Om jaren van oorlog in Oekraïne te voorkomen, zal het Westen moeten omgaan met Rusland zoals het nu is, niet zoals het zou moeten zijn.
Alle ogen zijn gericht op het einde van het Poetin-tijdperk, zo lijkt het. De Oekraïense president Volodymyr Zelenskyi vaardigde in september een decreet uit waarin hij onderhandelingen met zijn Russische ambtgenoot Vladimir Poetin "onmogelijk" verklaarde. Dit zou kunnen duiden op een Oekraïense strategie van helemaal geen onderhandelingen (wat in de praktijk onwaarschijnlijk is) of een verwachting dat het einde van het "Poetin-tijdperk" in zicht is.
Ook heel wat leden van de Russische intellectuele elite en de westerse politieke gemeenschap hopen dat er verandering op komst is en dat een nieuw leiderschap in Rusland een meer meegaande partner zou zijn. Die hoop is misplaatst.
Drie redenen waarom een leiderschap na Poetin niet gemakkelijk zal zijn.
Ten eerste is er geen enkele aanwijzing -ongeacht de geruchten over zijn gezondheidsproblemen- op het punt staat te sterven. Tijdens zijn recente publieke optredens heeft de Russische president niet de indruk gewekt van een verslagen man. Integendeel, hij ziet er energiek en vastberaden uit. De oorlog heeft Poetin een gelegenheid gegeven om zijn lang gekoesterde en opgekropte frustraties tegenover het Westen te uiten. In tijden van diplomatie moest hij die onderdrukken, maar nu zijn de handschoenen af. Poetin gelooft dat de tijd aan Ruslands kant staat in een lange uitputtingsslag tegen Oekraïne. Het idee dat hij zou aftreden onder het gewicht van schuld en schaamte voor de schade die hij Rusland heeft berokkend, is misplaatst. Poetin heeft een missie en die moet worden volbracht. Het overlaten van de moeilijke kwestie Oekraïne aan een opvolger is niet hoe hij zich de rol van leiderschap voorstelt. Hij heeft de last op zich genomen dus hij moet die ook tot een einde brengen.
Ten tweede, zelfs als Poetin de macht zou overlaten aan een door hem uitgekozen opvolger, zal dat hoogstwaarschijnlijk geen progressief persoon zijn. De taak van de nieuwe leider(s) zou het moderniseren van Rusland zijn – zonder het noodzakelijk ter hervormen langs westerse liberale lijnen. Ruslands pijnlijke ervaring met hervormingen in de jaren 1990, gekoppeld aan een acute kennis van de problemen van het Westen, maken dit vooruitzicht onaantrekkelijk. De meeste burgers zijn bereid om te geloven dat het Westers ontwikkelingsmodel niet bij Rusland past. Het Chinese model van strikte politieke controle, in combinatie met economisch liberalisme en een welvaartsstaat, klinkt veel aantrekkelijker.
Het feit dat veel politiek liberale leden van de Russische maatschappij, alsook veel mensen die tegen de oorlog zijn, het land verlaten hebben, maakt een dergelijk plan gemakkelijker te implementeren. De bekendste opponent van het Kremlin, Alexey Navalny, zit in de gevangenis en er zijn tot dusver geen tekenen dat er een ernstige uitdager van Poetin opstaat vanuit de oppositie. Het Russisch grootkapitaal zou zijn zegje kunnen doen, maar niet over zaken die de politieke orde ter discussie stellen. Bovendien zijn belangrijke figuren uit het bedrijfsleven gesanctioneerd en dienovereenkomstig afgesloten van het Westen. Hoewel de financiële en economische strategie een van de weinige gebieden is waar afwijkende meningen toegelaten zijn in Rusland, controleert de staat 71% van de economie - bijna het dubbele van de 38% die het in 2006 bezat.
Ten derde, als de inzet voor het beëindigen van de oorlog in Oekraïne zo hoog is dat dit geïnterpreteerd wordt als een nationale vernedering in Rusland, zou er gemakkelijk een patriottische terugslag kunnen ontstaan. Als het Kremlin de politieke controle verliest en niet in staat is om een bureaucratische opvolging te orkestreren, kan dit een opening creëren voor nog rechtsere krachten om de politiek van het land te beïnvloeden.
Figuren als Yevgeny Prigozhin, hoofd van het militaire huurlingenbedrijf Wagner Group, kan beweren het ‘echte Rusland’ beter te vertegenwoordigen dan de kosmopolitische elites van Moskou en Sint-Petersburg, die met één been in het Westen staan.
Prigozhin is een te berucht figuur om zelf het presidentschap na te streven, maar hij kan een grote rol spelen bij het bepalen van wie dat dan wel wordt. Zijn anti-elitaire gevoelens en imago van viriele strijder vinden weerklank in de arme Russische steden, bij de laaggeschoolde arbeidersklasse en de gevangenisbevolking.
In een scenario met meer macht voor Prigozjin en Ruslands "oorlogspartij" zou de versie van de oorlog in Oekraïne dat het land tot nu toe heeft gezien - een conflict in de verte dat zich afspeelt op Russische tv-schermen terwijl het leven van veel gewone mensen gewoon doorgaat - voorbij zijn.
Elke Russische burger zou een bijdrage moeten leveren op het slagveld of op de werkplek en zijn persoonlijke plannen, hoop en dromen moeten opgeven. Als deze patriottische politieke krachten van Rusland overtuigend kunnen demonstreren te leven naar de waarden die zij prediken (misschien door hun eigen kinderen naar het heetst van de strijd te sturen, iets waartoe niemand van de huidige leiders zich bereid heeft getoond), dan zou oorlog de norm worden.
Het is hier misschien nuttig de lessen van de geschiedenis in herinnering te brengen: de sociale gevolgen in Duitsland na het einde van de Eerste Wereldoorlog, een burgeroorlog en een bittere vrede, waaruit het Freikorps, het fascisme en de naziterreur zijn voortgekomen.
En dan is er de Krim
Geen enkele Russische president, hoe graag die ook de betrekkingen met het Westen wil verbeteren, zou bereid zijn de Krim af te staan. Op basis van mijn eigen gesprekken met veel Russen (waaronder leden van de oppositie) betekent de intense emotionele verbondenheid van de mensen met de Krim dat alleen een existentiële bedreiging van het voortbestaan van het land opweegt tegen het potentiële verlies van de Krim. Het aanbod van toegang tot de wereldwijde financiële markten volstaat niet.
Niet alleen het leiderschap, maar ook veel leden van de Russische samenleving zijn bereid enorme kosten te dragen voor het behoud van de Krim. Het Oekraïense standpunt -dat het de Krim moet controleren- laat de Russische autoriteiten bijgevolg geen andere optie dan de oorlog voort te zetten.
Wachten op een ‘Rusland na Poetin’ is zoals wachten op Godot. Er staat geen verandering van leiderschap op til, noch zou dat enige kansen op vrede vergroten. In plaats daarvan worden we geconfronteerd met een vooruitzicht van een langdurig Syrië 2.0 scenario, één dat zowel Oekraïne als Rusland leegzuigt en geen winnaars voortbrengt.
Politiek gezien is de oorlog al verloren voor Rusland, ongeacht de ontwikkelingen op het slagveld. Poetin is verantwoordelijk voor het concreet starten ervan. Het zou een troost zijn als hij de gevolgen van zijn daden onder ogen zou moeten zien, maar tot nu toe hebben we weinig reden om aan te nemen dat dit zal gebeuren. Er is geen gemakkelijke uitweg uit de tragedie.
Om nuchter vooruit te kunnen denken, is het essentieel om de illusie te laten varen dat een "Rusland zonder Poetin" op handen is en fundamenteel beter zal zijn. Als we niet bereid zijn met Rusland om te gaan -te onderhandelen- zoals het is, in tegenstelling tot wat het zou moeten zijn -met Poetin als onderdeel van het pakket- moeten we jaren van oorlogsvoering in Oekraïne tegemoet zien. En we moeten beginnen nadenken over de gevolgen van een lange oorlog voor Europa, voor onze eigen samenlevingen en hoe die zullen reageren.
Dit vertaalde artikel verscheen eerder op OpenDemocracy.