Van 27 november tot 1 december vindt in New York de tweede bijeenkomst plaats van de partijen bij het Verdrag inzake het Verbod op Kernwapens (‘Meeting of the State Parties’ -MSP). België heeft ondanks deelname vorig jaar als waarnemer aan de eerste bijeenkomst van de verdragspartijen in Wenen, nog niet bevestigd dat het deze keer zal gaan.
Vorig jaar werd de beslissing om een officiële Belgische delegatie naar Wenen te sturen, slechts een paar dagen voor de aanvang van de eerste MSP genomen. Eerder had de commissie Buitenlandse Betrekkingen in het federaal parlement al besloten om zelf een parlementaire delegatie te sturen, omdat de federale regering zo lang op zich liet wachten om een beslissing te nemen inzake deelname.
De bevestiging dat België naar de MSP van 2022 zou gaan, kwam er uiteindelijk na een disproportionele afruil. De pleitbezorgers van een officiële Belgische waarnemersdelegatie verklaarden zich in ruil akkoord met een verhoging tegen 2035 van het defensiebudget tot 2% van het Bruto Binnenlands Product – de NAVO-norm die alle lidstaten beloofden na te streven. De vredesbeweging beschouwde de uiteindelijke deelname van België aan de eerste MSP dus als een pyrrusoverwinning.
Dit jaar blijkt het opnieuw moeilijk om te beslissen of er een officiële Belgische delegatie naar de tweede MSP wordt gestuurd. Op parlementair niveau zien we dat de liberalen dwars liggen. De beslissing ligt momenteel voor bij de Conferentie van Voorzitters in het federaal parlement, waar een unaniem besluit moet worden genomen.
Ook de federale regering is er nog niet uit of het een officiële delegatie zal afvaardigen naar New York. Het lijkt erop dat de beslissing opnieuw pas op het laatste moment zal vallen.
Net als alle andere NAVO-leden heeft België het VN-Verdrag inzake het Verbod op Kernwapens (TPNW), dat op 22 januari 2021 in werking trad, niet ondertekend. Nochtans heeft de Belgische federale regering inspanningen met het oog op nucleaire ontwapening opgenomen in haar regeerakkoord. Daarin staat dat België op zijn minst zal onderzoeken of het TPNW een nieuwe impuls kan geven aan multilaterale nucleaire ontwapening. De aanwezigheid als waarnemer op de bijeenkomsten van de verdragspartijen bij het TPNW, zou dus louter een praktische uitvoering zijn van deze intentie in het regeerakkoord.
Zeker in de huidige internationale context -de herhaaldelijke nucleaire dreigementen vanwege Rusland in de oorlog met Oekraïne, de geweldsuitbarsting in het Midden-Oosten, de afbraak van het kernwapenbeheersingsregime, en de aan de gang zijnde modernisering en uitbouw van de nucleaire arsenalen van de kernwapenstaten- is elk engagement voor multilaterale nucleaire ontwapening van cruciaal belang. Het TPNW is daarbij een belangrijk instrument.
Daarom roept de Belgische Coalitie tegen Kernwapens (BCK) de federale regering op om een officiële delegatie te sturen naar de tweede bijeenkomst van de partijen bij het Verdrag inzake het Verbod op Kernwapens in New York. Het BCK wijst België hierbij specifiek op haar verantwoordelijkheden en verplichtingen onder het Non-proliferatieverdrag (1970) en het eigen regeerakkoord.