Turkije is begonnen met zware bombardementen op de Koerdische enclave Afrin in Noord-Syrië. Mogelijks volgt een grondoffensief. Een nieuwe escalatie en machtsstrijd tussen internationale spelers dreigt waarvan de Koerden het slachtoffer kunnen worden. Het internationaal recht is opnieuw een vod papier.
De Turkse militaire operatie in Afrin, Noord-Syrië, is volgens de Turkse minister van Defensie Canikli "in feite begonnen". Afrin is een van de drie Koerdische kantons in het noorden van Syrië die sinds 2012 onder controle staat van de PYD (de Democratische Unie Partij) en haar militaire vleugel, de YPG, de Koerdische Volksbeschermingseenheden. Zij besturen het gebied volgens de principes van het democratisch confederalisme, een libertair-marxistische ideologie die steunt op de ideeën van Abdullah Öcalan, de leider van de Turks-Koerdische zusterorganisatie die een levenslange gevangenisstraf uitzit op het Turkse eiland Imrali.
Turkse omsingeling van Afrin
Turkije dreigt al vele maanden met een militaire operatie tegen wat het een ‘terroristische’ organisatie noemt. De YPG voerde de afgelopen jaren een succesvolle strijd tegen de Islamitische Staat en kon zo het grootste deel van het grensgebied met Turkije onder controle plaatsen. En dat is een doorn in het oog van Ankara. Afrin is een geïsoleerde enclave in het noordwesten van Syrië, dat ten westen en ten noorden grenst aan Turkije. Turkije controleert samen met eenheden van het Vrije Syrische Leger (FSA) ook de oostelijke grens met Afrin, een gevolg van de Turkse invasie in Noord-Syrië (operatie 'Eufraats Schild’) in de zomer van 2016. Dat leidde tot de verovering van een stuk grenszone van naar schatting 1.600 km² op de Islamitische Staat (IS), die tot dan ongemoeid werd gelaten door Ankara. Het FSA is een los militair bondgenootschap van lokale rebellengroepen waarvan een deel een extremistische versie van het islamisme predikt. Het hoofddoel van Ankara was verhinderen dat Afrin zich territoriaal kon aansluiten bij de andere twee Koerdische kantons, Kobani en Jezire. Tot slot slaagde het Turkse leger er ook nog eens in om zich te nestelen in het oppositiegebied ten zuiden van Afrin. Dat is een gevolg afspraken met Rusland en Iran voor de installatie van zogenaamde ‘de-escalatiezones’. Turkije heeft daarvan gebruikt gemaakt om de afgelopen maanden heel wat troepen en militair materieel naar deze zone te ontplooien. Daarmee is Afrin defacto omsingeld.
Sinds enkele dagen is het Turkse leger samen met eenheden van het FSA begonnen met bombardementen. De verwachting is dat die gevolgd worden door een invasie om, in de woorden van de Turkse president Erdogan, Afrin te ‘zuiveren’ van terroristen. De operatie dreigt de oorlog in Syrië een nieuwe dimensie te geven. De YPG krijgt de steun van de VS in de twee oostelijke kantons van Syrië in de strijd tegen de Islamitische Staat. Turkije toonde zich bijzonder ontstemd nadat Washington aankondigde om een speciale 30.000 sterke troepenmacht te vormen voor grensbewaking gericht tegen de Islamitische Staat. Erdogan reageerde door te stellen dat hij dit ‘terreurleger’ zou vernietigen nog voor het operationeel is.
Internationale spanningen
Hoewel de spanningen tussen Washington en Ankara sterk zijn toegenomen is het niet erg waarschijnlijk dat beide landen het conflict op de spits zullen drijven. Beide landen zijn NAVO-bondgenoten en de VS zal wellicht niet het verlies van de strategisch gelegen Amerikaanse luchtmachtbasis in het Turkse Incirlik riskeren. De Amerikaanse belangen in Afrin daarentegen zijn niet groot en in tegenstelling tot de oostelijke kantons zijn er ook geen VS-troepen gestationeerd. De kans is klein dat Washington tot het uiterste zal gaan om een Turkse invasie te verhinderen. Anderzijds kan de YPG de druk op Washington opvoeren door te dreigen om de militaire samenwerking met de VS in de strijd tegen de Islamitische Staat in de twee andere kantons van Rojava op te zeggen.
Dan is er nog Rusland, dat in de vorm van een ‘observatiemacht’ wel militair aanwezig is in Afrin. Er bestaat dus een reële kans dat Russische troepen in confrontatie komen met Turkije. Tenzij de geruchten kloppen dat er een deal is gesloten tussen beide machten. Die zou er uit bestaan dat Rusland Afrin opoffert terwijl Turkije een deel van het oppositiegebied in en rond Idlib overlevert aan het Syrische en Russische leger. Die geruchten worden extra gevoed door het militaire offensief dat het Syrische leger er sinds begin dit jaar uitvoert met Russische luchtsteun.
De uitkomst van deze gevaarlijke machtsstrijd is uiterst onzeker. Hoewel de Koerden militair erg goed zijn georganiseerd en voorbereid, gaat het om een ongelijke krachtmeting. Dat neemt niet weg dat Turkije met vuur speelt en de relaties met zowel Washington als met Moskou verder dreigt te verzuren. Bovendien kan een invasie een reactie losweken van de PKK in Turkije. Tot slot heeft ook de Syrische regering al gedreigd met het neerhalen van Turkse vliegtuigen als die het Syrische luchtruim binnendringen. Een invasie kan het conflict in de regio zwaar doen escaleren. Als Turkije Afrin binnenvalt schendt het nog maar eens – zoals in Irak en eerder in Noord-Syrië – het internationaal recht. Hier is de vraag of en hoe de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zal reageren. In Syrië lijken de internationale machten zich niets meer aan te trekken van wat ooit een heilig principe was in het internationaal recht: het verbod op een agressie-oorlog en het inbreken op de soevereiniteit van landen.
Blijf verder op de hoogte van de situatie via deze link.