Image
Congo

FARDC-soldaten in Goma, 2013; Beeld: wikicommons.org, CC BY-SA 2.0

Congo voorbij de hashtags
Artikel
10 minuten

Terwijl de sociale media de roep om sociale rechtvaardigheid in lang genegeerde delen van de wereld hebben versterkt, zou dit slechts het begin van ons activisme moeten zijn.

Tijdens het Afrikaans kampioenschap voetbal 2023 in Ivoorkust bracht het Congolese nationale voetbalteam, 'Les Léopards', hernieuwde hoop aan de Democratische Republiek Congo (DCR) door door te stoten naar de halve finales. Terwijl het team de verschillende fases van het toernooi in Abidjan doorliep, nam de onveiligheid in het onstabiele oosten van de DRC opnieuw toe, met de Beweging van 23 maart (M23) en andere milities die hun gewelddadige aanvallen in de regio opschroefden.

Les Leopards maakten er een punt van om de moorden aan te klagen door solidariteit te tonen met de slachtoffers tijdens de wedstrijden en op sociale media. Op het veld, tijdens het volkslied, beeldden ze met de vingers van één hand een pistool uit dat op hun hoofd gericht was, terwijl ze met de andere hand hun mond bedekten. Ze maakten ook gebruik van hashtags om de boodschap te verspreiden.

De sociale media zijn instrumenteel geworden bij het laten weerklinken van de roep om sociale rechtvaardigheid in gebieden in de wereld die decennialang moedwillig zijn genegeerd. Hashtags als #EndSARS (voor de ontmanteling van de SARS-eenheid van de Nigeriaanse politie die bekend staat voor zijn brutale mishandelingen van burgers), #FreePalestine en #BringBackOurGirls (verwijzend naar de meer dan 250 door Boko Haram ontvoerde tienermeisjes in Nigera), hebben mensen uit alle hoeken van de wereld in staat gesteld om inzichten te verschaffen in mondiale aangelegenheden aan al wie nieuwsgierig en empathisch is. Over de situatie in Congo bijvoorbeeld zijn al jaren oude en nieuwere hashtags in omloop. #CongoIsBleeding en #WhatIsHappeninginCongo doken voor het eerst op in november 2020, om de hernieuwde aanvallen van de M23-militie aan te klagen. Naar aanleiding van recentere aanvallen in februari 2024 werden #RwandaIsKilling en #FreeCongo over het internet verspreid.

Vrij circulerende informatiekanalen zijn echter een tweesnijdend zwaard: de goedbedoelde viraliteit van de #FreeCongo-boodschap heeft ook geleid tot een toename van niet-geverifieerde informatie die niet alleen de context wegneemt, maar ook feiten over een gelaagde en complexe crisis door elkaar haalt.

Zo heerst er pertinente verwarring rond de kadrering van de crisis rond de uitbuiting van mijnwerkers. Video's over de mijnbouwcrisis in de zuidoostelijke provincie Haut Katanga worden vaak begeleid door hashtags die worden gebruikt om de situatie in het oosten aan de kaak te stellen. De Congolese minerale rijkdom heeft van het land een doelwit gemaakt voor hebzuchtige westerse naties, wereldleiders en bedrijven die geloven dat ze hun deel ervan kunnen opeisen, ongeacht de gevolgen. Aan multinationale mijnbouwbedrijven wordt gevraagd om Congo te helpen met de hashtag Free Congo, maar er zijn een aantal zaken die benadrukt zouden moeten worden. Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds de oorlog in het oosten van de DRC en anderzijds de kinderarbeid en gevaarlijke situatie in de mijnbouw in Haut Katanga.

Corruptie, onverantwoord bestuur, niet toegepaste mijnbouwwetten en hebzuchtige multinationale mijnbouwbedrijven zijn de grootste veroorzakers van de mijnbouwcrisis in de DRC. Ze hebben misbruik gemaakt van de economie, en Congolese gezinnen in dorpen en zelfs grote steden zoals Likasi en Kolwezi gedwongen om werk te aanvaarden in en rond giftige, onveilige mijnen, waarvan de winning vervolgens wordt verkocht aan multinationale technologiebedrijven. Daarbij zijn bedrijven betrokken zoals Congo Dongfang Mining (CDM), een dochteronderneming van het Chinese bedrijf Zhejiang Huayou Cobalt Ltd. Het kobalt dat in Congo wordt gedolven door dergelijke ondernemingen stelt bedrijven als Apple, Dell en Microsoft in staat om lithium-ion-batterijen te maken voor hun apparaten. Zo profiteren dergelijke merken van kinderarbeid in Congo.

De overvloed aan mineralen in de bodem van de DRC -vooral koper en kobalt- is bijna onmetelijk en de waarde ervan wordt geschat op 24 biljoen dollar. Inzoomen op de mijnbouwcrisis stelt ons in staat om tastbare, directe acties te ondernemen om de arbeidsuitbuiting die er plaatsvindt tegen te gaan (door bijvoorbeeld minder technologie te kopen die niet gerecycleerd is). Maar de crisis rond kinderarbeid in de mijnbouw in Haut Katanga -hoewel zeker beïnvloed door de oorlog in Oost-Congo- is niet de oorzaak noch de reden voor de massamoorden in dat deel van het land.

De kinderen en artisanale mijnwerkers in Kolwezi verdienen het dat hun verhaal duidelijk en beknopt wordt verteld en niet wordt overschaduwd of verward met het conflict in het oosten. Dit stelt de ware agressors alleen maar in staat om hun handen te wassen in onschuld en de verantwoordelijkheid voor hun misdaden te ontlopen te midden van verwarring en onduidelijkheid. Het bespreken van de mijnbouwkwestie is een eenvoudigere manier voor de wereldgemeenschap om de humanitaire crisis in de DRC te begrijpen. Mensen kunnen de beelden van het lijden verbinden met de apparaten die hun dagelijks leven aandrijven en zo de onrechtvaardigheid van dit alles begrijpen.  

Om de complexere verhalen van de vrouwen en mannen in Oost-Congo eer aan te doen, moet er een smerige geschiedenis in ogenschouw genomen worden. Na de genocide op de Tutsi's in Rwanda in 1994 ontving het oosten van de DRC een toevloed van Rwandese vluchtelingen. Daarbij kwamen zowel Tutsi's als Hutu's Congo (toen Zaïre) binnen. Beschuldigingen dat Interahamwe-militieleden (de Hutu-daders van de genocide) de vluchtelingenbevolking hadden geïnfiltreerd en met toestemming van de Congolese dictator Joseph Mobutu naar Congo waren getrokken, brachten het Rwandees Patriottisch Front (RPF) onder leiding van commandant Paul Kagame ertoe Congo binnen te trekken en op deze Hutu-rebellen te jagen.

Deze Rwandese invasie van 1996 in Oost-Congo leidde tot de Eerste Congo-oorlog, waarin het RPF aan de zijde vocht van Oeganda, Burundi en de 'Alliance des Forces Démocratiques pour la Libération du Congo-Zaire' (AFDL) van Laurent Kabila, een rebellengroep die Congo wilde bevrijden van Mobutu. Deze oorlog leidde in 1997 tot het presidentschap van Kabila en gaf Rwanda en Oeganda de vrijheid om te opereren in de Congolese provincies Ituri en Zuid- en Noord-Kivu. In 1998 kwam Kabila terug op de afspraken die hij met de genoemde buurlanden had gemaakt, waardoor de relaties tussen deze landen en Congo verzuurden. De stad Goma werd in augustus 1998 ingenomen door de nieuw gevormde rebellengroep 'Rassemblement Congolais pour la Démocratie' (RCD), die een militaire campagne begon tegen Kabila. Dit luidde het begin in van de Tweede Congo-oorlog - ook wel de wereldoorlog van Afrika genoemd. 

De RCD werd opgericht met uitgebreide financiële, militaire en organisatorische steun van Oeganda en Rwanda. De kern van de RCD bestond uit voormalige ADFL-leden. Er waren meerdere pogingen om een einde te maken aan de oorlog, van het staakt-het-vurenakkoord van Lusaka in 1999 tot de installatie van een overgangsregering in 2003 die Joseph Kabila -na de moord op zijn vader in 2001- aan het hoofd van de staat plaatste. De opstand bleef echter aanhouden en er leken dagelijks nieuwe milities te ontstaan naarmate het geweld in de regio bleef escaleren. Militiegroepen wisselden van leiderschap en van naam. De Rassemblement Congolais pour la Démocratie viel uiteen in verschillende facties met meerdere leiders. De oorlog en instabiliteit maakten het illegaal transport van artisanaal gedolven mineralen naar buurlanden mogelijk, waardoor het duidelijk werd dat de motieven voor de invasie weinig te maken hadden met Interahamwe, maar alles met de natuurlijke rijkdommen die in de regio te vinden waren.

Paul Kagame, de president van Rwanda die door voormalig VS-president Bill Clinton geprezen werd als “een van de grootste leiders van onze tijd”, staat in het oog van deze humanitaire storm. Het was onder zijn leiding dat het Rwandees Patriottisch Front in 1996 ongestraft Oost-Congo binnenviel, met steun van het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en de VS.

Het doel was, en is nog steeds, om de coltanreserves te controleren en te exploiteren: er worden maar minimale hoeveelheden tantalium (een element dat gewonnen wordt uit coltan) gevonden in Rwanda, maar toch is het land een topexporteur van coltan. In 2021 verdiende Rwanda ongeveer 516 miljoen dollar aan gedolven mineralen, waaronder coltan. Door onrechtstreeks instabiliteit te veroorzaken op plaatsen in de DCR waar een overschot aan coltan wordt gevonden, is Rwanda erin geslaagd om door de jaren heen voor miljarden dollars van het waardevolle mineraal over te hevelen om buitenlandse investeringen aan te trekken. Hoewel de Rwandese regering alle beschuldigingen ontkent, heeft de VN overtuigend bewijs geleverd dat de staat de M23 financiert en zonder wroeging Congolees bloed blijft vergieten op Congolees grondgebied.

Op 23 maart 2009 ondertekende de rebellengroep het Nationaal Congres voor de Verdediging van het Volk (CNDP), een vredesverdrag met de regering van de DRC. De militie, die actief was van 2006 tot 2009 in de regio's Noord- en Zuid-Kivu, werd een politieke partij en de rebellen integreerden zich in het leger van de Democratische Republiek Congo (FARDC). In april 2012 stapte een groep misnoegde voormalige militieleden van de CNDP terug uit het Congolese leger en lanceerde de M23 in Noord-Kivu. In drie maanden tijd werden 200.000 mensen gedwongen hun huizen te verlaten toen de rebellen zich stationeerden in Bunagana, een stad aan de grens met Oeganda.

Op 20 november 2012 greep de M23 de controle over Goma. Na bijna twee jaar van genadeloze operaties stemden de M23-leiders ermee in om hun agressies te staken en werden ze uit Noord-Kivu verdreven nadat ze waren verslagen door het leger van de DRC en zijn bondgenoten in de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC). 

Hoewel de Tweede Congolese Oorlog formeel eindigde in 2003 en de M23 zich in 2013 overgaf, is het Congolese volk nog steeds niet vrij. De bevolking van het land sterft nog steeds; vrouwen en kinderen zijn nog steeds slachtoffer van seksueel geweld; mineralen worden nog steeds gesmokkeld en Oeganda en Rwanda zetten hun heimelijke aanvallen tegen de DRC voort met behulp van rebellengroepen.

In 2011 werd Congo uitgeroepen tot de verkrachtingshoofdstad van de wereld met minstens 48 vrouwen/meisjes die worden verkracht per uur. Anneke van Woundenberg, voormalig hoofdonderzoeker rond Congo bij Human Rights Watch, zegt: “De gevallen die Congolese artsen mij beschreven, zoals groepsverkrachtingen waarbij de schaamlippen worden doorboord en vervolgens met een hangslot worden vastgezet, ben ik nooit eerder tegengekomen”. In 2016 werd gerapporteerd dat 46 kinderen tussen de leeftijd van 18 maanden en 10 jaar werden ontvoerd en verkracht door leden van milities. Vrouwen, meisjes en zelfs mannen in de regio werden en worden opzettelijk besmet met hiv. De slachtoffers van deze misdaden zijn dubbel getraumatiseerd: ze worden niet alleen mishandeld, maar worden ook nog eens verbannen en geïsoleerd door hun gemeenschappen omdat ze hun families te schande maken.

In oktober 2010 bracht de VN het DR Congo Mapping Report uit, waarin een aantal van de meest schrijnende schendingen van de mensenrechten en het internationaal humanitair recht tussen 1993 en 2003 in de DCR werden beschreven. De gewelddaden hielden verband met de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen, met name coltan en goud. Het rapport bevatte 617 vermeende gewelddaden. In 2008 werd geschat dat de oorlog, die vaak een genocide wordt genoemd, al aan ongeveer zes miljoen mensen het leven had gekost. Vandaag de dag is dat aantal gestegen tot meer dan 12 miljoen - meer dan het dubbele van het aantal levens dat verloren ging tijdens de Holocaust. 

Naast het verlies van levens blijft ook het aantal ontheemden stijgen. Video's van hele groepen mensen die hun toevlucht zoeken in naburige steden, dorpen en landen zijn viraal gegaan op sociale media. Volgens de VN-vluchtelingenorganisatie bedraagt het aantal ontheemden in de provincies Noord-Kivu, Zuid-Kivu, Ituri en Tanganyika in Oost-Congo ongeveer 5,8 miljoen, terwijl ongeveer 1 miljoen mensen asiel hebben aangevraagd in de buurlanden. 

Terwijl de hele wereld er het zwijgen toe doet, houdt het heimelijk viseren en decimeren van de Congolese bevolking al meer dan drie decennia aan. In februari 2024 sloeg de M23 nogmaals toe, door explosieven af te vuren in en rond de stad Sake in Noord-Kivu, in de buurt van een school en een kerk. 

De Congolese diaspora heeft de milities, de Congolese regering en buitenlandse instanties die verantwoordelijk zijn voor deze humanitaire crisis, consequent veroordeeld. 'Les Combattants', bestaande uit militante Congolezen die in Europa wonen, trokken meermaals door de straten van Brussel, Londen en Parijs om de betrokkenheid van de EU aan te klagen. De Congolese muzikant Boketshu Wayambo is uitgegroeid tot een van de prominente gezichten van de Congolese diaspora, door alle cruciale figuren in deze systematische moord op de Congolese burgers te benoemen. Websites als whdrc.org geven de schurken een gezicht, en duiden de individuen en instellingen aan die betrokken zijn bij de stille uitroeiing van een volk. Op Instagram zijn accounts zoals Genocost en CongoFriends gewijd aan het organiseren van gemeenschappen, en aan het vergroten van het bewustzijn over de erbarmelijke omstandigheden in de DRC.

Het is meer dan een economisch probleem, het is een humanitair probleem. Niet alleen omdat de mineralen die uit de DRC worden gestolen een mondiale westerse levensstijl in stand houden, maar ook omdat er 12 miljoen levens zijn beëindigd. Voor mensen in de DRC is overleven de standaardinstelling. De wereld kan niet langer het onrecht negeren waaraan het Congolese volk wordt onderworpen. De misstanden in Oost-Congo kunnen echter alleen passend veroordeeld worden als er een duidelijke boodschap beschikbaar is, ondersteund door feiten en toegang tot correcte informatie. 

Dit vertaalde artikel verscheen eerder op Africa is a country.

 

 


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.