Image
banner
Het Grote Buitenland- en Defensiedebat
Actieverslag
24 minuten

Naar aanleiding van de aankomende verkiezingen organiseerden verschillende middenveldorganisaties (waaronder Vrede vzw) op dinsdag 14 mei 2024 het Grote Buitenland- en Defensiedebat. Een divers panel van politici en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld verzamelden in De Expeditie in Gent voor een discussie over cruciale kwesties met betrekking tot Buitenlands Beleid en Defensie. Een video van het hele debat vind je onderaan dit verslag. 

Op het programma stonden vier grote onderwerpen:

  1. De oorlog in Oekraïne
  2. Het defensiebeleid en -budget
  3. De dreiging van kernwapens
  4. De oorlog in Gaza/Palestina

Het panel bestond uit vertegenwoordigers van alle democratische partijen: Peter Verlinden (3de plaats op de Europese lijst voor CD&V), Vicky Reynaert (federaal Kamerlid voor Vooruit en 4de plaats Kamer West-Vlaanderen), Peter Buysrogge (federaal Kamerlid voor N-VA en 4de plaats Kamer Oost-Vlaanderen), Julie Steendam (2de plaats Kamer in Oost-Vlaanderen voor PVDA), Fourat Ben Chikha (senator voor Groen en 2de plaats voor het Vlaams Parlement in Oost-Vlaanderen) en Stijn Wille (7de plaats Europese lijst voor Open VLD). 

Ze kregen per thema elk vier minuten de tijd om het standpunt van hun partij uit te leggen. Verder konden ze één maal tijdens het debat een zogenaamde 'joker' inzetten om twee minuten uit te wijden over een bepaald thema of te reageren op een collega. 

Na elk van de vier inhoudelijke blokken was er plaats voor een korte reactie vanuit het maatschappelijk middenveld, met respectievelijk: Jean-Marie De Baene (ABVV), Naomi Zoka (Pax Christi), Ludo De Brabander (Vrede vzw) en An Peeters (Palestina Solidariteit). Het publiek, dat naderhand ook vragen kon stellen, bestond uit ongeveer honderd personen. Moderator Lode Vanoost (DeWereldMorgen) leidde de hele avond in goede banen. 

Oorlog in Oekraïne

Politici

Vicky Reynaert benadrukte de noodzaak om oplossingen te zoeken voor het verschrikkelijke conflict in Oekraïne, waarbij diplomatieke wegen verkend moeten worden om het menselijk leed te stoppen. De bal daarvoor ligt echter volledig in het kamp van Rusland, dat volgens Reynaert niet van plan is om de territoriale integriteit en de soevereine keuze van de Oekraïners over de toetreding tot allianties, te respecteren. Daarom is Vooruit voor blijvende humanitaire en militaire steun aan de oorlog. 

Haar standpunt vond weerklank bij Fourat Ben Chikha, die het tragische karakter van de gebeurtenissen onderstreepte en pleitte voor een onderzoek naar mogelijke diplomatieke inspanningen. Groen is eveneens voor blijvende humanitaire en militaire steun aan Oekraïne, maar dat laatste mag volgens Ben Chikha niet onbegrensd zijn. 

Peter Verlinden vond het belangrijk om in de achteruitkijkspiegel te kijken en toe te geven dat we na de val van de muur en bij de uitbreidingen van de EU en de NAVO, kansen gemist hebben om het grote Rusland te betrekken. Dat moet ons inspireren om het in de toekomst anders te doen en in te zetten op dialoog. Hij benadrukte dat wapens nooit een duurzame vrede zullen brengen, maar vond het in ieder geval nu nog steeds noodzakelijk om de militaire steun voor te zetten, al waarschuwde hij voor het gevaar van een wapenwedloop. 

Julie Steendam maakte van de gelegenheid gebruik om te benadrukken dat haar partij vanaf het begin de Russische invasie van Oekraïne heeft veroordeeld. Ze stelde verder vast dat er op het terrein in Oekraïne, na meer dan twee jaar van sancties en systematische wapenleveringen aan Kiev, geen vooruitgang is geboekt. Integendeel, we bevinden ons in een stellingenoorlog, zei ze. De PVDA vindt het daarom hoog tijd om af te stappen van de militaire optie en te gaan voor ernstige diplomatie en onderhandelingen. Daarbij moet vertrokken worden van wederzijdse garanties voor veiligheid. 

Peter Buysrogge van N-VA was het niet eens met de bewering van PVDA dat zij de Russische invasie vanaf het begin hadden veroordeeld. Hij toonde zich een pleitbezorger voor extra steun voor Oekraïne, zowel militair als paramilitair. Bovendien liet het Westen volgens hem in 2014 al de kans liggen om Poetin keihard te veroordelen en aan te pakken.

Stijn Wille van Open VLD had op voorhand laten weten dat hij laattijdig zou arriveren op de debatavond en was nog niet aanwezig toen het openingsthema besproken werd.

Middenveld

De repliek vanuit het middenveld over dit thema kwam van Jean-Marie De Baene van ABVV, die hier echter het woord nam als vertegenwoordiger van de bredere koepel Europa voor Vrede en Solidariteit (waar Vrede vzw ook deel van uitmaakt). 

Hij wilde in de eerste plaats benadrukken dat de oorlog in Oekraïne een verschrikking is, met ondertussen naar schatting 200.000 dodelijke slachtoffers. Europa voor Vrede en Solidariteit wil dat Rusland Oekraïne verlaat. Dat is volgens De Baene belangrijk om te onderstrepen omdat het anti-oorlogskamp te vaak wordt weggezet als pro-Poetin. De heersende pro-oorlogslogica, de wapenleveringen en de wapenwedloop waarin we ons bevinden, gaan het conflict echter niet oplossen. Volgens De Baene is er daarom nood aan diplomatie, aan onderhandelingen, aan een staakt-het-vuren, en vooral ook aan een nieuwe Europese veiligheidsarchitectuur, die gebaseerd is op de principes van gemeenschappelijke veiligheid, d.w.z. rekening houdt met de veiligheidsbekommernissen van alle Europese landen, inclusief Rusland. 

Een dergelijke duurzame samenwerking kan georganiseerd worden via een structuur als de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa. Samenvattend stelde De Baene: "We verwachten als vredesbeweging dat de politieke partijen, zowel op federaal niveau als op Europees niveau, een heel duidelijk signaal geven dat er onderhandelingen moet komen, dat er een staakt-het-vuren moet komen en dat er werk moet worden gemaakt van een duurzame oplossing".  

Defensiebeleid en -budget

Politici

Wat het onderwerp defensiebeleid en -budget betreft, benadrukte Peter Buysrogge dat de NAVO voor zijn partij een belangrijke hoeksteen is van de veiligheidsarchitectuur die ervoor heeft gezorgd dat we hier al 75 jaar in vrede kunnen leven. Hij pleitte daarom uitdrukkelijk voor meer solidariteit in dat bondgenootschap. Om ervoor te zorgen dat de NAVO -een defensieve en geen offensieve organisatie, beklemtoont Buysrogge- "ons mooi Vlaanderen en Europa veilig kan houden" in de toekomst, moeten er meer investeringsinspanningen worden geleverd in de veiligheidsarchitectuur. Het defensiebudget moet dus worden opgetrokken, al doet Buysrogge -een erfgenaam van de pacifistische stroming binnen de vroegere Volksunie- dat naar eigen zeggen "met frisse tegenzin". Zijn partij is voor het zo snel mogelijk halen van de 2%-norm (die bepaalt dat de NAVO-lidstaten 2% van hun BBP moeten besteden aan militaire uitgaven). De PVDA buiten beschouwing gelaten, heerst daarover trouwens een consensus onder alle Vlaamse politieke partijen. 

Vicky Reynaert sprak zich uit voor een sterkere Europese samenwerking op het vlak van defensie en het verminderen van de afhankelijkheid van de NAVO, maar benadrukte de noodzaak van meer investeringen in het eigen leger door de verhoogde dreiging van buitenaf. Ze verwees in dat verband meermaals naar cyberveiligheid. Fourat Ben Chikha trad Reynaert bij wat de focus op een sterker Europa en een verminderde NAVO-afhankelijkheid betreft. Hij stelde eveneens dat het noodzakelijk is om meer te investeren in defensie, daarbij bepleitte hij meer aandacht voor de mentale gezondheid van militairen.

De inmiddels gearriveerde Stijn Wille gaf een pleidooi voor een sterker Europa op vlak van defensie, maar wel stevig verankerd binnen de NAVO. Daarbij moet veiligheid een kerntaak zijn en moet aan alle verplichtingen en afspraken van het NAVO-engagement worden voldaan. Hij benadrukte dat versterkingen in het militair apparaat essentieel zijn om de veiligheid van de eigen inwoners te kunnen garanderen en een win-win kunnen opleveren op andere dan strikt militaire vlakken, bijvoorbeeld bij lokale rampen, zoals tijdens de overstromingen in Wallonië van 2021. 

Peter Verlinden -eveneens akkoord met het feit dat extra defensie-investeringen nodig zijn- wees als enige op de uitdagingen van het halen van de 2%-norm. Zo merkte hij op dat niemand van zijn collega-panelleden uitlegde waar hun partij van plan is om het geld daarvoor te halen. Voor de CD&V is het belangrijk dat investeringen in defensie ook zinvol kunnen zijn voor andere opdrachten in het eigen land of bijvoorbeeld voor vredesoperaties elders in de wereld. Verlinden waarschuwde net als Reynaert voor cyberaanvallen, waar hij in het verleden als journalist rechtstreeks mee geconfronteerd werd toen zijn telefoon besmet werd met Pegasus-spyware. Hij haalde dit voorbeeld aan om te benadrukken dat "oorlog meer is dan kanonnen, wapens en tanks", en dat er met het verhoogde defensiebudget dus creatiever en inventiever zal moeten worden omgesprongen. 

Julie Steendam viel uit de toon door te stellen dat het ontoelaatbaar is om 2% van het BBP aan defensie te besteden. Zeker in het licht van de grote besparingen die Europa de komende jaren zal opleggen. In een context waarin we net nog 100 jaar Eerste Wereldoorlog herdachten en er voortdurend werd gewezen op de geest van 'Nooit meer oorlog', vindt Steendam het bizar om te zien hoe er nog meer wordt vastgehouden aan de NAVO, aan het verhogen van de defensie-investeringen, de militaire uitgaven. De aanhangers van de oorlogsretoriek hebben volgens haar de perfecte case gevonden in de Russische inval van Oekraïne. Nochtans zouden alle lessen die we kunnen trekken uit de oorlogen die er geweest zijn, extra moeten gelden in de huidige situatie van zeer hoge spanningen. De sterkste vredesverdragen en de beste ontwapeningsakkoorden zijn tot stand gekomen tijdens het hoogtepunt van de Koude Oorlog, stelde Steendam. Ze vervolgde dat we naar de geest daarvan moeten terugkeren. 

Europa, dat veel te afhankelijk is geworden van de belangen van de Verenigde Staten, moet daarbij zelfstandig handelen, los van het NAVO-karretje, dat ons heeft meegesleurd in allerlei mislukte militaire avonturen, bijvoorbeeld in Afghanistan, Libië, enz. We moeten binnen Europa werken aan een eigen visie waarbij collectieve veiligheid centraal staat, net zoals dat centraal staat in de Helsinki-Akkoorden, bij de Verenigde Naties en de OVSE. Collectieve veiligheid staat gelijk aan samenwerken met onze buren, en herleidt defensie tot "de puurste zin van het woord": defensie in het teken van de verdediging van het eigen grondgebied en niet van internationale interventies.

Middenveld

Ludo De Brabander van Vrede vzw deed over dit thema een korte interventie namens het middenveld. Hij had het eerst over het karakter van de NAVO dat in de analyse van de vredesbeweging een politiek van self-fulfilling prophecy heeft gevoerd, met zijn territoriale uitbreidingen, de beslissing dat Oekraïne lid kan worden, het bouwen van raketschilden in Roemenië en Polen, enz. "Dat zijn provocatieve acties die een bal aan het rollen krijgen", aldus De Brabander. Stel je voor dat China een alliantie aangaat met Mexico en er militair materiaal wordt opgesteld, de VS zou dat ook niet zomaar aanvaarden. 

De Brabander benadrukte in een tweede puntje dat meer samenwerking binnen een Europese context positief is, tenminste als het over strikte defensie gaat, maar waarschuwde voor de belangen van het militair-industrieel complex, zoals president Eisenhower dat in de jaren 1960 ook al deed. Hiermee suggereerde hij dat we moeten oppassen dat deze belangen niet zwaarder gaan wegen dan de veiligheidsbelangen. We moeten vaststellen dat iemand als Thierry Breton, die in de Europese Commissie verantwoordelijk is voor de interne markt en een aantal defensie-gerelateerde zaken, een openlijke pleitbezorger is van een oorlogseconomie. Breton was voordien CEO van verschillende bedrijven die wapentechnologie produceren. Hij verdedigt dus de belangen van de wapenindustrie en het militair-industrieel complex, en er is momenteel geen enkele sector die zo zwaar weegt op het beleid. Dat is een groot probleem waar veel te weinig aandacht voor is.  

Ten derde stelde De Brabander dat de 2%-norm van de NAVO "een fetisj" is, die helemaal niets zegt over de kwaliteit van het leger. Als je de rangorde van het defensiebudget in absolute cijfers neemt, stond België vorig jaar op de 13e plaats van 31 NAVO-landen (Zweden was toen nog niet toegetreden). Het defensiebudget van België is sinds 2014 ook met 40% gestegen. Deze en de vorige regering hebben bovendien 20 miljard euro vastgelegd in een programmawet om te investeren in militair materieel. De NAVO-norm van 2% halen komt neer op een extra bedrag van 6 miljard euro voor België, terwijl het planbureau heeft berekend dat we vele miljarden moeten besparen. De Brabander concludeerde dat pleiten voor het naleven van de 2%-norm van de NAVO met andere woorden gelijkstaat aan desinvesteren in de sociale en milieusector. Tot slot wees De Brabander erop dat het woordje "ontwapening" helaas volledig uit ons vocabulaire verdwenen lijkt te zijn.

Kernwapens

Het vierde thema van de avond was kernwapens, waarbij het publiek er even aan werd herinnerd dat er nog steeds nucleaire bommen van de VS gestationeerd liggen in België.

Politici

Julie Steendam wees erop dat België door kernwapens te herbergen het Non-proliferatieverdrag schendt, waarbij het partij is. Ze stelde dat de bommen zouden moeten verwijderd worden, niet alleen omdat hun aanwezigheid hier een schending is van het internationaal recht, maar ook omdat ze ons in gevaar brengen en ons een doelwit maken van mogendheden die ons minder gunstig gezind zijn. 

Mensen die beweren dat we ze nodig hebben om ons te verdedigen, zeggen impliciet dat het legitiem is om ze ook in te zetten - iets wat we te allen tijde zouden moeten vermijden. Steendam pleitte dan ook voor een actieve ontwapeningspolitiek. België zou volgens haar dringend het sinds 2021 van kracht zijnde internationaal kernwapenverbod (TPNW), moeten ondertekenen. Tot slot wees Steendam erop dat kernwapens een enorm prijskaartje met zich meebrengen en hoopte ze dat de volgende regering meer zal bijdragen tot de afschaffing van kernwapens in de wereld.     

Peter Buysrogge benadrukte dat de N-VA ook voorstander is van een kernwapenvrije wereld, en dat niemand ze ook effectief wenst in te zetten. Maar stel dat wij en onze bondgenoten onze kernwapens wegdoen, argumenteerde hij, dan betekent dat niet dat er een kernwapenvrije wereld is. Er zijn andere landen, die niet noodzakelijk onze bongenoten zijn, die dan nog steeds kernwapens zouden hebben en er ook mee dreigen. Volgens Buysrogge weet iedereen dat de vrede van de afgelopen 75 jaar alleen maar werd gegarandeerd door voldoende sterk te zijn en dat de nucleaire afschrikking daarbij een belangrijke rol heeft gespeeld. "We moeten de dictaturen die onze democratieën en onze normen en waarden bedreigen, kunnen afschrikken", aldus Buysrogge. 

Vicky Reynaert vindt dat België een voortrekkersrol moet spelen voor kernontwapening binnen internationale fora. De Belgische diplomatie heeft daar een traditie in als het gaat om wapens die grote schade aanrichten, en kernwapens zijn tenslotte massavernietigingswapens. Ze stelde dat het haar pijn doet dat België die voortsrekkersrol veel te weinig heeft opgenomen de afgelopen jaren en pleitte expliciet voor de ondertekening van het VN-verdrag inzake het Verbod op Kernwapens, evenals voor de verwijdering van de VS-kernwapens van het Belgisch grondgebied. 

Vooruit heeft gevochten voor de opname van het TPNW in het regeerakkoord, stelde Reynaert, maar omdat er weerstand was van bepaalde partijen, kwam er alleen een passage die het akkoord vermeldde. Volgens Reynaert stelde haar dat wel in staat om onmiddellijk te pleiten voor het waarnemersstatuut van België bij het TPNW, "zodat we toch betrokken blijven bij die multilaterale onderhandelingen". Tot slot benadrukte Reynaert het belang van transparantie in het hele kernwapendebat, dat nu volledig in de kiem wordt gesmoord door de bekende holle frase van de regering dat er "bevestigd, noch ontkend kan worden dat er VS-kernwapens aanwezig zijn in België".   

Fourat Ben Chikha benadrukte dat België een leidende rol moet blijven spelen bij het nemen van initiatieven met het oog op minder, of beter nog, geen kernwapens. Volgens hem moeten deze initiateven om meer gaan dan kernwapens. Het gaat ook over chemische wapens, killerbots, en alles wat als nieuw innovatief materiaal wordt ontwikkeld. De hoogtechnologische militaire sector evolueert razendsnel en er hangt toch heel wat schaduw rond, beweerde Ben Chikha. 

Zijn partij is ook voorstander van een wereld zonder kernwapens, maar hij vraagt zich af hoe dat kan bekomen worden. "Doe je dat door het goede voorbeeld te geven? Heel eerlijk, in de huidige politieke context vind ik dat niet realistisch". Daarnaast zijn er mensen die heel veel geld verdienen aan groot militair materieel, maar we weten daar zeer weinig over, stelde Ben Chikha. Hij vindt dat daar veel meer aandacht naartoe zou moeten gaan en suggereerde een parlementaire onderzoekscommissie over het onderwerp, liefst op Europees niveau. 

Stijn Wille is "in een ideale wereld" ook tegen kernwapens, maar die wereld is er niet, stelde hij. Hij pleitte voor de nucleaire afschrikking, die momenteel absoluut nodig is tegen Rusland, de grootste nucleaire macht ter wereld en toevallig ook de grootste bedreiger van de Europese veiligheid. Kernwapens zijn volgens hem effectief tegen "gekken als Poetin", die anders "zou oprukken tot aan de Berlijnse Muur". Het zou volgens Wille dus totaal onverstandig zijn om "onszelf te gaan verzwakken". Doelend op het TPNW, benadrukte hij dat zijn partij niet gelooft in het ondertekenen van verdragen die ingaan tegen NAVO-engagementen. Andere redenen die Wille aanvoerde om niet te tekenen zijn dat er geen enkele kernmacht partij is van het kernwapenverbod en er geen controlemechanismen in ingebouwd zitten. 

Peter Verlinden zei dat het evident was dat een partij als de CD&V graag alle kernwapens de wereld uit zou willen, maar dat ze tegelijk probeert om realistisch te blijven. Hij stelde dat het huidige kader van verdragen rond kernwapens moet worden gerespecteerd, maar vindt het handhaven daarvan in de huidige internationale context al precair. Kernwapens blijven voorlopig afschrikkingswapens, maar het grote gevaar zit hem volgens Verlinden in de tactische kernwapens. Die kunnen kleinere doelwitten raken en zouden misschien wel eens kunnen ingezet worden in een oorlog zoals in Oekraïne. Daarom noopt de internationale context ons ertoe om vast te houden aan wat we nu hebben, betoogde hij. Dat belet niet dat zijn partij vindt dat België als waarnemer aanwezig kan zijn bij het VN-verbodsverdrag omdat je principieel dat einddoel van een ultiem verbod moet blijven voorstaan. Het is echter niet de moment om daar grote stappen in te kunnen zetten. 

Middenveld

Naomi Zoka van Pax Christi merkte in naam van het middenveld op dat er nog steeds hard wordt gerekend op afschrikking, maar dit principe berust op drie cruciale aspecten. Ten eerste op communicatie tussen de twee staten die in conflict zijn met elkaar en op rationaliteit bij die staten. Alleen weten we dat rationaliteit niet altijd gegarandeerd is bij wereldleiders. Met een vinger op de nucleaire knop is dat zeer gevaarlijk. Een ander belangrijk aspect van de nucleaire afschrikking is de geloofwaardigheid. Als de dreiging dat er effectief kernwapens ingezet zouden kunnen worden niet geloofwaardig is, verliest men de afschrikkingskracht. Ten slotte berust de afschrikking op capaciteit. Daarvan zijn we zeker dat ze aanwezig is bij de kernstaten.

Maar wat is de rol van België? Kleine Brogel is om te beginnen niet nodig om de nucleaire afschrikking in stand te houden. Het inzetten van kernwapens is alleen mogelijk na goedkeuring van de NAVO, meer specifiek de president van de VS en de premier van het VK in overleg met de Nuclear Planning Group. Zoals Kissinger opmerkte, zal het bevel om kernwapens in Europa in te zetten hoogstwaarschijnlijk nooit gegeven worden door de VS. België kan ze dus niet gebruiken. Waarom moeten ze hier dan liggen? We kunnen doen zoals Griekenland heeft gedaan zonder uit de NAVO gezet te worden: de kernwapens terugsturen. België plaatst zichzelf onnodig een nog groter doelwit op zijn rug door deel te nemen aan het afschrikkingsbeleid. 

Zoka merkte op dat België het kernwapenverbod tegenwerkt door zich niet gewoon te onthouden als het aankomt op steun voor dit verdrag, maar zelfs actief tegen te stemmen.

Ze benadrukte verder dat de vredesbeweging voor multilaterale ontwapening is, niet unilaterale. Daartoe moet er dringend begonnen worden met onderhandelingen, net zoals gestipuleerd staat in Artikel 6 van het Non-proliferatieverdrag. Het wordt tijd om deze verplichting serieus te nemen. 

Gaza

Politici

Peter Verlinden kreeg als eerste het woord over het laatste thema van de avond, namelijk de oorlog in Gaza, die hij "de chroniek van een aangekondigde tragedie" bestempelde en een falen van de internationale gemeenschap. De hele voorgeschiedenis wordt gemakshalve niet te veel ter sprake gebracht, stelde Verlinden. Alsof alles begon bij 7 oktober, met geweld van de ene kant en dan een disproportionele reactie van de andere kant. De CD&V heeft geen regeringsposten om zich rond dit dossier te profileren, maar heeft heel veel respect voor de aanpak van Caroline Gennez (Vooruit) op Ontwikkelingssamenwerking. België was aanvankelijk wat aarzelend, maar is in Europa dan toch een voortrekkersrol gaan spelen in de kritiek op de manier waarop het Israëlisch leger een genocide aanricht -dat is eigenlijk een juridische term die door een rechtbank moet bepaald worden, maar politiek kan je toch al spreken van een genocide, argumenteerde Verlinden. 

Hij benadrukte dat deze tragedie ooit zal moeten stoppen en het onvermijdelijk tot gesprekken zal moeten komen over het samenleven in dat gebied. Daarbij is het belangrijk dat we vanuit Europa niet onze oplossingen gaan opleggen aan de mensen daar, stelde Verlinden. "Wij moeten niet bepalen dat het een tweestatenoplossing moet zijn of één federale staat, dat is aan de partijen daar". Hij pleitte er wel voor om een internationale context te creëren die de gesprekken tussen Israëli's en Palestijnen mogelijk maakt. Volgens Verlinden zou een klein land als België dat soort bemiddelingstaak achter de schermen veel meer op zich moeten nemen.

Julie Steendam erkende dat België in Europa een vrij unieke rol inneemt doordat het snel heeft gepleit voor een staakt-het-vuren, niet bezweken is onder de druk om de humanitaire hulp aan de Palestijnen te schrappen, zijn steun heeft uitgesproken voor het onderzoek van het Internationaal Gerechtshof, enzovoort. Volgens Steendam is de houding van België voor een groot deel toe te schrijven aan het maatschappelijk middenveld, dat ze bedankte om onmiddellijk op straat te komen, actie te voeren en de druk van onderuit aan te houden. Dat is heel belangrijk, benadrukte ze en ze verwees naar haar eigen achtergrond als vredesactiviste. 

België kreeg alsnog kritiek van Steendam voor het uitblijven van economische sancties en een militair embargo, evenals voor het gebrek aan transparantie over de mogelijke doorvoer van wapens richting Israël. De regering toont hier een gebrek aan slagkracht - iets dat wel onmiddellijk aan de dag kon worden gelegd tegen Rusland na de inval in Oekraïne. Steendam richtte zich ook specifiek tot de collega-panelleden van Vooruit en Groen. Ze zei te weten dat deze partijen dezelfde mening hebben, maar dat ze ervoor gekozen lijken te hebben om liever geen conflict of crisis te veroorzaken binnen de regering dan met een wisselmeerderheid te stemmen voor sancties tegen Israël. 

Tot slot trad ze Verlinden bij door de voorgeschiedenis van het conflict te benadrukken. Een staakt-het-vuren is niet genoeg voor de Palestijnen die al 75 jaar van bezetting, onderdrukking en apartheid ondergaan.   

Peter Buysrogge erkende dat wat er aan het gebeuren is door geen enkel ernstig mens nog goed te praten valt. Hij benadrukte echter dat het niet enkel en alleen de schuld is van Israël. Hij haalde de aanval van Hamas aan en wees op "het recht van Israël om terug te slaan, niet tegen de Palestijnse bevolking, maar wel tegen het regime van Hamas". Er zijn de afgelopen maanden verschrikkelijke fouten gemaakt aan beide kanten, zowel door het Israëlisch leger als door de Hamas-strijders argumenteerde Buysrogge. Er is wel een punt bereikt waarop gezegd kan worden dat het moet stoppen, stelde hij. Er moet snel een staakt-het-vuren komen, maar ook onderhandelingen om te zien hoe er een vrede kan gerealiseerd worden waarin de Palestijnen, maar ook de Israëli's zich kunnen vinden, concludeerde hij. 

Vicky Reynaert zei geen woorden meer te vinden om de verschrikking van de afgelopen maanden te omschrijven. Het gaat volgens haar niet om een oorlog maar om "een pure vernietiging van mensenlevens". De afgelopen weken stond ze bijna wekelijks vooraan in het federaal parlement om meer actie te eisen. Ze benadrukte wel dat België binnen de EU, een van de meest vooruitstrevende posities heeft rond de kwestie. Maar voor Vooruit mocht het zeker verder gaan: met een erkenning van de Palestijnse staat, en een handelsverbod op producten uit bezette gebieden bijvoorbeeld. 

In respons op de eerdere opmerking van Julie Steendam over het uitblijven van sancties, wees Reynaert erop dat de PVDA/PTB, Groen, Ecolo, de PS en Vooruit samen geen meerderheid hebben in het federaal parlement. Het komt er dus op aan om andere partijen te overtuigen en dat is precies wat Vooruit de afgelopen jaren gedaan heeft: voortdurend proberen om de anderen te overtuigen om meer te doen, aldus Reynaert. Ze sloot af met een aanmoediging richting het middenveld om te blijven doorgaan met actievoeren.  

Voor een geëmotioneerde Fourat Ben Chikha symboliseert de Palestijnse kwestie het fundamenteel onrecht dat heel wat moslims in de wereld te beurt valt. Het bewijs is dat sancties maar uitblijven, terwijl die in het geval van Rusland snel op tafel lagen. Soliariteit op Europees niveau zoals met Oekraïne, blijft uit. Hij sprak zijn verontwaardiging uit over het feit dat handelsbelangen de overhand lijken te hebben boven humanitaire overwegingen. Hij vroeg zich af welke toekomst er nog is voor de Palestijnen; wat er gaat gebeuren met Gaza. Toch is Ben Chikha ervan overtuigd dat we niet mogen opgeven. Ook hij riep op tot blijvende druk vanuit de civiele samenleving om een einde te maken aan het lijden van de Palestijnen, "want als we dat niet doen, bestaan er geen Palestijnen meer", noch in Gaza, noch in de rest van bezet Palestina. 

Volgens Ben Chikha moeten we ervoor zorgen dat de extreemrechtse Israëlische daders voor het Internationaal Strafhof komen, dat ze hun straf niet ontlopen, want we hadden onszelf als internationale gemeenschap voorgenomen dat dit nooit meer zou mogen gebeuren, maar het gebeurt toch, betoogde hij. "Waar blijft de massale verontwaardiging en de internationale solidariteit met de Palestijnen. Wat hebben de Palestijnen in godsnaam misdaan om zo in de steek gelaten te worden".   

Stijn Wille las gedurende zijn toegewezen minuten over dit onderwerp droog een statement van zijn partij af van zijn telefoon. Dat erkende het recht van Israël op zelfverdediging, maar benadrukte dat dit moet gebeuren binnen het kader van het humanitair recht, wat impliceert dat excessief geweld vermeden moet worden. Wille bleef erop aandringen dat het "conflict" enkel kan opgelost worden wanneer Hamas de Israëlische gijzelaars vrijlaat.

Jokers 

Op Peter Buysrogge na, die tijdens het eerste onderwerp zijn joker inzette, spaarden alle pannelleden hun joker op voor dit thema zodat ze elk twee extra minuten konden repliceren 

Peter Verlinden maakte de opmerking dat het voor de CD&V belangrijker was een akkoord te bepleiten binnen de regering, dan ze te laten vallen over Gaza, want dat had ons verder weggebracht van de leidende rol die België toch heeft kunnen opnemen binnen Europa. Verder bekritiseerde hij de N-VA voor de inconsistentie in haar communicatie over dit thema, daarbij verwees hij specifiek naar de standpunten van kopstukken Michael Freilich en Theo Franken, die hem "toch wat huiveringen" bezorgden. 

Verlinden wilde nog kwijt dat zijn partij in dit dossier alle schendingen van de mensenrechten veroordeelt, ongeacht de dader. Hij wees wel uitdrukkelijk op de consistent disproportionele reactie van Israël op elk Palestijns verzet, inclusief vreedzame protesten, wat hij "ontoelaatbaar" noemde. Hij distantieerde zich ook uitdrukkelijk van de idee dat het hier om een religieus conflict gaat. 

Ten slotte betreurde Verlinden het gebrek aan aandacht van de organisatie voor de oorlogen in Afrika. Hij vernoemde specifiek het dodelijke conflict in Oost-Congo dat al ongeveer dertig jaar aansleept en veroordeelde de houding van het regime in Rwanda dat voortdurend wegkomt met zijn verwerpelijke daden dankzij de steun van westerse partners.

Julie steendam wierp Verlinden tegen dat een genocide vlakbij, uitgevoerd door één van de handelspartners, wel een regeringscrisis waard is. Ze vond ook dat er bij de N-VA toch een mea culpa mocht komen omwille van de houding van haar kopstukken in dit dossier. Ze beschuldigde hen ervan systematisch de antisemitisme-kaart te trekken. Aangezien Peter Buysrogge hier toch een ander verhaal vertelde, stelde ze ironisch een splitsing te verwachten bij de N-VA. Daarnaast beschuldigde ze de Open VLD ervan geen idee te hebben wat er eigenlijk aan de gang is in Palestina. 

Vicky Reynaert bevestigde dat ze niet wil dat de regering valt over dit thema. Dit zou kunnen leiden tot een overwinning van extreemrechts, van Vlaams Belang, en "leg mij maar eens uit wat de Gazanen daar aan gaan hebben", richtte ze zich tot Steendam. Vooruit heeft ervoor gekozen om constructief te werken in dit dossier om zoveel mogelijk vooruitgang te kunnen boeken, stelde ze. Aan Buysrogge zei ze te hopen dat zijn partijleden van de oudere linkervleugel van de N-VA, die zich vroeger duidelijk uitspraken voor een Palestijnse staat en rechten, de moed zouden vinden om in te gaan tegen de huidige stroming Freilich-Francken.

Fourat Ben Chikha voelde zich duidelijk aangesproken door de eerdere opmerking van Steendam die hij teleurstellend noemde. Hij riep met aandrang op tot meer solidariteit en samenwerking onder de partijen -op zijn minst aan progressieve zijde- in plaats van elkaar stokken in de wielen te steken. We moeten schouder aan schouder staan in deze strijd voor de waardigheid van de Palestijnen, stelde hij.

Stijn Wille wilde reageren op de uitspraak dat Open VLD niet zou weten wat er aan de hand is. De acties van de premier en de interventies van Egbert Lachaert zouden dat volgens hem tegenspreken. 

Peter Buysrogge, die uiteindelijk toch nog wat extra tijd kreeg voor repliek, verweet Julie Steendam dat ze in haar tussenkomsten die avond de daden van Hamas niet had veroordeeld. Hij verwees vervolgens op het recht van Israël om zich te verdedigen tegen Hamas, al betekent dat volgens hem niet dat men de Palestijnen mag vernietigen. Hij wees er ook op dat er heel wat tegenkanting is in Israël zelf en dat het land een democratie is met diverse politieke stromingen die zich verzetten tegen het huidige extreme regime. Hij beweerde te hopen dat die tegenstromingen voldoende sterk worden om het beleid van Netanyahu omver te werpen. 

Middenveld

An Peeters van Palestina Solidariteit -net terug van een maand Westelijke Jordaanoever- uitte haar frustratie en boosheid tijdens haar repliek. Ze vertelde dat ze sinds haar studies, al meer dan 15 jaar betrokken is bij het conflict en een diepgaand begrip ontwikkeld heeft van de complexiteit van de situatie ter plaatse. Ze vond het belangrijk te benadrukken dat ze een Belgische is en dus niet de stem vertolkte van het Palestijnse volk. Even belangrijk was het om de politici hier, mee te geven dat ze op een geprivilegieerde plek zitten. Ze raadde hen aan om zelfkritiek toe te passen en te beseffen dat hun visie en die van hun partij gekleurd wordt door een bepaald denkkader. Het is niet aan ons om te dicteren hoe Palestijnen hun verzet moeten voeren of hoe zij zich moeten gedragen als slachtoffers van jarenlange kolonisatie, bezetting en apartheid, betoogde ze. Hoewel wij in Europa een historische verantwoordelijkheid hebben om bij te dragen aan een oplossing, is het aan de mensen daar ter plaatse om zelf hun toekomst te bepalen.

Peeters stelde dat het huidige discours rondom het Israëlisch-Palestijns conflict vaak twee gelijkwaardige partijen benadrukt. Zo hoorde ze de vertegenwoordiger van de Open VLD zeggen dat we de strijd tegen Hamas gezamenlijk moeten aangaan. Maar Hamas is een reactie op een koloniaal apartheidssysteem, stelde Peeters, dus we moeten de strijd tegen Hamas niet aangaan, maar de strijd tegen de kern van het probleem en dat is het fascistisch Israëlische regime, dat trouwens geen democratie is en elke kritische stem vervolgt.

Het viel Peeters ook op dat het discours rond Palestina onsamenhangend was. Terwijl er een planmatige aanpak is voor kwesties zoals Oekraïne, ontbreekt een vergelijkbare aanpak voor Palestina. Ik erken dat België, zelfs in Palestina, wordt gezien als een van de voortrekkers bij de EU, maar er is nog steeds geen significant verschil gemaakt op het terrein in Palestina. Politici mogen zich niet op de borst kloppen, stelde Peeters, want er zijn in Gaza al meer dan 35.000 doden. Het conflict is al 75 jaar bezig en het zionisme -de ondemocratische ideologie voor een pure Joodse staat- bestaat al meer dan 100 jaar. Toch ontbreekt het gevoel van urgentie volledig.

Het is verder belangrijk om het middenveld niet aan te vallen, stelde An Peeters. Organisaties die zich inzetten voor een waarachtige solidariteit -en dus niet voor een recuperatie binnen een partijpolitiek- verdienen steun en mogen niet bekritiseerd worden door politieke partijen.

De debatavond werd afgesloten met een vragenronde met het publiek. Een van de vragen was gericht aan Peter Buysrogge over de reden waarom zes middenveldorganisaties - waaronder Vrede vzw - al maandenlang worden onderworpen aan een screening door Vlaams minister van Cultuur Jan Jambon. Buysrogge antwoordde dat hij niet voldoende bekend was met het onderwerp en weigerde daarom jammer genoeg te antwoorden.

Video


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.