De Turkse aanval op Noord-Syrië brengt het Syrische conflict in een nieuwe gevaarlijke fase. Er dreigt een internationale confrontatie. Een humanitaire catastrofe is in de maak. Een wapenbestand en vervolgens een terugtrekking van alle buitenlandse troepen buiten VN-verband is dringend noodzakelijk.
Door de beslissing van VS-president Trump om zijn troepen terug te trekken uit de grensregio van Noord-Syrië voelen de Koerdische bondgenoten en hun Arabische partners zich verraden, nadat ze de kastanjes uit het vuur hebben gehaald. Ze hebben veel offers gebracht in de strijd tegen de Islamitische staat. De bekende Britse Midden-Oostenkenner, Robert Fisk, schrijft in een vlammend betoog dat Turkije nog maar eens zijn grensspelletjes speelt en doet alsof het tegen het “terrorisme” strijdt terwijl ze “perfect klaar stonden om al-Nusra (verbonden aan al-Qaida) bij te staan in de Koerdische enclave Afrin, terwijl olie van de Islamitische Staat het land invloeide.” Turkije heeft de afgelopen jaren nauwe banden ontwikkeld met gewapende salafistische groepen van de Syrische oppositie. Zowel tijdens de invasie in Afrin (in januari 2018) als bij de huidige aanval in Noord-Syrië vechten milities van het oppositionele Syrische Nationale Leger (het voormalige Vrije Syrische Leger) aan de zijde van Turkse troepen die daarvoor door Ankara zijn bewapend en getraind. Al van bij het begin van de oorlog in Syrië was Turkije betrokken bij het bewapenen van de Syrische oppositie. Een reeks geheime documenten en verslagen van vertrouwelijke rechtszaken onthullen dat de islamistische regering van de Turkse president Recep Tayyip Erdoğan illegaal duizenden vrachtwagens met zware wapens en munitie heeft gestuurd naar extremistische groepen via de Turks-Syrische grens. De Syrië-politiek van Turkije overstijgt dus de Koerdische kwestie. Ankara streefde naar een verandering van regime in Damascus om er vervolgens een bestuur te helpen installeren op islamistische basis te krijgen. Nadien dwongen de ontwikkelingen op het terrein de Turkse president om zijn verwachtingen bij te stellen en te focussen op de Koerdische regio, waar in 2012 een autonoom bestuur is uitgeroepen. Al meermaals heeft hij openlijk verwezen naar een Nationaal pact uit 1920 dat een stuk van Noord-Syrië en Noord-Irak als Turkse grondgebeid beschouwt.
Gevolgen van Trumps beslissing
Trumps demarche om zich uit de grensregio terug te trekken en groen licht te geven aan Ankara om Syrië binnen te vallen heeft zware gevolgen. Er kondigt zich een nieuwe gevaarlijke fase in het Syrische conflict aan. Eerst en vooral zijn er de humanitaire gevolgen. Het militair optreden zou al minstens 69 burgerslachtoffers hebben gemaakt. Een Turkse luchtaanval op 13 oktober op een humanitair transportkonvooi naar Ras al Ayn zou 19 doden hebben gemaakt. De executie van een prominente Koerdische politica en enkele metgezellen door extremistische Turkse huurlingen op een belangrijke verbindingsweg, deed veel stof opwaaien. Eerder rapporteerde de mensenrechtenorganisatie van de Verenigde Naties over ‘grootschalige mensenrechtenschendingen” in Afrin vanwege Turkse troepen en Syrische milities tegen “burgers die het slachtoffer zijn van overvallen, pesterijen, ontvoeringen en moord.” Het geweld en de vrees voor de wrede praktijken van extremistische militieleden heeft een grote vluchtelingenstroom op gang gebracht. Volgens de VN, die vreest voor een nieuwe “humanitaire catastrofe”, zouden alleen al uit Ras al-Ayn en Tel Abyad 70.000 mensen zijn gevlucht.
Een tweede gevolg is dat de schaal van het conflict sterk dreigt uit te breiden. Door het vertrek van de VS zagen de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) waar de Koerdische Zelfbeschermingseenheden (YPG/YPJ) de hoofdmoot van uitmaken, zich verplicht om de steun te vragen van het Syrische leger. Als gevolg van het akkoord dat is gesloten zijn Syrische troepen het gebied van de Democratische Confederatie van Noord-Syrië binnengetrokken en dreigt een zware confrontatie met het Turkse leger en zijn Syrische huurlingen. In de regio rond de stad Manbij, ten westen van de Eufraat zijn er al eerste gevechten uitgebroken tussen Syrische troepen en de door Turkije gesteunde Syrische milities. Volgens Koerdische bronnen zouden ook Russische troepen aan de frontlijn ten noorden van Manbij worden ontplooid. Leden van de Russische militaire politie patrouilleren daar al sinds begin 2019. Het gevaar voor escalatie is enorm. Turkije is een NAVO-lid. Zal de VS tolereren dat Rusland zich in de gevechten mengt? Anderzijds heeft president Trump Turkije gewaarschuwd als het te ver gaat op straffe van sancties.
Een derde gevolg is dat de leden en milities van de Islamitische Staat (IS) zich opnieuw gaan organiseren en van de chaos zullen profiteren om zich te versterken en toe te slaan. Er zijn nog tal van slapende cellen. Er is sprake van dat als gevolg van de gevechten honderden IS-leden ontsnapt zijn uit een kamp in Ain Issa.
Internationale reacties
Er zijn veel internationale reacties die vooralsnog tot weinig concrete maatregelen hebben geleid. De VN roept op tot een “onmiddellijke de-escalatie” en vraagt aan alle partijen om hun geschillen vreedzaam op te lossen. Maar in de VN-Veiligheidsraad, waarvan België lid is, kwam het niet tot een gezamenlijk standpunt, noch kwamen er sancties. De VN-Veiligheidsraad is al jaren onmachtig gebleken. Ook maandenlange openlijke Turkse dreigingen om Syrië binnen te vallen bleven onbeantwoord. Een mogelijke maatregelen had eruit kunnen bestaan om een VN-interpositiemacht te installeren in een neutrale gedemilitariseerde zone wat meteen Turkse (valse) veiligheidsargumenten had kunnen neutraliseren.
De Europese Raad gaf op 14/10 een verklaring uit die de Turkse invasie veroordeelt en er bij Turkije op aandringt om zijn “unilaterale militaire actie” in Noord-Syrië stop te zetten en de troepen terug te trekken. Hoewel er vooraf sprake was van mogelijke sancties, blijft de reactie van de EU vooralsnog beperkt tot een herinnering “aan het besluit van sommige lidstaten om de vergunningen voor wapenuitvoer naar Turkije onmiddellijk stop te zetten.”
In de VS klinkt er veel protest tegen de beslissing van president Trump om Turkije vrij spel te geven in Noord-Syrië, vooral uit vrees voor een mogelijke heropstanding van de Islamitische Staat. Opmerkelijk is dat veel Republikeinen openlijk kritiek hebben gegeven op Trumps beslissing en hebben aangekondigd om de komende week in het Congres sancties tegen Turkse leiders te stemmen. Trump kondigde zopas zelf sancties aan en draait voor de zoveelste keer van richting.
Standpunt Vrede vzw
De Turkse invasie is in strijd met het internationaal recht. Het VN-Handvest verbiedt een militaire aanval tegen andere staten zonder goedkeuring van de VN-Veiligheidsraad. Oorlog kan het conflict alleen maar doen escaleren en slachtoffers maken. Bijgevolg is het absoluut noodzakelijk dat de Turkse aanval niet alleen veroordeeld wordt, maar dat er ook maatregelen worden genomen om een einde te maken aan de Turkse agressie tegen Syrië. Het is ook dringend tijd dat er ernstig werk wordt gemaakt van wapenbestand voor heel Syrië om ruimte te creëren voor onderhandelingen en een vreedzame oplossing van het conflict. Op korte termijn moeten alle buitenlandse troepen het land verlaten en stoppen met het voeden van het conflict, zoals de steun aan gewapende groepen en het leveren van wapens. Voor Noord-Syrië kan het best toegewerkt worden naar de creatie van een neutrale en gedemilitariseerde zone langs de grens onder toezicht van de VN. Op de site van Vrede vzw vindt u nog andere eisen.