Uit Mali bereiken ons de afgelopen jaren steeds onheilspellendere berichten: klimaatverandering, jihadistisch geweld, militaire coups, diplomatieke spanningen met het Westen, de komst van Russische paramilitaire Wagner-troepen (nu Africa Corps), ... noem maar op. Achter deze krantenkoppen gaat het leven gewoon verder in het West-Afrikaanse land. Mensen doen nog steeds alledaagse dingen: ze vieren huwelijken en verjaardagen, of vastten in maart voor de Ramadan. Eén van de grootste uitdagingen komt echter uit onverwachte hoek, er is nauwelijks nog elektriciteit.
De afgelopen vier jaar deed ik al zo’n negen maanden onderzoek in de Malinese hoofdstad Bamako en de tweede grootste stad Sikasso. Ik maakte kennis met de warmte en ‘djatiguiya’ (gastvrijheid) van de Malinese bevolking, maar ik ondervond ook aan den lijve hoe de volledige ineenstorting van de elektriciteitsvoorziening sinds eind 2023 het leven ondraaglijk maakt. Voor de inwoners van een van de heetste landen ter wereld, waar de temperatuur tussen maart en juni zelden onder de 40° Celcius komt, kan het gebrek aan elektriciteit de laatste druppel zijn. Voedsel bederft, water kan niet gekoeld worden, mobiele telefoons begeven het... Zo zou het gebrekkige elektriciteitsnetwerk, en niet het jihadistische geweld, wel eens de ondergang van het heersende militaire regime kunnen betekenen.
Een oververhit militair regime
De diepere oorzaken van de energiecrisis dateren al van voor de militaire staatsgreep in 2020. Maar deze junta neemt, op een paar symbolische maatregelen na, geen enkele verantwoordelijkheid voor de crisis. De recentste nieuwjaarsboodschap van president Goïta kwam neer op “trek uw plan”, toen hij de Malinezen aanmoedigde om -voor velen onbetaalbare- zonnepanelen te kopen om de crisis te doorstaan. De belangrijkste missie van de regering -en raison d'être voor hun coup- is de strijd tegen het jihadisme. Althans, dat beweerde Goïta terwijl hij tegelijkertijd de budgetten verhoogde voor verschillende overheidsdepartementen waar zijn getrouwen zitten.
De junta blijft enorm populair, maar er broeit ontevredenheid. Weinigen durven hun zorgen in het openbaar te uiten. Influencer ‘Rose vie Chère’ bijvoorbeeld, zit sinds maart 2023 gevangen, deels vanwege haar kritiek op de stroomstoringen. Velen vrezen dat er in deze tijd van oorlog geen alternatief is voor de junta. Toch is het gebrek aan elektriciteit een potentieel kruitvat. Het is gemakkelijk voor de junta om haar militaire mislukkingen in het noorden en centrum van het land te verbloemen tegenover het dichtbevolkte zuiden waar hun aanhangers zich vooral bevinden. Maar de energiecrisis -en het wanbeheer- is voor iedereen duidelijk zichtbaar, mede daardoor slinkt langzamerhand de steun van de bevolking.
“Energie du Mal”
Het nationale elektriciteitsbedrijf Energie du Mali (EDM) -vaak “Energie du Mal” of Energie van het Kwaad genoemd- heeft nooit een al te beste reputatie gehad. Buiten de grote steden is het elektriciteitsnetwerk niet goed uitgebouwd en zelfs in de hoofdstad zijn stroomstoringen al jaren een realiteit. Deze problemen dateren van voor het uitbreken van de oorlog in 2012. Het elektriciteitsnet is verouderd en er worden maar weinig reparaties uitgevoerd terwijl de vraag jaarlijks toeneemt. Het land is afhankelijk van brandstofverslindende gigantische generatoren. Net als kleine generatoren bij mensen thuis lijdt dit systeem onder de wereldwijd stijgende brandstofprijzen. Om nog maar te zwijgen van de impact op de luchtkwaliteit. Mali heeft daarnaast ook nog een aantal grote dammen, maar die worden slecht onderhouden en hebben te lijden onder droogte. Bovendien wordt de stroom die hieruit wordt opgewekt gedeeld met de buurlanden Mauritanië, Guinee en Senegal.
Net als andere sectoren heeft ook EDM te lijden onder decennialange corruptie. Verschillende directeuren en zelfs een minister van Energie zijn gearresteerd en beschuldigd van corruptie, maar tot nu toe leidde dat niet tot enige verbetering. De militaire junta maakte er de laatste jaren een show van om corrupte ambtenaren aan te pakken, maar benoemt evengoed bondgenoten of zelfs familieleden op sleutelposten.
De Malinese autoriteiten hebben ook grootse beloften gedaan om een einde te maken aan hun afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Met veel tamtam legde president Goïta de eerste steen van een van de twee nieuwe zonne-energiecentrales. Meer dan een jaar later is het nog steeds wachten op de tweede steen. Voor een van de centrales werken de autoriteiten samen met een Russisch bedrijf dat geen ervaring heeft met zonnepanelen. Het blijft onduidelijk of deze centrales er ooit zullen komen.
De laatste doet het licht uit?
De oorzaken van de energiecrisis zijn niet alleen intern. Jarenlang heeft het land, mede op advies van grote internationale donoren, zwaar geïnvesteerd in fossiele brandstoffen. Met het vertrek van ontwikkelingspartners is veel van de financiële steun om brandstof te betalen opgedroogd. Vanwege diplomatieke spanningen sneed buurland Ivoorkust een elektriciteitslijn naar Mali af, waardoor een van de belangrijkste elektriciteitsbronnen van het land wegviel.
Al vóór de drastische beslissing van de VS om te stoppen met USAID en vóór de Europese financiering voor ontwikkelingssamenwerking drastisch begon af te nemen, trokken internationale partners zich massaal terug uit Mali. Met hen verdwenen ook belangrijke investeringspartners in de energiesector. Wat hun tekortkomingen ook waren, de abrupte stopzetting van deze projecten treft vooral de al zwaar getroffen bevolking. Deze energiecrisis vindt plaats in een van ‘s werelds zwaarst getroffen regio’s op het vlak van klimaatverandering. De verantwoordelijkheid voor die crisis ligt bij het Westen.
Zelfs de doden lijden eronder
Het afgelopen anderhalf jaar schommelde de dagelijkse elektriciteit in Bamako tussen acht uur in het beste geval en twee tot drie uur tijdens het hete seizoen. Vorig jaar in mei leefde ik mee op het ritme van schaarse en onvoorspelbare elektriciteit en ondervond ik aan den lijve hoe extreme hitte je lichaam lam legt.
Er zijn geen woorden voor de totale versuftheid die je voelt wanneer je lichaam alleen nog energie heeft voor vitale functies. Denken, praten en zelfs slapen worden bijna onmogelijk. Tijdens het warme seizoen slapen velen liever buiten. Toen ik in het ziekenhuis lag met 40°C koorts als gevolg van een streptokokken- en malaria-infectie, rekende ik mezelf gelukkig. Ik had immers het voorrecht om me enkele dagen in een ziekenhuis met airconditioning te kunnen veroorloven. Niet eens alle ziekenhuizen hebben fulltime generatoren. In maart 2024 draaide de generator van het ziekenhuis in de grote stad Mopti slechts 3-4 uur per dag, uitsluitend voor dringende operaties. De noordelijke stad Gao zat toen wekenlang volledig zonder elektriciteit.
Je zou kunnen denken dat ik gewoon niet gewend ben aan warm weer. Malinezen deden het inderdaad iets beter. Toch blijkt uit talloze medische onderzoeken dat het menselijk lichaam niet gemaakt is om zulke hitte te weerstaan. Begin april 2024, tijdens de laatste week van de Ramadan, werd Mali getroffen door een extreme hittegolf met temperaturen die opliepen tot 48,5 °C. Dit leidde tot massale sterfte tot ver in de maand mei. Mortuaria waren overvol en door de voortdurende stroompannes konden de overledenen zelfs daar niet met de gepaste zorg bewaard worden. Vrienden vertelden me hoe lichamen van hun dierbaren zelfs in moskeeën werden gelegd, traditioneel koele gebouwen die vaak ook een functionele generator hebben. Hoewel het volgens de islamitische traditie gebruikelijk is om de overledene binnen 24 uur te begraven, was dat in verschillende gevallen toch te langzaam om de eerste tekenen van ontbinding te voorkomen.
Naast de fysieke gevolgen zijn er ook de economische consequenties. Mali was al één van de armste landen ter wereld en werd zwaar getroffen door de geopolitieke gevolgen van COVID, de oorlog in Oekraïne en de instabiliteit in de Sahel... Vandaag hebben de klimaat- en energiecrisis een directe en verwoestende impact op de economie. Talloze kleine bedrijfjes die volledig afhankelijk zijn van het elektriciteitsnet kunnen hun activiteiten niet langer uitvoeren. Statistieken over deze grotendeels informele economie zijn moeilijk te vinden of geven slechts een ruw idee van de werkelijke omvang. Zeker is dat in de hoofdstad - waar meer activiteiten afhankelijk zijn van elektriciteit - al duizenden bedrijfjes hun deuren hebben gesloten. Dit komt boven op de gevolgen van de klimaatverandering voor boeren en herders op het platteland, in een land dat grotendeels leeft van de rurale economie.
Waar eindigt dit?
Ik schrijf dit stuk terwijl het nieuwe hete seizoen in Mali alweer is aangebroken. Hoewel droogte en extreme hitte geen onbekende zijn in de Sahel, worden extreme uitzonderingen steeds meer de norm. Klimaatverandering leidt niet rechtstreeks tot conflict, maar kan reeds bestaande crisissen verergeren en precaire sociaaleconomische en politieke omstandigheden verslechteren, wat dan weer kan bijdragen tot het ontstaan van protest, conflicten en/of geweld. Het wanbeleid van opeenvolgende regeringen vormt een doorn in het oog van de Malinezen. Sinds de laatste -interne- staatsgreep in 2021 komt het grootste risico op straatprotesten in het zuiden vooral voort uit frustraties over elektriciteit.
Tot nu toe zijn er maar weinig oproepen tot protest en weinigen geven gehoor aan die oproepen. Toch zijn de meeste Malinezen die ik ontmoet het erover eens: als er één kwestie is die hen in het zuiden kan ophitsen tegen de junta, dan is het wel het gebrek aan elektriciteit. Wat te doen in de tussentijd? Aangezien ze de klimaatverandering geen halt kunnen toeroepen wordt elke Malinees steeds meer een energie-expert, die leert om elke watt uit batterijen, zonnepanelen en apparaten te optimaliseren.