De VS legt Iran vanaf vandaag opnieuw een uitgebreid sanctieregime op. Deze sancties gaan al lang niet meer enkel over de eis dat het nucleaire akkoord met Iran moet heronderhandeld worden. Washington heeft zich eenzijdig uit het akkoord teruggetrokken dat in 2015 is gesloten tussen Iran enerzijds en de vijf permanente leden van de VN-Veiligheidsraad plus Duitsland (de P5+1) anderzijds. Dat akkoord, het Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA), werkte. Dat vinden, de VS uitgezonderd, ook alle andere landen die betrokken zijn bij het akkoord. De uraniumverrijkingsinstallaties werden afgebouwd, Iraans verrijkt uranium moest worden verscheept naar Rusland en Iran verklaarde zich akkoord met een strikt inspectieregime. In ruil kwam er een geleidelijke verlichting van de sancties, die de afgelopen jaren een zware economische impact hadden op de Iraanse bevolking. Door zich uit het akkoord terug te trekken, plaatst Washington meteen ook secundaire sancties op landen en bedrijven die handel drijven met Iran, tot groot ongenoegen van de Europese landen en China.
President Trump gaat nu duidelijk een stap verder en wil de volledige Iraanse buitenlandse politiek op de knieën krijgen. Hij viseert onder meer de Iraanse steun aan de Libanese militante beweging Hezbollah, de Iraanse militaire activiteiten in Syrië en de steun aan de Houthi-rebellen in Jemen. De Iraanse rol in Jemen is fel overroepen en valt alleszins in het niets in vergelijking met de Britse en Amerikaanse steun aan de Saoedische oorlog in Jemen.
Het is opvallend dat het Witte Huis hard van leer trekt tegen Teheran, net op het ogenblik dat een andere belangrijke grootmacht in de regio, Saoedi-Arabië, internationaal zwaar onder vuur ligt. De moord op de Saoedische journalist Khassoghi in het consulaat in Istanboel zorgde voor heel wat ophef. Die bracht ook de desastreuze humanitaire gevolgen van Riyads oorlogspolitiek in Jemen opnieuw voor het voetlicht. Bovendien speelt het Saoedische koningshuis al jaren een belangrijke rol in de financiering en bewapening van extremistische salafistische gewapende groepen en treedt het uitermate repressief op tegen kritische stemmen. De affaire Khassoghi is immers maar het topje van de ijsberg.
Die kwalijke reputatie hindert niet dat Washington graag de andere kant opkijkt. Daar zijn twee redenen voor: olie en wapens. Het ziet er naar uit dat de VS Saoedi-Arabië wil ontzien als het in ruil zorgt voor de compensatie van het verlies van Iraanse olie op de wereldmarkt. De machtige Saoedische kroonprins Mohamed Bin Salman zei een maand geleden al in een interview met Bloomberg dat zijn land daar al werk van maakte om stijgende olieprijzen tegen te gaan, nadat de VS in augustus al een eerste reeks van sancties tegen Iran invoerden. Saoedi-Arabië heeft niet alleen de sleutel van de energieprijzen in handen, maar is na Indië de belangrijkste importeur van wapens. 61% van de wapens die het invoert komen uit de VS, 23% uit het Verenigd Koninkrijk. Een wapenembargo tegen Saoedi-Arabië kan verschillende wapenfabrikanten in moeilijkheden brengen.
Saoedi-Arabië vecht al jaren een geostrategische machtsstrijd uit voor meer regionale invloed in de regio in o.m. Syrië en Jemen. De VS speelt een cruciale rol in de militaire slagkracht van Riyads regionale machtsambities. De VS en Saoedi-Arabië hebben elkaar dus nodig. De Amerikaanse sancties tegen Iran komen beide landen goed uit, als ze tenminste het spel blijven meespelen.
De Israëlische premier Netanyahu heeft de sancties tegen het "moorddadig regime dat de hele wereld in gevaar brengt" met de nodige superlatieven toegejuicht. Dat de sancties er komen toont ook wel Israëls invloed in het Witte Huis aan, dat Iran definieert als een "existentiële bedreiging" omwille van zijn steun aan Hezbollah, het Syrische regime en Hamas. Terwijl Iran al jaren onder druk staat voor een vermeend kernwapenprogramma, blijft het kernwapenarsenaal van Israël zelf helemaal buiten schot.