Voor het eerst in de geschiedenis wordt er gepoogd een zaak aan te spannen tegen de NAVO. De eis is een schadevergoeding voor de slachtoffers van de NAVO-bombardementen tijdens de Kosovo-oorlog.
20 januari 2021: Een internationaal team van advocaten, onder leiding van het advocatenkantoor van Sdran Aleksić in de Servische stad Niš, spant namens de slachtoffers van de bombardementen in 1999 en hun families, de eerste rechtszaak voor schadevergoeding aan tegen de NAVO - bij het Hoger Gerechtshof in Belgrado - en tegen het Servisch Ministerie van Defensie.
Het dossier telt meer dan 3000 pagina's. Het bevat documenten van een speciale commissie van de Italiaanse regering, rechterlijke uitspraken en rapporten van deskundigen die bewijzen dat de ziekten en sterfgevallen van mensen die zich in 1999 op de plaats en in de buurt van de bombardementen bevonden, causaal verband houden met het gebruik van wapens met verarmd uranium (VU).
Gelijkaardige rechtszaken van zieke Italiaanse soldaten voor rechtbanken in Italië hadden succes. De militairen werden vertegenwoordigd door de Italiaanse advocaat Angelo Fiore Tartaglia, die sinds vorig jaar lid is van de Orde van Advocaten in Niš. Hij kon een oorzakelijk verband aantonen tussen verarmd uranium en de gezondheidsproblemen van 200 zieke soldaten die in 1999 in Kosovo waren gestationeerd als leden van een vredesmissie.
Een belangrijk referentiepunt voor de nieuwe rechtszaak is de uitspraak van een rechtbank in Belgrado in 2001. Hierin werd de strafrechtelijke aansprakelijkheid van NAVO-commandanten en vooraanstaande vertegenwoordigers van NAVO-lidstaten vastgesteld. Hoewel het vonnis werd vernietigd, werden de beklaagden niet vrijgesproken. De zaak is nog steeds niet afgesloten.
Het team van Sdran Aleksić wil in de nieuwe gerechtelijke procedure voortbouwen op dit proces. “Politieke immuniteit staat niet in de weg omdat het een oorlogsmisdaad betreft”, zegt Aleksić. De NAVO wordt door zijn team gezien als een internationale organisatie met een eigen rechtspersoonlijkheid en een eigen budget, waaruit compensatie moet worden betaald aan de slachtoffers.
Dat de NAVO bereid zal zijn om schadevergoeding te betalen is onwaarschijnlijk. Maar de advocaat uit Niš is niet alleen geïnteresseerd in schadevergoeding voor zijn cliënten – de rechtszaak moet ook beschouwd worden als een poging tot bemiddeling, die werd gekoppeld aan het in 2006 afgesloten Vredesakkoord met de Republiek Servië.
Dat de NAVO bereid zal zijn om schadevergoeding te betalen is onwaarschijnlijk.
Aanvankelijk werd er overwogen om de procedure op te starten in rechtbanken in de NAVO-lidstaten. Kans op succes leek echter onwaarschijnlijk volgens advocaat Aleksić want deze rechtbanken zouden zich onbevoegd verklaren. Volgens Sdran Aleksić is de kans op succes groter bij een rechtbank in de Servische hoofdstad: “We zijn er zeker van dat we dit proces zullen winnen. Burgers van de Republiek Servië die kanker hebben, bevinden zich in dezelfde rechtspositie als soldaten van het Italiaans leger die kanker hebben opgelopen na hun verblijf in Kosovo en Metohija door de schadelijke effecten van het gebruik van VU-munitie... De Italiaanse rechtbanken erkenden een oorzakelijk verband tussen de ziekten en de deelname aan de Vredesmissie in de Balkan.”
Het Aleksić-team rekent op media-aandacht. In Servië krijgt de zaak aandacht van talloze kranten– waaronder één van de grootste oppositiekranten ‘Danas’ en ‘Juzne Vesti’ uit Niš. De Duitstalige krant van de ex-Joegoslavische gemeenschap in Oostenrijk ‘Kosmo’ publiceerde een interview met Aleksić over de rechtszaak.
Media-aandacht is voor Aleksić ook een middel om experts van het Hoog Commissariaat voor de Mensenrechten van de VN (OHCHR) naar Servië te halen. Aleksić diende op advies van de Internationale Coalitie voor een Verbod op Uraniumwapens (ICBUW) een klacht in bij de VN Mensenrechtencommissie. Tot vandaag is er geen reactie gekomen op het verzoek om een onafhankelijk onderzoek te starten.
Bij een positieve uitspraak zal de rechtszaak in Belgrado een belangrijke mijlpaal zijn in de Servische jurisprudentie en rond het probleem van Verarmd Uranium - niet alleen voor VU-slachtoffers in Servië, maar voor slachtoffers wereldwijd.
De NAVO-persdienst in Brussel werd op de hoogte gebracht van de Servische rechtszaak, maar tot nu toe is er geen reactie gekomen, behalve de verklaring van de secretaris-generaal: "De wetenschap staat aan onze kant."
De Servische regering onderneemt niets. Via diplomatieke weg moet Servië de NAVO normaal gezien op de hoogte brengen van de rechtszaak. De deadline is ondertussen verstreken en de NAVO heeft de aanklacht nog niet officieel ontvangen van Servië. Het Ministerie van Defensie van Servië ontving de aanklacht wel maar verwierp alle aantijgingen. Volgens het ministerie is de claim verjaard en is er een gebrek aan relevant bewijs over het verband tussen verarmd uranium en de zieke burgers.
Maar wetenschappelijk onderzoek zegt iets anders: nano-deeltjes van uraniumoxide die vrijkomen bij de explosie van munitie met verarmd uranium zijn schadelijk voor het milieu en voor alle levende wezens. Wel gaf het het Ministerie van Defensie als commentaar: “In Servië werden in 1999 veel internationale verdragen en mensenrechten geschonden. De oorlog heeft grote milieuschade aangericht”. Maar elke verantwoordelijkheid hierin wordt ontkend.
Wapens met Verarmd Uranium
Verarmd uranium (VU) is een radioactief en chemisch toxisch zwaar metaal waarvan de dichtheid 1,7 keer groter is dan dat van lood. VU is een bijproduct -afvalproduct- van de verrijking van uranium voor nucleaire brandstof in kerncentrales. Wapens met Verarmd Uranium (VU) worden niet geclassificeerd als kernwapens, maar als conventionele wapens.
Net als natuurlijk uranium is VU een onstabiel, radioactief zwaar metaal dat ioniserende alfa-, bèta- en gammastraling uitzendt. De radioactiviteit in een bepaald monster neemt continu af, maar de zogenaamde halfwaardetijd (de periode die nodig is om de hoeveelheid straling van uranium met 50% te verminderen) is erg lang - 4,5 miljard jaar in het geval van de isotoop uranium-238 (U-238). In de praktijk verandert het radioactiviteitsniveau (gemeten in eenheden per seconde, ook wel ‘becquerels’ -Bq- genoemd) dus niet significant in de loop van een mensenleven.
Vanwege de hoge dichtheid en ontvlambaarheid wordt verarmd uranium gebruikt in pantserdoorborende tankgranaten en projectielen. Deze wapens werden in de Kosovo-oorlog echter niet alleen gebruikt om tanks te vernietigen maar ook ingezet tegen burgerdoelwitten.
De VS, het Verenigd Koninkrijk, Rusland, China, Frankrijk en Pakistan produceren uraniumwapens. Van 14 andere staten is geweten dat ze uraniumwapens opslaan. Voor zover bekend zijn deze wapens tot nu toe slechts door twee staten gebruikt: de VS en Groot-Brittannië. Grote hoeveelheden VU werden afgevuurd in Irak en de Balkan (in 1994-1995 in Bosnië en Herzegovina, en in 1999 in Servië, Kosovo en Montenegro).
De VS, het Verenigd Koninkrijk, Rusland, China, Frankrijk en Pakistan produceren uraniumwapens.
Wanneer VU-projectielen een gepantserd oppervlak raken, worden ze verbrand door de hoge temperaturen die door de impact worden gegenereerd. Hierdoor ontstaat een zeer fijn stof dat radioactief en chemisch toxisch is. Via voedsel en de ademhaling wordt deze giftige stof door het lichaam opgenomen.
In het lichaam veroorzaken de straling en het chemische gif ernstige schade en ziekten: schade aan het erfelijk materiaal (chromosoom afwijkingen), misvormingen bij pasgeborenen, verminderde vruchtbaarheid bij mannen en vrouwen, kanker in bijna alle organen, nierfalen en gedragsproblemen. In de met VU besmette gebieden zijn er opvallend meer kankergevallen en geboorteafwijkingen dan elders.
Sommige stalen van projectielen met verarmd uranium die op Servisch grondgebied zijn verzameld, bevatten kleine hoeveelheden plutonium, evenals uraniumisotopen (U-236) die niet voorkomen in natuurlijk uranium. De aanwezigheid van deze isotopen toont aan dat niet alleen verarmd uranium werd gebruikt bij de productie van wapens, maar mogelijk ook een vermenging met herwerkte reactorbrandstof. Het Amerikaans Ministerie van Energie verklaarde dat vermenging met gerecycleerde reactorbrandstof hoogstwaarschijnlijk plaatsvond in hun uraniumverrijkingsfabriek in Paducah.
VU-kogels die hun doel missen en in de bodem terechtkomen, corroderen heel langzaam, waardoor hun toxiciteit vrijkomt in het grondwater en de aardbodem. Het gebruik van VU vormt een langdurige bedreiging voor de gezondheid en belemmert de wederopbouw in verwoeste gebieden. Een aangetaste regio is moeilijk te saneren.
Het gebruik van VU-munitie en de gevolgen ervan zijn in strijd met het internationaal humanitair recht, de mensenrechten en de milieubescherming. Toch zijn deze wapens slechts in enkele landen bij wet verboden: België en Costa Rica.
Verschillende VN-resoluties werden aangenomen tegen het gebruik van VU wapens. Het Europees Parlement stemde in 2008 de meest verregaande resolutie. De inspanningen van de ICBUW zijn gericht op het verbieden van deze wapens en het aanpakken van hun gevolgen.
Milieuschade en pollutie door oorlog
Tijdens de NAVO-bombardementen op Servië in 1999 werden 78 industriële installaties (petrochemische fabrieken en raffinaderijen) en 45 energiecentrales vernietigd of beschadigd. Het gevolg was dat duizenden tonnen kankerverwekkende, mutagene en giftige chemicaliën vrijkwamen, waaronder minstens een dozijn giftige chemicaliën die volgens de Conventie van Stockholm op de lijst van gevaarlijke stoffen staan. Bovendien werden er ongeveer 150 duizend ton olie en oliederivaten, en ongeveer 367.000 ton kerosine in brand gestoken, meer dan 20.000 burgerdoelwitten vernietigd en minstens 5.723 kg verarmd uraniummunitie afgevuurd.
Het land en de rivieren in Kosovo, die uitmonden in drie zeebekkens -de Zwarte, Egeïsche en Adriatische Zee- werden vervuild met giftige en radioactieve stoffen. Deze vervuiling is mee de oorzaak van planetaire vervuiling of Ecocide. In Servië alleen werden er tijdens de bombardementen naar schatting tussen de 3.500 en 4.000 mensen gedood en meer dan 10.000 mensen geraakten gewond - twee derde onder hen burgers. Het exacte aantal doden en gewonden is nooit officieel vastgesteld. De schade werd geschat op 100 biljoen dollar.
Servië is één van de armste landen in de regio en behoort tot de top wat het aantal kankergevallen in Europa betreft. Volgens statistieken van de Wereldgezondheidsorganisatie uit 2018 worden in de regio elk jaar ongeveer 33.000 mensen ziek door kanker. Vooral het zuiden van Servië en Kosovo worden zwaar getroffen.
22 jaar na de NAVO-bombardementen lijden en sterven nog steeds mensen door de gevolgen van een met giftige stoffen en verarmd uranium vervuild milieu. De langetermijneffecten van vernietigde chemische fabrieken en raffinaderijen, evenals van verarmd uranium, zullen nog lang onschuldige mensen treffen.
22 jaar na de NAVO-bombardementen lijden en sterven nog steeds mensen door de gevolgen van een met verarmd uranium vervuild milieu.
Op aandringen van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties gaf de NAVO in 2005 gegevens vrij over besmette gebieden. De lijst is echter onvolledig en niet nauwkeurig. Doordat ze pas 6 jaar na de bombardementen werd vrijgegeven werden veel mensen onnodig blootgesteld aan besmetting.
In 2000 bezocht het VN-milieuprogramma (UNEP) 11 vervuilde sites. Het rapport naar aanleiding van dit bezoek sprak over vervuild drinkwater, vervuild voedsel en de gevaren van het inhaleren van VU-stofdeeltjes. Uit het rapport volgden aanbevelingen voor de lokale bevolking. De realiteit toont echter aan dat het beheer van de aangetaste sites en de beveiliging van de bewoners niet mogelijk zijn