Image
Gevaarlijke oorlogsspel rond Iran
Beeld: Latuff
Gevaarlijke oorlogsspel rond Iran
Artikel
6 minuten

Tijdens zijn recente bezoek in Washington wilde de Israëlische regeringsleider, Benjamin Netanyahu, er voor zorgen dat er geen compromis met Teheran over het kernwapenprogramma tot stand zou komen. Israël dreigt al jaren met een militaire aanval.

Al vele jaren horen we dat Israël van plan is om de nucleaire installaties in Iran te bombarderen. Wikileaks heeft berichten van het jaar 2005 openbaar gemaakt waarin de Amerikaanse ambassadeur in Israël de toenmalige VS-regering informeerde over de voorbereidingen van premier Sharon voor een aanval op Iran. Zeven jaren later zijn we geneigd om te stellen dat deze bedreigingen vooral bedoeld waren om de VS en de EU er toe aan te zetten de druk op Iran te verhogen met strenge sancties. De regelmatige Israëlische militaire dreigingen aan het adres van Iran hebben dan ook daadwerkelijk geleid tot een sanctiebeleid van de VN-Veiligheidsraad vanaf 2006.

Een militaire confrontatie lijkt toch weer een stap dichterbij, nu zelfs de Russische regeringsleider Poetin waarschuwt voor het groeiende gevaar van een militaire aanval tegen Iran. Poetin heeft zich in het verleden altijd matigend tegen de sanctiepolitiek van Washington opgesteld, maar ze toch in de kern mee ondersteund. De situatie schijnt de Russische regering nu ogenschijnlijk te gevaarlijk geworden. Ze schaart zich zelfs niet langer meer achter de eis van de VN-veiligheidsraad aan Iran om het nucleaire programma op te geven en wil het internationaal recht om uranium te verrijken voor vreedzame doeleinden als basis voor het diplomatiek optreden gebruiken. Komt deze stellingname te laat? De verschillende signalen uit Israël en de Verenigde Staten doen vrezen van wel.

Politieke zelfmoord

Vorig jaar in december wilde de regering van Netanyahu minstens nog de Amerikaanse regering inlichten wanneer ze van plan was om tot een militaire aanval over te gaan, zonder daarover evenwel in overleg te treden. Volgens een bericht van het persagentschap Associated Press zou de Israëlische regering zelfs dat niet meer van plan zijn en voortaan zonder waarschuwing tot de aanval overgaan. Volgens het bericht wil Israël zo vermijden dat de VS verantwoordelijk worden gemaakt omdat ze de aanval niet heeft verhinderd. Die houding moet gezien worden vanuit de Israëlische overtuiging dat Washington in geval van oorlog met Iran, het land hoe dan ook ter hulp zal snellen. Daarvoor zorgt de in de VS invloedrijke lobbyorganisatie “American Israel Public Affairs Comittee”, beter gekend als AIPAC. Deze zionistische lobby in de VS heeft er niet alleen voor gezorgd dat democraten en republikeinen in het Congres een wetsvoorstel hebben ingediend met juist dat doel. De lobby-organisatie is er ook in geslaagd om een wet te laten goedkeuren, die iedere functionaris van de VS-regering verbiedt om officieel of inofficieel in contact te treden met de Iraanse regering of met een ambtenaar in dienst van Teheran. Dat verbod heeft Barack Obama ondertekend waardoor hij er ook aan gebonden is. Een uitzondering moet 15 dagen vooraf bij vier commissies van het Congres aangevraagd en vervolgens goedgekeurd worden.

Dat is politieke zelfmoord. Niet alleen worden alle mogelijke politieke oplossingen met Teheran getorpedeerd, maar ook de weg vrijmaakt voor een militaire agressie vanuit Israël. De Israëlische regeringsleider wil met zijn bezoek aan de VS de verzekering krijgen dat er geen politiek compromis met Teheran zal gesloten worden. Daarom zal vooral AIPAC mobiliseren tegen stemmen in de VS die er niet van overtuigd zijn dat Iran zijn nucleair programma voor militaire capaciteiten wil uitbouwen en die nadrukkelijk waarschuwen voor een aanval op Iran. Zelfs de Amerikaanse inlichtingendienst zou volgens de krant The New York Times, ondanks verontrustende berichten, nogmaals verklaard hebben dat Iran op dit ogenblik niet aan een atoombom werkt. Een preventieve aanval van Israël zou een brutale inbreuk zijn op het internationaal recht zoals vastgelegd in het Handvest van de Verenigde Naties.

Van sanctie- naar oorlogspolitiek

In een interview vorig jaar in april herinnerde het voormalige hoofd van het IAEA, Mohamed El Baradei er ons aan dat de Amerikanen en de Europeanen nooit aan een compromis met de Iraanse regering geïnteresseerd waren en enkel uit zijn op een verandering van regime met alle nodige middelen. In de herfst van 2009 deed de zogenoemde Weense groep (VS, Frankrijk, Rusland en het IAEA) Iran een ruilvoorstel: Teheran zou 1200 kg van haar licht verrijkte uranium kunnen omruilen voor tot 20 procent verrijkte brandstofstaven (120 kg) voor een onderzoeksreactor. Teheran was in principe bereid, maar omdat het onduidelijk was wanneer de teruglevering zou plaatsvinden, ging de ruil niet door. De Turkse regeringsleider Recep Tayyip Erdogan en de toenmalige president van Brazilië, Luiz Inazio Lula da Silva wilden bemiddelen en kregen op de Nucleaire veiligheidstop in New York van april 2010 de uitdrukkelijke steun van Obama. Beide staatsmannen slaagden erin om een akkoord te bereiken. Op 17 mei 2010 verklaarde Teheran zich bereid het ruilverdrag te aanvaarden. Maar Obama haakte af en startte een vierde sanctieronde tegen Iran in de VN-Veiligheidsraad.

Iran had al vrij vroeg de akkoorden van Teheran (oktober 2003) en Parijs (november 2004) en het protocol bij het Non Proliferatieverdrag (NPV) dat handelt over onaangekondigde controles door het IAEA ondertekend als vertrouwenswekkende maatregel. Dit in tegenstelling met atoomwapenmacht Israël, de bondgenoot van de VS, die het NPV niet heeft ondertekend en geen inspecties ondergaat van het IAEA. Toen de westerse machten evenwel de gevraagde veiligheidsgaranties afwezen en ook de aanbiedingen voor economische samenwerking niet konden overtuigen, besliste Iran in augustus 2005 om het het programma voor de verrijking van uranium terug op te starten. De Verenigde Staten reageerden en bereikten onder aanzienlijke druk, dat het IAEA in februari 2006 het Iraans nucleair dossier naar de VN Veiligheidsraad stuurde. De Iraanse president Ahmadinejad trok daarop zijn instemming met het protocol bij het NPV terug, wat dan weer het controleregime door de IAEA bemoeilijkte.

De puzzel is in feite niet zo ingewikkeld en gecompliceerd en tegenstrijdig, want er kan een duidelijk patroon in teruggevonden worden. Daarin valt op te maken dat Obama ondanks de oorlogstaal van zijn republikeinse tegenstanders in de kiesstrijd om het presidentschap, zich geen aanval tegen Iran kan veroorloven. Obama is er zich van bewust dat een oorlog tegen Iran de olieprijs de hoogte in zal jagen met de nodige sociale gevolgen. Dat kan hij missen als kiespijn. Maar even duidelijk is dat hij er evenmin in slaagt om een politiek alternatief op tafel te leggen die oorlogsstokers uit Israël in bedwang kunnen houden. Het aanhalen van de duimschroeven zal niet leiden tot de onderwerping van de regering in Teheran. Dat weten ook zij die deze duimschroeven aanspannen. Hun berekening kan er alleen maar uit bestaan om de gebrandmerkte vijand te slaan en te provoceren, totdat deze de controle verliest en het voorwendsel wordt geleverd voor een militaire aanval. En wanneer blijkt dat er na het in puin leggen van steden en infrastructuur geen sporen van een Iraans kernwapen te vinden zijn, moet het Westen zijn militair optreden legitimeren door het een humanitaire verpakking te geven, zoals in 2003 tegen Bagdad. Als er nog alternatieven mogelijk zijn, dan kan die wellicht enkele nog door China of Rusland worden aangebracht. Als met Noord-Korea nog altijd zonder oorlogsvoering wordt gesproken, dan zou dat ook met Iran mogelijk moeten zijn.

Bron: Norman Paech. Am Rande des Abgrunds. In: Junge Welt, 5 maart 2012

Vertaald en bewerkt door Antoine Uytterhaeghe en Ludo De Brabander


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.