Image
Frankrijk en zijn bom
Foto: Pablo029
Frankrijk en zijn bom
Artikel
9 minuten

Op 19 februari jongstleden hield de Franse president Hollande een toespraak over nucleaire afschrikking. Dat de president over dat onderwerp het woord neemt is een gewoonte, elke Franse president draagt zijn steentje bij aan het bevorderen en veilig stellen van het Franse afschrikkingsbeleid, zodat “dienaangaande ons land continuïteit kent, ook al is de huidige president niet meer in functie, en zonder dat het uitmaakt wie die functie vervult”. Doel van de toespraak was om de grote lijnen van dat defensiebeleid te bekrachtigen en uit te leggen aan onze bondgenoten, aan de mogelijke vijanden van Frankrijk en aan het Franse volk. Er is één – maar niet te onderschatten – probleem: te vrezen valt dat de zogeheten niet-kernwapenstaten absoluut geen begrip kunnen opbrengen voor deze toespraak, twee maanden voor de Negende Herzieningsconferentie van het Non-proliferatieverdrag (NPT). (Deze gaat door van 27 april tot 22 mei 2015 in New York).

De toespraak

In zijn toespraak met een nadrukkelijk didactische inslag, beschreef François Hollande de uitgangspunten van het afschrikkingsbeleid: de vitale belangen, de twee componenten van het beleid (luchtmacht versus onderzeeërs), de doctrine van de ‘strikte toereikendheid’, het nut van de wapens in kwestie en de modernisering ervan over de komende vijftig jaar, want, zegt hij, “de tijd van nucleaire afschrikking is niet voorbij”. Hollande kondigde geen enkel concreet ontwapeningsplan aan, wat een breuk inhoudt met een sinds 1994 ontstane gewoonte, toen president Mitterand de tactische raketten (laagvliegende korteafstandsraketten) afschafte. De regel wil dat vijandelijke landen niet bij naam worden genoemd, maar ook op dat punt worden we door de president verrast: hij schermt met de dreiging dat Iran zich ontpopt als nucleaire macht, maar ook uit hij rechtstreekse kritiek op Rusland en China, al vernoemt hij ze niet expliciet. De president zegt te vrezen dat sommige landen “een logica van beïnvloeding en bedreiging volgen in nabijgelegen territoria, hetzij jegens buurlanden (Rusland in Oekraïne), hetzij in zeegebied (China in de Zuid-Chinese Zee)”. Hij viseert deze twee landen nogmaals door te verwijzen naar staten “die tot vandaag kernwapens bezitten en zelfverklaarde voorstanders zijn van een snelle ontwapening (China heeft altijd de afschaffing van kernwapens bepleit), die hun capaciteit zelfs hebben uitgebreid en nieuwe nucleaire componenten hebben ontwikkeld (China met zijn onderzeese strijdkrachten, Rusland met zijn landstrijdkrachten), of de productie nastreven van splijtstof bestemd voor wapens (in het geval van China).”

De president verklaart “in laatste instantie” gebruik te kunnen maken van een “waarschuwing van nucleaire aard, met als doel het toepassen van de afschrikking”. Die waarschuwing steunt vooral op de luchtmachtcomponent, wat duidt op het gebruik van een ASMP-A-raket voorzien van een TNA-kernkop van 300 kiloton. De ‘waarschuwing’ zou in dit geval neerkomen op een volslagen vernietiging van de tegenstander, want de kracht van dat wapen is twintig maal groter dan de bom die op Hiroshima gedropt werd in 1945. Klaarblijkelijk moet de beoogde strategie van 'de waarschuwing' dat extreme geval vermijden door geen ‘zenuwcentrum’ te treffen, maar een ontploffing in de lucht tot stand te brengen, met als gevolg een elektromagnetische puls (een mogelijkheid waar president Chirac in januari 2006 al op zinspeelde), of door een woestijngebied te bombarderen. Deze strategie impliceert dus wel degelijk het gebruik van een kernwapen en lijkt alleen van toepassing te zijn op landen in het bezit van woestijngebieden maar heeft, zelfs in geval van een elektromagnetische puls en geen directe impact, zeer verontrustende gevolgen voor de internationale gemeenschap, zie de slotverklaringen van de Conferenties over de Humanitaire Gevolgen van Kernwapens.

Schijntransparantie

Om “vooruitgang te boeken op de weg van de transparantie” vermeldt de president dat Frankrijk 300 kernwapens heeft en dat het “beschikt over drie reeksen van 16 door onderzeeërs gedragen raketten, alsook over 54 ASMP-A atoomwapendragers”. Hollande's verklaring is een stijlbreuk met de gebrekkige transparantie die president Sarkozy tentoonspreidde bij zijn toespraak over het Frans nucleair beleid in Cherbourg in 2009, maar:

- De zogenaamd geheime aantallen atoomwapendragers die worden genoemd, waren in werkelijkheid bekend, want al gepubliceerd in parlementaire verslagen.

- Het vernoemde aantal van ‘300’ Franse kernwapens, roept een lastig interpretatieprobleem op. Sarkozy had in Cherbourg namelijk verklaard dat het aandeel van de atoomwapendragers met een derde zou worden verminderd en dat als gevolg daarvan “ons arsenaal uit minder dan 300 kernkoppen zou bestaan”. Die vermindering is in 2011 doorgevoerd. Moeten we hieruit concluderen dat Frankrijk tussen 2011 en 2015 de omvang van zijn arsenaal weer heeft opgekrikt?

Ook het aantal atoomwapendragers behoeft meer transparantie. Wanneer er sprake is van 48 ballistische onderzeeraketten (MSBS), moeten we decoderen dat er twee reeksen van 16 M51-raketten beschikbaar en opgesteld zijn in de twee kernonderzeeërs van de nieuwe generatie (SNLE-NG), ‘Le Terrible’ en ‘Le Vigilant’ (het gaat waarschijnlijk om de versie M51.2), en dat een laatste reeks van 16 raketten is ingeladen aan boord van ‘Le Téméraire’. Wat de atoomwapendragers van de strategische luchtmacht (FAS) betreft, zorgt de aangekondigde transparantie net voor verwarring over de nucleaire capaciteit. De FAS bestaat uit twee eskaders gevechtsvliegtuigen met nucleaire capaciteit– veertig Rafale F3's en Mirage 2000NK3's – met daarnaast tien Rafale Marine F3's van de marineluchtvaarttroepen. Waarom heeft Hollande het over 54 raketten, als de luchtmacht maar 50 straaljagers telt? We hoeven geen rekening te houden met de optie dat die ‘vier’ overige raketten beantwoorden aan de behoefte aan onderhoud of testraketten. In dat geval zou de aangegeven hoeveelheid raketten namelijk hoger moeten liggen (volgens de parlementaire verslagen worden er bovenop de drie genoemde reeksen zes tot acht M51's gefabriceerd uitsluitend voor testdoeleinden). Waarom dan ‘vier’ extra ASMP-A’s? Laten we niet vergeten dat alle uitgeruste Rafale-straaljagers tegenwoordig over een nucleaire capaciteit beschikken…

Aanpassing versus modernisering van kernwapens

De proliferatie van kernwapens – en van andere massavernietigingswapens – is een primaire dreiging voor Frankrijk. In een “internationale context waarin we ons geen enkele zwakte kunnen veroorloven” heeft de president besloten om “aanpassingen te lanceren”, “ontwerponderzoeken” bedoeld ter voorbereiding van “de verdere toekomst, die zal neerkomen op de vernieuwing van onze bewapeningscomponenten”. Hollande's taalgebruik dient er vooral toe het woord ‘modernisering’ te vermijden. De verspreiding of proliferatie van kernwapens wordt – vooral in de media – uitsluitend gezien als de opkomst van nieuwe kernmachten. Maar er bestaat ook zoiets als verticale proliferatie, de verruiming van de nucleaire capaciteit (nieuwe dragers, nieuwe wapens) van een reeds bestaande kernmacht. Deze vorm van proliferatie wordt door niet-kernwapenstaten op grote schaal aangeklaagd. De toespraak van Hollande vertoont in dit verband twee problematische kanten:

- Onder het mom van het behoud van “de betrouwbaarheid en de veiligheid” van de afschrikkingsmacht, legitimeert de toespraak verticale nucleaire proliferatie. De voorgestelde aanpassingen  moderniseren de afschrikkingsmacht, verruimen het bereik, de precisie en de kracht van atoomwapendragers en wapens, en bevorderen zo het voortbestaan op lange termijn van de arsenalen.
- De toespraak is in strijd met de afspraken die Frankrijk heeft gemaakt in het Non-proliferatieverdrag (artikel VI), met het slotdocument van de 8ste Herzieningsconferentie van het NPT (2010) en de daarin vermelde maatregelen 5 en 7, en ook met resolutie 1887 van de Veiligheidsraad.

Op 23 oktober 2014 verklaarde de Franse eerste minister Manuel Valls bij het inhuldigen van het hoogtechnologische nucleaire Simulatieprogramma: “Tijdens de hele Koude Oorlog heeft Frankrijk een forse inspanning geleverd om niet te worden voorbijgestreefd door de twee toenmalige grootmachten. Maar tegenwoordig staat Frankrijk op kop bij de ontwikkeling van afschrikkingstechnologieën”. Zulke beweringen zijn volledig tegenstrijdig met het tot die datum gevolgde Franse diplomatieke beleid om niet te participeren aan enige vorm van wapenwedloop. Maar alles welbeschouwd is dit standpunt een getrouwe weergave van de nieuwe beleidslijn die door de president op 19 februari 2015 uiteengezet werd.

Nucleaire ontwapening: Franse verwezenlijkingen

De president liet uitschijnen hoe exemplarisch Frankrijk is: “Wij hebben niet over ontwapening gepraat. We hebben de ontwapening tot waar nodig echter in de praktijk gebracht”: reductie met de helft van het aantal wapens, vermindering met een derde van de luchtmachtcomponent, verzaking aan de grond-grond-component, stopzetting van de productie van hoogverrijkt uranium en plutonium, ontmanteling van de bijbehorende installaties, stopzetting van de kernproeven. Die maatregelen zijn uiteraard positief, maar ze beantwoorden aan de achterhaaldheid van bepaalde systemen en aan het ontbreken van strategische behoeften. Bovendien zijn sommige aangekondigde maatregelen bedrieglijk en strijdig met de geest van de nucleaire ontwapening:

-De president geeft ten overvloede aan dat het “Simulatieprogramma volledig in overeenstemming is met het verdrag over het complete verbod op kernproeven [CTBT]”. Daarmee doet zich niet zozeer een juridisch probleem voor – want er staat geen verbod op simulatieprogramma's in maar wel een contradictie met de geest en het doel van het verdrag. Het verdrag in kwestie wil een dam opwerpen tegen kernproeven die landen toestaan de kwaliteit van hun wapens te verbeteren. Zonder kernproeven, zo dacht men, wordt het onmogelijk het functioneren ervan te testen en te verbeteren. Maar dat is precies wat Frankrijk via zijn digitale Simulatieprogramma bereikt. Door gebruik te maken van wetenschappelijke, technologische procedés vergroot het land zijn bestaande vermogen om wapens te produceren.
- Frankrijk heeft nooit openbaar gemaakt hoe groot zijn voorraden plutonium en hoogverrijkt uranium zijn. Maar volgens het 'International Panel on Fissile Materials' zou het dankzij de verrijkingssites van Pierrelatte (1967 tot 1996) en Marcoule (1956 tot 1992) moeten kunnen beschikken over 26 ton verrijkt uranium en zes ton plutonium. Een kernkop bestaat uit drie tot vier kg plutonium en uit vier tot zeven kg hoogverrijkt uranium…
- Frankrijk heeft weliswaar zijn arsenaal kernwapens met de helft verminderd ­– wat betekent dat het omstreeks 1992 over zeshonderd kernkoppen beschikte – maar daar staat tegenover dat de VS in 1992 beschikte over 13.708 kernkoppen (in 1991 nog 19.008) en Rusland over 26.734 kernkoppen, terwijl die twee landen anno 2014 op een niveau van respectievelijk 7.300 en 8000 wapens stonden. Ze hebben hun nucleaire arsenalen dus met meer dan de helft verminderd, al beweert de Franse president het tegendeel. De Britten zijn met 225 kernwapens in 2014 op een vergelijkbaar niveau gebleven als in 1992 (250). China heeft zijn arsenaal uitgebreid.

Frankrijk en de nucleaire ontwapening

Vroeger werd de uitdrukking ‘nucleaire ontwapening’ maar zelden gebruikt. Dat euvel is intussen verholpen, want de president liet in zijn speech weten dat Frankrijk “het doel van ontwapening als dusdanig, inclusief nucleaire ontwapening, niet wil opgeven”, en dat zijn diplomatieke middelen voluit gemobiliseerd blijven “ten gunste van ontwapening, en dat des te nadrukkelijker op enkele weken van de Herzieningsconferentie van het Non-proliferatieverdrag”. Hij besluit dat hij blijft streven naar “de totale eliminatie, op termijn, van kernwapens”, maar voegt daaraan toe: “wanneer de strategische context dat zal toelaten”. Als we zijn toespraak goed lezen, blijkt dat de ‘wens’ van de president zelfs niet binnen verschillende decennia, en volgens een zogeheten stappenplan, gerealiseerd zal worden. Dit is volledig in strijd met de slotverklaringen gepresenteerd op de drie Internationale Conferenties over de Humanitaire Gevolgen van Kernwapens.

Als blijk van goede wil kondigt de president aan dat er aan het Herzieningscomité op de NPT-conferentie in New York een “ambitieus, realistisch en toetsbaar verdragsvoorstel zal worden voorgelegd over de definitieve stopzetting van de productie van splijtstof voor wapentuig”. Al 18 jaar worden er internationale pogingen ondernomen om een dergelijk zogeheten ‘cut-off’-verdrag op poten te zetten, maar dat proces wordt geblokkeerd door Pakistan (en op meer geniepige wijze ook door China). We moeten wel constateren dat Frankrijk niet één van de ontwapeningsmaatregelen heeft genomen waartoe het zich had geëngageerd toen het het slotdocument van de NPT-Herzieningsconferentie van 2010 mee ondertekende. Frankrijk hoopt dus deze realiteit te 'verzachten' door nu een dergelijk plan voor te stellen… Frankrijks voorstel heeft alleen betrekking op staten die al over kernwapens beschikken, met als heimelijke doelstelling de inperking van het Chinese arsenaal. Wat nu gepresenteerd wordt als een belangrijk voorstel zal uiteindelijk (na ellenlange onderhandelingsrondes) neerkomen op een eenvoudig verdrag over de regulering, niet de eliminatie, van splijtstof. Het zou inderdaad wel heel verrassend zijn als Frankrijk een plan zou indienen dat de eliminatie omvat van de splijtstofvoorraden, dat zou de weg naar nucleaire ontwapening immers pas echt openleggen.

Jean-Marie Collin is een onafhankelijke consultant rond defensie en internationale veiligheid, met een specifieke expertise rond nucleaire afschrikking, ontwapening, wapenbeheersing en nucleaire non-proliferatie. Hij is als onderzoeker verbonden aan GRIP.

Dit artikel is overgenomen van www.grip.org en werd vertaald door Rokus Hofstede.


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.