dat president al-Assad stevig in het zadel zit. Aan de andere kant is de versplinterde oppositie in extremistische vaarwater terechtgekomen en alle geloofwaardigheid verloren. Als Damascus beslist om een oorlog tegen HTS te starten om zo meteen ook Idlib onder controle te krijgen, zal hij vermoedelijk op weinig internationale tegenstand botsen. Weinigen zullen protesteren tegen de vernietiging van al-Qaida in Syrië.

Ondertussen boekt Bashar al-Assad het ene diplomatieke succes na het andere. In de afgelopen weken openden eerst de Verenigde Arabische Emiraten en dan Bahrein opnieuw hun ambassades in Syrië, officieel om de invloed van Iran en Turkije tegen te gaan. Een complete verrassing is dat niet. In juli 2018 opende de Syrische luchtvaartmaatschappij, Cham Wings Airlines, de verbinding tussen Damascus en de Verenigde Arabische Emiraten. Vooral de demarche van Bahrein, een vazalstaat van Saoedi-Arabië, valt op. Het is niet het eerste signaal dat Saoedi-Arabië zelf wellicht de banden weer zal aanknopen met Damascus. Regimeverandering in Syrië lijkt geen prioriteit meer te zijn voor Riyad, wat de recente diplomatieke contacten tussen beide verklaart. Nu de VS zijn troepen wil terugtrekken uit Noord-Syrië ziet Saoedi-Arabië zich als een mogelijk alternatief aan het hoofd van een Arabische troepenmacht daar. Dat heeft te maken met de rivaliteit met Turkije. Tegelijk kan dat verhinderen dat het Syrische regime en bondgenoot Iran het door de VS achtergelaten vacuüm opvullen.

Afgelopen december bracht de Soedanese president Omar al-Bashir als eerste staatshoofd van de Arabische Liga een bezoek aan Damascus. Ook dat bezoek wordt gezien als een vriendschappelijke Saoedische geste, gezien de sterk verbeterde relaties tussen Saoedi-Arabië en Soedan. Nog een teken aan de wand is het bezoek van Ali Mamluk, de chef van de Syrische veiligheidsdiensten, aan Caïro op uitnodiging van zijn Egyptische collega.

Volgens diplomatieke bronnen groeit de consensus onder de lidstaten van de Arabische Liga dat Syrië binnenkort opnieuw mag meespelen in de organisatie. Irak heeft daar midden januari 2019 openlijk zijn steun voor uitgesproken. Acht jaar na het begin van de Arabische omwenteling blijft er nog weinig over van de oorspronkelijke democratiseringsbeweging. Als vanouds trekken de autoritaire leiders in de Arabische Liga aan de touwtjes en is het business as usual.


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.