Image
Vrede in Syrië is mogelijk, als...
Foto: Trocaire via wikipedia
Vrede in Syrië is mogelijk, als...
6 minuten

Er wordt hoopvol uitgekeken naar de nieuwe onderhandelingsronde rond de crisis in Syrië - Genève II gedoopt - die na vele maanden uitstel eindelijk zal plaatsvinden in het Zwitserse Montreux. Tegelijkertijd zorgt de aanloop naar deze vredesonderhandelingen ook voor een zekere scepsis. Lokale, regionale en internationale machten blijven a priori hun eigen belangen en agenda's nastreven ten koste van de Syrische bevolking.

Het is alvast een stapje vooruit dat de Verenigde Staten en Rusland onder druk van de omstandigheden verplicht werden om samen te werken. Moskou lag aan de basis van het akkoord over de ontmanteling van de chemische wapens. Dat verminderde de buitenlandse militaire dreiging tegen Damascus en opende tevens de deur voor een ingewikkeld diplomatiek spel.

Ook de groeiende invloed en de militaire successen van radicale islamistische milities in Syrië noopten de VS er toe om de militaire optie te herbekijken en het pad te effenen voor onderhandelingen tussen het door Washington gesteunde deel van de oppositie en het Syrische regime.

Binnen dit specifieke kader blijven de VS en Moskou echter hun eigen belangen nastreven. Moskou wil koste wat kost zijn machtspositie in Syrië, het enige Russische steunpunt in het gas- en olierijke Midden-Oosten, behouden. De VS gebruikt Syrië als hefboom voor hun beleid gericht tegen Iran.

In eerste instantie had Washington zijn veto gesteld tegen een deelname van Iran aan Genève II. Na een verrassingsinvitatie van de Verenigde Naties leek de VS open te staan voor de participatie van Iran, zij het onder duidelijke en strikte voorwaarden. Nadat de oppositie daarop dreigde om weg te blijven als Iran er bij zou zitten, trok de VN de uitnodiging aan Teheran weer in. Het is een weinig vruchtbaar steekspel. Iran is niet alleen een invloedrijke macht in de regio, maar ook een belangrijke steunpilaar voor het regime in Damascus. Het niet betrekken of het op voorhand plaatsen van exclusieven bij de Iraanse deelname, kan een succesvol verloop van de onderhandelingen al op voorhand hypothekeren. Het is bovendien weinig logisch om Iran te viseren terwijl Saoedi-Arabië, dat een belangrijke rol speelt in de militaire steun aan de radicale islamitische oppositie en het voeden van het geweld in Syrië, zonder enig voorbehoud aan de onderhandelingstafel te laten aanschuiven. Het staat in ieder geval vast dat onderhandelingen zonder Iran en Saoedi-Arabië zinloos zijn.

Om er voor te zorgen dat de onderhandelingen ook een daadwerkelijke invloed zullen hebben op het terrein is het hoogst noodzakelijk dat zo veel mogelijk strijdende partijen en ook niet strijdende oppositionele en maatschappelijke groepen vertegenwoordigd worden in Genève. De oppositie dwingen om onder een vlag deel te nemen aan de vredesgesprekken is niet realistisch, want het oppositionele veld is in de realiteit nu eenmaal versnipperd. Dat verschillende partijen op voorhand al eisen en voorwaarden stellen, kan de gesprekken nog voor ze begonnen zijn al opblazen.

Net zoals president Bashar Al-Assad's bewering dat er over het loslaten van de macht door zijn persoon niet kan onderhandeld worden, is de uitspraak van de oppositie dat de gesprekken zich moeten focussen op de creatie van een overgangsregering waarin geen plaats is voor elementen uit het Assad-regime, totaal niet constructief.

Het eerste doel van de vredesgesprekken moet een stopzetting zijn van het geweld tegen burgers.

Het conflict in Syrië is een uiterst ingewikkeld kluwen geworden en alleen met de medewerking van alle strijdende partijen en zeker hun broodheren kan deze eerste stap gezet worden. Zoals gezegd bestaat de oppositie uit een multitude aan facties en temidden van het ondertussen sterk sectair gekleurde conflict geniet Bashar Al-Assad nog altijd de steun van een aanzienlijk deel van de Syrische bevolking. Vooral de alawitische en christelijke minderheden vrezen de mogelijke gevolgen van de val van de huidige president en de onderdrukking door de soennitische meerderheid. Dan zijn er ook nog de verzuchtingen van de Syrische Koerden die in het noorden van het land een autonome zone hebben geïnstalleerd die ze militair verdedigen tegen allerlei jihadistische groeperingen. De Koerden willen leven in een Syrië waarin ze niet gediscrimineerd worden, een Syrië waarin hun rechten en hun identiteit grondwettelijk verankerd worden. Deze eisen plaatst hen lijnrecht tegenover de door het Westen gesteunde Syrische Nationale Coalitie, die het toekomstige Syrië a priori als een Arabisch land wil definiëren.

Na bijna drie jaar van bloedvergieten wordt het hoogtijd dat de wapens zwijgen. De allerhoogste prioriteit moet gaan naar een duurzaam wapenbestand. Concreet betekent dit dat buitenlandse actoren stoppen met het leveren van wapens en militair materiaal aan alle strijdende partijen in het Syrische conflict, dat ze de daarvoor noodzakelijke procedures instellen en bewaken, en dat ze de oorlogvoerende partijen waarop ze invloed hebben onder druk zetten om het wapenbestand te respecteren.

Dat eerdere pogingen om het buitensporige geweld een halt toe te roepen mislukten, had immers vooral te maken met het feit dat deze buitenlandse machten hun militaire steun aan de oorlogvoerende partijen nooit hebben willen stopzetten. Een andere grote uitdaging voor de onderhandelaars is de noodzaak om de enorme toevloed aan buitenlandse jihadisten in Syrië een halt toe te roepen. Deze strijders hanteren een eigen islamistische agenda en zijn helemaal niet bezig met de toekomst van de Syrische bevolking tenzij als onderdanen van een of ander conservatief islamitisch kalifaat waarin geen plaats is voor universele mensenrechten. Landen als Turkije, Qatar en vooral Saoedi-Arabië hebben tot nu toe onbetwist een faciliterende en zelfs actieve rol gespeeld in de militaire steun aan de internationale en lokale jihadisten.

Een andere dringende en belangrijke opdracht voor Genève II is het maken van afspraken over de toegang tot humanitaire hulp voor burgers en het respecteren van de mensenrechten. De uitdagingen zijn enorm: miljoen mensen zijn op de vlucht. Ze leven in erbarmelijke omstandigheden in totaal ondergefinancierde vluchtelingenkampen in de Syrische buurlanden of zijn ontheemd in eigen land. Velen hebben geen of onvoldoende toegang tot levensbenodigdheden en medische verzorging. Deze moeten op korte termijn gegarandeerd worden, waarbij een belangrijke coördinerende rol op vlak van organisatie en financiering weggelegd is voor de Verenigde Naties. Ook in de Europese Unie moeten Syrische vluchtelingen - oorlogsvluchtelingen - degelijk opgevangen worden, wat nu zeker niet het geval is.

Een wapenbestand, het indammen van de terreur ten opzichte van de bevolking uit welke hoek dan ook en het lenigen van de humanitaire noden zijn belangrijke voorwaarden om te kunnen starten met gesprekken over de politieke toekomst van Syrië. Die zal, gezien de samenstelling van de bevolking, noodzakelijkerwijs pluralistisch en democratisch ingevuld moeten worden. Niet evident, want niet alle betrokken partijen hebben zo'n toekomst op het oog voor hun land.

Maar een duurzame en stabiele vrede kan maar tot stand komen als alle delen van de bevolking hun rechten gegarandeerd zien. In elk geval is het niet aan de internationale en regionale machten om daar invulling aan te geven, noch is het aan hen om te bepalen wie de toekomstige leiders van Syrië moeten zijn. Uiteindelijk is het laatste woord aan de bevolking zelf. Maar goed ook, want zij is de oorlog meer dan moe.

 


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.