Image
MINUSMA

MINUSMA in Mali, 2019; MONUSCO Photos, CC 4.0

Terwijl het Westen zich concentreerde op Afghanistan won ISIS terrein in Irak en daarbuiten
Artikel
6 minuten

Voor jihadistische groeperingen lijkt het rekruteren van nieuwe aanhangers -voornamelijk jongemannen met weinig vooruitzichten- vandaag bijna net zo eenvoudig te zijn als 20 jaar geleden. 

Toen de Taliban-beweging in augustus uiteindelijk de macht greep in Afghanistan, had ze haar invloed al verspreid over het grootste deel van het land. Om dit te kunnen doen, sloten de Taliban ongemakkelijke allianties met groeperingen die zich affiliëren met Al-Qaeda. ISIS-K (Islamitische Staat Khorasan Provincie, de officiële tak van ISIS in Afghanistan) bleef hen echter bitter tegenwerken.

De verwoestende bomaanslag in de luchthaven van Kaboel tegen het einde van de chaotische evacuatie (waarbij honderden mensen omkwamen), geeft een indicatie van de macht van ISIS-K. Sinds de overname van de Taliban, blijft ISIS-K een ernstig probleem. De groepering was verantwoordelijk voor meerdere andere bomaanslagen in Afghaanse steden.

Sahel

Buiten Afghanistan is er de laatste tijd meer aandacht voor de bredere jihadistische beweging in de Sahel-regio van de Sahara en het zuidoosten, tot in de Democratische Republiek Congo, nabij de Oegandese grens en verder weg in de Mozambikaanse provincie Capo Delgado.

In de Sahel zelf gingen ISIS-aanhangers eerder dit jaar zelfs zo ver dat ze de leider van Boko Haram in Niger vermoordden in een poging de beweging over te nemen. Ondertussen steeg de paramilitaire activiteit in Mali gestaag, in het bijzonder rond de driestatengrens die het land deelt met Burkina Faso en Niger.

Franse, Amerikaanse en Britse troepen -zowel gewone als speciale eenheden- en CIA-personeel zijn al lang actief in de Sahel - vooral Frankrijk, dat er meer dan 5000 soldaten gestationeerd heeft. Maar te midden van extreme niveaus van corruptie, wanbeheer en militaire incompetentie, plant de regering in Parijs tegen eind 2022 een halvering van de troepen ter plaatse. De redenering is dat het geen nut heeft om hen in gevaar te brengen voor zeer weinig kans op succes.  

De opstand in Mali ontwikkelde zich oorspronkelijk na de val van het Qhaddafi-regime in Libië in 2011, toen Libische paramilitairen -evenals Algerijnse- zich in zuidelijke richting begonnen te verspreiden. Sinds 2013 heeft zich een complexe jihadistische opstand ontwikkeld, vooral in Mali, maar met linken met Mauritanië, Burkina Faso, Niger, Nigeria en Tsjaad.

De belangrijkste groepen in Mali zijn losjes verbonden met al-Qaeda en ISIS. De trend van de laatste drie jaren is een duidelijke toename van geweld. In totaal zijn er misschien maar 4000 paramilitairen, maar het aantal aanvallen dat ze plegen is sinds 2016 vervijfvoudigd. De laatste 12 maanden zijn meer dan 4000 mensen vermoord.

Het aantal aanvallen van jihadistische paramilitairen in Mali is sinds 2016 vervijfvoudigd.

Een 15.000 leden sterke VN-vredesmacht in Mali, de ‘Multidimensional Integrated Stabilization Mission’ (MINUSMA), is al meer dan zes jaar actief in het land, maar het is geen anti-opstandsmacht. De primaire rol van MINUSMA is het beschermen van de lokale bevolking en de nationale regering. En er is weinig bereidheid bij het VN-leiderschap om de operaties ter plaatse uit te breiden aangezien het dodental van MINUSMA een van de hoogste in de geschiedenis van de VN-vredeshandhaving is. Tot dusver vonden als 258 VN-troepen de dood.

De afwezigheid van een competent Malinees leger in combinatie met de marginalisatie van de bevolking in de rurale gebieden, heeft ervoor gezorgd dat de paramilitairen hun activiteiten hebben kunnen uitbreiden en gemakkelijk kunnen rekruteren onder de vele duizenden jongemannen met maar weinig vooruitzichten. Voor ISIS, al-Qaeda an andere paramilitaire bewegingen hebben de Sahel en andere delen van Oost-Afrika een enorm uitbreidingspotentieel - onrechtstreeks geholpen door Bidens terugtrekking uit Afghanistan en in mindere mate door de aankomende gedeeltelijke Franse terugtrekking uit de Sahel.

Irak

Misschien wel de grootste verrassing in het kader van de bredere, nooit eindigende ‘Oorlog tegen Terreur’, is de heropleving van ISIS in Irak. Toen de beweging in 2011 voor het eerst op de voorgrond trad, eerst in Irak en later in Syrië, reageerde het Westen door een intense vierjarige luchtoorlog te ontketenen die startte in 2014. Die leek af te rekenen met ISIS, dat het aanzienlijke territorium verloor dat het in beide landen had ingenomen.

Met ISIS schijnbaar herleid tot een aantal geïsoleerde groepen die actief waren in Irak, verschoof de aandacht van het Westen naar de Sahel en Afghanistan. Er waren de afgelopen jaren wel schattingen -onder meer van VN-bronnen- dat ISIS nog altijd zo’n 5000 à 10,000 aanhangers had in Irak, maar hun acties waren in het slechtste geval sporadisch.

Het Pentagon maakte op 9 december bekend dat de Verenigde Staten alle gevechtsfuncties in Irak heeft beëindigd. De rol van het overblijvend militair personeel, ongeveer 2000 manschappen in totaal, beperkt zich nu tot het verstrekken van training en advies. 

Maar ISIS is opnieuw volop actief. Zoals het Franse maandblad 'Le Monde Diplomatique' het onlangs omschreef heeft de beweging “de militaire nederlaag in 2017 overleefd. Nu gehergroepeerd en met nieuwe rekruten, kampen en commandocentra, vult de organisatie het politieke vacuüm dat achtergelaten werd door twee decennia van conflict in de meest onstabiele regio van Irak”. 

ISIS, dat maar liefst 1200 actieve leden heeft, opereert vooral in het noorden van Irak, met tot 20 aanvallen per week, waarvan de meeste ‘s nachts plaatsvinden en gericht zijn tegen de Iraakse veiligheidstroepen en de olie- en elektriciteitsinfrastructuur. In de eerste tien maanden van dit jaar waren er bijna 1000 aanslagen in Irak en sommige analisten geloven dat de beweging zelfs op het punt staat om grotere gemeenten of zelfs een stad in te nemen.

ISIS heeft in Irak 1200 actieve leden en opereert voornamelijk in het noorden.

ISIS heeft zijn reikwijdte een heel eind buiten het noorden uitgebreid, onder meer met een zelfmoordaanslag op een markt in de Iraakse hoofdstad Baghdad afgelopen juli waarbij 30 mensen omkwamen. Eerder deze maand sloeg de beweging opnieuw toe, deze keer in het zuiden van het land, in de stad Basra, waar een motorfiets vol explosieven ten minste vier mensen vermoordde.

Als we de heropleving bekijken -of het nu ISIS-K in Afghanistan, ISIS in Irak of een complex web aan los geassocieerde paramilitairen in en buiten de Sahel betreft- één element lijkt hetzelfde te blijven: de capaciteit van deze groepen om nieuwe aanhangers te werven. De Franse auteur Arthur Quesnay stelt het in relatie met Irak botweg als volgt: “ISIS kan gemakkelijk rekruten aantrekken omdat de mensen arm zijn, met geen vooruitzichten, en omdat sinds 2003 iedereen wel eens in aanraking gekomen is met de rebellen, zij het rechtstreeks of onrechtstreeks.”

Het rekruteren lijkt vandaag bijna even gemakkelijk te zijn als 20 jaar geleden, zelfs al zijn er ondertussen honderdduizenden mensen gedood en verminkt, en zijn er miljoenen meer ontheemd. Irak blijkt een zoveelste voorbeeld te worden van het beschouwen van een langdurig conflict als een uitsluitend militair probleem. Het biedt het recentste bewijs dat het reageren op extremistische bewegingen met militair geweld -zoals de laatste twee decennia de trend was in de oorlog tegen terreur- simpelweg niet werkt.  

Dit artikel verscheen eerder op Opendemocracy.
 


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.